N°. 2961.
Dinsdag
A®. 1869.
5 October.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT
Voor Leiden, per 3 maanden3.00.
Franco per post3.85.
Afzonderlijke Nommers0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
E»RIJS DEE ADVEKTENTIEN.
Voor iederen regel0.15.
Grootere letter naar de plaateruimte die lij beslaan.
Leiden, 4 October.
Hedenmiddag werd alhier de j aarlij-
ksche algemeene vergadering van de Leidsche
Maatschappij van Weldadigheid gehouden.
Na opening der vergadering en goedkeuring
der notulen bracht de secretaris verslag uit over
den toestand der maatschappij gedurende het 52"e
boekjaar.
Hierbij werd in de eerste plaats gewezen op
de belangrijke verandering die in de verdeeling
der gelden aan hulpbehoevenden heeft plaats ge
had, zoodat de Maatschappij haar doel: voorko
ming van verval tot armoede, beter dan tot nu toe
plaats had kan trachten te bereiken.
De gelden toch tot ondersteuning der hulpbe
hoevende personen worden verdeeld in vier cathe-
goriën
1°. Reserve bestemd:
a. tot het doen van onvoorziene uitgaven die
in den loop van het dienstjaar kunnen opkomen
tengevolge van buitengewone omstandigheden, of
ongevallen als: een ongewoon strengen winter,
groote duurte van levensmiddelen, eene epidemie,
plotselinge groote nood van een gezin.
b. tot het aanvullen van eene eventueele ver
mindering van inkomsten in een volgend jaar.
2°. Uitgaven voor onderwijs en opleiding, school
geld, aankoop van werktuigen, instrumenten en
boeken, en kosten van uitrusting en plaatsing
van j ongelieden in een beroep.
3. Geneeskundige hulp.
4. Onderstand in geld, eetwaren brandstoffen,
kleeding en deksel, huisraad of huishuur, door
tusschenkomst van medewerkers uit te reiken.
Voor de drie eerste cathegorien wordt 20 a 25
pCt. uitgetrokken, zoodat voor de 4de nog 70 a 75
pCt. overig blijft.
Hierdoor wordt de maatschappij in staat ge
steld, om steeds in oogenblikkelijk oprijzende be
hoeften te voorzien. In het afgeloopen jaar had deze
nieuwe verdeeling echter nog niet ten volle in toe
passing kunnen gebracht worden.
In dit jaar werd voor een som van 3368.55s
aan ondersteuning uitgereikt, verdeeld als
volgt: voor onderwijs en opleiding 161.10, ge
neeskundige hulp 217.78s tijdelijke hulp ƒ868.66,
vaste ondersteuning aan oude lieden /'568, tege
moetkoming aan schamele armen, weduwen met
kinderen en gehrekkigen, 2053.03.
De afdeeling Arbeid der Maatschappij had in
het vorige jaar zeer gunstig gewerkt: aan 300
personen was voortdurend werk gegeven, en ook
voor dezen |winter waren reeds aanzienlijke be
stellingen gedaan. Aan arbeidsloon was onbe
taald /'19639.01s.
De Hulpbank der maatschappij voldoet voortdu
rend in een groote behoefte: het ter leen geven
van sommen gelds voor productieven arbeid. Door
het aangenomen stelsel, dat wekelijks een deel
moet terugbetaald worden, worden de leeners
aan een ordelijk beheer gewend, en de verkre-
gene resultaten zijn alleszins gunstig. Het aantal
leeners bedroeg ver over de vierhonderd personen,
en ook in dit jaar was hun aantal weder toege
nomen. Niet zoo belangrijk evenwel als vroeger,
en het bestuur meende dan ook, dat de hulpbank
wel haast haar toppunt zou bereikt hebben, daar
het aantal personen, die van deze instelling ge
bruik inaken natuurlijk beperkt is. Sommen bo
ven de /200 worden slechts in exceptioneele ge
vallen uitgeleend: in het vorige jaar slechts
maal. Het bestuur wees, tot bevestiging van zijn
gunstig voordeel over de werking der hulp
bank, up het lage cijfer der boeten, die beloopen
worden, wanner niet werkelijk een deel der
schuld wordt afgelost: eeu cijfer dat tot een zeer
gering bedrag zou teruggevoerd worden, wanneer
men van het geheel aantal leden 6 of 8 namen
aftrok, (daar de meeste boeten steeds door de
zelfden worden beloopen.
Uit de balans b'ijkt dat het salda in kas be
draagt /5010,46 s.
Na uitbrenging van het verslag, benoemde de
vergadering een commissie tot het nazien der
boeken, en werden dc twee aftredende bestuur
ders de HH- Prof. S. Vissering en J. Van Heuke-
lom Jr. met acclamatie tot bestuurders herbenoemd.
Daarna werd de vergadering gesloten.
//Toen de mail, welke berichteu Van de Kust
van Guinea moest medebrengen, zich in de vorige
week wachten liet, vond „men" daarvan terstond
de reden en verkondigde, dat de berichten zóo
ongunstig waren, dat de Regeering ze eenvoudig
had achtergehouden.
De Nederlandsche Regeering, die in Engeland de
Afrikaansche mail ophoudt, omdat ze ongunstige
berichten zou moeten bevatten, welke echter de
Nederlandsche Regeering zelve nog niet kennen
kon, we vonden het denkbeeld te koddig om
er veel van te zeggen.
Maar, de Afrikaansche mail is nu aangeko
men de berichten van de Kust van Guinea zijn
niet alleen bij de Regeering, maar ook bij par
ticulieren ontvangen, en ze zijn gunstig; alles
is rustig.
Wat nu gezegd? Eenvoudig dit: „er is een kalmte
in alles waar te nemen, die niet veel goeds voorspelt."
Dit althaus lezen wij heden in een onzer bladen.
Kan uien zich zuiverder toepassing voorstellen
van de woorden van Multatuli: „Publiek, ik ver
acht u met groote innigheid I" Vaderland
Onder den titel „de Rijn met zijne bevaarbare
zijtakken en de zeehaven Rotterdam in hare be-
teekenis voor het handelsverkeer tusschen Europa
en Amerika", leest men in het Mannheimer Journal
het volgende
„De duistere eeuwen zijn voorbij, dat roofrid
ders van uit hunne burchten den Rijnschipper
besprongen en onder zware schatting steldenook
die latere tijden, toen meer beschaafde roovers,
langs zoogenaamd wettigen weg, de Rijnvaart
aan banden legden; toen Holland, Maiuz, Keulen
en al de Rijnoever-staten om strijd tollen hieven
en den schuitevoerder in zijn beroep belemmer
den ook die tijden zijn vervlogen. Thans is
de Rijnstroom vrijook is de vaart op de zijtak
ken van allen last ontheven en zóo staat het
verkeer langs het uitgebreide waternet, dat van
den Douau tot Frankrijk, van de Alpen tot de
Noordzee reikt, voor elke naburige natie open.
Een handelsgebied van zóo groote uitgestrektheid
met zóo belangrijke producten-rijkdom, en be
woond door de nijverste en beschaafdste volkeren,
mag het niet ontbreken aan gelegeuheden tot af
voer naar verder gelegen oorden. Geen schooner
punt van uitgang daartoe dan de stad Rotterdam.
Mocht het doorgaan, dat eerlang deze bloeiende
handelsplaats eeu regelmatiger! stoomhootdienst
op Amerika opent, dan kan zij een enorme af
leiding geven aan het verkeer tusschen Europa
en de Nieuwe Wereld, en een groot deel van het
goederenvervoer tot zich trekken, dat nu van
Zwitserland uit in Zuidelijke of Noordelijke zee
havens als Hamburg, Bremen en Antwerpen,
een débouché vindt. Hetzelfde geldt van het per
sonenvervoer, dat jaarlijks in belangrijkheid toe
neemt. Wij twijfelen dan ook niet, of Rotterdam
zal, zijner zelfstandigheid bewust, spoedig leeren
inzien, dat niet deze of gene haven van Engeland
die stad voortaan in correspondentie moet stellen
inet Amerika, maar dat eene directe verbinding
voor het verkeer noodzakelijk is en dat dit door
eene rijke heen- en retourvracht zeerzeker mo
gelijk is. Gelukkiger wijs vinden wij deze voor
de Rijnvaart in het bijzonder zoo gewichtige zaak
reeds in de kolommen der Kiln. Zeitung behandeld
en heeft de Nieuwe Rolterd. Courant zelve daarover
reeds ernstig en uitvoerig gesproken. Laten wij
er ons mede geluk weuschen."
Bij den minister van oorlog is het denkbeeld
opgekomen, of er niet in gedeeltelijke navolging
van de Kweekschool voor de Zeevaart te Leiden,
een inrichting zou kunnen worden tot stand ge
bracht, alwaar de gelegenheid zou bestaan, om
een zeker aantal kinderen van het mannelijk ge
slacht, tusschen den leeftijd van 1012 jaren, van
onvermogende ouders, zoowel burgers als mili
tairen, op te nemen, te verplegen en hun een
behoorlijk onderwijs te doen genieten, totdat zij
den ouderdom van 16 jaren hebben bereikt, en
dan aan de ouders de keuze te laten om hen
voor het een of ander ambacht te bestemmen,
of wel, hen als soldaat bij het instructie-bataljon
te Kampen of bij de artillerie-instructie-compagnie
te Schoonhoven, of wel als tamboer of hoornbla
zer in militairen dienst te doen treden.
Dit denkbeeld heeft de goedkeuring van Z. M.
den Koning mogen verwerven, en het is van vele
zijden toegejuicht, omdat er een middel in wordt
gezien ten einde menig huisgezin, dat in bekrom
pen omstandigheden verkeert, in de opvoeding
en verzorging der kinderen te gemoet te komen,
alsmede omdat het strekken kan tot bekoming
van welopgevoede vrijwillige soldaten.
Evenals de Kweekschool te Leiden door parti
culiere. bijdragen is tot stand gebracht en hoofd
zakelijk onderhouden wordt, zou ook de hier be
doelde inrichting op gelijke wijze tot stand die
nen te komen, en dit laat zich naar het oordeel
des ministers wel verwachten, indien er slechts
een gebouw beschikbaar kon worden gesteld,
dat de noodige ruimte bevat voor de opname van
minstens een 100-tal jongens, met het daarbij behoo-
rend toezichthoudend personeel van beambten. Aan
gezien onder de aanwezende rijksgebouwen Diet
éen tot bovenbedoeld einde beschikbaar is te stel
len, is de tusschenkomst van eenige gemeente
besturen ingeroepen, ten einde na te gaan, of
tot het bedoeld einde eenige localiteit in een of
audere gemeente daarvoor is in te richten. Die
inrichting zoude evenwel zoodanige ruimte moe
ten bevatten, dat een twintigtal kamers met
eenige zalen daarin werden aangetroffen of kon
den worden aangebracht.
Het getal portbetalende brieven, dat in 1851
bedroeg 8,522,786 binnenlandsche en
2,268,459 buitenlandsche
samen 10,791,245, was in 1S69 geklommen tot
21,692,117 binnenlandsche en
6,385,075 buitenlandsche
samen 28,077,192.
Het getal gefrankeerde brieven in 1852 be
dragende 1,308,446 binnenlandsche en
446,400 buitenlandsche
samen 1,754,146, steeg in 1868 tot
5,570,143 binnenlandsche en
4,534,631 buitenlandsche
samen 10,104,674; evenzoo het bedrag der te
gelde gemaakte postzegels van 1,846,829 in 1852
tot 10,310,655 in 8168. Het getal aangeteekende
brieven tegen een vast recht, van 67,051 in 1850
tot 505,207 in 1868.
Het getal aangeteekende brieven met aangifte
van geldswaarde, van 375 in 1851 tot 3676 in
1868, en de daarbij aangegeveü waarde van
314,822.25 tot 1,862,817.78s.
Met postwissels werd in 1850, ten getale van
25,738, een bedrag van 8S,007.50 overgemaakt;
in 1868 met 316,238 postwissels eene som van
2,702,533.42s.
De verzending van gedrukte stukken en nieuws
papieren klom van 9,695,276 stuks in 1S65, tot
11,240,287 in 1868.
De gezamenlijke inkomsten der posterijen klom
men van /1,350,553.11s in 1849, tot 2,460,405.01
in 1868. De werkelijke uitgaven van 479,122.18s
tot /1,305,154.20s: alzoo steeg het batig saldo van
dien tak van dienst van 871,430.93 in 1849, tot
/1,155,250.80s in 1868.
Heden morgen zijn van hier per spoor naar
Amsterdam vertrokken de werklieden der Hee-
ren Rijsbergen en Carlier, Mr. timmerlieden te
dezer stede. Zij zullen de tentoonstelling in het
Paleis voor Volksvlijt en de diergaarde van het
genootschap Natura Artis Magistra bezichtigen.
Het doet ons genoegen dat de patroons dezer
ambachtslieden het voorbeeld van HH. Fabri
kanten hebben nagevolgd.
In den avond van Zaterdag jl. is eene 89jarige
vrouw, genaamd Maria De Wit, weduwe van J.
De Vos, welke in het minnehuis alhier verpleegd
was, aan de Waardgracht in het water geloopen
en daaruit levenloos opgehaald. Naar men ver
neemt, had zij een bezoek bij hare kinderen
gebracht.
In den afgeloopen nacht omstreeks 2 uren is
een persoon genaamd Jacobus Karstens, timmer
man, aan de Aalmarkt nabij het vischhuisje in
het water gevallen en verdronken.
Aan de leden der Provinciale Staten van Zuid
Holland zijn dezer dagen rondgedeeld een aantal
stukken, deels ter behandeling in de eerstkomende
najaarsvergadering, deels der informatie.
Eerstgenoemde bestaan uit 1'. rapport van de
commissie uit de Provinciale Staten van Zuid
en Noord-Holland benoemd bij besluit van 5 No
vember 1867, betreffende de opheffing der ambach
ten -in Rijnland. Deze opheffing was reeds bij
Koninklijk besluit van 7 Juli 1864 in beginsel
vastgesteld, doch werd de uitvoering afhankelijk
gesteld van minnelijke schikking, welke ten op
zichte van 13 ambachten tot stand kwam. Bij
besluit der Staten van 1866 werd eene poging
gedaan om tot uitvoering van het beginsel ten
aanzien der overige ambachten door provinciale
verordening te geraken, doch faalde die poging
op de bezwaren van den toenmaligen minister
van binnenlandsche zaken. 5 November 1867
droegen gedep. staten eene nieuwe ontwerpver
ordening voor, waarbij aan 's ministers bezwaren
werd tegemoet gekomen, en welke de vereenigde
commissie, na nauwkeurig onderzoek gewijzigd,
met het oog op de billijkheid en ter voorkoming
van tal van excepties van de zijde der belasting
schuldigen, thans aanbiedt. Door deze gewijzigde
verordening acht de commissie de belangen van
al de nog overige ambachten geregeld, met uit
zondering van drie in Zuid-Holland, te weten
Rijnsburg, Oegstgeest en Soetermeer; en dragen
de Zuid-Hollandsche leden bovendien 2°. ontwerp-
reglementen ter voorziening in die behoeften voor.
Onder de laatste belmoren1'. wijziging van bet
reglement op den Alblasserwaard, bepalende de
schadeloosstelling, van af 1 Januari 1870, voor
den kubieken meter (stère) uitgegraven grond op
20 cents; en 2°. goedkeuring door den Koning
van de provinciale rekening over 1867.
De minister van financiën heeft bij verschil
lende resolutiën instructiën vastgesteld voor: 1°.
provinciale inspecteurs omtrent de verplaatsing vau
de commiesen van den actieven dienst; 2°. provin
ciale inspecteurs omtrent de inspectie-reizen; 3°.
provinciale inspecteurs en voor de controleurs
omtrent het toepassen van boeten; en 4°. pro
vinciale inspecteurs en voor de controleurs om
trent de verantwoording der bureaukosten, enz.
Z. M. heeft benoemd tot adv.-gen. bij het prov.
gerechtshof in Friesland Mr. R. W. D. Heyligers,
adv. te Utrecht, laatst, adv.-fiscaal bij het hoog
militair gerechtshof.
Z. M. heeft aan A. H. Van der Steen, op zijn
verzoek, eervol ontslag verleend als burgemeester
der gemeente Meijel.
Z. M. heeft aan jhr. V. A. Heringa van Haersma
de With, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend
als burgemeester van Achtkarspeleu, en in zijne
plaats benoemd W. Hellema.
Boskoop, 1 October. In eene van zijne jongste
vergaderingen heeft de raad dezer gemeente be
sloten zich te wenden tot de Hooge Regeering
met het eerbiedig verzoek, dat het Zijne Excel
lente moge behagen het hier bestaande Hulp
kantoor der posterijen te doen vervangen door
een hoofdkantoor. Aan dat besluit is thans ge
volg gegeven en, naar wij vernemen, zal een adres
van adhaesie door vele ingezetenen onderteekend
spoedig volgen. Het is dan ook niet te verwonde
ren, dat deze zaak den levendigsten bijval ge
vonden heeft. Want het is niet te betwijfelen, of
eene gemeente als Boskoop, waar zooveel binnen-
en buitenlandsche handel gedreven wordt, heeft
bij eene hetere regeling der brievenpost het grootst
belang, en zeer te hopen is het daarom, dat aau
het verzoek van den gemeenteraad zal kunnen
worden voldaan.
's-Hagk, 3 Oct. Het voornemen bestaat, om op 17
Nov. aanst. de plechtige onthulling te doen plaats
hebben van het monument ter herinnering aan
het herstel van Neêrlands onafhankelijkheid in
November 1813, welk gedenkteekeu dan in eigen
dom zal worden overgedragen aan het gemeente
bestuur. Burg. en Weth. zijn van oordeel, dat
het gemeentebestuur niet mag nalaten die plech
tige gebeurtenis door openbare feestelijkheden
op te luisteren, en zij hebben daarom den ge
meenteraad verzocht, hun daarvoor een som van
3000 op den post der begrooting voor 1869,
„kosten voor openbare feesten," toe te staan, op
welken post bovendien nog een overschot is van
2000 ongeveer, afkomstig van de verhooging,
die daarop bij raadsbesluit van 1 Juni 1869 als
krediet werd bewilligd. De gewone driemaande-
Iijksche staat van af- en overschrijvingen zal de
middelen aanwijzen tot dekking der aangevraagde
som, die door Burg. en Weth. evenzeer zal
beschouwd worden als het maximum, waarover
zij beschikken mogen.
Over dit voorstel zal in de zitting van den
Gemeenteraad van aanstaanden Dingsdag worden
beraadslaagd.
Aanstaanden Zaterdag, den 9d«" dezer, zal
ten raad huize dezer gemeente openbaar worden
aanbesteed: het maken, stellen en wegbreken