N°. 2958.
Vrijdag
A°. 1869.
1 October.
Feuilleton van het „Leidsch
Dagblad".
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden, per 3 maandenƒ3.00.
Franco per post3.85.
Afzonderlijke Nommers0-05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTKNTIKN.
Voor iederen regel0.15.
Grootere letter naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Lelden, 30 September.
Uit liet verslag betreffende het geneeskundig
staatstoezicht in 1868 blijkt, dat o. a. de wen-
schelijkheid van verplichte vaccinatie uitvoerig
werd behandeld. Het voorstel van een lid, dat
de raad van Noord-Brabant en Limburg zich tot
de regeering zou wenden met het verzoek dat
bij de wet zou bepaald worden dat geen kind
op de scholen van lager onderwijs zal worden
toegelaten zonder bewijs van vaccinatie werd
met 16 tegen 3 stemmen aangenomen. De minister
heeft daarop geantwoord, dat het aan de gemeen
teraden blijft overgelaten dit onderwerp bij ge
meenteverordening te regelen, maar dat de regee
ring eene wijziging der wet in den zin van het
voorstel niet geraden acht.
Er is door de verschillende raden menig punt
behandeld, als over de geneeskundige plaatsbe
schrijving, de toenemende aangifte van levenloo-
zen in Noord-Brabant, geneeskundige armverzor
ging, ziekenfondsen, onduidelijk schrijven van
recepten, gezondheidsmaatregelen door beteren
afvoer van fecale stoffen, het houden van toezicht
op schepen, onderzoek naar eenige bijzondere
ziektegevallen, noodzakelijkheid tot leesbaar schrij
ven van recepten enz.
Uit een staat der sterfte in 1868 blijkt, dat op
eene bevolking van 3,592,416 zielen op 31 Dec. 1867,
in het rijk overleden 96,514 personen, de levenloos
aangegevenen daaronder begrepen. De verhouding
was dus dat 1 overleed van de 37.22 ingezetenen.
Het getal levenloosaangegeven was 6,570. Men had
opgegeven dat van beneden het jaar tot 14jaren
overleden waren 8,263 kinderen aan levenszwakte
en uittering; van 14 tot 65 jaren, aan tering 4,742
personen; 3,754 aan typhus en febr. typhoïden;
821 aan verdrinken, 187 aan verbranding, 143
aan pokken, 1680 aan mazelen, 1044 aan croup,
1141 aan kinkhöëst, enz.
Het getal vaccinatiën beliep 48,527, waarvan
op kinderen beneden 2 jaar 19,170, van 2 tot 10
jaar 24,637, boven 10 jaar 1678. Van 1000
overledenen stierven 1.8 aan de pokken; in 1867
was dit getal 0.03; van de 1000 inwoners werden
in 1868 gevaccineerd 13.4.
In de 27 dezer gehouden vergadering van de afd.
Utrecht der Vereen, ter bevordering van Fabrieks-
en Handwerks-nijverheid, werd door den voorzitter
gewezen op de vele blaadjes, vooral in den laat-
sten tijd opgericht, die, zoo het heet, voor het
volk geschreven worden en onder den schijn van
het belang des volks te verdedigen, vaak een
hoogst verderfelijk' leer verkondigen, en een
beginsel trachten ingang te doen vinden, welks
noodlottige gevolgen, o. a. in de zoo menigvuldig
voorkomende strikes in het buitenland, zich maar
al te zeer doen gevoelen, en die ook ons allengs
meer en meer schijnen te naderen. In eene Be
stuursvergadering der afdeeling had dit reeds
een punt van overweging uitgemaakt en stelde
de voorzitter dientengevolge aan de Vergadering
de vraag: „of het niet wenschelijk ware en op
den weg der afdeeling zoude liggen, pogingen
aan te wenden, om de slechte werking dier
geschriften bij het volk te bestrijden en betere
begrippen ingang te doen vinden."
Over dit gewichtig onderwerp ontstond eene
belangrijke discussie, waarvan het resumé is, dat
op voorstel van Mr. Van Blaricum besloten werd,
het Bestuur der afdeeling uit te noodigen, stap
pen te doen om het in het leven roepen van een
geschrift of weekblad voor te bereiden, hetwelk,
zich uitslui'end op het gebied der nijverheid
bewegende, vooral tevens de strekking zal hebben
om onder het volk gezonde begrippen te ver
spreiden, het te leiden, door het op zijn waar
belang te wijzen, en het daarmede een tegengift
te geven voor het verderfelijke zaad, vaak met
zoo kwistige hand uitgestrooid in een in dat
opzicht veelal zoo ontvankelijk gemoed.
Vervolgens werd door de commissie ad hoe bij
monde van Mr. v. Blaricum rapport uitgebracht
over de door de regeering aan de Tweede Ka
mer ingediende wetsontwerpen, betreffende: 1.
Nadere bepalingen op de indiening en de behan
deling van bezwaarschriften tegen aanslagen voor
de belasting op het personeel of het recht van
patent. 2. Instelling van colleges van zetters voor
's Rijks directe belastingen. De conclusie strekte
om zich, behoudens enkele opmerkingen, met
bedoelde wetsontwerpen, ook met het oóg op de
bijgevoegde memoriën van toelichting, te veree
nigen. Het rapport der Commissie werd door de
Vergadering onveranderd aangenomen.
In de Weser Zeilung leest menBij de aan
staande nieuwe maan 5 October, staat dit hemel
lichaam in den equator, terwijl de zon zich slechts
weinige graden zuidwaarts daarvan bevindt. In
den voormiddag van dien dag bereikt de maan
het punt harer grootste toenadering tot de aarde.
In ons planetenstelsel grijpen alle omstandigheden
samen, die gunstig zijn voor het ontstaan van
hooge springvloeden, en wij zullen ons bijgevolg
den 7d0" en 3-1°" October twee tot drie dagen
heeft de vloedgolf noodig om van uit den groo-
ten oceaan de mondingen onzer stroomen te be
reiken op zeer hooge springvloeden, de hoogste
in dit jaar, moeten voorbereiden. Natuurlijk be
rust deze voorzegging op astrouomische feitende
groote invloed der winden kan te voren niet in
rekening gebracht worden. Bij stil weder of zuid
oosten wind zal het verschijnsel waarschijnlijk
zonder gevaar verloopen, terwijl een gelijktijdig
opstekende storm uit het noordwesten den vloed
tot eene dreigende hoogte kan opvoeren.
Het probleem der luchtscheepvaart is opgelost!
Zoo vinden we vermeld in San-Francisco New-Letler
Binnen een jaar zal de gewone reis naar New-
York, Europa en China zijn per luchtwagen. De
proeven met den model-stoomwagen te Shell
Moundpark zijn geheel Daar wensch afgeloopen
en hebben iedere verwachting overtroffen. De
kracht van den propeller was grooter, de weer
stand der lucht geringer en de snelheid derhalve
evenmatig grooter. We mogen nu verwachten,
dat de geoctroieerde Lucht-stoomvaart-Maat-
schappij van Californië spoedig alle spoorwegen,
stoomschepen en telegrafen zal hebben overbodig
gemaakt. In vier weken zal de eerste luchtstoom-
wageu, ingericht voor zes personen, met eene
snelheid van minstens 50 mijlen (Engelsche) over
de Sierra Nevada naar New-York en andere
voorname plaatsen wegvliegen. Het is jammer,
dat het alweer een Amerikaansch bericht is!
(Ned. I.)
Bij de verkooping der schilderijen uit de ver
zameling van den heer H. 6. Mulder hebben de
onderstaande stukken de daarbij vermelde prijzen
opgebracht: N°. 4. Bles f 280; 8. H. J. Burgers
f 370; 21. Fabricius f 255; 37. B. C. Koekkoek
f 2650; 39. J. H. Koekkoek f 430; 40. idem
f 260; 42. H. Koekkoek f 15147. J. Lies f 340
48. J. Lindlar f 200; 49. idem f 190; 51. L. Meijer
f 400; 52. idem 400; 56. P. M. Molijn f 910; 59. D. De
Noter/300; 73. J. Robie/'195; 74. J. Roelofs f 400;82.
A. Scheffer, de Kruisdragende Christus, f 4390, opgeh.
83. J. C. Schotel/-900; S4. A. Schelfhout f 2010;
85. idem f 600; 91. C. Springer f 525:97. E. Ver-
boeckhoveD f 495.
Wij vernemen dat al de officieren van de ver
schillende wapens, op non-activiteit wegens ziekte,
in hunne respectieve rangen bij het leger zullen
moeten terugkeeren, of wel, indien zij ongeschikt
bevonden worden, zullen worden gepensioneerd
of eervol ontslagen.
Oudshoorn, 30 September. Mochten reeds
vroeger eenige werklieden uit deze gemeente
het genoegen smaken om ten koste der ge
meente de tentoonstelling, diergaarde en andere
gebouwen van kunst of genoegen te Amster
dam te bezoeken, waarbij hen niet alleen het
noodige levensonderhoud, maar ook verschil
lende ververschingen kosteloos werden verstrekt
en hen bovendien door hunne meesters of bazen het
gewone daggeld werd uitbetaald,ook anderen moch
ten dit genoegen smaken, daar zij op Zondag den
26"*° September 11. ten getale van circa 90 personen
zoo mannen als vrouwen ten koste van de hee-
ren H. Kloot en J. W. Clant, fabrikanten alhier
met de stoomboot van F. M. Carsjens, tot gelijk doel
naar Amsterdam werden gebracht, terwijl eenige
dagen vroeger de werklieden der heeren Ge
broeders Piek dit voorrecht hadden genoten. Hun
gevoel dringt hen, zoo voor zich zeiven als voor
hunne makkers, die hetzij nu hetzij vroeger dit ge
noegen mochten genieten, het bestuur der gemeente
en hunne weldadige heeren en bazen, die, door
menschlievendheid gedreven, hun die veraangena
mingdes levens veroorzaakt hebben,hunnen oprech
ten dank daarvoor toe te brengen en de verzekering
te geven, dat het ondervonden bewijs van belang
stelling in den werkenden stand hen niet alleen
heeft vereerd en getroffen maar ook tot hoogach
ting voor hunne personen en nauwgezette plichts
betrachting zal aansporen, waardoor beider belang
zal bevorderd worden.
Aarlanderveen, 29 Sept. In de vorige week
hadden wij hier een recht vroolijken dag. Een
harddraverij, waaraan verscheiden paarden uit
ons landelijk dorpje deelnamen, werd gevolgd
door verschillende volksspelen. Alles liep in de
beste orde af. Had het onzen predikant niet mo
gen gelukken den Burgemeester te bewegen om
het verzoek tot het houden van dergelijke ijdele
vermaken zijnen gemeentenaren te weigeren, zoo
begreep zijn Eerw. dien avond een openbare
boetpredikatie te moeten houden. Zeer weinigen
gaven evenwel aan zijn welmeenende roepstem
gehoor, want de opkomst was zeer gering.
Voorschoten, 30 Sept. Den landbouwer J. Dui
venvoorde alhier zijn 2 gouden medailles te beurt
gevallen voor boter, ingezonden op de landbouw
tentoonstelling te Purmerende.
Amsterdam, 29 Sept. Gisteren is te dezer stede
eene algemeene vergadering gehouden door de
leden der Nederlandsche vereeniging tot afschaf
fing van sterken drank. Naar aanleiding daarvan
heeft in het kerkgebouw der Hersteld Evange
lisch Luthersche gemeente eene openbare bijeen
komst plaats gehad, waarin als sprekers zijn
opgetreden de heeren J. L. De Jonge van Elle-
meet, J. Heemskerk Az. en P. Harting. In de
hoofdzaak schilderden de beide eerste sprekers
met krachtige kleuren de gevolgen van het mis
bruik van sterken drank, wezen op de meest
algemeene oorzaken van dat kwaad en gaven
de middelen tot herstel daarvan aan de hand,
terwijl de laatstgemelde spreker, zich plaatsende
op het standpunt der vereeniging, de vraag be
antwoordde, wat men als lid dier maatschappij
moet doen bij den geringen bijval, die haar vau
de zijde der groote maatschappij te beurt valt.
Het antwoord laat zich in een enkel woord sa
menvatten: Volharden en met ernst op den inge
slagen weg blijven voortgaan.
Nadat de heer De Jonge van Ellemeet aan
de sprekers de erkentelijkheid der vergadering
had betuigd, werd door hem aan de vergadering
op hare beurt hartelijk dank gezegd voor hare
talrijke opkomst en bestaande belangstelling.
Heden stond voor de rechtbank terecht
Jacob Horn, beklaagd van op den avond van 10
Sept. jongstl. den commissaris van politie J. C.
Van Schermbeek in de uitoefening zijner functie
te hebben beleedigdhij is door de rechtbank alhier
veroordeeld tot eene cellulaire gevangenisstraf
van eene maand.
Amsterdam, 30 Sept. Naar men verneemt, zul
len de heeren Joan Muller, lid, en Mr. N. J.
Den Tex, secretaris der Kamer van koophandel
en fabrieken te Amsterdam, benevens de heer
Bunge den Amsterdamschen handel bij de opening
van het Suez-kanaal vertegenwoordigen.
Gouda, 25 Sept. Ongetwijfeld behoort onze stad
tot eene dier steden, die vooruitgaan. Handel en
nijverheid vinden hier trouwe en ijverige voor
standers; voor onderwijs wordt hier veel, zeer
veel gedaan, en 't kan niet uitblijven, Gouda gaat
als de verschillende spoorwegen gereed zijn, eene
schoone toekomst te gemoe't. De toenemende be
volking, en de zucht om ook in het bouwen met
deu geest des tijds mee te gaan, eischt nieuwe
ROMANESKE JONGEJUFVROUWEN.
NAAR HET FRANSCH VAN
JULES KERGOMARD.
(Vervolg.)
Er bestaan, zooals bekend is, van die verwon
derlijk georganiseerde wezens (of zijn ze mis
schien ziekelijk; ik weet het niet), die door
niets, ook zelfs niet voor een oogenblik, van
hun werk kunnen worden afgetrokken. Goethe
schreef zijne Farbenlehre te midden van het
gebulder der kanonnen bij den slag van Jena,
van welks uitslag nogtans het lot zijns vader
lands afhing, en hij maakte allerprachtigste ver
zen op zijne grootste en jongst geleden smarten.
Dat is heel schoon, en als artist bewonder ik
dat; maar als mensch is het mij onmogelijk hem
te benijden. Met hoeveel vertooning van plech
tigheid de zielskracht zich ook moge voordoen
>vanneer zij het zóóver heeft gebracht verandert
zij voor mij van naam; want bij slot van reke
ning winnen den vermogens van den geest
daarbij slechts in dezelfde mate als de eigen
schappen des harten er bij verliezen.
Maar terwijl ik kersversch ontkomen ben aan
de sfeer van geveinsheid en verraad in de we
reld, ademde ik vrij en frank te midden van
deze natuur, die zoo prachtig is in haren verhe
ven eenvoud, en wier schoonheid zich veel meer
in al hare volheid openbaarde sedert ik haar
niet meer bestudeerde met mijne oogen, zooals
wij altoos doen, maar sinds ik haar slechts ge
voelde met de ziel, die door de beproevingen
heen en weer geslingerd was, evenals zij door
de stormen en natuurverschijnselen. Ik bevond
mij dus, zoo dan al niet in aanraking wat betreft
de denkbeelden, dan toch (en dat is misschien
veel beter) in gemeenschap van gevoelens met
het eenvoudige landbouwershuisgeziD, aan welks
huiselijken haard het toeval mij gebracht had.
Ik vond in die woeste natuur en bij die onbe
schaafde landlieden de poëzie, die ik vruchteloos
en tot mijn groot nadeel elders had gezocht, 't
Is waar, niet die poëzie, welke men koopen kan
bij het boekdeel of die verhandeld wordt in de
salons, tusschen eene wals en een kopje thee;
maar de naïeve, ware en gezonde poëzie, die
zich zelve onbewust is, die op natuurlijke wij
ze en als van zelf ontkiemt in de harten der
eenvoudigen, en die daaruit druppelsgewijze te
voorschijn komt evenals het water uit de rots
komt gevloeid, zonder levendig geraas en zonder
uitgebazuind te worden. De bosschen, de rotsen
en de zee schenen, zonder medelijden te hebben
met mijne smart, toch zich met haar in over
eenstemming te stellen, evenals mijne huislieden,
die haar niet begrepen, toch zich uitsloofden om
haar te verzachten door hunne uitmuntende zor
gen. De vader, die den geheelen dag in 't
veld was, nam er wel is waar meer deel aan
door zijn goeden wil dan metterdaad; maar op
wat hartelijken toon zei hij, eens op een avond
dat ik thuis kwam voordat hij nog te bed ge
gaan was, tot mij„Gij zult het wel slecht heb
ben bij ons, mijnheer; wij weten niet hoe wij
moeten omgaan met de menschen uit de stad
maar de vrouwtjes doen haar uiterste best, en
zij meenen het goed." De vrouw zou nooit ver
zuimd hebben hare koeien te melken en hare
boter te karnen, of zij bracht mij altoos een
versch proefje van hare producten. Als ik haar
had laten begaan zou zij weldra haar geheele
huis hebben uitgeplunderd, zoowel wat meube
len als mondbehoeften betreft.
Wat de kleine Maharite betreft, het meisje
met wie ik het meest in aanraking kwam, om
dat zij het best Fransch verstaat, en bovendien,
omdat zij mij het meest beviel, dat kind is,
kortweg gezegd, allerliefst. Zij is nagenoeg vijf
tien jaren oud. Zij is nog niet geheel en al
vrouw, maar toch ook in het geheel niet meer
kind. Hare vormen zijn nog eenigszins ongedeci
deerd hare bevalligheid is nog min of meer
linksch; hare gelaatstrekken zijn lijn van tee-
kening, doch nog niet duidelijk genoeg uit
komende: 't is nog maar eene schets, maar
eene meesterlijke schets; of liever een allerbeel-
digst statuetje van een ongeveer huwbaar per
soontje, begraven onder de afschuwelijke kapsels
en rokken van een Bretanjisch boerinnetje. Zij
heeft mooie bruine oogjes, die er vriendelijk en
verstandig uitzien, en goudblonde haarlokken,
zacht, fijn en weelderig, hoewel de leelijke mode
van dit land haar belet ze bloot te dragen. Alles in
dat jeugdig lichaampje ademt kracht en gezond
heid, en het hart is pro rato. Het is inderdaad
verwonderlijk wat dat meisje niet al heeft we
ten uit te vinden en ook uitvond om mij aange
naam te zijn. Indien ik, na de treurige onder
vinding, die ik met betrekking tot de engelen
had opgedaan, niet ook eenigermate wantrouwig
geworden was jegens de toovergodinnetjes, zou
ik geloofd hebben dat Maharite slechts het lan
delijke volgjuflertje was van eene harer, die