Donderdag 7 October. N°. 2963. A°. 1869. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden, per 3 maandenƒ3.00. Franco per post3.85. Afzonderlijke Nommers0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIEN. Voor iederen regel0.15. Grootere letter naar de plaatsruimte die zij beslaan. Leiden, 6 October. VERLAGING VAN BRIEFPORT. De Minister van Financiën heeft verklaard dat hij dit jaar niet kon overgaan tot verlaging van het briefport, wegens den toestand van de schat kist. Onze lezers hebben dan ook pit een opgave, in een onzer vorige nommers geplaatst, kunnen zien, dat de posterij eene vrij belangrijke som jaarlijks opbrengt. In 1S6S was de netto opbrengst niet minder dan f 1,155,'250.805. Is nu evenwel liet vermoeden gegrond, dat deze som zooveel kleiner zal worden, door verlaging van het port, door invoering van een uniform briefport? Verlaging brengt toch vermeerdering van ver keer te weeg; dit wordt doorniemand betwijfeld: de groote vrees is ook alleen dat deze ver meerdering eerst door den tijd zal werken, en dat wij dus gedurende eenige jaren ons met eene mindere opbrengst moeten te vreden stellen. Wij nemen voor een oogenb'ik aan, dat de toestand onzer schatkist zoodanig is, dat zij deze vermindering van opbrengst niet kan verdragen, en dat er hoegenaamd geene bezwaren bestaan, om dit staatsmonopolie op deze wijze ten laste van het algemeen verkeer tot een productief mid del te maken. Wij vragenis dan de vrees gegrond, dat een tijd lang de opbrengst geringer zal zijn? Wij gelooven bet niijt: de verlaging in 1855, toen het briefport dat voor het geheele land 5, 10, of 15 cents bedroeg, tot 5 en 10 cents werd gebracht, kan ons doen zien in hoe korten tijd de verlaging eene meerdere opbrengst ten gevolge heeft. In September 1855 werd de verlaging in gevoerd en in de. 8 eerste maanden van 1S56 was er reeds eene meerdere opbrengst van f66,000. Nu zou eene uniformport van 5 cents wel is waar een meer aanzienlijke verlaging zijn, dan die, welke in 1S55 plaats heeft gehad, maar het voorbeeld van 1855 kan toch het bewijs leveren hoe spoedig reeds de verlaging meerdere corres pondentie ten gevolge heeft. En de vermeerdering van correspondentie zal wel in dezelfde verhouding grooter worden, als de verlaging, die nu verlangd wordt, aanzienlij ker is, dan die welke in 1855 werd ingevoerd. Ook in 1S51 hebben wij gezien, hoe spoedig de verlaging eene meerdere opbrengst ten gevolge had. De wet van 1850 kwam ook met 1° Sep tember in werkingtoen was de verlaging aan zienlijk, en toch bracht reeds in 1851 de posterij meer op; het aantal binnenlandsche brieven was dan ook in éen jaar van 5,340,421 op 8,522,786 gebracht. Zal er een vermeerdering van personeel noo- dig zijn door de uitbreiding welke de post door een verlaging krijgt, daartegenover zoude wellicht door gedwongen frankeering een vereeuvoudiging in de administratie kunnen gebracht worden. Want dat een laag uniformport zeker ten slotte productief voor de schatkist werkt, bewijst het voorbeeld van Engeland, waar de opbrengst der post over 1868 op meer dan 2 miljoen Pond Sterling netto opbrengst werd geraamd. Het maximum van correspondentie is bij ons ook nog lang niet verkregen; Maurice Block geeft de volgende cijfers voor het aantal brieven per hoofd, die in de verschillende landen worden verzondenEngeland 27, Zwitserland 16, Baden 13, Pruisen 10, Frankrijk 9, België 2 en Neder land 8. Wanneer nu de verlaging van briefport in het begin van het volgende jaar in werking komt, dan bestaat er alle waarschijnlijkheid, dat reeds in datzelfde jaar de toeneming zoo groot zal zijn, dat het verlies van de eerste maanden wordt opgewogen door de meerdere opbrengst van de volgende. Verlaging van het briefport is een maatregel in het algemeen belang, ter bevordering van handel en nijverheid. De tegenwoordige regee ring mag dus, dunkt ons, niet achterblijven om voor de ingezetenen van ons land het postverkeer even gemakkelijk te maken, als in groote lan den, met name in Engeland en Duitschland, thans het geval is. De beginselen van vrijheid in verkeer worden als deugdelijk erkend; welnu met de tegenwoordige begrippen van die vrijheid is het onbestaanbaar, dat, een brief nog lü centen kost, zoodra zij een grooteren afstand dan 30 mijlen moet afleggen. De commissie voor het geneeskundig staatsexa men heeft o. a. aan de heeren A.|L. G. Van Gils, te Waalwijk, C. Gutteling, te Oude Tonge, en A. Van der Loelï, te Appingadam, het diploma verleend als arts. Men schrijft uit 's-IIage aan de Middelt). Cl., dat werkelijk in den ministerraad tot de terugroeping van den heer Mijer als Gouverneur Generaal van Oost-Indië besloten is. In de aanstaande najaarsvergadering van de Provinciale Staten van Zuid-Hohand en Noord- Holland komt o. a. aan de orde het rapport van de commissie rit de Provinciale Staten van die gewesten, benoemd bij besluit van 5 November 1S67 betreffende eene door haar gewijzigde nieuwe ontwer-pverordening van Ged. Staten omtrent de opheffing der ambachten in Rijnland en wel ten aanzien der ambachten met wie het nog niet gelukt is eene minneUjke schikking tusschen de belanghebbenden tot stand te doen komen of eene Provinciale verordening daar te ste"en, waarvan immers de uitvoering van het beginsel der opheffing afhankelijk is volgens Koninklijk besluit van den 34en September 1S64. Het hoofddenkbeeld van het ontwerp van Ged. Staten is: overbrenging van de Ambachtswerken, goederen en rechten naar het Hoogheemraad schap, met diens bevoegdheid om zich ter dier zake schadeloos te stellen door het heffen van buitengewonen omslag van de landen tot heden met binnenlandsche (dat is Ambachts) kosten bezwaard, en tevens met het doel dat het Hoog heemraadschap later, onder goedkeuring van Ge- dep. Staten, zulke werken als geacht kunnen worden meer eigenaardig te behooren tot het beheer van eenige gemeente of' andere adminis tratie, aan zulke zal overdoen tegen afstand daaraan van een geëvenredigd deel in de door hem krachtens bovengemelde omslagheffmg ont vangen of te ontvangen schadeloosstelling. Met dat hoofddenkbeeld kan ook de commissie zich vereenigeu. Alleen door diens toepassing schijnt opheffing der Ambachten vereenigbaar met twee beginselen, zonder wier huldiging aan geene opheffing, naar haar inzien, mag worden gedacht, namelijk 1°. dat het voortdurend onderhoud der werken zeiven voor de toekomst verzekerd zijen 2°. dat de kosten van dat onderhoud gedragen worden door dezelfde gronden welke tot heden daarmee waren belast. Van deze vereeniging met het hoofddenkbeeld heeft de commissie zich niet laten weerhouden door de vereenigde vergadering van Rijnland, welke zich tegen dat hoofddenkbeeld heeft verzet, want wel verre van Rijnlands bestuur met daar aan vreemd geachte bemoeienis te bezwaren, zoo als de vereenigde vergadering voorgeeft, strekt de maatregel om, nadat het tijdperk van overgang zal zijn verstreken, dat bestnur van zulke oude en nog bestaande bemoeienis te bevrijden, en, gelijk de vereenigde vergadering zelve verlangt, onderhoud en beheer bij locale besturen terug te brengen. Nadat de commissie zich alzoo met het hoofd denkbeeld vereenigd had, bleven er twee andere vragen ter beantwoording over: 1°. of terwijl bij het ontwerp door overgang der werken in onderhoud naar Rijnland of door Rijnlands tus- schenkomst naar gemeente of andere administra tie, dit onderhoud in de toekomst volledig werd verzekerd tevens het ontwerp voldoende voor zag in verzekering van geldelijke schadeloosstel ling aan den nieuwen onderhoudsplichtige te dier zake, ten koste der vroegere en 2°. of de voorgestelde wijze van opheffing ook hier of daar de richtige behartiging van eenig locaal belang in gevaar kon brengen? Mocht dit toch het geval zijn, dan zou de opheffing, naar de meening der com missie, niet mogen plaats hebben zonder gelijk tijdige bijzondere voorziening daartegen. De eerste vraag kwam voor ontkennend be antwoord te moeten worden. Wat nu de tweede vraag aangaat, heeft de commissie slechts op vier plaatsen belangen bevonden, die eene bijzondere voorziening be hoeven. In de eerste plaats het ambacht Noord-Wad- dinxveen en vervolgens de ambachten Rijnsburg, Oegstgeest en Soetermeer. De commissie heeft evenwel gemeend aan de staten van beide gewesten hij dezen te mogen aanraden het ontwerp van Gedep. Staten aan beide vergaderingen zóo gewijzigd aan te nemen als een hij dit rapport gevoegd ontwerp aangeeft, in dier voege dat het is komen te bestaan uit 8 artikelen, van welke ieder een ?rzondel;jk belang behandelt. Wijziging werd noodig geoordeeld: 1°. omdat aanneming van de werkelijke toekomstige onder houdskosten volgens taxatie, in stede van de ge middelde onderhoudskosten over de laatste tien jaren, ter berekening van het aan Rijnland op te brengen kapitaal moest leiden tot wijziging van den te heffen omslag; 2°. omdat aanwij zing ;n de verordening zelve van den te be lasten gronden in dier voege, dat zij met het meeste gemak op het Rijnlands gewone gaarder- boek kunnen worden gevonden, en aldaar aan geduid met eene bijvoeging, houdende hunne belastbaarheid krachtens de nu vast te stellen verorder'ng, aanleid'Qg geeft tot eene groote vereenvoudiging van hetgeen te verordenen valt; en voorts om nog enkele bedenkingen van min ingrijpenden aard. De Zuid-Ho"andsche leden der commissie heb ben tevens voor de a. s. najaars-vergadering aan de staten van dit gewest voorstellen gedaan ter voorziening in de zoo even genoemde belangen van Rijnsbu>-g, Oegstgeest en Soetermeer. Deze bestaan in 4 bijzondere reglementen: voor het waterschap Rijnsburg; voor het waterschap de gemeene omriuging onder Oegstgeest; op het be heer en bestuur van de Elleboogsehe en Stomp- wijksche verlaten onder Zegwaard en Stompwijk en op het beheer en bestuur van het Meersche verlaat onder Stompwijk en den Du'ker. Het bestuur der te 's-Hage gevestigde afdee'ing der maatschappij Tot nut van den Javaan heett de inge zetenen bij circu'alre uitgenoodigd om bijdragen te schenken voor het Indisch schoolfonds, door die maatschappij ;n het leven te roepen, opdat voor het onderwijs der inlandsche kinderen in onze overzeesche bezittingen meer worde gedaan dan tegenwoordig geschiedt. In de circulaire zelve is in korte trekken de aanleiding tot dit fonds geschetst, zoodat we daar niets hij behoeven te voegen. Slechts dit mogen wij aan de overweging onzer lezers aanbevelen: Nederland, het moederland, heeft het voorrecht een uitstekend volksonderwijs te bezitten. Maar in onze koloniën is op dit veld nog veel te arbeiden. De regeering, welke in het moederland zoo krachtig opgetreden is, schijnt tot dezelfde krachtsontwikkeling in de koloniën ongezind. De maatschappij Tot nut van den Javaan wil nu de hand aan den ploeg slaan, maar heeft daartoe hulp en veel hulp noodig. Het is hier geen quaestie van politiek, maar een quaestie, waarbij allen, die 't wèl met Indië meenen, elk ander ontmoeten kunnen. Het verheffen der be volking uit onkunde en onbekwaamheid, het ontwikkelen van den geest is stellig een der meest afdoende middelen om de banden tusschen Nederland en zijne koloniën nauwer toe te halen; zoo velen onzer broeders en kinderen zijn daar gevestigd. Hoe veel geruster kunnen wij omtrent hun lot wezen, wanneer we hen weten te. mid den eener ontwikkelde en beschaafde bevolking, in plaats van omringd door een dom men, onkun digen hoop, welke door den eersten kwaadwil lige den beste tot daden van geweld kan opgezet worden. Maar wil de bedoeling der maatschappij op groote schaal bereikt worden, dan is er reet noodig. Men late 't dus niet op anderen aankomenieder drage hij voor een goed, een nationaal, een edel doel. Vad.) De onlangs voltooide spoorwegbrug over de Waal hij Bommel werd Maandag aan eene zware beproeving onderworpen. Een trein, samengesteld uit vijf locomotieven met tenders, gevolgd door zoovele geladen wagens, als de bruggen van 120 meters over haar volle lengte konden bevatten, werd eerst gedurende een half uur in stilstand op een der bruggen van 57 en op een van 120 meters gebracht en vervolgens met groote snel heid over de brug heengevoerd. Door doeltreffende inrichtingen kon de grootte der doorbuigingen, het bedrag van zijdelingsche of horizontale bewegingen en de hechtheid van de lange, loodrechte stijlen in liet midden der grootte bruggen nauwkeurig worden waarge nomen. De acht bruggen van 57 meter opening ver toonden hij den stilstand van den trein en hij de daarop gevolgde berijding door deze allen genoegzaam volkomen dezelfde doorbuiging, ten bedrage van ru>m 20 millimeters. Bij de drie bruggen van 120 meters opening werd eveneens een gelijke overeenstemming waargenomen, in het bedrag der doorbuiging, die 32 mil1'meters beliep. Met betrekking tot de nauw merkbare bewegingen :,i horizontalen zin gaf de brug bewijs van een voldoende stijfheid. Met volle gerustheid kan alzoo ook dit groote werk aan het puh'ick verkeer worden overge geven. De beproei ing, die vereerd werd door de tegen woordigheid van den M;uister van Binnenland sche Zaken, M-. G. Fock, en van vete deskun digen en belangstellenden, geschiedde onder leiding van eene commissie, samengesteld uit de heeren Van Meurs, voorzitter van den raad van toezicht op de spoorwegdiensten, Waldorp en Kool, hoofd ingenieurs in algemeenen dienst, en Van Dieren, eerst aanwezend ingenieur der staatsspoorwegen. Terwijl de inwoners van Bommel door een tab'ijk bezoek bewijs gaven van hunne belang stelling in deze beproeving, werd de komst van den trein door de harmonie Euterpe op wellui dende wijze begroet. Door den ingenieur Van Dissel werd aan de gezamenlijke dames en heeren eeu collation aan geboden. UlrD.) Omtrent den oplichter Kamanski meldt men uit Haarlem in dd. 3 October: Voor eenige dagen vervoegde zich hier hij den directeur der hoogere burgerschool een welge kleed en beschaafd Duitscher, die met een brief van een Deenschen graaf voorzien was, waarin twee van 's graven zoontjes ter plaatsing op de Haarlemsche school werden aangeboden, en te vens de uitnoodiging gedaan, brenger, zoo hij om eenig reisgeld verlegen was, dat te verschaf fen. De onderhandeling had een gunstig gevolg, en de Duitscher trok met een rijksdaalder af, die hij noodig scheen te hebben om naar den Moerdijk te komen. Vóór hij daar echter nog heenging, vervoegde hij zich evenzoo bij den di recteur van 's rijks kweekschool voor onderwij zers, met een dergelijke uitheemsche commissie, en liep er 5 reisgeld op. Daardoor aangemoedigd, begaf hij zich ook naar een paar dames onder wijzeressen, ditmaal denkelijk met het doel, uitheemsche gravinnetjes, in plaats van jonkertjes, bij haar op school te doenmaar, de dames toon den zich minder lichtgeloovig dan de lieeren, en gaven als hare meening te kennen, dat hij met zijn reisgeld waarschijnlijk wel uit zou ko men. Van Haarlem kwam dezelfde heer vervol gens naar Amsterdam, meldde 'zich bij den direc teur der handelsschool, en wellicht ook nog elders aan, en wist ook daar eenige reispenningen 10 naar men zegt machtig te worden. Van Amslerdam vertrok hij naar Utrecht, in de hoop, ook daar zijn niet onvoordeelig handwerk voort te zetten; zijn toeleg mislukte echter, denkelijk omdat men van elders reeds van hem vernomen had, en hij raakte, in plaats van naar den Moer dijk, in handen van 't gerecht. Uit Rotterdam wordt aan de Middelt). Courant geschreven ,/Het gerucht is hier in omloop dat de Duitscher, die vóór eenige dagen te Havre is gearresteerd, onder verdenking van een aanzienlijke som van het bankiershuis Rothschild te Parijs te hebben ont vreemd, de lieer Petzold zou zijn, een der voor malige directeuren van de RotterdamscheBank, op wiens rekening ook algemeen de verkeerde dingen gesteld worden, die indertijd met deze bank hebben plaats gehad. Pelzold was reeds van hier vertrokken, voordat het tot een ontsluiering kwam van den toestand der Bank." De Kamer van Koophandel Ie Dordrecht heeft, in een brief aan den minister van binnen), za ken, hare gevoelens uiteengezet over de stoom vaart op Amerika. Daarin wordt vooral gewezen op het voordeel, dat het Brouwerhavensche Gat en de ligging van Dortrecht aanbiedt voor eene bijna onmiddellijke vestiging van eenen dienst op Amerika, en op Willemsdorp als heter uitgangs punt dan Vlissingen. Tusschen New-York en Nor-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1869 | | pagina 1