N°. 2943.
Dinsdag
A». i860.
14 September.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden, per 3 maandenƒ3.00.
Franco per post3.85.
Afzonderlijke Nommers9.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Voor iederen regel0.15.
Grootere letter naar de plaatsruimte die zij bealaan.
Lelden, 13 September.
Zevende Internationaal Statistisch Congres.
(Zitting van Zaterdag.)
De algemeene vergadering van het Statistisch
Congres werd Zaterdag-morgen om halftien door
den onder-voorzitter, den heer Vissering, geopend.
Daar Vrijdags slechts een viertal rapporten waren
afgedaan, was er nog heel wat te doen over.
Aan het bewustzijn hiervan was het denkelijk
toe te schrijven, dat al de conclusiën der sectiën
achter elkander zonder discussie werden aange
nomen, zoodat niet minder dan vijftien rappor
ten vóór de pauze in behandeling konden komen.
De meesten dier rapporten waren zeer zaakrijk;
sommige, waaronder wij dat van den heer As
ser over de maatschappijen bij aandeelen en dat
van den heer Van Soest over de koloniale sta
tistiek vermelden, waren tevens amusaut.
Na de pauze waren verschillende voorstellen
en mededeelingen aan de orde. In de eerste plaats
werd behandeld een voorstel van den heer Vis-
schers en eeu dertigtal andere leden van het
Congres, strekkende om de Regeeringen uit te
noodigen tot invoering van een stelsel van maten
en gewichten gelijk in Frankrijk en verschil
lende landen bestaat, en tot bevordering der
munteenheid door middel van internationale
overeenkomsten. Ten aanzien der. eenheid van
maten en gewichten deden verschillende sprekers
mededeelingen, waaruit bleek dat die eenheid
reeds in vele landen bereikt is. Wat de inter
nationale munteenheid aangaat, verklaarde de
heer Bachiene zich met dit denkbeeld ingeno
men, zonder evenwel de aan de verwezelijking
verbonden moeilijkheden te miskennen; de heer
Vrolik meende dat het Nederlandsch muntstel
sel, dat goed is, eerst dan behoeft gewijzigd te
worden, wanneer Frankrijk, Engeland en Duitsch-
land de munteenheid verkregen zullen hebben.
Een interruptie van lord Houghton, dat in En
geland thans reeds een pond sterling 25 franken
waard is, benam aan deze redeneering de helft
van haar kracht. Wij meenen dat de nog over
gebleven kracht grootendeels verloren gaat door
de opmerkingen, dat wij wel éen goed maar niet
het goede, munstelsel hebben, en dat internatio
nale munteenheid zeker nooit zou verkregen wor
den, indien alle ministers van financiën homo
geen waren met den heer Vrolik, en ieder het
laatst van allen het muntstelsel van hun land
wilde veranderen. Overigens had niemand er
bezwaar tegen, dat het bureel verklaarde aan
den in zeer algemeene termen vervatten wensch
van de heeren Visschers c. s. te willen voldoen.
Twee voorstellen mochten zonder veel moeite
de goedkeuring van hel Congres wegdragen
éen van den heer Buggies, om, overwegende dat
wellicht spoedig de Nieuwe Wereld demiddeleu
van bestaan der Oude Wereld zou moeteu aan
vullen, den wensch uit te spreken dat op een
volgend congres elke uatie de noodige opgaven
mocht doen omtrent haar middelen van bestaan;
een tweede van een der Engelsche afgevaardig
den, dat het Congres aan de regeeringen zou
verzoeken om voor het volgend congres een mi
litaire statistiek van de verschillende landen te
verzamelen.
Het laatstgenoemd voorstel was voorafgegaan
door eenige belangrijke mededeelingen van den
lieer Engel namens het comité tot beraming van
een plan tot eeu vergelijkende statistiek der ver
schillen le natiën. De gedelegeerden werden ver
zocht Maandag en Dinsdag bijeen te komen
om hierover te beraadslagen. Volgens dit plan
zouden aan ieder volk een of meer takken van be
drijf worden opgedrageu om er een internationale
statistiek over samen te stellen; aldus zou men
een statistiek verkrijgen gelijk de wereld er nog
nimmer een gezien heeft. De heer Wolowski
bracht den heer Engel in welsprekende taal war
men dank voor zijne werkzaamheden in deze
gewichtige zaak, die hij niet aarzelde als „le
couronnement suprème de la statistique'' te be
stempelen.
Daarop stelde de heer Worms voor, bij het
volgend Congres een afdeeling voor openbaar
onderwijs in te stellen; het deed hem leed dat
zulk een afdeeling ditmaal niet bestaan had, om-
dat hij gehoopt had in dit opzicht veel van Ne
derland te leeren. De heer Von Baumhauer ant
woordde, dat hij hoogen prijs stelde op het open
baar onderwijs, maar begrepen had dat het beter
Was vijf of zes onderwerpen grondig te behan
delen dan een grooter aautal oppervlakkig. Ove
rigens had hij niets tegen het voorstel van den
heer Worms; de Voorzitter even voor de pauze
had de heer Fock het praesidium overgenomen
verklaarde dat dit een punt van overweging voor
het volgend congres zou uitmaken.
Vervolgens werd door den heer Von Baumhauer
medegdeeld, dat het na-congres Maandag om 10
uren in 't bijzijn van stenographen zou aanvangen,
terwijl de Voorzitter kennis gaf dat verscheiden le
den der regelingscommissie de aandacht der vol
gende regelingscommissie wenschten te vestigen op
de wenschelijkheid van de afscheiding der statistiek
van den mensch van het doel en de grenzen dei-
statistiek.
Alsnu gaf de heer Von Baumhauer het Congres
in overweging aan de gedelegeerden van de ver
schillende mogendheden de meest mogelijke vrij
heid te laten in het voorstellen van de stad voor
het volgend Congres; maar aan de regelingscom
missie de eindbeslissing over te laten. (Algemeene
toejuiching.).
Mr. Far, Engelsch gedelegeerde, vereenigt zich
met het gevoelen van den geëerden vorigen spre
ker, en acht het, wanneer hij de orde van denk
beelden van Pascal Duprat wilde volgen, dans
l'élat acluel de l'Europe" het best, Petersburg voor
het volgend Congres aan te wijzen.
De heer Balaguerre, Spaansch gedelegeerde,
zou zich volstrekt niet verzetten tegen de plaats
die bepaald mocht wordenneen, hij besteeg de
tribune om een aangenamen plicht te vervullen, een
plicht waarmede hij zich ten hoogste vereerd ge
voelde én om de zaak èn om de schare die hem zou
aanvaarden. Die plicht schreef hem voor uit naam
van het Spaansch regentschap eene uitnoodiging te
richten tot het Congres, of het lichaam dat zich
met de regeling dier zaak belastte, om het vol
gend Congres in Spanje te houden. Van deze
officieele opdracht wenschte hij zich nu naar zijn
vermogen te kwijten. Er was een tijd dat men
zich in Spanje onveilig waande; die tijd is voorbij.
In Spanje bestaat nu dezelfde vrijheid waaronder
zoo vele natiën zoo gelukkig voortleven. Spanje
zou er trotsch op zijn dit aan den vreemdeling
proefondervindelijk te bewijzen. Dit is een van
de hoofdredenen waarom het Regentschap het
Congres zoo gaarne in zijn midden zag.
Maar er is nog iets. Er was een tijd dat een
Fransch koning de uitdrukking bezigde„il n'ya
pas de Pyrenées"; ook die tijd is voorbij, want
nooit zijn de Pyreneën hooger geweest dan
op den huidigen dag. Maar, voegde hij hier on
middellijk bij, er zijn geen)Pyreneën voor den voor
uitgang, de vrijheid en de wetenschap; die kunnen
haar ongedeerd overschrijden(Langdurige en
warme toejuichingen.)
In naam dan van het vrije Spanje, van het
Spanje van den vooruitgang en der wetenschap
en van het Regentschap bied ik u de gastvrij
heid aan voor het volgend CongresI (Daverende
toejuichingen.)
De heer Wolowski was gestemd voor het voor
stel van den heer Von Baumhauer en gaf de
regelingscommissie in overweging, dit weldoor
dacht voorstel over te nemen, want deze zaak is-
ten volle toevertrouwd aan een lichaam, dat zoo
zeer op het vertrouwen van het Congres mag
aanspraak maken.
De heer Semenow, Russisch gedelegeerde, draagt
eene uitnoodiging voor van de Russische regee
ring om het volgend Congres te Petersburg te
vereenigen.
De heer De Bouchen, Russisch gedelegeerde,
wenschte bij deze uitnoodiging te voegen die van
zijne laudgenootendie van de geheele natie
waartoe hij behoort. Hij kent hare gevoelens
en durft, gerust ten deze op hare onverholen
goedkeuring rekenen.
Hij is overtuigd dat er zwarigheden bestaan;
de afstand, het klimaat en de reis zijn zeer moei
lijk. Daaraan schrijft hij toe dat Rusland van het
overige Europa vervreemd is. Hij hoopt evenwel
dat al die hinderpalen over het hoofd zullen
gezien worden door toe te geven aan den vurigen
wensch van Rusland om eene vereeniging van
zulke verlichte mannen in zijn midden te zien.
Hij maakte zich-sterk dat de ontvangst schitte
rend zou zijn en de bezoekers hoogst tevreden
Rusland zouden verlaten.
De heer Maestri, Italiaansch afgevaardigde,
ondersteunt ten sterkste Petersburg.
De heer Schleijer, Russisch gedelegeerde, richt
eene uitnoodiging tot het Congres namens de
„Société impériale libre économique te St. Peters
burg", eene vereeniging die meer dan 100 jaar
bestaat en opgericht werd door keizerin Kathe-
rina. Voorts had de IJzeren-Spoorweg-Maatschappij
hem opgedragen het Congres mede te deelen,
dat zij de gedelegeerden gratis zal overbrengen
van de Pruisische grenzen naar Petersburg; van
daar naar Moskou en vervolgens naar Nidsnino-
vogorod; zoodat de afgevaardigden niet alleen de
inwendige instellingen van Petersburg, maar ook
van het binnenland van Rusland in oogenschouw'
zullen kunnen nemen.
De heer Mensniakoff richt gelijke uitnoodiging
tot het Congres namens de „Société libre de géo-
graphie Statistique te St. Petersburg."
De Voorzitter, de Minister van Binnenlandsche
Zaken, geeft te kennen dat de regelingscommissie
de gastvrije uitnoodigingen van Petersburg en
Madrid in overweging zal nemen en de uitslag
van haar beraad nader zal mededeelen.
Z. Exc. de Minister van Binnenl. Zaken
heeft de zittingen van het congres gesloten met
de volgende rede: Het congres, Mijne Heeren,
heeft zijne werkzaamheden ten einde gebracht.
Moeilijk valt 't het gewicht en het nut van
uwen arbeid te schatten. Maar mijns inziens
zijn talrijke en hoogstbelangrijke onderwerpen
door u overwogen en in stemming gebracht;
zoodoende heeft de wetenschap eene groote im-
pulsie erlangd; veel is er gedaan, maar er is
nog veel te verrichten overgebleven.
Vergunt mij, Mijne Heeren, in dit plechtig
scheidingsuur, waarop wij ons voor langen tijd
het vaarwel toeroepen, u aan te sporen uwe
studiën met die krachtige toewijding voort te zet
ten, welke uit de liefde, voor de wetenschap voort
vloeit, en welke strekt tot bestrijding van on
kunde, ondeugd en ellende.
Mijne Heeren, ik koester de hoop, dat de be
roemde geleerden, die in ons midden hebben
vertoefd, wanneer zij in hun tand zullen zijn
wedergekeerd, kunnen zeggen dat Nederland is
blijven volharden in de liefde voor de vrijheid;
dat de vrije wetenschap met ernst hier te lande
beoefend wordt, en welke oprechte en hartelijke
gastvrijheid beantwoord heeft aan de toewijding
aan het edele doel, dat ons heeft doen bijeen
komen.
Eenige leden van het statistisch congres heb
ben Vrijdag-voormiddag onder voorzitting van
den heer Newmarch een vergadering gehouden,
waarin vooral de militaire economie besproken
werd naar aanleiding van gewichtige mededee
lingen, door den heer Chadwick gedaan.
Met het oog op de ontzettende kosten der staande
legers en do wapeuingen van dezen tijd, werd
de wenschelijkheid uitgedrukt, dat dit punt een
onderwerp van onderzoek voor een volgend con
gres mocht uitmaken, en daaraan de vraag ver
bonden worden van het onderwijs in militaire
oefeningen op de scholen.
Wij vernemen dat onderscheidene buitenland-
sche gedelegeerden op het Internationaal Statis
tisch Congres, alvorens naar hunne Staten terug
te keeren, een bezoek zullen brengen aan Oui-
merschans, Frederiksoord, Mettray en Bronbeek.
In de September-aflevering van The l'orlnightli/
Review komt onder den titel van: „Public education
in Holland" een overzicht van ons middelbaar en
lager onderwijs voor, waarin men o. a. leest:
„In wat opzicht de Hollanders ook bij anderen
mogen achterstaan, in het gewichtig stuk der op
voeding behoeven zij voor geen enkele natie van
Europa onder te doen. Ik zonder zelfs Pruisen
niet uit; het zou toch gemakkelijk vallen aan
te toonen, dat het openhaar ouderwijs voor alle
standen in Holland op veel breeder, gezonder en
hooger beginselen steunt, en een wat meer vrij-
heidlievenden geest ademt, dan in liet land, waar
soldaten en politiebeambten nog altijd de eerste
rol spelen. Het is wellicht te bejammeren, dat
het Nederlandsch gouvernement verzuimde on de
Parijsche tentoonstelling het voorbeeld te volgen
van Pruisen en Amerika, die modellen van open
bare scholen ter wereldmis zonden; in dit depar
tement zou Hollands naam niet onder de laatsten
in de ranglijsten zijn voorgekomen
En verder, na er op gewezen te hebben hoe
de Hollanders voornamelijk overeenkomen met
de Engelschen in volharding, vasthoudendheid
en practischen zin, gaat de schr, voort: „Up
ditzelfde oogeublik wordt een wanhopige strijd
gestreden tusschen staatkundige en godsdienstige
vrijheid en vooruitgang aan de eene, en zelf
zuchtige reactie, vooroordeel en middeleeuwsoh
bijgeloof aan de andere zijde. Een strijd op leven
en dood is het, die daar in de Nederlanden woedt
tusschen de mannen van vooruitgang en de saam
verbonden vertegenwoordigers van dweperij, on
wetendheid en bekrompen eigenbelang. Het is de
oude geweldige strijd tussclieu licht en duisternis;
maar wanhopen zouden wij aan de menschheid
en aan het voortschrijden der beschaving, zoo
we ons lieten ontmoedigen of vervaard maken
door deze laatste flikkeringen van den geest der
reactie Het krachtig en deugdelijk zaad- van re
ligieuze, classieke eu positieve kennis, van ver
standelijke en zedelijke ontwikkeling is met ruime
hand in den vruchtbaren Hollandsehen bodem
gezaaid en zal vruchten, dragen, dertig-, zestig
en honderdvoud."
Wij lezen in de Arnh. Ct.: De min. van oorlog
heeft bepaald, dat ook de officieren der onbere
den wapens voortaan den sabelkoppel onder de
jas moeten dragen, en zulks wegens de groote
slijtage van dat kleedingstuk, ter plaatse waar
de koppel om het lijf sluit Sommigen willen be
weren, dat deze verandering geene verbetering is
de slijtage zou bij de bestaande koppels met zware
hoekige ornamenten vooral niet minder worden,
terwijl de jaspanden te lang zijn om de sabel op
de vereischte hoogte vrij te kunnen dragen. Zij
voorzien daarom eerlang nieuwe bepalingen om
trent de koppels zoowel als de uniformjassen,
en enkelen meenen zelfs, dat deze wijziging al
leen daarom bevolen is, dat de betrokken perso
nen nu eens zelf om, eene uniformverandering
zullen vragen. Wellicht is de uniformveranderings-
manie een nieuwe phase ingetreden en zullen
voortaan de officieren een adviseerende steui krij
gen in den raad, waar over hunne gelden beschikt
wordt.
Bij circulaire van den l(5d<5n Maart jl. heeft de
minister van binnenl. zaken het gevoelen van
eenige der voornaamste gemeentebesturen en van
de commissarissen in de provinciën gevraagd,
omtrent hetgeen behoort te worden verricht om
de juistheid der aanstaande tienjarige volkstel
ling te bevorderen.
Naar aanleiding van liet daarop gegeven aut-
woord heeft de minister bij circulaire van den
17do" Augustus jl. nadere beschouwingen op dit
punt medegedeeld.
Deze beide circulaires aan de aandachtige over
weging der gemeentebesturen aanbevolen, zijn
die gemeentebesturen, in verband met den inhoud
ervan, verzocht den commissarissen des Koniugs
1°. te melden, in welken staat de nummering
der gebouwen in hunne gemeente en hare ver
deeling in wijken of plaatselijke afdeelingen ver
keert;
2°. eene opgave te doen toekomen van het aan
tal gebouwen in elke wijk of plaatselijke afdee
ling (met vermelding der daaraan gegeven aan
duiding) hunner gemeente met ouderscheiding
a. hoevelc gehouwen binnen en builen de kom der
gemeente zijn gelegen; en b. hoevele er zijn be
woond
3°. mede te deelen: a. of de bevolkingsregisters,
wat betreft de aanwijzing der huizen, met de
bestaande nummering in overeenstemming zijn;
b. of in verhand met's ministers beschouwingen
het werk der telling aan meerdere personen onder
toezicht van eeu bepaald aan te wijzen persoon
zal geschieden, dan wel ol dat op andere wijze
zal plaats hebben, en welke zorg er is gedragen
voor de aansprakelijkheid der verschillende per
sonen die met de telling zullen worden belast;
c. of het door den minister berekend getal be-
noodigde inschrijvings-registers voldoende is te
achten, dan wel hoe groot hel aautal biljetten
zal behooren te zijn; waarbij wordt ingewacht
eene opgave der verschillende gebouwen of instel
lingen waaraan iiischrijvingsstaten moeten worden
uitgereikt, met aanwijzing van ieders bevolking
De commissarissen des Kunings verzoeken daarbij
aan de gemeentebesturen zoo spoedig doenlijk en
uiterlijk op den i"c» Uctober e. k hun antwoord
te ontvangen.
De stad 's-Hertogenbosch heelt voor f 100,U00
aandeel genomen in den geconcessioneerden spoor
weg Tilburg-Nijmegen