N°. 2962. Woensdag A®. 1869. 6 October. LEIDSLH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden, per 3 maanden3.00. Franco per_post3.85. Afzonderlijke Nommers0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVKRTENTIEN. Voor iederen regel0.15. Grootere letter naau* de plaatsruimte die lij beslaan. Lelden, 5 October. De Times geeft, onder den titel „De belangen van het Oosten in de Oostersche quaes- tie", een artikel van ongeveer den volgenden inhoud „Wij weten genoeg van het hof, de ministers, de geldverspilling en de zoo schrandere diplomatie van den Koning van Griekenland, den Khedive van Egypte, en den sultan, en van hunne schul den en hunne geldleeningen weten wij veel te veel, maar van de bevolking in hun gebied die uit 20 mill, onderdanen dersultans, 3 millioen Egyptenaren en 1 millioen „Hellenen" bestaat weten wij zeer weinig. De belangen van 24 mil lioen menschen, die door hunnen arbeid dat alles opbrengen, wat hunne souvereinen bezitten, en die met hun zweet de feesten, diners en deluxe betalen, waarmede reizende prinsen worden ge amuseerd, komen nooit in aanmerking, als de Oostersche quaestie de opmerkzaamheid van ka binetten, diplomaten en bankiers bezig houdt. Zóo mag het niet langer blijven, maar de toe komstige politiek van Engeland moet voor de be langen en de steeds aangroeiende macht van de bevolkingen evenzoogoed een oog hebben, als voor de politieke combinatiën en de afnemende kracht hunner regeeringen. De Oostersche quaestie heeft zich tot nu toe slechts bezig gehouden inet de personen der souvereinen, welke zoo handel den als waren hunne belangen afgescheiden van die hunner onderdanen.De sultan, de Khedive en de koning van Griekenland vullen hunne paleizen met al de luxe van Parijs en Londen; zij bedekken hunne tafels met alle uitvindingen van Fransche koks, terwijl vlak voor hunne pa leizen hunne onderdanen de akkers bewerken met een ouhandigen classieken of barbaarschen ploeg, zich voeden met koeken, die zij in de asch bakken, en in hutten wonen, waar alle zweem van comfort evenzeer ontbreekt, als in die hunner voorvaderen in de dagen der Farao's, van Priantus en van Herodus. Millioenen worden voor nutte- loozen pracht verspild, maar voor de noodzake lijke verbeteringen tot opheffing van den toestand der landbouwbevolking heeft men geen geld. Tegenover negen tienden harer onderdanen zijn de regeeringen van Turkije, Egypte en Griekenland niets dan belastings- en conscriptie-machines. De Porte heelt evenmin de macht om hare inkomsten in te zamelen als om recht te doen spreken; de rechtbanken zijn omkoopbaar, en de belastingen worden verpacht. De regeering van Egypte onder drukt de landelijke bevolking door dwangarbeid, door onmatige belastingen en door de allerhatelijk ste conscriptie. De Grieksche regeering kan niet eens de straatroof in haar land onderdrukken, en de minister van financiën Soteropulos, die zelf den roovers in handen is gevallen, heeft het gezegd, dat er toenmaals 100,000 strafactiën voor begane misdrijven op het land aanhangig waren. Voor 18 jaren is men begonnen een weg van Trapezunt naar de Perzische grenzen aan te leggen; en daarmede is men nog niet verder gekomen als toen; maar daarentegen zijn er 4000 arbeiders bezig om in de nabijheid van Konstantinopel een rijweg te maken voor de keizerin van Frankrijk, opdat zij een bosclije bezoeken kan op een paar uren afstands gelegen, dat door Lady Mary Wortley beroemd is geworden. Hoeveel geld ouder het voorwendsel van te dienen voor den weg naar Trapezunt is opgebracht, mag de hemel weten Een gevolg van het Turksche wanbestuur is; dat de Perzische handel den wég door Turkije ver laat, en de betere wegen opzoekt, die Rusland aanlegt. De Pacha van Egypte geeft jaarlijks groote sommen uit voor handelsbooten, maar zij worden slechts al te dikwijls, niet voorden han del, maar voor prinsen, pacha's, beambten en dagbladcorrespondenten gebruikt. Hij zelf wint niets daarbij, dan de reputatie van een „gecivi liseerde" vorst te zijn, of verkrijgt daardoor in Europa een gunstige stemming voor zijne leenings- liefhebberij. Maar met al deze leeningen wordt voor de be hoeften der belastingbetalenden en landbouwers niets gedaan. Egypte bezit een reusachtig kanaal in zijn Nijl, waarop wind en stroom het werk van paarden] of stoombooten verrichten maar de Khedive belast het transport der landbouwpro ducten, als had hij den Nijl en de stroom gemaakt, en als onderhield hij den noordenwind op zijne kosten. De sultan verwaarloost den aanleg van mijnen, maar de Pacha van Egypte herschept de wegen, door de natuur geschonken, in onderdrukkings middelen der bevolking. En het Grieksche volk Onder gunstige omstandigheden heeft zijne re geering voor middelen van verkeer en de wel vaart der landbouwbevolking niets meer gedaan, dan de sultan en de Khedive. Maar nog erger zijn daar de roovers in het papiergeld. In al deze drie rijken is in de laatste 30 jaren het meeste geld verkwist voor het onderhoud van leger en vloot, die sinds den Parijzer vrede daar geheel overbodig zijn. Jaarlijks leent men groote sommen, om de renten van vorige leeningen te kunnen betalen, maar deze wijze van handelen kan niet lang meer duren; de lichtgeloovigheid der geldschieters kent hare grenzen. In deze omstandigheden wordt een oplossing der Oostersche quaestie door de in het Oosten bestaande regeeringen zeiven dagelijks onwaar schijnlijker. Engelands politiek moet daarin haren blik verder wenden en nauwkeurig nagaan, niet alleen hoe de sterkte en de stemming der vol keren in Turkije, Egypte en Griekenland is be treffende een wederstand tegen vreemde over- heersching, maar ook door welke maatregelen de vooruitgang daar kan verzekerd worden, en hoe hunne regeeringen kunnen verhinderd wor den om door voortdurende verkwisting en onder drukking opstanden in hunne landen te provo ceeren." Thans zijn in de residentie de gedelegeerden vergaderd van de vier landen (Frankrijk, Enge land, België en Nederland) tusschen welke in 1864 het tractaat omtrent de suikerbelasting is gesloten. Die bijeenkomst schijnt alleen ten doel te hebben om eenige punten, betreffende de uit voering van dat tractaat te regelen, onder ande ren de herziening der standnommers, die volgens art. 18 van het tractaat in gemeen overleg tus schen de betrokken administration moet geschie den; De leden dezer commissie zijn voor Frankrijk de heeren: Jules Ozenne, Léon Ainé; voor En geland Mallet, P. Ogilve; voor België Fisco, en voor Nederland Mr. A. Uijttenhooven, hoofd-ad- ministrateur bij het ministerie van financiën, en P. H. B. Motké, hoofd-inspecteur van de directe belastingen, in- en uitgaande rechten en accijnzen. Door de afdeelingen van de Tweede Kamer der Staten-Generaal zijn tot rapporteurs voor de ontwerpen der Indische begrooting voor 1870 be noemd de heeren De Roo, Van der Hucht, Vi- ruly, Fransen van de Putte en Mirandolle. In de memorie van toelichting tot de begroo ting van uitgaven voor den aanleg van staats spoorwegen, dienst 1870, leest men Voor de voltooiing van den ondernomen aanleg van staatsspoorwegen zijn in de afgeloopen zit ting van de Staten-Generaal twee belangrijke be slissingen genomen door de vaststelling van de algemeene plans voor de spoorwegverbindingen te Amsterdam en te Rotterdam. Met de uitvoering van die plannen zal vóór het einde van dit jaar nog kunnen worden aan gevangen; tot krachtige voortzetting in het vol gende jaai zijn de noodige middelen op de ont worpen begrooting voorgesteld, zoodat thans met eenige zekerheid het tijdstip kan worden voor uitgezien, waarop de grootsche onderneming van onzen staatspoorweg-aanleg zal zijn volbracht. De minister van binnenlandsche zaken heeft aan gedeputeerde staten der verschillende provin ciën eene circulaire gericht met betrekking tot den census ter verkiezing van leden voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal, waarvan eene herziening wenschelijk schijnt, ten einde hem, overeenkomstig het voorschrift van art. 76 der grondwet, met de tegenwoordige plaatselijke ge steldheid in overeenstemming te brengen. De census schijnt voor de gemeenten, die vroeger tot de steden behoorden, vrij hoog in vergelijking van die welke voor de landelijke gemeenten is vast gesteld. Tevens wordt opgemerkt dat, terwijl de tabel der kiesdistricten ter verkiezing van leden der Tweede Kamer bij de wetten van 28 Decem ber 1858 Staatsblad n'. 122), van 22 April 1864 Staatsblad n'. 34) en van 6 Mei 11. Staatsblad n°. 76) telkens is herzien, de census voor elke ge meente, krachtens art, 3 dier wetten, dezelfde is gebleven. Hierdoor is de som, die men, om kiezer voor de leden der Tweede Kamer te kun nen zijn, moet betalen, voor de verschillende kiesdistricten zeer uiteenloopend geworden. Meer harmonie hieromtrent, gelijk die in de tabel, bij art. 1 der kieswet bedoeld, gevonden wordt, schijnt dus alleszins wenschelijk. Een andere grond voor bedoelde herziening is hierin gelegen dat, als de afschaffing der patent belasting tot stand komt, een der grondslagen ter bepaling van den census wegvalt en daar voor in het vervolg alleen de aanslag in de grond- en personeele belasting in aanmerking komt. Het personeel der kiezers zal daardoor, vooral in de voormalige steden, aanzienlijk ver minderen, en verlaging van den census te meer wenschelijk zijn, ten einde de kiesbevoegdheid zoo min mogelijk aan hen, die er tegenwoordig in 't genot van zijn, te ontnemen. De minister noodigt gedeputeerde staten uit tot het doen van onderzoek ter voorlichting en mededeeling van den uitslag daarvan vóór 1 November a. s. Tevens worden zij verzocht, ter beoordeeling hunner in te zenden voorstellen, vóór den l'"n December a. s. eene opgave van het getal kiezers te doen, dat elk district en elke daarin gelegen gemeente volgens den voorgestel den census, doch alleen naar de aanslagen in de grond- en personeele belasting, tellen zal. De minister van binnenlandsche zaken maakt bekend dat in de maand December aanstaande, voor de tweede maal in het loopende jaar, gele genheid zal worden gegeven tot het afleggen der examens bedoeld in art. 9 dier wet, ter verkrij ging der akte van bevoegdheid als apotheker, en voor de derde maal tot het afleggen der natuur kundige examens bedoeld in art. 4. De dagen waarop en de plaatsen waar de voormelde examens worden afgenomen, zullen nader worden bekend gemaakt. Zij die tot de examens wenschen te worden toegelaten, worden uitgenoodigd daarvan vóór den IS4"" November eerstkomende schriftelijk opgave te doen aan den voorzitter der commissie van examenvoor het examen van apotheker den hoogleeraar P. J. Van Kerckhoff, te Utrecht; voor het natuurkundig examen den hoogleeraar W. F. R. Suringar, te Leiden Zij die tot het examen van apotheker wenschen te worden toe gelaten, moeten bij hun verzoek het bewijs voe gen, dat zij minstens twee jaren als hulpapothe ker binnen het koninkrijk zij n werkzaam ge weest. Gisteren heeft aan het gebouw op den Flu- weelen Burgwal te 's-Hage een vergelijkend on derzoek plaats gehad voor hen, die als telegraphist bij den dienst van 's rijks telegraaf wenschen opgeleid te worden. Dat onderzoek zal in de vol gende dagen worden voortgezet. De schoolcommissie te Groningen laat jaarlijks alle schoolplichtige kinderen opschrijven, huis aan huis. Ze laat onderzoeken, welke kinderen niet ter school gaandeze worden door een daartoe geschikt en gesalarieerd persoon bezocht en de ouders aangespoord, om de kinderen naar de school te zenden. Maandelijks ontvangt deze zelfde persoon van de vijf onderwijzers der armen scholen op daartoe ingerichte lijsten een opgave van al de absenties. De bode zit er achter om die te voorkomen. Zijn er wegblijvers, de bode gaat er heen om het euvel weg te nemen. Elk lid der commissie heeft eene der vijf scholen voor zijne rekening. Hij ontvangt verslag van genoemde absenties, van 't geen de bode doet onder zijn ressort, en laat niet na zelf de huis gezinnen te bezoeken, waar slordig schoolgaan eene gewoonte is geworden. Valt de jongen in de termen, dat hij al wat moet verdienen, dan doet de commissie moeite om zoo een naar de herhaling- of zondagschool te krijgen. Zijn er geen kleeren, de commissie zoekt ze te verschaf fen door armbesturen of doet het zelve. In vroe gere jaren deed de commissie een beroep op de liefdadigheid, liet concerten geven door de een of andere zangvereeniging, die in haar belang gewonnen was, en kreeg een aardig fonds; nu bekostigt het departement de uitgaven. De on derwijzers en armbesturen werken krachtig mede. Uit een der katholieke bladen, in Engeland uitkomende, vernemen wij, dat een Nederlandsch barkschip, met eene menigte passagiers aan boord, op reis van Rotterdam naar Java, in den storm van 12 September behouden is geworden, waar schijnlijk wegens geen andere reden dan door dat het schip drie Jezuïeten, vier ursulerinnen en tien liefdezusters aan boord had, en dat in een klooster te Ramsgate, aan den mond der Theems, twee priesters en veertien nonnen het Ave Maris Stella aanhieven op het oogenblik, dat de vrome passagiers op het punt stonden door den geweldigen storm te worden overstelpt. De kapi tein wist niet meer waar hij was, het schip dreef voort op de genade der golven en terwijl men dacht bij de Fransche kust te zijn, ontdekte men de witte klippen van Ramsgate in de verte en was men vlak bij het gevreesde Goodwinsand. Op eenigen afstand ging een schip, dat zich in denzelfden toestand als het Nederlandsche schip bevond, te gronde, doch het laatstgenoemde zeilde veilig over de zandbank heen naar Ramsgate, waar de schipbreukelingen (hun schip leed ech ter geen schipbreuk, zegt het blad) op liefderijke wijze in het Benedictijner klooster werden ont vangen. (flil.) Reeds sedert lang bestond het vermoeden, dat onder de verf, waarmede de zoogenaamde ka nunniken-banken in het koor der Groote Kerk te Haarlem besmeerd zijn, zich schilderwerk be vond. Aan een paar liefhebbers aldaar werd door kerkmeesters vergund te onderzoeken, in hoever deze traditie waarheid bevatte. Daartoe riepen zij de hulp in van W. A. Franse, schilder, en J. Gijsen, beeldhouwer, en het gelukte hun de paneelen van 6 zitplaatsen geheel te herstellen. Deze stellen voor de wapens van aanzienlijke geslachten, waaronder dat der heeren Van Bre- derodeen van den Haarlemschen bisschop Godfried Van Mierlo, die in het jaar 1571 bisschop werd en in 1587 overleed. Men verneemt dat ook het verzoek om gratie, ingediend door Jonas Melhado, die bij) arrest van het Provinciaal Gerechtshof in Zuid-Holland van 1 Mei jl., tot zes jaren tuchthuisstraf is veroor deeld (het derde der Rotterdamsche rechtsgedin gen) dezer dagen is afgewezen. Bij hetomhakken van een der door den jongsten storm beschadigde boomen, op de Ruïne, viel deze, door het breken van het touw, op de leu ning der Groene-brug, ten gevolge waarvan die gedeeltelijk verbrijzeld werd. Aan een gelukkig toeval is het te danken, dat men niet wederom op dezelfde plaats een menschenleven heeft te betreuren. Gisterenavond vond ter gelegenheid van den her inneringsdag aan Leidens ontzet op het Galge water eene muziekuitvoering plaats, die door eene talrijke menigte werd bijgewoond. Het feest werd door fraai weder begunstigd. Voorschoten, 4 October. Morgen zal van de fa briek van den heer Van Kempen alhier heteerste beeld voor het monument in het Willemspark te 's-Gravenhage worden verzonden. In den loop der week hoopt men nog twee beelden te ver voeren. De hoofdgroep, die 5000 kilogr. weegt, zal later volgen. Alle maatregelen worden genomen, om deze kunststukken ongeschonden de plaats hunner bestemming te doen bereiken. Amsterdam, 4 October. Gisteren is in de kunst zalen der maatschappij Arti et Amicitiae de ten toonstelling geopend van schilderijen enz.; van levende meesters. De catalogus, uit 223 nummers bestaande, bevat een aantal stukken van de eerste meesters, en menig doek van jongeren in de kunst, dat van merkbare vorderingen getuigt. 's-Gravenhage, 4 Oct. Reeds geruimen tijd werd bij het politie-bureau aangifte gedaan dat de heer H., industrieel alhier, meermalen betrekkelijk be langrijke geldsommen van zijn kantoor vermiste. Men verdacht hiervan den kantoorbediende, maar kon tot dusver geen voldoende bewijzen erlangen. Gisteren werd nu die persoon, terwijl ten huize van den heer H. eenige politie-beambten op den uitkijk waren, beschonken ten bureele gebracht. Er werd weinig geld bij hem gevonden, maar aan de onvermoeide nasporingen van den inspec teur van politie Merts mocht het gelukken nog gisteren de bewijzen te erlangen, waar en wan neer bewuste persoon verschillende muntbiljetten had gewisseld, die in bedrag gelijk stonden met het vermiste geld. De persoon is voorloopig aan gehouden. De tweede persoon die gisteren gevat werd was eene diefegge, die als schoonmaakster bij een

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1869 | | pagina 1