GJ-eld- en Effectenmarkt.
Amsterdam, 411 October.
De noteering der prijzen van heden vergelij
kende met die van verleden Maandag, mogen wij
constateeren dat er, met uitzondering van som
mige soorten, werkelijk verbetering heeft plaats
gehad, en meer nog dan uit vooruitgang in de
prijzen blijkt dat uit de vastere houding, welke de
beurs over het algemeen aangenomen heeft.
Onze Nationale Schuld moge dan ook niet veel
vooruit gegaan zijn wat den prijs betreft, de affai
res welke er in gedaan werden getuigden van
vertrouwen en bovendien hebben zij, zelfs bij
eene eenigszins (lauwere stemming van heden, op
den prijs gewonnen. De 2% pCt. kwamen van
53* tot 54, de 3 pCt. van 61% tot 62%, de 4 pCt.
van 84% tot 85% pCt. Aandeelen Handelmaat
schappij waren niet zoo gelukkig: de prijs 116%
a van vóór acht dagen, hebben zij heden niet
zonder moeite weder herkregen.
Dat Spanje niet ongevoelig achteruit is gegaan,
kan niemand verwonderen die maar meteenige
aandacht den loop der zaken van dat land gade
slaat. De 2% verloren 1*, de 3 pCt. Buitenland-
sche 1867 1, de 3 pCt. Binnenlandsche 1* pCt.,
blijvende heden respectievelijk 27, 26716, 22 en
22% pCt. Portugal hield zich vrij wel staande,
doch, om bij Zuid-Europa te blijven, hoe het met
Italië staat, laat de prijs courant ons in het on
zekere: slechts ééns gedurende de geheele
week vonden wij de Certificaten Amsterdam ge
noteerd op 50% pCt,maar nu het Journal Officiel
met tamelijk ruwe hand de Italiaansche finan
ciën heeft blootgelegd en tot de conclusie gekomen
is dat er voor Italië weinig anders overschiet
dan om de schuld van 5 op 3 pCt. te convertee-
ren, valt er voorshands weinig goeds te ver
wachten.
Al verder van het Westen naar het Oosten
trekkende, vinden we Oostenrijk zwak, op de
prijzen van verleden week met moeite voort
gaande. Van de geconverteerde Schuld melden
wij die van heden niet: wie zich die van den
2d<m herinnert, heeft niet noodig de noteering
van heden daarmede te vergelijken, want het
verschil bestaat slechts in eene fractie van de
minste soort. De loterij-leeningen hebben echter
gewonnen: Loten fl. 250 1839 van ƒ573 tot ƒ585,
fl. 250 1854 van ƒ218 tot 221%, 11. 500 1860 van
ƒ460 tot ƒ469, fl. 100 1864 van ƒ110 tot ƒ111*.
Theiss-spoorweg van 245 tot 247.
De Turken wonnen ('t moge weinig zijn, maar
het mag ons toch verwonderen) van 40 'Me tot 41
pCt., terwijl de uitstap van Europa naar Afrika,
van den Leenheer naar den Vazal zij ons geoor
loofd! - Egypte even weinig verloor: van 75 a
op 75V16 a pCt.
De meeste Russische staatsleeningen behielden
nagenoeg den ouden prijs. Eene uitzondering
echter maakten de loterij-leeningen, waarin de
handel vrij levendig was, en die aanvankelijk
veel wonnen, maar heden niet ongevoelig achter
uitgingen. De prijzen liepen van de 1864" van
ƒ223 tot ƒ241, van de 1866" van 219% tot
ƒ23514 en blijven heden 232% en 225. Evenzoo
ging het met de Groote Sporen, die van ƒ219 tot
232% kwamen en heden op 227% sluiten. Jelez
Griasi kwam van 200 op tot ƒ204, de overige
spoorwegwaarden bleven ongeveer op de oude
prijzen.
De handel in Amerikaansche fondsen was van
weinig belang en de prijzen in de staatsfondsen
varieerden evenorn belangrijk als die in spoor
wegfondsen.
Het geld op prolongatie is klimmende. Met 4%
pCt. geopend liep het aanvankelijk weder op 5
pCt., terwijl er heden 5% pCt. bedongen werd.
BUITENLAND,
Oostem-jjlr-Hongaarsche Monarchie.
De reis van den kroonprins van Pruisen, naar
VVeenen heeft al tot zeer verschillende opvattin
gen aanleiding gegeven. Het beste bewijs voor
dat onderscheid in opvatting is te vinden in twee
correspondentiën uit de Oostenrijksche hoofdstad, de
een aan de Liberlé de ander aan de Weser Zeitung.
Eerstgenoemde correspondent schrijft:
Het onthaal dat den Pruisisehen kroonprins
aan het Oostenrijksch hof is ten deel gevallen,
toont duidelijk, dat de toenadering tusschen Wee-
nen en Berlijn een fait accompli is. Keizer Frans
Joseph en prins Friedrich Wilhelm hebben el
kander broederlijk omhelst, alsof Sadowa nooit
bestaan had; Beron Werther en graaf von Beust
wandelen arm in arm en schijnen de beruchte
dépêche omtrent de Hongaarsche krooningsplech-
tigheid geheel uit 't hoofd te hebben gesteld. Men
zou waarlijk gelooven dat Pruisen en Oostenrijk
nooit anders dan de beste vrienden zijn geweest.
Ook de pers doet al het mogelijke om den vijand
van gisteren den geurigsten wierook toe te zwaaien.
In Wezer Zeitung daarentegen leest mem:
„De ontvangst van den kroonprins van Pruisen
bij ons hof draagt op onmiskenbare wijze de spo
ren van haar bijzonder karakter. Zij is hartelijk,
zooals gewoonlijk alleen het geval is, indien
bloedverwanten, wier betrekkingen steeds ge
tuigden van de beste verstandhouding, elkander
ontmoeten; zij is plechtig uithoofde van denbij"
zonderen rang van den gast, dien men ontvangt,
Hoe waar dit moge zijn, men behoort zich even
wel te houden aan ééne zaak: de beteekenis
welke men aan de zaak geeft, moet niet te hoog
worden aangeslagen, want tot heden kan geen
deugdelijk bewijs worden aangevoerd tot staving
van de meening, dat het hier besproken bezoek
van zeer hoog staatkundig belang behoort te wor
den geacht.
„De meerderheid der dagbladen bij ons heeft
die grenzen wel degelijk in het oog gehouden,
hij de beoordeeling dezer op zichzelve genomen
zeer belangrijke gebeurtenis. Dit moet op den
voorgrond worden gesteld: ieder die met dan
kroonprins in aanraking is gekomen, roemt zijne
welwillende voorkomendheid; ieder hunner, in
een woord, is recht over hem voldaan; de prins
heeft een onderhoud met den keizer gehad, het
welk den gewonen duur van een gesprek aan
merkelijk heeft overschreden; men mag niet aan
nemen, dat de beide vorstelijke personen zich
gedurende dien langen tijd hebben onderhouden
over zaken, tot den kring der alledaagsche on
derwerpen behoorende. Maar ieder zal geredelijk
toegeven, dat er een hemelsbreed onderscheid
is tusschen het uiten zijner meeningen en gevoe
lens ten aanzien van staatkundige kwestiën en
het vereffenen en beslechten van vraagpunten van
dien aard. Dat men daarbij openhartig is te werk
gegaan, heeft ongetwijfeld een bijzonder karakter
aan dat onderhoud geschonken, en het zal zeer-
zeker hebben bijgedragen en er verder toe me
dewerken, om de betrekkingen tusschen Weenen
en Berlijn aangenamer te stemmen. Daarbij zal
men zich voorloopig moeten bepalen."
De laatste beschouwing is zeerzeker juist te
achten, vooral als 't waar is, dat baron Von
Keudell, de rechterhand van Von Bismarck,
zich ook te Weenen bevond, om toe te zien op
de handelingen van den kroonprins.
De Czechen in Bohemen.
I.
Meer dan gewone aandacht wordt thans in
Oostenrijk gewijd aan de Boheemsche toestanden.
De zegepraal door de Czechen bij de verkiezing
voor den landdag behaald, hebben de kracht de
zer partij doen kennen, en bij hunne stelselma
tige oppositie tegen de tegenwoordige Oostenrijk
sche staatsinstellingen, bij hun streven om van
Bohemen, op het voorbeeld van Hongarije, een
vrijen staat in de Oostenrijksche monarchie te
maken, wordt de vraag thans met meer ernst
dan vroeger gedaan, welke houding de regeering
tegenover de wenschen van het grootste gedeelte
van Bohemen zal aannemen
De Czechische partij in Bohemen heeft een
krachtig argument voor hare eischen, vooral in
onze dagen. Eene nationa'iteit, die onderdrukt
is, die hare zelfstandigheid tracht te veroveren,
en in hare taal het kennelijk teeken van haar
bestaan met zich draagt, is er zeker van, om bij
de tegenwoordig heerschende begrippen sympa
thie op te wekken. De Czechen nu vragen
van de Oostenrijksche regeering erkenning van
die national1 teit; zij eischen op grond van hun
afzonderlijk bestaan een eigene regeering, zij
w;'len niet opgaan in denjDuitschen keizerstaat
want wel is waar bestaat de Oostenrijksche staat
uit vele elementen, maar zijn karakter blijft
nog Duitsch zij d'oomen van eene herstelling
van het (koninkrijk Bohemen, en de Oostenrijksche
keizer, d:e nu reeds Hongarije als zelfstandig
deel zijner monarchie heeft erkend, zou dan ook
den titel moeten voeren van Boheemsch koning»
de Oostenrijksch-Hongaarsehe Monarchie zou een
Oostenrijksch-Hongaarsch-Boheemsche stant wor
den.
Het is sinds de slag op den Witten Berg bij
Praag dat Bohemen zijne afhankelijkheid verloren
heeft. Toen Slawata en Van Martinitz, de stad
houders des Duitschen keizers, die tevens de Bo
heemsche koningskroon droeg, uit de ramen van
het slot te Praag waren geworpen, en alzoo het
vuur ontstoken was, dat 30 jaren lang in Duitsch-
land zou woeden toen de Bohemers daarop
tot bescherming van het nieuwe geloof, zich den
keurvorst van de Palts tot koning hadden geko
zen duurde het niet lang of de keizerlijke
troepen versloegen het Boheemsche leger, en de
zelfstandigheid van Bohemen had opgehouden.
Vreeselijk woedde de ke;zer in het kettersche. land
de hervormde godsdienst moest uitgeroeid wor
den, en duizenden verlieten het land, en zochten
elders een schuilplaats.
Do toen verloren zelfstandigheid verlangen de
Czechen in Bohemen thans terug. En de vervulling
hunner wenschen achten zij door volharding des
te meer bereikbaar, nu Hongarije sinds 1866 vol
komen afgescheiden is geworden van de Oosten
rijksche Monarchie. Het verschil van toestanden
daar en in Bohemen ontgaat hen evenwel.
Het is niet alleen de vraag naar meerdere
autonomie, die de Czechen hierbij voor oogen
hebben: de zucht om voor de Czechische nationa
liteit een staat te grondvesten, en om aan het
Czechische volksbestaan eene ontwikkeling te ge
ven, staat op den voorgrond. Dit geeft tót een
dubbelzinnige verhouding tegenover de regeering
aanleiding en sinds 1848 is dit te dikwijls geble
ken, dan dat het de regeering een geheim kan
zijn, dat hierin bij het doen van concessiën voor
haar de grootste, moeilijkheid is gelegen.
Sinds overoude tijden is de bevolking van Bo-
heme een gemengde: half Czechisch, half Duitsch.
De Czechen zijn van slavische afkomst, en heb
ben een eigen taal. De Boheemsche koning Ka-
rel I, als Duitsch keizer Karei IV, die in de
laatste helft der 14ds eeuw regeerde en veel voor
Bohemen deed hij stichtte o. a. de universiteit te
Praag legde er zich reeds op toe, om beide
nationaliteiten gelijke rechten te gevenDuitsche
geleerden riep hij naar Praag, maar aan de andere
zijde bevorderde hij ook de beoefening der Czechi
sche taal en moedigde hij de Czechische letter
kunde aan.
Na de slag bij den Witten Berg had er een
groote toestrooming van Duitschers plaats; de
strijd tegen het nieuwe geloof bracht de vernie
tiging van bijna alles wat tot de Czechische lite
ratuur behoorde, mede, en hoe wel de Jesuften op
hunne wijze partij trachtten te trekken van de
landtaal, die zij als een goed bolwerk beschouwden
tegen de invoering van nieuwe denkbeelden, zoo
was dit, bij de onvoldoende kennis, die zij van
het Czechisch hadden, niet voldoende om de taal
op die hoogte te houden, waarop zij stond, laat
staan haar verder te beschaven. A'leen bleef zij
voortleven in den mond des volks.
Eerst onder Josef II, den grooten hei vormer,
herleefde de studie ervan: voor de ontwikke':ug
des volks achtte hij de herleving der volkstaal
noodzakelijk. De boeken, die door de Jesuïten
waren verborgen, werden weder opgezocht. Een
nieuw leven openbaarde zich, en de stud:e der Cze
chische literatuur vangt van dien tijd af aan. Met
zorg werden alle overblijfselen verzameld; een ge
lukkige vondst eener verzame,;ng van oude hel
densagen verhoogde de lust tot onderzoek. Eene
passie voor alles wat tot de Czechische literatuur
behoorde overmeesterde de Czechen. Dititerarische
patriotisme was een voorbode van de politieke
eischen, die zich later geldend zouden maken.
Reeds begonnen de Czechen hun taalonder
zoek tot de andere slav'sche talen uit te brei
den, en daardoor het oog te vestigen op de broe
derschap der verschillende slavische stammen.
Tn 1848 nu zou het b' jken, hoe dat taalonder
zoek de oude traditiën van de Czecb;sche natio
naliteit hadden doen herleven.
Frankrijk.
De geruchten omtrent een terugkomen op den
eenmaa' vastgestelden datum voorde bijeenkomst
van het We tg. Lichaam blijven aanhouden. De
HH. Forcade de la Roquette en Rigault de
Génou:'iy zouden daar echter bepaald tegen zijn.
Overigens zou men thans, zooals de Public zegt,
nu men eenmaal de fout begr an heef; de bijeen
komst van het Wetg. Lichaam te vertragen, die
fout nog slechts vergrooten door er op terug te
komen. Maar het gerucht zelf verdient nog alles
zins nadere bevestiging en zal die eerst na Don
derdag vinden, als wanneer de ministers zich
met den keizer naar Compièg.ie zu'ien begeven,
waar geene feesten gevierd, maar de binnen
landsche aangelegenheden zu"en worden behan
deld. Een ander gerucht wil, dat de heer For
cade zou wenschen af te treden, doch dit ver
dient zeker nog minder geloof dan het eerste;
't is ook daarom niet waarschijnlijk, omdat de
keizer-zich niet van een dienaar zal willen ont
doen, die het naast Rouher nabijkomt.
De keizerin zal niet terugkeeren, voordat de
opening van het Wetg. Lichaam heeft plaats
gehad.
Zondag-avond is eene openbare vergadering,
die te Bellevi'le onder leiding van den heer Lis-
sagaray werd gehouden, door den commissaris
van poütie ontbonden. Daar de aanwezigen tegen
stand boden zouden de stadf-sergeanten hunne
sabels getrokken hebben. Anderen beweren ech
ter, dat er tusschen de agenten van den heer
Piétri en het pub';ek in de zaal slechts eenige
klappen gewisseld zijn, zonder meer. Volgens
de Palric, wier mededeel;ng verdacht is, zijn de
kreten aangeheven „dood aan de policie 1" „leve
de republiek!" „te wapen! men vermoordt or ze
broedersen moeten de tooneelen van wanorde
zich op den Boulevard Bellev/l'e herhaald heb
ben. De Palrie neemt deze gelegenheid te baat
om te wijzen „op de woelingen der onrustokers,
die, onder voorwendsel van schending der wet,
tot eiken prijs een gevecht met de gewapende
macht wi''en uitlokken."
Naar men zegt, zijn vijf a zes personen gear
resteerd.
De dagbladen van Toulouse melden omtrent de
gebeurtenissen te Aubin, dat er 20 dooden, waar-
ouder vrouwen en kinderen, gevallen zijn, terwijl
het aantal gekwetsten aanzienlijk is.
Het conflict is ontstaan doordien de hoofdin-
geneur het werkloon wilde verminderen; van
daar eene verbittering bij de mijnwerkers, die
zich rechtstreeks tot het bestuur der maatschappij
gewend hebben. Maar dit bleef zonder gevolg,
Nadat ze alle wettige middelen hadden aan
gewend, hebben ze hun eigen recht gezocht.
De Zweedsche schroefstoomboot Vanadis, bemand
met 350 man equipage en gekommandeerd door
den kapt. ter zee Odelstierna, wordt eerstdaags
te Toulon gewacht. Prins August van Zweden zal
zich op dit vaartuig naar Suez begeven, ter bij
woning van de inwijding van het Suez-Kanoal.
TELEGRAMMEN.
Parijs, 12 October. De Rappel zegt tot de over
tuiging te zijn gekomen, dat de beweging, ont
worpen tegen den 26s"» October, geen kans heeft
om te slagen, en zu'ks daaraan moet gesveten
worden, dat de leden der linkerzijde zich niet
met elkander weten te verstaan.
Berichten uit Engeland melden, dat de tele-
graphische gemeenschap met den Ierschen kabel
te land is gestoord.
Het parquet van het Departement der Seine
heeft eene dépêche ontvangen, waarbij bevestigd
wordt dat het lijk van K;nck (de vader) tusschen
Oftwiller en Watveller is gevonden het is naar
Soultz overgebracht.
De Palrie zegt dat de keizer heden Saint-Cloud
heeft verlaten, om zich near Coinpiegne te be
geven.
Generaal Fleury en de minister zullen zich
daarheen op aanstaanden Donderdag begeven.
Gisterenavond heeft te Belleville opnieuw
eene bijeeukomst plaats gehad, die men vreesde
dat tot ongeregeldheden aanleid:ng zou geven.
De orde is evenwel niet gestoord gewordenfdoor-
dien de autoriteit maatregelen had genomen.
Do Reforme zegt, dat de gedelegeerden der
klezers-comité's besloten hebben, de afgevaardig
den van het Dep. der Seine uit te noodigen, om
onmidde'lijk te verklaren welke gedragslijn zij
zuHen volgen, met betrekking tot de zaak van
den wette'ijken termijn ter bijeenroeping van het
Wetgevend Lichaam.
T)e werkzaamheden zijn te Aubin overal her
vat. Men verzekert dat de heer Col Ion voorzien
is van eene uitgebreide vo'macht in conci'ianten
geest.
Volgens een particulier telegram is het lijk van
Jan F'nck gevonden "i het woud bij Cernay.
Madrid, 11 October. De republikeinen zijn,
naar men zegt, hedenmorgeu aangevallen door
een belangrijk aantal troepen. Gisteren zijn de
vijande'ijkheden twee uren geschorst om voorde
dooden en de gewonden te zorgen. Over een
leng.e van meer dan zeven mijlen is de spoorweg
vernield. Te Sarrgossa was het kalm. Gedurende
de worste'lng zijn 250 man gedood en vele huizen
vernield.
Antwerpen, 12 Oct. Gisterenavond Is brand uit
gebarsten aan boord van hel Fransche schip
Hortense, beladen met 1644 k:sten Naphta. Het
sclup en de lading zijn vernield. De overige sche
pen zijn behouden. (IV. R. Cl.)
Berlijn, 12 October. De heer Liiwe heeft heden
in den Landdag het ministerie geïnterpelleerd
over de concessie voor de spoorwegleening met
premiën van het bankiershuis Braungenoemde
afgevaardigde stelde voor, de Regeering te ver
zoeken een wet in te dienen, waarbij het ver-
leenen van concessiën aan leeningen met premiën
in den Noord-Duitschen Bond verboden werd.
De Mmister van Financiën heeft den spreker
beantwoord en gezegd, dat hij evenzeer voor een
wettelijke regel' ng van deze aangelegenheid was.
Ook bij de Regeering waren bedenkingen opge
rezen tegen deze leenrng met premiën, maar zij
was over de bezwaren heengestapt om de gele
genheid, d;e zich hierbij aanbood om de Pruisi
sche effecten op de Buiten'andsche markten te
brengen. Er zou evenwel op het gevoelen van
den Landdag acht geslagen worden.
LA ATSTjë IJLUICHTLN.
's-Gravenhagk, 12 October. Hedenochtend be
gaven zich de vereenigde garnizoenen van de
residentie en Delft voor de laatste maal van dit
seizoen naar de vlak,e van Waalsdorp om onder
kommando van den luitenant-kolonel van het
regement grenadiers en jagers, Le Maïtre, krijgs
oefeningen in het vuur te houden. Reeds bij het
daarheen gaan was het min of meer regenachtig
weder, dat evenwel later zoo ongunstig werd,
dat de bereids aangevangen manoeuvre geen voort
gang kon hebben en de troepen dus bijna onver
richter zake stadwaarts keerden, maar niet naar
de kazernen marcheerden alvorens in de Malie
baan gedefileerd te hebben.
De minister van financiën heeft de vrijstel
ling van art. 5 2, litt. b. der wet op de perso-
neele belasting o. a. van toepassing verklaard,
niet slechts op de zoogenaamde kazernen, maar
ook op alle andere gebouwen of gedeelten van
gebouwen, waarin militairen, bij gebrek aan ge
noegzame ruimte in de kazernen, door en voor
rekening van het rijk worden gekazerneerd.
Parijs, 13 October. Het Journal Officiel meldt,
dat de keizer en de kroonprins gisteren te 3 uren
te Compiègne zijn aangekomen; en verder:
Met het oog op de wanordelijkheden, die in
verscheidene openbare vereen igingen hebben plaats
gehad is het gouvernement vast besloten, het wets
artikel streng toe te passen, dat den prefect van
policie het recht geeft, elke vergadering te ont
binden, die gevaar levert de openbare orde en
veiligheid te zullen verstoren.