Woensdag 22 September. N°. 2950. A°. 1869. f?. ri. s Feuilleton van liet „Leidsch Dagblad". LËIDSCl DAGBLAD PR.IJTS DEZER COURANT. Voor Leiden, per 3 maandenƒ3.00. Franco per post3.85. Afzonderlijke Nommers0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER. ADVERTBNTIEN. Voor iederen regel0.15. Grootere letter naar de plaatsruimte die tij beslaan. Lelden, 31 September. Bij eene beschouwing van de gemeentebe- grooting van het volgende jaar heeft het zijne goede zijde om eens een blik achterwaarts te slaan, om deze begrooting voor 1S70 eens te ver gelijken met die voor 1860. Wij zouden dit werk nutteloos achten, wanneer er niet jaarlijks in den Raad bij de behandeling der begrooting po gingen werden aangewend om op den vroegeren toestand onzer gemeente-financiën een bijzonder gunstig licht te doen vallen, opdat de tegenwoor dige toestand zich in een des te donkerder scha duw zou voordoen. En wat zien wij dan? Voor 1870 zijn de inkomsten geraamd op 409,893.98, en voor 1860 op 345,114.32'. Een verschil dus van meer dan 60,000. En wat moest er in 1860 opgebracht worden? Eene som van 261,932.55s, terwijl er voor 1870 aan gemeente belastingen moet opgebracht wor den 140,101.98. In 1870 betaalt inen dus minder 121,824. Niettegenstaande dus de begrooting ƒ60,000 hooger is, zal de burgerij eene sorn van 121,824 minder hebben op te brengen. Het schijnt ongeloofelijk. En het is niet alleen de gasfabriek waaraan deze gelukkige resultaten zijn te danken. Ware dit zoo, wij zouden wel eenige bedenkingen hebben tegen deze uitkomst. Wij kunnen ons niet vereenigen met die soort van be lasting, die vooral op winkeliers en fabriekanten drukt. Zij heeft ook wel haar aandeel in deze uitkomst: de winst is voor 1870 op ƒ50,000 ge raamd, zij was het voor 1860 op ƒ15.000. Een voordeel dus van ƒ05,000. Evenmin worden de mindere lasten door de bur gerij te dragen voornamelijk veroorzaakt door den verkoop van kapitaal of gemeente-eigendom men. Deze post koint slechts voor ƒ27.225 op de begrooling van 1870 voor. Het is evenmin het een als het andere: het is dank zij de afschaffing, der door velen zoo ge prezene gemeente-accijnzen, en dank zij de af stand, die het rijk van een deel der personeele belasting gedaan beeft, dat thans de lasten voor de burgerij zoo verminderd zijn. Terwijl in 1860 voor een som van 179,500 aan accijnzen opgebracht werd, en daarnaast de personeele belasting, even zoo zwaar als thans, werd geheven, wordt thans de personeele belasting betaald, zonder de ƒ179,500 aan accijnzen; daarvoor wordt de plaatsel. belasting thans geheven a ƒ90,000, terwijl toen de hoofde lijke omslag ƒ52,000 moest opbrengen, en zijnde op centen op de grondbelasting verhoogd. De 25 gemeente-opcenten op het personeel komen op beide begrootingen voor. Men meent algemeen dat toch de finantieele toestand onzer gemeente jaarlijks achteruitgaat, omdat de belangrijke som die de accijnzen op brachten, op verre na niet uit de equivalenten daarvoor gevonden wordt maar ten onrechte; ƒ179.500 brachten de accijnzen op. Daarvoor krijgt de gemeente in de eerste plaats 4/5 van de perso neele belasting, geraamd voor 1870op ƒ92,000, voorls heft de gemeente 25opcenten op de grondbelasting (gebouwde eigendommen) meer, ƒ15,000 be dragende, en heeft zij hare plaatselijke belasting voor 1870 ƒ40,000 hooger gesteld: alzoo tezamen ƒ147,000. Terwijl vroeger aan perceptiekosten voor deze belastingen 35,000 betaald werd, en tegenwoordig slechts ƒ9000, zoo blijkt het, dat wel is waar deze equivalenten iets minder op brengen, maar dat deze som niet van dat belang is, dat ze tegenover verschillende ontvangsten, die thans meer genoten worden dan vroeger, kan in rekening gebracht worden. Toch klaagt men over de verhooging van be lastingen, zonder te bedenken, hoeveel nten uit gewonnen heeft aan de afschaffing der accijnzen het is waar in de accijnzen, al bedragen zij meer dan 4 maal het bedrag dat thans aan het equi valent in de plaatselijke belasting wordt betaald, deelden allen, armen zoowel als rijken. En de armen betaalden evenveel in de belasting als de rijken: hun brood en hunne brandstoffen, waren even boog belast als die van de rijken vleesch was door de j00 gemeente opcenten voor de minder- gegoeden nog moeilijker, nu en dan eens, te ver krijgen dan thans. Dit telt men niet. Men bere kent niet, dat voor dat meerdere wat de rijkere betaalt, de arme zich goedkooper de eerste levens middelen kan verschaffen. In de vergadering van de Maatschappij lot Nul van den Javaan, 16 dezer te Arnhem gehouden en waarvan we reeds melding maakten, werden be langrijke zaken behandeld. In de eerste, plaats he- hooren daartoe de voorstellen, door de ten vorigen jare benoemde commissie aan haar rapport om trent den toestand van het inlandsch onderwijs op Java toegevoegd. Met geringe wijziging wer den ze aangenomen en dientengevolge eene com missie benoemd, waaraan werd opgedragen de plannen in het rapport vermeld zooveel mogelijk tot uitvoering te brengen. Zij zal middelen bera men om in het gebrek aan goede leermiddelen te gemoet te komen, en in overweging nemen op welke andere wijzen, b. v. door het opleiden van inlanders in het moederland, het onderwijs op Java kan bevorderd worden. Aangenaam was het voor de commissie, die het rapport had gesteld, de ondubbelzinnige blij ken te ontvangen van de groote ingenomenheid, waarmee haar arbeid was ontvangen. En niet minder dat, zoowel door voor- als tegenstanders van regeeringsonderwijs, de neutraliteit werd ge prezen die zij terecht bij hare voorstellen in acht had genomen. Een voorstel, naar aanleiding dezer quaestie, gedaan om een adres tot de bevoegde machten te richten, met verzoek dat die middelen zouden beramen om op de meest geschiktste wijze inlanders hier te lande tot onderwijzers te doen vormen, werd, als minder gepast, door de over- groote meerderheid verworpen. Datzelfde lot trof ook een voorstel, dat de maat schappij zich bij adres tot de regeering zou wen den, in het geval dat het wetsontwerp tot rege ling der suiker-cultuur iu de aanstaande zitting der Staten Generaal weder werd ingediend, met dringende uitnoodiging om terug te komen op hetgeen daarin omtrent het bestendigen van den dwangarbeid werd bepaald. Het voorstel van den heer De Bruin, waarvan vroeger reeds melding werd gemaakt, meende het hoofdbestuur te moeten terugnemen, zoodat het geen onderwerp van beraadslaging uitmaakte. De vergadering legde hare ingenomenheid met dat besluit aan den dag. Naar onze meening zeer terecht. De verschillende voorstellen tot wijziging van het reglement werden gesteld in handen van eene commissie, die, met het oog op die voorstel len, een gewijzigd concept-reglement ontwer pen zou. Eene der eerste werkzaamheden van de ver gadering was geweest de benoeming van drie leden van het hoofdbestuur. Dat de heer Bosch met eenparige stemmen werd herkozen en zoo doende ook als president blijft fungeeren, zal zeker met genoegen worden vernomen. De Maatschappij door hem in het leven geroepen, .heeft reeds nut gedaanhaar ledental werd in het afgeloopen jaar met 600 vermeerderd.- En we twijfelen er niet aan, of ze zal, voortgaande om de kennis van onze koloniën onder het publiek te versprei den, hoe langer hoe meer daarop invloed oefenen, dat hel Nederlandsche volk begeert, dat de toestand van Indië spoedig worde zooals hij reeds lang had behooren te zijn. De lengte der spoorwegen in Nederland was op den 3l8teD December des vorigen jaars 1,257 mijlen, waarvan 71.5 in de provincie Groningen, 103.5 in Friesland, 11 in Drenthe, 162 5 in Over- ijsel, 190.5 in Gelderland, 113 5 in Utrecht, 111.5 in Noord- en 9.8.5 in Zuid-Holland, 27 in Zeeland, 229.5 in Noord-Brabant, en 138 in Limburg. Het getal stations was toen, in gelijke volgorde der provinciën, 10, 17, 2, 20, 27, 14, 16, 16, 5, 28 en 21, te zamen 176. Den 80"» September a. s. vervalt de coupon der vroegere pauselijke, thans Italiaansche schuld. De belasting op de mobilaire bezittingen zal bij de uitbetaling ongehouden worden en er is, even min als de vorige maal, sprake van, dat de Ita liaansche regeering zich door de pauselijke zal laten bewegen, om aangaande deze fondsen een uitzondering te maken en die belasting niet te innen. De vraag is, of de pauselijke schatkist weder evenals de vorige maal de korting op de coupons aan de houders zal vergoeden. Door Ds. J. A. Schuurman te Batavia, vroeger evang. Luth. pred. te 's-Hage, is met Dr. Arnold, Engelsch pred. aldaar, een plan gevormd om te Batavia eene kweekschool te stichten voor Ja- vaansche jongelieden, om ze te vormen tot evan geliedienaren, onderwijzers enz., opdat Indië door zijne eigene inboorlingen met het evangelie be kend gemaakt worde. Dr. Arnold heeft voor dit doel zelf ƒ6000 toegezegd, een nader pred. aldaar ƒ1000, Mr. Groen van Prinsterer ƒ5000; een an der te 's Hage 1000, Ds. L. J. Van Rijn ƒ100. AmstCl.) Opgaven betreffende de sterfte in eenige groote gemeenten, over de maand Juli 1369. 3 - g S."l i g 15 1 §■3 £2 3 g-i-3 3-| CD" F' er- en O 9 O cs K w w z H 69 Z to O1WtCtOMCOKOtOW-l CC0XO0iU>O—3O.f». tCC0 3WOCtDQOM^-J C i; -) O CC K «1 -) O 31 tO -3 O -r- COOOOl^COCOtt)»» Werkelijke bevolking op 1 Januari I860. CO I—1 1—to O oooo-qocHcncitoto G' boren, (met levenloos aangeuevenen.) t-1 to 1—1 O, tf»rf*.C7«C»l#A.iP.C>~0tfA.O05t0 «tOCOCOtOOCOtO-l«JtOCi Overleden. (met levenloos nat gezevenen.) 1 t-J co WOD-iOlt» 1 Octsrfwi—3 Levenloos aangtgevenen 'C 03 w to C5 N> to M MOItOOIWCOi(AOOtOi(AC*) Beneden 1 jaar. (zondpr levenl aangeg CO I—A IX) cn—oifi.iMoitCiCi.Mtoceo 16 jaren. 1 i—i to •O to Ci O 4A. >-1 Ol *1. to O ut IC 5 20 jaren. ei 3 tO Or "tOi-i-^toHHiti "O OCO-J tC 31-3 3 20GO jaren. O O. MtOl-,"-MMW|OH O «JO-XCCtOHMOJO—1H 60 j. en daarboven. 1 to to to 1 HOi-iüiwCiMtOCO Typhus en febris typliuïdca. MINI i 1 1 M K> Pokken. 1 o. II II II II 1 lioodvonk. II 1 1 II II II 1 5 Mazelen. CO t—to 1 1 to I-I 1 1 tO C Cronp. tO l-J 1 1 h-A 1 Keel/.iekto (angina dipbilierina). O M 1111-5 Kinkhoest. 9 D 3 Cl CO co ti". i—1 1 COifA-CCOtO Diarrhoc en cholerine. to to I »-» WWUJ-..3) cool O4A|^0t0CDi;"»iA Lfvetiszvvakte en uil te ring, hene 'en 14 j «reu 9 O 5 to IH-I 1 ,'N| Terintr, 14 65 jareD. CI-3 1—1 MOttOMWOI - CO Maras'i us senilis, boven 65 jaren. -OCOÜOA—'coeooojcoi-o Acute ziekten der adem- halings«erk tuigen. ui w co co o w 1 ii»- o if»- o o Chronische, ziekten der adcmhalings werkt ivgefi. - co 1 1 1 1 1 O Ziekten van het kraa-i bed K "1 f S Ongelukken. 1 o 1 col I er» to co 4»- 1 o Onbeken Ie oorzaken. »l 1 1 II 1 1 O.O. Zonder ueneesknndige behandeling. O) C» O. O UT tOtOt®r-ig CO lUïhmh 3 f k O* i. co AANMERKINGEN. (Overgedrukt uit het Nederlandsch Tijdschrift voor Geneeskunde. Jaargang I860 Naar wij vernemen, zal bij het 3de reg. hu zaren te Haarlem, een wetenschappelijke cursus voor de regimenten huzaren worden ingevoerd. ROMANESKE JONGEJUFVROUWEN. NAAR HII FRANSCH VAK JULES EEH.GOMARD. [Vervolg.) De markies heeft waarschijnlijk het plan om op den dag van het feest zich te verklaren, en ik ben overtuigd dat Benée en mijne moeder er wel wat op zullen weten te vinden om hem er toe te noodzaken. Indien Olivier nog vóór dien tijd komt, zou hij misschien door zijne wel sprekendheid het hart mijner arme zuster, 't welk op het oogenblik, helaas! nog aarzelt, nog tot zich terug kunnen brengen, en aan mijne moeder hare toestemming ontlokken, wanneer hij zijn onlangs behaald succes haar in de oogen laat schitteren. Ik weet niet of ik 't hem wel mag toewenschenmaar evenmin kan ik hem van zijn noodlot terughouden. Ik onthoud mij dus, en blijf gereed om hem te troosten, van welken kant ook later het ongeluk mag ko men AAN MEJUFVROUW MARCELLE DE GURV. Kasteel Garlan, den 4dc" Juli 1858. Victorie! ik heb mijn markiesaat, en wij ver trekken allen te zamen morgen naar Parijs, waar wij nog bij tijds genoeg zullen aankomen om uw huwelijk bij te wonen. Ik „zou wel kunnen" tot zoolang wachten om u in persoon mijn triumf te vertellen; maar dat „kan" ik niet. De blijdschap zou mij doen stikken, en ik wil buitendien niet langer, al zou 't maar voor eenige uren zijn, onder den druk blijven van uw even hoogmoedige als voorbarige minachting. Dus, hoewel ik dood vermoeid ben, daar ik eerst dezen morgen te drie uren van het bal ben thuis gekomen, en om zes uur weer opge staan, en sedert niets anders gedaan heb dan koffers en doozen inpakken, verlaat ik, onder voorwendsel van een weinig te gaan uitrusten, mijne moeder en Jane, die daar nog mee bezig zijn, en kom ik, voordat de postbode voorbij komt, een oogenblik inet u praten over de ont knooping van mijn romannetje, die gelukkiger is geweest dan ik reeds had durven hopen. Ik heb u in mijn laatsten geschreven dat wij mijnheer de Coathuel 's anderendaags verwacht ten, en dat ik vast besloten had om het tot eene beslissing, hoe dan ook, te laten komen ten op zichte van onze minnerijen, die wel zeer poëtisch waren, maar tot niets degelijks leidden. Hij is gekomen, hij heeft mij gezien en hij is over wonnen! Zonder grootspraak, maar ik geloof dat alle Cesars der wereld wel zouden genoodzaakt zijn geweest om dien variant te maken op het bekende gezegde van hunnen patroon, wanneer zij, in plaats van ruwe soldaten, zich bevonden hadden tegenover eene „schoonheid" zoo bedroefd, en bijgevolg zoo weinig ontoegankelijk als ik nuttig en noodig had besloten te zijn, of liever te schijnen, bij die beslissende gelegenheid. Toen de markies bij zijn binnentreden in het salon, waar ik hem opwachtte, mij in dien droevigen toestand kwam overvallen, terwijl mijne moeder en Jane, nog niet verwittigd van zijn bezoek, ergens anders bezig waren, vraagde hij mij dus natuurlijk naar de oorzaak van mijne „schoone tranen". Ik was opgestaan, en quasi-verschrikt en beschaamd toen ik hem zag; hoewel ik alles wel berekend had, en maakte nu eene beweging alsof ik wilde ontsnappen, terwijl ik tnijn zak doek voor mijn oogen hield. Hij hield mij staande zooals hij wel moest doen, en hield aan om te weten waarom ik weende, juist zooals ik het verlangde. Ik barstte „een beetje" uit in snik ken, en liet mij weer in mijn stoel neerzinken; maar, alzoo hij mij heel eerbiedig bij de hand had gevat, en ik wel opgepast had die niet terug le trekken, raakte hij in mijn val meege sleept en viel op zijne knieën juist vlak voor mij neder. En wat kan men nu in die classieke houding, voor een persoontje, dat niet leelijk doch be droefd is, anders doen, ja, wat anders dan eene liefdesverklaring. Nu dan, de markies deed ook niet anders 1 De liefdesverklaring volgde naar alle regelen der kunst: hij riep hemel en aarde aan tot getuigen dat hij mij aanbad; dat hij sterven zou van verdriet of door een pistool schot, indien ik zijne liefde niet wilde beant woorden, en dat hij zijn leven aan mij "zou toe wijden wanneer ik het geliefde aan te nemen. Op dat oogenblik meende ik op eens te moeten merken hoe ongepast die houding en die woor den waren, die ik tot dusverre had geduld en aangehoord met eene allerzedigste, maar in 't geheel niet ontmoedigende verlegenheid. Ik schoof mijn stoel achteruit met eene zekere levendig-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1869 | | pagina 1