N°. 2944. Woensdag A°; 1869. 15 September. Feuilleton van liet „Leidsch Dagblad". LMDSGH DAGBLAD PRIJS DKZËR COURANT. Voor Leiden, per 3 maandenƒ3.00. Franco per post3.85. Afzonderlijke Nommers0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIEN. Voor iederen regel0.15. Grootere letter naar de plaatsruimte die zij beslaau. Leiden, 14 September. Zevende Internationaal Statistisch. Congres. [Na-Congres.) De officieele afgevaardigden naar het Statistisch Congres vergaderden gisteren voor het laatst in een der lokalen van de Tweede Kamer der Staten Generaal, onder praesidium van den heer Von Baumhauer. 1 Overeenkomstig een voorstel van den heer Engel werd besloten, een zoo volledig mogelijken cata logus van de zijde van het Congres samen te stellen, met gebruikmaking, zooveel doenlijk van alle andere bronnen uit verschillende landen, en medewerking daartoe van onderscheidene buree- len en ambtenaven. Na eenige discussie werd op voorstel van den heer Quetelet besloten 0111 een internationaal jaar boekje voor de statistiek uit te geven, nadat de heer Maëstri zich bereid had verklaard 0111 zich het eerste jaar met de vervaardiging daarvan te belasten. De heer David, wegens zijnen hoogen leeftijd, niet verwachtende, dat hij weder aan het volgend Congres zou kunnen deelnemen, betuigt zijn har lijken dank wegens de welwillendheid, door zijn medeleden aan hem, als een der oudste leden van het Congres, betoond. De heer Quetelet verklaarde dat hij voornemens j was geweest zich in gelijken geest uit te drukken. Beide verklaringen ondervonden de toejuiebin- I gen der aanwezige leden. De heer Von Baumhauer bedankte ten slotte de [vergadering voor liet in hem gestelde vertrouwen. Hij hoopte zijn medeleden bij het volgend Con- gres in goeden welstand terug te zien en hoopte dat de goede uitslag van de handelingen van het Cougres niet achterwege zou blijven. De heer Wolowski meende de tolk der verga dering te zijn, wanneer hij uit haren naam den dank te kennen gaf over de goede leiding der werkzaamheden door den heer Von Baumhauer, en hare erkentelijkheid betuigde over de goede ontvangst, aan de gedelegeerden en aan de leden van het Congres te 's-Gravenhage te beurt ge vallen, waarop de Vergadering door den waar uemenden voorzitter werd gesloten. Volgens liet voorstel van den heer Engel (afgevJ uit Pruisen), betrekkelijk een algemeen plan van internationale en vergelijkende Statistiek, zouden de onderscheiden gedeelten der statistiek door elk der landen vertegenwoordigd op het jongst Con gres, in dezer voege behandeld worden 1 Grondgebied: door Rusland en Finland. 2 Be volking: a. Staat der bevolking door Zweden. b. Nationaliteiten, door Oostenrijk, c. Loop der bevolking, behalve de oorzaken der sterfte, door België (den heer Heuschling). d. Oorzaken der sterfte en Gezondheidstoestand, door Engeland (den heer Farr). e. Sterftetafelen, door België (den heer Quetelet). 3 Grondeigendom: a. Niet gebouwde, door Frankrijk (den heer Legoyt). b. Gebouwde, door Beieren. -1. LandbouwFrankrijk en Ierland. 5 Veestapel: Frankrijk. 6 Landbouw: Hongarije. 7 Boschwezen, jacht: Baden. 8 Vis scherij (zee- en rivier): Nederland. 9 Mijnen en werkplaatsen: Rusland. 10 Nijverheid: Pruisen. 11 Handel (uit- en invoer): Engeland (den heer Valpy). 12 Scheepvaart (zeevaart): Noorwegen; Riviervaart: Rusland. 13 Middelen van gemeen schap: a. Posterijen en telegrafen: Denemarken; b. spoorwegen: Hessen. 1+ Verzekeringen: a. le vensverzekeringen Pruisen en Thüringeu (den heer Hopp)b. brandverzeker.Beierenc. landb. verzeker, (hagel, vee enz.): Frankrijk; d. trans portverzekering: Hamburg. 15 Credietinstellingen en banken voor het volk: Zwitserland. 16 Waar borg a. SpaarkassenItaliëb. kassen van ouder lingen waarborg van bijstand en steun voor den ouderdom: Pruisen. 17 Algemeene liefdadigheid Italië. 18 EeredienstenOostenrijk. 19 Openbaar onderwijs: Oostenrijk. 20 Justitie: a. burgerlijke en handelsjutitieFrankrijk (den heer Yvernès); b. crimineele statistiek: Nederland. 21 Gevange niswezen: Denemarken. 22 Geldmiddelen: Wur- temberg. 23 Leger; Baden. 21 Zeewezen (volgens het later aanbod door den afgev. Balanguer, Spanje). Nadat deze verdeeling was geschied, is overeen gekomen dat de bescheiden dezer internationale vergelijkende statistiek in het Fransch zullen worden opgemaakt; dat men zich bij de aanwij zingen van water en gebergten van het schrijf- stelsel bedienen zal, en de munteenheid de frank zal zijn; dat men in den regel de vergelijking niet hooger dan tot 1853 (het eerste zittingjaar van het Congres) opvoeren zaldat men zich spoedig aan den arbeid zal begeven, ten eiude reeds aan het volgend Congres een reeks van die bescheiden kunne worden overgelegd; dat men den vorm en druk zal volgen van het 1"» deel der internationale statistiek, door de heeren Quetelet en Heuschling te leveren. dentschap van den Raad van Indië en tevens daartegen, dat de Minister, die anders zooveel fermeteit aan den dag legt, het bestuur over In dië nog steeds in handen laat van den heer Mijer. Schr. is van oordeel, dat men te veel con- sideratiën gebruikt, om dezen of genen niet voor het hoofd te stooten, ten gevolge waarvan alles blijft zooals het is. Een correspondent uit 's-Hage van de Arnh. Cl. geeft zijne bevreemding er over te kennen, dat de generaal Knoop thans reeds, op grond van punt 1 van art. 38 der wet op de bevordering enz., en dus met het oog op zijne verkiezing tot lid der Staten-Generael, op non-activiteit is ge steld. De gereraal moet nog als lid toegelaten worden, en punt 1 van gemeld art. 3S is op hem nog niet toepasselijk. Nog meer bevreemd:ng heeft te 's-Hage, in de militaire wereld, de keuze van zijn opvolger verwekt. De generaal Van Dedem, zegt men, is niet heter of niet slechter dan de andere genevaals, maar men had verwacht dat de Mi nister van Oorlog van deze gelegenheid gebruik zou hebben gemaakt, om eens een goede greep en een eersten stap te doen tot verbetering van het gehalte der generaal-officieren, dat, te oor- deelen naar het algemeen gerucht, zoo omtrent gelijk schijnt te stellen met het gehalte der Oos- tenrijksche generaals, vóór den laatsten oorlog. Indien dit zoo is, dan kan de heer Stieltjes, ge- looven wij, gerust voorstellen ook de overige ge neraals af te schaffen, en zal de Kamer zeker wel gezind zijn op dien weg mede te gaan. - Die zelfde correspondent komt ook op tegen het zoo langen tijd onvervuld laten van het vice-presi- Aan het Vadert, wordt uit Zeeland wederom be richt gezonden van een geval van mishandeling op de Koninklijke Militaire Academie te Breda van den cadet C.,eenzoogenaamden „baar" (groen), ten gevolge van welke mishandelingen de vader van genoemden C. zich genoodzaakt zag zijn zoon van de Academie naar-huis te nemen, en de jon ge C. zijne carrière als genie-officier gebroken ziet. Wanneer zullen toch die jongelieden, die zich beleedigd zouden achten zoo men ze anders beschouwde dan als tot den beschaafden stand behoo.'end, eens inzien, dat het nrshandelen van zoogenaamde „baren" niets anders is dan een laffe onmannelijke verdrukking van éen door velen, en een getuigenis van hun eigen „baar heid"? Donderdag-namiddag had er te Scheveniugen, terwijl het Congres-diner gehouden werd, een eigenaardig schouwspel aan het straud plaats. Het betrof de toepassing van kapitein Stone Life Preserver, een toestel om zich in het water vrijelijk te kunnen bewegen, en daarop gedurende verschei dene dagen zelfs het leven te behouden, welke toe stel verleden jaar 0. a. te Havre, op de groote ten toonstelling aldaar, zoozeer de belangstelling heeft gaande gemaakt. De heer Stone is een Amerikaan, die in zijn vaderland gelijk in Enge land vele proeven met zijn toestel genomen heeft, die steeds met den besten uitslag zijn bekroond. De toestel bestaat uit een waterdichte gutta percha jas, die om de hand- en voetgewrichten waterdicht sluit, terwijl het hoofd door een even waterdichte kap wordt omvat. Voorts behoort tot dezen toe stel een breede houten gordel, waardoor de drager tegen zinken wordt behoed. Een paar loodeu gewichten, aan de voeten gehecht, houden het lichaam overeind. Kleine schilden zijn aan de handen bevestigd, en dienen als roer en stuur bij de beweging. De aldus toegeruste persoon krijgt bovendien eeue soort boei mede, waarin zich levensmiddelen voor verscheiden dagen be vinden. Het groot nut van dezen toestel tot redding van schipbreukelingen valt in het oog, en de proeven, door een heer en eene dame eergisteren genomen, strekten tot voldingend bewijs van de groote vrijheid van beweging met den toestel. Gedurende drie vierendeeluurs bleven- zij in zee, en het publiek was hier, gelijk in 't vorige jaar 0. a. dat te Parijs, niet weinig verrast, toen het heiden vuurpijlen zag afsteken, een sigaartje rooken of een courant lezen. Donderdag hadden beiden aan het Kanaal in tegenwoordigheid van Z. M. den Koning, mede met het beste gevolg soortgelijke proeven genomen. Het drietal, door Curatoren van 't Ev. Luth. seminarie te Amsterdam gevormd ter vervulling der plaats, opengevallen door 't overlijden van prof. Domela Nieuwenliuis, bestaat uit de HH. G. D. J. Martens, J. A. Böhringer en II. Heijen, predikanten te Vlissingen, Maastricht en 's-Gra- venhage. De minister van oorlog heeft ter kennis ge bracht van de betrokken autoriteiten en van de milicien-verlofgangers der lichting van 1S65, be- hoorende tot het regiment grenadiers en jagers en de overige regimenten infanterie, dat hij, daar toe gemachtigd bij Koninklijk besluit van den o^Hon Juni jl„ n°. 23, heden de vereischte bevelen heeft uitgevaardigd om de gemelde verlofgangers in werkelijken dienst op te roepen, ten einde ge durende hoogstens 30 dagen in den wapenhandel geoefend te worden. De bedoelde miliciens, bij openbare kennisge ving in de gemeenten opgeroepen, zullen zich, ditmaal, rechtstreeks begeven naar het bataljon waartoe zij behooren, en daarbij op den 16d«" September e. k., vóór -1 uren des namiddags, moeten aankomen. Voor zoo veel de standplaats van het bataljon meer dan 30 mijlen van hunne woonplaats is verwijderd, zal aan de miliciens, door de zorg van den burgemeester der gemeente, het gewone reisgeld verstrekt worden. Uit deze gemeente zijn opgeroepen: Cornelis Karstens, Ilubertus Nicolaos Kuiters, Isaac Jacobus Berlemon, Thomas Josué Pierre Mol les, Johannes Ilereur, David Blansjaar, Hendrik Mieremet, Abraham 't Hart, Hendrik Ilermanus Blote, Hendrik Buitendijk, Jacobus Duk, Gerrit Tisseur, MarcusNicolaas De Mey, Hermanus Adri- anus'.Kienjet,(Johannes Arnoldus Den Dopper, Izaak Blijleve, Johannes Jacobus Martijn, Pieter Van Zon neveld, Hendrik Henzen, Pieter Van Helden, Hen drik Jacobus Duikers, Willem Frederik Prins, Gerardus Johannes Boekwijt, George Kwaadgras, Johan Frits Landesbergen, Carel Casper Foppe, Gerardus Martinus Seyn, Johannes PaulusChris- tiaanse, Maarten Waasdorp, Jan Hendrik Lafeber, Dirk Kramer, Dirk Hendrik Couvée, Abraham Van Kampen, Pieter Kwestro, Floris Van der Steen Jan Vilders, Adam De Vrind, Johannes Benning, Marcus Loeber, Izaak Delmeer, Abraham Plan ken, Jacob Boechmer, Jan Ostry Stephanas, Nico laas Smittenaar, Jacobus Planjer, Johannes Berg, Huihert Van den Wijngaard, Hendrik Stouten, Matthijs De Wit, Jan Van Dam, Johannes Bekooy, Willem Boot, Johannes Jacobus Voorzaat, Jan Laman, Mattheus Bleijleve/Leonardus Oosterbeek Gerrit Mulder, Coenraad Duykers, Pieter Schou ten, Wilhelmus Ilendricus Lut, Johan Wilhelm Van Wingen, Daniel Van der Lelie, Vincent Fak kel, Gerrit Van der Glas, Jan Willem Smit, Simon Van Luin, Jacobus Loeber, Pieter Oudshoorn, Willem Bernardus Antonius Van Harteveldt, Ja cobus Johannes Ouwerkerk, Jacobus Ouwerkerk, Antonie Bezie, Daniel Johannes De Haas, Paulus Timotheus Mizee, Herman Gerrard Augustinus ROMANESKE JONGEJUFVROUWEN. NAAR HET FRANSCH VAN JULES KERGOMARD. Vervolg.) Het was zeer klaarblijkelijk niet om mijnent wil, daar ik tijdens het leven van mijnheer de Meslay mij nimmer had willen verwaardigen acht te slaan op de oogverdraaiingen en de me lancholieke houdingen waarmee ik niets hoege naamd ophad. Dus was het om Renée; maar met welk doel? En waarom moedigde Renée zelve hem aan? Wat nu ook de bedoeling mocht zijn van den heer de Coalhuel, huwelijk of ver leiding, en welke ook de beweegredenen waren van mijne zuster, verraad of kinderspel, in allen gevalle was het mijn plicht om ongerust te zijn, over mijne moeder hare dochter zonder bescher ming liet, en Olivier mij opgedragen had voor zijn geluk te waken. Ik wachtte, oin aan Olivier te antwoorden, totdat Renée mij haar vertrouwen zou heb ben geschonken, en mij daardoor gelegenheid zou hebben gegeven 0111 haar te polsen met be trekking tot hare gevoelens en hare plannen voor de toekomst. Het kwam mij zóo ongeloo- felijk voor dat zij eene liefde niet zou beant woorden, die mij zoo onberekenbaar gelukkig zou hebben gemaakt, dat ik voor Olivier geene ongerustheid koesterde, en- dat de achter houdendheid mijner zuster te mijwaart, mij voorkwam het natuurlijk en ijverzuchtig egoisme des 'geluks te zijn. Hij zelf drukte, in zijn eer sten brief aan mij, zooveel vertrouwen op de toe komst uit en zoo weinig ongeduld om haar te verwezenlijken, dat ik het in 't geheel niet noodig oordeelde om nog eene teederheid aan te moedi gen, die zoo volslagen vrij was van zwakheden, en evenmin als haar te verontrusten zonder gewich tige oorzaken. Bovendien zou het mij onmogelijk geweest zijn om, zelfs van verre en met woorden mee te houwen aan die fraaie en wreede lucht- kasteelen, die hij voor ons drieën, en zelfs voor ons vieren maakt; want, niet tevreden met te verlangen dat ik met Renée en hem zal samen wonen, maakt hij bovendien nog plannen om mij later aan een zijner vrienden uit te huwe- lijkenMen praat veel over de wreedheid der vrouwen! maar ik twijfel toch zeer of eene vrouw wel ooit onwillekeurig zóo wreedaardig zou kunnen zijn. Evenwel heeft zijne optimisti sche gerustheid, die reeds eenigszins geschokt was geworden door mijn stilzwijgen, een harden schok gekregen door het bekend worden van het huwelijk van mejufvrouw de Gury. Hoewel Olivier dat meisje als een slachtoffer beschouwt en beklaagt, laat hij toch eene zekere ongerust heid doorschemeren met betrekking tot de ge voelens van Renée, die hare vriendin en hare vertrouwelinge was. In zijn tweeden brief be kent hij mij platweg dat het niet was om over mij te spreken, toen hij mij zijn eersten schreef, maar opdat ik in mijn antwoord over haar zou schrijven. Dat is vernederend voor mijne eigen liefde; maar mijn hart is te smartelijk gewond, dan dat het de prikjes, aan mijn hoogmoed toe gebracht, óok nog zou voelen. Die brief deed mij intusschen besluiten om mijne houding van enkele opmerkster te laten varen. Ik had er nu genoeg van gezien en geraden, om zeker te zijn dat Renée, terwijl zij Olivier „zoowat op hare manier" beminde, geen genoegzamen eerbied betoonde voor de plichten, die men aan eene waarachtige liefde verschuldigd is. Ik wilde eene verklaring uitlokken, en daardoor tot zekerheid komen, ten einde mijne zuster te doen ornkee- reu, bijaldien zij, zooals ik dacht, slechts schuldig was aan onbedachtzaamheid, en ten einde hem, die haar beminde, te waarschuwen, bijaldien zijn zoete droom ernstig gevaar liep. Te gelijker tijd dat de brief van Olivier aan mij bezorgd werd, kwam ook die, waarin mejufvrouw de Gury ons kennis gaf van haar voorgenomen hu welijk, en ons uitnoodigde om daarbij tegenwoor dig te zijn. De geringe verwondering, die Renée toonde bij dat zoo heel vreemde nieuws, beves tigde mij in mijn vermoeden dat zij er reeds sinds langen tijd op was voorbereid geweest. Ik nam haar dus waar, en toen ik haar een uur later alleen zag in het park, ging ik naar haar toe en vraagde haar: wat zij dacht van het hu welijk harer vriendin? „Zij is wel gelukkigI" antwoordde zij mij daarop, op een toon van innige overtuiging, die mij verpletterde. „Gelukkig!" riep ik uit, toen ik eindelijk weer kracht kreeg om te kunnen spreken. „Ge looft gij dan dat een jong meisje zulk eene verbindtenis kan sluiten en daarin gelukkig zijn „En waarom niet? Het komt mij voor dat daarin alles aanwezig is wat men zou kunnen begeeren: fortuin, maatschappelijke positie en geschiktheid. Is de heer Bonnet niet van adel,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1869 | | pagina 1