De kunstverrichtingen van het gezelschap, dat gisterenavond hij den heer Lindeman werkzaam was, lokten de luide toejuichingen van een wei- bezette zaal. Jammer dat Miss Victorine Engel- bert door den sterken wind verhinderd was hare stoute toeren op het toren ijzerdraad te volbren gen. Dinsdag (morgenavond) zal, blijkens achter staande annonce, eeue herhaling dier voorstelling plaats vinden, als wanneer, zoo het weder het slechts eenigszins toelaat, men gelegenheid zal hebben Miss Victorine in hare zeldzame toeren, met name die op het hooge ijzerdraad, te be wonderen. De heer Lindeman hoopt dat Leidens meerge- goede burgerij hem dien avond door eene talrijke opkomst zal steunen, om zoodoende hein in de groote kosten te gemoet te komen, die aan het engageeren van voornoemd gezelschap voor hem verbonden waren. Wè hopen dat met hem en meenen, dat zijn ondernemingsgeest ten volle dien steun verdient. Z. M heeft tot ridder der orde van den Ne- derlandschen Leeuw benoemd Dr. D. F. Van der Pant, oudste directeur en eerste secretaris van het Bataafsch genootschap der proefondervinde lijke wijsbegeerte te Rotterdam; bij het wapen der inf., bij het 5de reg. tot kapit. van de 3de klasse (naar ouderdom van rang) den lsten luit. A. H. W. Veldhorst, van het 7de regiment; en aan Mr. M. Van den Acker, op zijn daartoe ge daan verzoek, eervol ontslag verleend als procu reur bij de arrondissements-rechtbank te Eind hoven. De Minister van Oorlog heeft goedgevonden te benoemen: tot kapit. 1ste kl. de kapits. 2de kl, J. F. L. Neteron van het 1ste, J. T. We ber, A. L. H. Gertner, P. G. A. Lanzing (sedert overleden) en F. J. Beltramo van het 2de, E. W. Wichers, van het 5de, H. Hendriksen en J. P. M. Gevelaer van het 7de reg. inf.; tot ritmeester lste kl. den ritrn. 2de kl M. G Matthes, van het 2de reg. huzaren. 's-GraVenhage, 19 Sept. Men verneemt dat de bij de troepen te paard ingelijfde miliciens der lichting 1869, die na hunne inlijving tot nadere oproeping met verlof zijn gezonden, zich op Vrij dag 1 October aanstaande, des morgens te 10 uren, moeten bevinden ten raadhuize hunner ge meente, ten einde verder op hunne korpsen te worden gedirigeerd. De plechtige uitreiking der medailles aan de bekroonde inzenders op de tentoonstelling der vereeniging „het Roode Kruis" had gisterenmid dag te drie uren in de Teekenacademie plaats. De generaal Van Meurs voorzitter der regelings commissie, opende, de werkzaamheden met een woord van opwekking tot deelneming aan de vereeniging, welke met deze tentoonstelling zoo waardig voor het eerst voor het publiek is opge treden. De heer Van Meurs, spaarde de talrijke hoor ders, waaronder zich vele autoriteiten en genoo- digden, zoo dames als heeren, bevonden, de voor lezing van het proces-verbaal der jury, doch ging terstond over tot het uitreiken der medailles zelve. Ten slotte hield de spreker nog een toespraak tot de aanwezigen, waarin hij de inzenders voor hunne medewerking dankzegde, en eindigde met hulde te brengen aan den voorzitter van het hoofd comité van het Roode Kruis, den oud-minister Bosscha, welke mede tegenwoordig was, en welke noch met goud noch zilver bekroond, toch in het welgelukken dezer tentoonstelling een even stree- lende voldoening genieten mag. De plechtigheid was tegen vier uren geheel afgeloopen. Onder de bekroonden, door de jury der Ne- derlandsche vereeniging tot het verleenen van hulp aan zieke en gewonde krijgslieden in tijd van oorlog komt ook voor Z. Exc. de luit. gene raal W. J. Knoop, met de zilveren medaille, voor zijn werk, getiteld: liet Congres te Genéve in 1863. Rotterdam, 19 Sept. De alhier bestaande huis- schilders-vereeniging Lukas, aangemoedigd door de gunstige resultaten harer oefenschool, waarvan de bewijzen onder anderen zijn geleverd op hare openbare tentoonstelling in liet voorjaar, heeft besloten andermaal voor de tot dit vak behoo- rende werklieden, bij huisschilders werkzaam, de gelegenheid open te stellen om zich de lange avonden tot verdere ontwikkeling in hun beroep ten nutte te maken. Het. aantal dezer personen was ten vorige jaren van 18 tot op een veertigtal vermeerderd en men verwacht nu dat de deel neming niet minder zal zijn. Het doel dezer in stelling is, de werklieden in het genoemde vak zoodanig te bekwamen, dat zij ten volle in staat zijn, om tegen de buitenlandsche te concurreeren. Jammer slechts dat hun toenemend aantal ook zoodanige vermeerdering van uitgaven ten ge volge heeft, dal de laatste rekening daardoor is gesloten met een niet onaanzienlijk deficit. De leden, overtuigd van het groot belang der zaak, hebben dit tekort gemeenschappelijk gedekt; doch dit neemt niet weg dat de vereeniging zonder geldelijke hulp op den duur dergelijke werkzaam heden moeilijk kan voortzetten. Zij hoopt dus weer op de welwillende bijdragen, gelijk zij die reeds van verscheidene donateurs en donatrices mocht onvangen. Zij vertrouwt dit vooral wegens de belangen van den werkman, tot wiens prac- tische ontwikkeling zij tot nu toe zoo ijverig en met goed gevolg is werkzaam geweest. Delfshaven, 19 Sept. In het ontwerp-begroo- ting dienst 1S70 voor deze gemeente met eene bevolking van 7602 zielen, zijn de ontvangsten geraamd op eene som van 66.408; en de uitga ven op ƒ66,395 De uitgaben voor het onderwijs bedroegen f 11.S05, terwijl de inkomsten worden gerekend op 3500. Bleiswijk, 15 Sept. De alhier plaats gehad heb bende stemming door de opgeroepen stemheb bende lidmaten der Hervormde gemeente, heeft tot resultaat gehad, dat de kerkelijke administra tie zal blijven bestaan op den ouden voet van eigen beheer. Gorccm, 17 Sept. Men klaagt in onze omstre ken over eene varkensziekte. Wel is waar is het getal aangetaste dieren nog gering, maar toch boezemt zij de levendigste bezorgdheid in. De varkens sterven spoedig als zij aangetast zijn. (N. en Advbl.) Maassluis, IS September. Behalve het reeds opgegeven schip, zijn in deze week van de ha- ringvisscherij alhier nog binnengekomen: Wilhehnina, schipper Roest, met 17 lasten pekel en 60000 steurharing; Sclieveningen, schipper Rijke, met 10 lasten pekel- en 45000 steurharing, beide behoorende aan de Nederl. Maatschappij de „Toe komst"; Covert van Wijn, schipper C. Versteeg, met 6 lasten pekelharing, reeder M. Dirkzwager Gz., en de Proefneming, schipper J. De Kromme, met 13% lasten pekelharing, reeders Sonneveld Co. De Scheveningen en de Proefneming kwamen voor de tweede maal aan, en hadden slechts 3 weken gezeild. Utf.echt, 19 Sept. De Hoogere Burgerschool alhier heeft deze week hare lessen aangevangen met 31 leerlingen op de le klasse, 29 leerlingen op de 2e klasse, 24 leerlingen op de 3e klasse, 12 leerlingen op de le klasse en 2 leerlingen op de 5e klasse. In 't geheel dus 98 leerlingen, die op de onderscheidene klassen het volledig onder wijs genieten. Bovendien nemen een 10-tal jon gelieden afzonderlijke lessen, vooral op de'hoogere klassen, waar. Vrijdag-middag werd de H. B. S. vereerd door een bezoek van den Italiaanschen hoogleeraar Cossa, die, ter gelegenheid van het statistisch con gres in Nederland gekomen, met bijzondere be langstelling de inrichting van ons onderwijs gadeslaat, De kennis der Nederlandsche taal, die hij aangeleerd heeft, om onze geschriften over staathuishoudkunde te kunnen lezen, geeft aan zijn onderzoekingen meer waarde dan gewoonlijk aan dergelijke wetenschappelijke nieuwsgierigheid van vreemdelingen te hechten is. Prof. Cossa woonde, vergezeld door den inspecteur Bosscha, eenige lessen bij, liet zich door den leeraar in de staathuishoudkunde omtrent de methode en de uitgestrektheid van het onderricht in dat vak aan de H. B. S. inlichten en onderhield zich minzaam met den directeur en eenige daar aanwezige leeraren. De voorloopige uitslag van het hulp-apothe kers-examen is, dat van de 34 candidaten tot het den 15 zijn geëxamineerd, waarvan slechts toege laten 5. Met het laatst dezer maand vertrekken de werklieden, geëmploijeerd aan de fabriek voor spoorwegmaterieel Damlusl, van hier naar Tilburg alwaar in het vervolg de werkzaamheden zullen worden voortgezet. Kampen, 16 Sept. De dezer dagen alhier ge woed hebbende storm heeft onder deze gemeente veel schade veroorzaakt. Ook onderscheidene land lieden op de Mandjesweerd hebben aanzienlijke verliezen geleden, zoo zelfs, dat er zijn die 100,000 kilogram hooi verloren hebben, waarvan alleen dit laatste verlies op eene som van f 1200 wordt be groot. Zwolle, 16 Sept. Door de stormen van Zondag en Maandag 11. is in deze streek aanzienlijke schade aangericht, Op het open veld ziet het er deerlijk uit. Alles ligt tegeu den grond; het erg ste de boekweit, die, hoewel dun staande, toch nog goeden korrel had en een matigen oogst be loofde. Op de buitendijksche landen is het pas gemaaide nagras meestal weggespoeld en wat aan hoopen stond geheel bedorven. Ook in de tuinen heeft de wind groote -verwoestingen aan gericht. De vruchtboomen hebben zooveel afge schud, dat er voor den pluk weinig of niets is overgebleven. Leeuwarden, 18 Sept. Volgens het verslag van den toestand der provincie Friesland over 1868 levert de gemeente Ameland, wat schoolbezoek betreft, de gunstigste cijfers op. Onderaan staan in dit opzicht de gemeenten Ferwerderadeel en Harlingen. In 22 van de 43 Friesche gemeenten was het onderwijs kosteloos. Bij vergelijking van het getal leerlingen, dat in de eerste gemeenten ter school kwam met dat in de laatste komt men tot dit resultaat: In de eerste, met 146,349 zielen, maakten van de honderd 14.7 van het onderwijs gebruik, in de laatste met 146,757 zie len 13.14 van iedere honderd. Woensdag jl. heeft de alhier aangekomen vorst Windisch-Graetz, veldmaarschalk in Oostenrijk- schen dienst, vergezeld door zijn zoon en begeleid door een lid van de Maatschappij van Landbouw, den heer J. J. Bruinsina, wethouder alhier, een reis tochtje gemaakt door Leeuwarderadeel, hetBildt en Menaldumadeel. Aangezien deze vorst vele goe deren in Oostenrijk bezit, was het doel van dit tochtje om onzen landbouw en veeteelt te leeren kennen; onderscheidene, bouwgreideplaatseu, benevens de producten van den landbouw en vooral ons rund vee zijn door hem met de grootste belangstelling bezichtigd, waartoe hij met de grootste welwil lendheid en vriendelijkheid door de bewoners dier plaatsen in staat werd gesteld. Eergister zijn deze voorname reizigers naar Groningen vertrokken, om een reisje door het ÖMambt te doen. Gemengde Berichten. Allerwege wordt thans gezorgd voor den in maak vau groenten enz. Niet alleen zijn daar mede onze huismoeders in de weer, maar ook de nijvere burgerman bemoeit zich daarmede, om in den winter deze groenten met eene kleine winst af te zetten. Hiertoe heeft hij echter zijns inziens noodig, dat zijne waar er oogelijk en smakelijk uitziet en maakt hij daartoe, helaas, dikwerf gebruik van koperzouten of enkele losse centen, waardoor de groenten en vooral de au gurken een helder groene kleur aannemen. Wij kunnen niet te ernstig hiertegen waarschuwen," want met het aannemen dier groene kleur zijn de ingemaakte groenten enz. tevens een zwaar vergif geworden. Wij ontraden te gelijker tijd een ieder, om dergelijke heldergroen uitziende groen ten zonder onderzoek te koopenen te gebruiken. (17. D.) Volgens een Fransch tijdschrift heeft de sultan drie vrouwen. De voornaamste van deze is zekere mevrouw Douvnele (nieuwe parel). In het geheel zijn in den harem negenhonderd vrouwen en ruim 2300 bedienden Eiken dag wordenj er 500 tafels gedekt, elke tafel met 12 koeverts, en er moet dus dagelijks voor 6000 personen gekookt worden. Een blad in Boston geeft van den stemomvang der zangeres Parepa-Rosa (de eenige, die men waardig keurde in het groote Coliseum solo te zingen) de volgende omschrijving500 voet lang, 300 voet breed en zoo hoog als het Coliseum. KOLONIËN. BATAVIA, 6 Augustus. De topic of the day is in de laatste dagen de komst van den nieuwen legerkommandant ge weest. Sedert de meetings der officiereu ter bespreking hunner belangen en de indiening der requesten, waarbij o. a. regeling der pensioenen bij de wet gevraagd werd, was er eene zekere spanning blijven bestaan, die niet verminderde, toen de aangekondigde bezuinigingsmaatregelen, te weten intrekking van den generalen staf en afschaffing van de extra schrijfioonen der militaire ambtenaren, in werking kwamen. Werd niet eene oplossing van alle grieven van de komst van den generaal Kroesen verwacht, menig belang stellende hoopte toch bij zijn optreden te zullen vernemen dat er iets voor het Indisch leger gedaan was, althans dat de nieuwe kommandant eenige inlichtingen zou geven over de gedragslijn, die de Regeering ten opzichte van het Indisch leger dacht te volgen. Die verwachting is teleurgesteld. Den 19de" Juli is de luitenant-generaal W. E. Kioesen als Kommandant van het leger opgetre den. Den 22"™ daaraanvolgende vergaderden zich de ter plaatse aanwezige officieren ten zijnen huize. Bij de beantwoorling der rede, waarin hij door den Generaal-majoor W. S. Whitton welkom werd geheeten, moet generaal Kroesen zich in afkeurenden zin uitgelaten hebben over de meetings der officieren en de door hen inge diende requesten. Kort na de bijeenkomst van den 22"™ zag de dagorder het licht, waarmede generaal Kroesen het bevel over het leger op zich neemt. Z. Exc. zegt daarin, dat zoowel eerbied voor 's Konings verlangen als genegenheid voor het Indische leger, hem hebben doen besluiten het, bevel over dat leger te aanvaarden. Hij heeft daarbij gere kend op den steun van allen, die de eer en het welzijn van het Indische leger ter harte gaan. Zijn streven zal het zijn de belangen van een ieder, die daartoe behoort, te behartigen, doch de hooge betrekking hem toevertrouwd en zijne plichten als staatsburger leggen hem in de eerste plaats onder de verplichting te letten op de be langen van het algemeen en indachtig te zijn aan de geldelijke krachten van den Staat. Zijn die belangen niet altijd met de bijzondere te vereenigen, hij rekent er op dat de officieren zullen weten te toonen, dat onder hunne krijgs mansdeugden, zelfverloochening eene eerste plaats bekleedt. zóo laaghartig kunnen zijn? Zijn zij dan tot geen enkel edel gevoel in staat, dat zij een zelfzuchtig heimelijk voorbehoud meeneu te moeten zoeken in onze reinste overgaven en in onze zwaarste offers? Ochdat is vreeselijk en allerbedroevendst! Sedert den voorslag, dien ik Renée gedaan had om haar de twaalfduizend franken te schenken, die mij bij ons huwelijkscontract door den heel de Meslay toegekend waren, en zulks ten einde haar huwelijk met Olivier mogelijk te maken, vermeed zij het, zonder te hebben aangenomen of geweigerd, om met mij alleen te zijn, even alsof zij vreesde genoodzaakt te zijn om mij een bepaald antwoord te geven. En daar schreef Olivier mij dat hij een groot succes behaald had, zoowel wat den roem als wat het finantieele betreft, en hij vraagde mijof ik nu het oogen- blik niet gunstig achtte om bij mijne moeder aanzoek te doen om de hand van Renée, van wier toestemming hij zich zeker waande. Ik liet zijn brief aan mijne zuster lezen. Zij las dien met achteloosheid, en terwijl zij hem mij terug gaf, verliet zij mij, en droeg mij op om Olivier van harentwege geluk te wenschen als ik hem eens schreef! Wat kon ik nu aan hem schrij ven, bij zulk eene onverschilligheid van de zijde van diegene door wie hij zich verbeeldt dat hij bemind wordt? Zoo zat ik daar dan nu te midden van mijne verlegenheden, toen de markies de Coathuel kwam om ons maar vooral Renée te verzoeken van wél te willen de honneurs waarnemen bij gelegenheid van eene groote partij, die hij over eenige dagen geeft aan de notabiliteiten in den omtrek. De glimlach en de weinige verwonde ring, waarmede mijne zuster dat nieuws vernam, deden mij veronderstellen dat zij het verwacht had, en ik werd er zeker van toen ik den blik opmerkte, dien zij met den markies wisselde, toen mijne moeder de uitnoodiging aannam. Het scheen dus ernstig te zullen worden, en toen wij aan tafel zaten, meende ik mijne moeder te moeten doen opmerken tot wat uitleggingen onze tegen woordigheid op Coathuel, onder zulke omstan digheden, niet al aanleiding zou kunnen geven. „Wat voor uitleggingen?" vraagde mijne moeder. - „Zal men niet gaan veronderstellen," voer ik voort, zonder mij te storen aan den bijna drei genden blik, dien Renée op mij vestigde, „zal men niet gaan veronderstellen, en dat wel met eenigeu schijn van reden, dat, wanneer de mar kies, na de slechts zeer weinig nauwe betrek kingen die er tot dusverre tusschen hem en ons bestonden, ons kiest, in plaats van leden zijner familie of personen met wie hij op meer intie- men voet is, dat alsdan de betrekkingen tus schen hem en ons van aard veranderd zijn of op het punt zijn van te veranderen?" „Ik begrijp u niet, mijne dochter." „Nu dan, moeder, dan zal ik mij nader ver klaren. Ik weet dat de markies werk maakt van Renée." „Dat is voor 't eerst dat ik er van hoor. Maar, ondersteld eens dat zulks zoo ware, dan zou dat, dunkt mij, voor uwe zuster al zeer gelukkig zijn; iemand van het aanzien van mijnheer de Coath uel kan niet anders hebben dan eerlijke bedoe lingen „Mij dunkt dat gij eerst daarvan de zeker heid zoudt moeten hebben, voor dat gij uwe dochter liet compromitteeren door iemand, die „....dien mijne voorzichtige zuster liever voor zich zelve zou willen behouden, al moest zij mij daarom eerst een dwaas huwelijk doen aan gaan met onzen zeer waarden neef!" viel Renée in, op een toon van haatdragenden toorn, die mij schrik aanjoeg. „Ik?" riep ik uit, ten hoogste verontwaardigd. „Dat kunt gij niet in ernst gelooven, arm kindl Maar aangezien ik begrijpen kan wie u die ge- meene verdenking heeft doen opvatten, vergeef ik ze u." „Maar waarop rust dan nu die geheele histo rie?" vraagde mijne moeder. Daarop verhaalde ik haar al hetgeen ik had opgemerkt sedert het ongeval van Renée op Co athuel, en daarna, terwijl ik zooveel mogelijk vermeed de medeplichtigheid mijner zuster te laten uitkomen, hoezeer die thans voor mij bo ven allen twijfel verheven is. Mijne moeder hoorde mij aan, haalde de schou ders op, verweet mij dat ik „ook in alles een roman zag", en besloot met te zeggen, dat, al zouden wij het willen, het van nu af toch reeds onmogelijk was om het woord, aan den markies gegeven, terug te nemen. Voor haar ver schoont de positie van den heer de Coathuel al les wat met Olivier zoo vreeselijk ernstig zou geleken hebben. Ik gaf het op om haar te over tuigen, maar ik heb thans aan Olivier geschre ven om te komen. Hij zou mij niet gelooven, als ik hem dat alles moest verhalen, en ook hij zou mij misschien kunnen verdenken van dubbelhar tigheid. Het is dus beter dat hij komt en dat hij zelf eene laatste poging beproeft. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1869 | | pagina 2