In de vergadering der inspecteurs van het lager onderwijs, den 24s'™ Juni jl. gehouden, kwam een punt in behandeling door den minis ter ter bespreking voorgesteld, van den volgenden inhoud „In hunne bijeenkomst van het vorige jaar hebbeji de inspecteurs, als middel om in het ge brek aan kweekelingen bij de lagere scholen te voorzien, ook gewezen op het aanstellen van vrouwelijke kweekelingen, die, waar zij werk zaam zijn, zeer goed voldoen. Overeenkomstig het voorstel der inspecteurs heb ik in dien zin een schrijven aan Gedep. Staten der onderschei dene provinciën gericht. In hoeverre deze aan schrijving reeds eenige vruchten heeft gedragen, is mij onbekend. Onlangs echter heb ik, door tusschenkomst van mijn ambtgenoot van buitenl. zaken, een schrijven van Zr. Ms. minister-resident te Stockholm ontvangen, waaruit blijkt dat in Zweden het onderwijs door vrouwen gegeven vrij algemeen is, meer en meer toeneemt en zeer nuttig wordt geacht. In verband met hetgeen dienaangaande door de inspecteurs werd mede gedeeld, scheen het mij niet zonder belang, hen met het. schrijven van gemelden minister-resident bekend te maken. Daarvan volgt alzoo hier een uittreksel „„Elke gemeente in Zweden, waar de kerkelijke en burgerlijke gemeente steeds éen zijn, moet minstens eene volksschool bezitten Bovendien vindt men in de meeste gemeenten, vooral in de steden en ten plattelande in de minst volkrijke, een aantal zoogenaamde kleine scholen, waar de jongste kinderen, vóór hunne opneming iu de volksschool, voorbereidend onderwijs ontvangen. De volksschool is staatsinrichting, de „kleine school" zaak der gemeenten, die daar steeds vrou welijke zoowel als mannelijke leeraars aangesteld hebben. In de volksschool, wier onderwijzers, op grond eener verordening van 18 Juni 1842 bij een der semenaria examen moeten afgelegd heb ben, werden geruimen tijd slechts mannen be noemd, totdat het koninklijk besluit van 21 Oc tober 1859, onder gelijke voorwaarde van af te leggen proeven van bekwaamheid, ook vrouwen benoembaar verklaarde. Terstond werd van die bevoegdheid ruimschoots gebruik gemaakt, zoodat reeds in 1S55 211 onderwijzeressen tegen 3250 onderwijzers in de openbare volksschool werk zaam waren. Merkwaardig genoeg zijn juist in de beide groote steden des lands bij voorkeur vrouwelijke leeraars aangewend: immers in 1867 waren er te Stockholm 105 onderwijzeressen tegen 37 onderwijzers; te Gothenberg 79 tegen 15. In die beide steden kunnen dan ook de uitkomsten der genomen proef het best, onderzocht en beoor deeld worden. Naar de eenstemmige getuigenis van allen, die ik over deze vraag onderhouden heb, zijn die uitkomsten van den meest verblij denden aard. Vooreerst heeft de aanwending van vrouwelijke leeraars, die zich met geringer loon tevreden stellen dan de onderwijzers, eene gel delijke besparing ten gevolge. In de tweede plaats wordt ook eene besparing van tijd ten bate van 't onderwijs verkregen, vermits de goede orde in de school door de onderwijzeres met veel gerin ger moeite en geleidelijker gehandhaafd wordt. Ter derde moet gelet \i orden op den heilzamen invloed, welken de verhouding lot de onderwij zeres uit den aard der zaak zoo geheel verschil lend van die tot den onderwijzer, ook op de inborst der schoolknapen uitoefent. Het antagonieke in de verhouding tegenover den meester, zoo na tuurlijk en door zoo velerlei omstandigheden ge voed, vervalt, voor een aanmerkelijk deel althans, tegenover de onderwijzeres. Deze heeft, ten vierde, dan ook veel grooter gemak en meerdere gele genheid om voor beschaving van den uiteriijken vorm te werken, en ik houd liet er voor, dat het aanwenden van vrouwelijke leeraars een der beste middelen is tegen ruwheid van taai en toon, dikwerf het gevolg, dikwerf ook de oorzaak van ruwheid van zeden."" De mededeelingeu uit Zweden zijn met veel belangstelling door de vergadering vernomen. Voor zooverre hier le lande onderwijzeressen op de lagere scholen zijn aangesteld, worden de uit komsten daarvan evenzeer bijzonder bevredigend bevonden. Het schrijven van den minister aan Gedeputeerde Stalen der onderscheidene provin ciën gericht, heeft hier en daar vruchten gedra gen, maar loch niet algemeen. Volgens het ge voelen der inspecteurs staan hier eenige beletse len in den weg, niet zoozeer tegen de aanstelling van vrouwelijke kweekelingen, als wel wat be treft voor die vrouwelijke kweekelingen het uit zicht in de toekomst, indien zij ook eene acte tot hulp- of hoofdonderwijzeres bekomen. De ge meentebesturen namelijk zijn niet gewoon eene onderwijzeres te nemen bij vacante hoofd- of hulponderwijzersplaatsen. Het zal niet zeer gemakkelijk vallen in die gewoonte verandering te brengen. Om onderwij zeressen aan het hoofd van eene school voor jon gens en meisjes te stellen, zou ook tegenspraak kunnen ontmoeten. Maar de inspecteurs houden het voor zeker, dat onderwijzeressen zeer geschikt zijn en soms meer geschikt dan onderwijzers voor het ouderwijs aan kinderen, b. v. tot den ouder dom van 8 of 9 jaren. Nu zou het wellicht niet ondoelmatig zijn indien de regeering de Gedepu teerde Staten uitnoodigde, de gemeentebesturen er aandachtig op te maken dat men bij de aan stelling voor de betrekking van hulponderwijzer evenzeer of alleen hulponderwijzeressen zou kun nen uitnoodigen, tevens met het oog op het zoo belangrijk onderwijs in de vrouwelijke handwer ken. Voor onderwijzeressen moge dan nog niet het uitzicht op eene zeer winstgevende betrek king geopend zijn, omdat men er wellicht nog niet zoo spoedig toe komen zal om ze als hoofd onderwijzeressen van eene school aan te stellen; voor sommigen, bijv. ook dochters van onderwij zers, beter in de gelegenheid om zich tot die be trekking voor te bereiden, zou toch zulk eene aanstelling wel eens gewenseht kunnen wezen, en hoogst waarschijnlijk zou het onderwijs er door winnen. Waar men, zoo als in grootere steden, afzonderlijke scholen voor kinderen van GS jaren oprichten kan, zijn vrouwelijke kwee kelingen en hulponderwijzeressen, zelfs ook hoofd onderwijzeressen, zeer aan te bevelen. De Arnh. Cl. verneemt met zekerheid, dat ter stond na de sluiting van het zittingjaar der Kamers, de heer Van Reenen zijn mandaat als volksver tegen vvoordiger zal neerleggen. Men verneemt, dat de hoofdinspecteur van den waterstaat, Conrad, voornemens is de plechtige opening van het kanaal van Suez bij te wonen, waarvoor hij' een tweeledige invitatie, zoowel van den Ivhedive zelf, als van de maatschappij heeft ontvangen. Het programma van de reis der genoodigden is als volgt: Zij, die hun reis tot het Suez-kanaal willen beperken, moeten den 7d8n November van Parijs vertrekken; zij, die ook IIoog-Egypte tot aan den eersten waterval willen bezoeken, moe ten 7 October van daar gaan en zich den 16d8n October te Kaïro bevinden; zij zullen tijdig ge noeg terug zijn oui bij de opening van het ka naal tegenwoordig te ziju. De terugtocht der genoodigden gaat, hetzij rechtstreeks van Alexandrië naar Marseille, of over Brindisi door Italië en Frankrijk. Bij deze gelegenheid is door de directie der Oostenrijksche Llyod éen extra-dienst georganiseerd, ten einde enkele personen in de gelegenheid te stellen, die opening en de daaraan verbonden festiviteiten bij te wonen. Echter zullen slechts 75 personen gebruik kunnen maken van de stoomboot America, die bekend is door haar comfort en door hare inrichtingeu aan boord voor passagiers l>te klasse. In aausluiting met het feestprogramma van de kanaal-maatschappij zal deze boot. het geheeie kanaal tot Suez bevaren en op de terugreis de passagiers in de gelegenheid stellen, Caïro en de Pyramideu te bezoeken. Gedurende deze reis, die heen en terug naar Triest ongeveer 20 dagen zal duren, kunnen de passagiers aan boord ver blijven. De kosten der reis heen en terug, tafel enz. daaronder begrepen, zijn 360 11. De dag van vertrek van Triëst zal nader worden bekend ge maakt. Zoodra 75 passagiers ingeschreven zijn, wordt de lijst gesloten. Zij, die van deze gele genheid gebruik wenschen te maken, kunnen zich wenden tot de heeren G. P. Ittman Zo nen, alhier, agenten voor Nederland der Oos tenrijksche Lloyd. Het Noorden schrijft: „Er is waarschijnlijk op dit oogenblik geene monarchie op aarde, waar het zoo wonderlijk toegaat als iu Beieren. Poli tiek wordt daar tegenwoordig niet behandeld, en nooit berichten de dagbladen, dat de koning met zijne ministers gearbeid heeft. Alleen het al of niet opvoeren eener Wagnersche opera geeft de bevolking gelegenheid om zich te herinneren, dat een koning over Beieren regeert. De koning heeft eene rggeeringsdaad gedaan, heette het plotseling lot ieders verbazing. De orkest-direc teur en de intendant der schouwburgen is ont slagen, omdat op den bestemden dag de nieuwe opera niet kan worden opgevoerd. Slechts de uitvoeringen in den schouwburg zijn bij machte den vorst naar zijne hoofdstad te voeren. Zelfs de groote tentoonstelling van kunstwerken, die duizenden vreemdelingen naurMiinchen duet stroo men, heeft hij ternauwernood met een blik verwaardigd, want met den stormpas doorsnelde bij de zalen, als wilde hij te kennen geven, dat hij zijns ondanks de expositie bezocht. Om de wereld bekommert hij zich niet, alleen wanneer zijne liefhebberijen in het spel komen, geeft hij teekenen van vorstelijk leven. De ministers dragen met verwonderlijke zie- lekalmte de verantwoordelijkheid voor dieniets- doende politiek. Met gelijke kalmte zien hoofd stad en land die zeldzame werkeloosheid aan. Dat zulk een toestand niet lang kan duren, kan een kind begrijpen. Welke nabuur kan achting hebben voor een staat, die zich zoo weinig, om zich zelve.n bekommert. De vraag is eenvoudig, wie het eerste ernstige woord tot Beieren spre ken zal. liet is te hopen; dat dat woord uit het volk zelf en niet van buiten komen zal. Eene. krachtige persoonlijkheid zou in de gege ven omstandigheden veel vermogen. Er behoeft slechts éen man op te staan, die klaar en dui delijk uitspreekt, wat duizenden in den lande gevoelen, en de ministers zouden ondervinden, dat hunne verantwoordelijkheid geen ijdele klank is." In de zitting van den Utreclitschen gemeente raad van Dinsdag, deelde de Voorz. mede, dat een telegram uit Leuven was ingekomen van den heer Van Westrbeene, vragende namens het bureel en vele congresleden, of Utrecht geneigd zou zijn, het 12de Nederlandsche Taal- en Letterkundig Congres een volgend jaar in zijn midden te ont vangen. Na eenige discussiën werd besloten per telegram Ie antwoorden, dut men liet een voorrecht zou achten het congres het volgend jaar hier vergaderd te zien. Gisteren is nog op de tentoonstelling van het Roode Kruis ingekomen een zwem- en redding toestel om bij schipbreuken,, zeegevechten enz. te dienen. Deze toestel is uitgevonden door den heer Bedford Tim, kapitein bij de Koninklijke EDgelsche Marine. Hiermede zullen proeven in het kanaal voor het tentoonstellingsgebouw worden genomen. Nog dagelijks komen zeer nuttige voorwerpen in, zoodat deze tentoonstelling inderdaad, naar mate zij langer is opengesteld, meer en meer in belangrijkheid toeneemt. De. catalogus zal dientengevolge met een sup plement worden verrijkt en op die wijze het onvolledige in deze opgave, door te late inzen dingen veroorzaakt, geheel worden aangevuld. Ter aanvulling en ook eenigszins ter verbete ring van ons bericht van gisteren omtrent, de her benoeming van de HH. Berg en Driessen tot. wet houders der gemeente Amsterdam, kan dienen dat eerstgenoemde heer met 19 van de 35 stem men werd herkozen, terwijl de heer Driessen 26 stemmen op zich vereenigde. Naar aanleiding van een minder juist bericht in de Leidscke Ct. omtrent den brand te Wasse naar van 3 September, schrijft onze. correspon dent ons van daar: Vrijdag-namiddag omstreeks 4 uren ontstond er brand in een hooiberg op een boerderij aan den Leidsche.n straatweg; de hooiberg, een schelft en schuur zijn een prooi der vlammen geworden. Gelukkig dat de wind hoe weinig die ook was, van de daar naast staande boerderij af was, daar die anders ook in groot gevaar verkeerde. Zoodra het onheil door klokgelui bekend werd, waren er spoedig twee spuiten aangebracht, waarvan die van Z. K. H. prins Frederik als met een vogelsnel- lieid op de plaats aanwezig was, en ook het eerst water op het brandende hooi loste. Den ganschen nacht en den volgenden morgen was de ijverige brandweer van Wassenaar bezig, om het smeu lende hooi te verwerken en uit te blusschen. In de vergadering van de plaatselijke commissie alhier ter oprichting van een nationaal gedenk- teeken voor November 1813 te Js-Hage, op 6 dezer gehouden, is de heer Mr. P. Du Rieu benoemd tot vertegenwoordiger bij de onthulling van het monument in het Willemspark op 17 Novem ber a. s. Het bestuur onzer plaatselijke commissie be staat thans uit de HH. Mr. P. Du Rieu, president, Mr. J. Van Outeren, vice-pres., P. J. De Fremery, thesaurier, en H. C. Hartevelt, secretaris. Wij vestigen de aandacht onzer jongere stad- genooLen op den cursus, welke door den heer Dekker Zaterdags van 2 tot 4 uren in de stads gehoorzaal wordt gegeven. Zijn onderwijs in het schoonschrijven is blijkens proeven reeds met den besten uitslag bekroond. Vooral de cur sus in loopend schrift is de aandacht overwaar- dig. Ook zijn taai-onderwijs (Engelsch en Fransch) wordt zeer geroemd, daar hij in be trekkelijk zeer korten tijd zijne leerlingen vol maakt op de hoogte brengt. Voor jougelui jdie voor den een of anderen lak van administratie worden opgeleid, zijn deze cursussen van groot belang. Wij waren tevens iu de gelegenheid een paar stukken uit zijn graphisch museum te bewon deren het waren producten van de hand des heeren Maurice Greiuer, hol kalligraaf te Weeuen. Het is bijna ongeloolelijk dal een kunstenaar zoo iels met de pen op het papier kan brengen. Wij raden iedereen Zaterdags van de gelegen heid te protiteeren om den heer Dekker een bezoek te brengen. Heden wordt van regeeringswege, ten behoeve der kamers van koophandel en fabrieken, ver meld bij 2 der circulaire iii de Staals-Courant van 29 Juni 1852, verzonden een exemplaar van het overzicht van den handel en de scheepvaart van het Britsche Koninkrijk over de maand en de zeven maanden geëindigd den SI"0" Juli jl. De audiëntie van den Minister van Binnen- laudsche Zaken zal op Zaterdag 11 öeptember niet plaats hebben. Z. M. heelt aan Mr. T. M. Roest van Limburg, hoogstdeszelfs Minister van Buitenlaudsche Zaken, vergunning verleend lot het aannemen en dragen der versierselen van grootkruis der orde van den Zahringer Leeuw en van die van grootkruis der orde van de IJzeren Kroon, hem respectievelijk door Z. K. H. den Groothertog van Baden en Z. M. den Keizer van Oostenrijk geschonken. Z. M. heeft aan L. J. De Jongh, medicinae doctor te 's-Gravenhage, vergunning verleend tot het aannemen en dragen der versierselen van kommandeur der orde van Karei den derden, hem door het voorloopig bewind van Spanje ge schonken Z. M. heeft de benoeming van A. A. Pronk tot scheepsklerk ingetrokken, en met ingang van den 16den daaraanvolgende ter zijner vervanging benoemd tot scheepsklerk hij de Nederlandsche zeemacht W. Van der Meer. Amsterdam, 3 September. Men verneemt dat de firma Paul Van Vlissingen c.. s. met het oog op de opening van den waterweg door de land engte van Suez, zes groote stoomschepen op stapel heeft gezet, bestemd voor de vaart op Indië. 's-Gravenhage, 8 Sept. Naar men verneemt, heeft Z. K. H. de Graaf van Vlaanderen op de ten toonstelling van schilderijen te Brussel voor zijn kabinet aangekocht de ook hier bekende schil derij van den heer S. L. Verveer: „het netten boeten te Scheveningeu." 's-Gravenhage, 9 Sept. Beriiardus Martinus Van der Velden is wegens moedwilligen doodslag op den persoon van Van der Meyden tot 3jarige correctioneele gevangenisstraf veroordeeld. Door Burgemeester en Wethouders is in de raadszitting van gisteren mededeeling gedaan, dat de laatstelijk gehouden tentoonstelling van kunst werken een batig saldo van f 973.03' voor de gemeentekas heeft opgeleverd. Rotterdam, 9 Sept. Het korps Koninklijke scherp schutters alhier heeft heden van Z. M. den Ko ning een prachtig cadeau ontvangen om te dienen als prijs voor den wedstrijd, op a. s. Vrijdag te houden. Het geschenk bestaat in een kandelaar en een inktkoker. Djslfshaven, 8 September. Tot wethouder dezer gemeente is herkozen de heer J. Lourens. De kamer van koophandel alhier heeft zich tot den gemeenteraad gewend met verzoek pogingen in het werk te stellen om in het belang van het algemeen een doorloopenden dagdienst op het rijks telegraaf-kantoor binnen deze gemeente te verkrijgen. Dordrecht, 7 September. In de zitting van den gemeenteraad vau heden is aangenomen een voorstel van de commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs, om de leerlingen der La- tijnsche school het onderwijs in de moderne talen aan de. hoogere burgerschool te doen genieten, in plaats vau aan de Lutijnsche school zelve, zooals thans plaats heeft. Hillegersbkrg, S September. In deze gemeente is de tongblaar onder het rundvee uitgebroken. Vele kalveren, die de melk hebben gedronken van aan die ziekte lijdend vee, sterven. Frederiksookd, 7 September. De heer W. J. Hanekuijk te Haarlem schonk in 1867 aan de Maatschappij van Weldadigheid een certificaat 214 pCt. Nationale Werkelijke Schuld groot f 1000 zoowel tot gedeeltelijke dekking van het tekort volgens het toen uitgebracht verslag van 1S66, als omdat ZEd.G. daaruit gezien had, dat de po gingen vau IIH. Commissarissen tot instandhou ding van de Maatschappij van Weldadigheid aan vankelijk met een gunstigen uitslag werden bekroond. Dezer dagen ontvingen HH. Commissarissen van genoemden heer weder een certificaat 2pCt. Werkelijke Schuld groot f 1000 en zulks vooral naar aanleiding van de lezing van het jaarboekje over 1869 en het verslag in de algemeene verga dering van 1 Juni j.l. door Commissarissen uitge bracht. Het is ons aangenaam weder zulk een sprekend bewijs van belangstelling te mogen vernielden, waardoor niet alleen krachtig tot de instandhou ding dezer instelling wordt bijgedragen, maar tevens het bewijs gegeven van toenemende sym pathie voor de Maatschappij van Weldadigheid. Smilde, 6 September. Als een merkwaardig voerbeeld van meer dan trouwe plichtsbetrach ting kan uit het naburige Oostervvolde gemeld worden, althans zoo verhaalt men met zekerheid, dat bij den brievengaarder Saldaar, zich voor eenige dagen eene arbeidersvrouw vervoegde om een postwissel, groot 14, dien ze van haren man, elders werkzaam, ontvangen had voor klin kende specie te verwisselen. De inwisseling had echter dien dag geen plaats maar werd verschoven tot een nader bepaalden dag en uur. De vrouw verscheen, de wissel werd geteekend en overgegeven en de brievengaarder bood haar f 20 in muntpapier aan, voorgevende het niet anders te kunnen passen. Daar de beurs van eene arbeidersvrouw gewoonlijk in tering- achtigen toestand verkeert, was goede raad duur om de. teruggave van 6 te kunnen doen. Onze ijverige postbeambte had echter reeds vooraf maatregelen van voorzorg tot wegruiming van eventueel ontstane hindernissen genomenhij be gaf zich dientengevolge met de beide muntbil jetten naar eene zijkamer, waar eene andere vrouw hem wachtende was. Dat individu was dadelijk tot wisselen gereed, J overhandigde den postbeambte een gequiteerde

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1869 | | pagina 2