N°. 2940.
Vrijdag
A°. 1869.
ÏO September.
LEIDSCe
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leidenper 3 maanden3.00.
Franco per post3.85.
Afzonderlijke Nommers0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DKR ADVÏÏETENTIEN.
Voor iederen regel...0.15.
Grootere letter naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Lelden9 September.
Zevende Internationaal Statistisch Congres.
(Vervolg van de zitting op Dinsdag).
l"e Afdeeling. Theorie en toepassing der Statistiek.
Er wordt een voorstel aangenomen, om te ver
klaren dat de regeeringen het hoogste belang
hebben bij de bekwaamheid en den ijver der
gemeentelijke en provinciale ambtenaren, en mid
delen behooren in 't werk te stellen om een
rechtstreekschen en voortdurenden band te schep
pen tusschen deze beambten en het centraal-bu-
reel voor statistiek, terwijl tevens de wensch is
uitgesproken, dat de statistiek meer en meer deel
van het onderwijs moge uitmaken.
Voorts is nog de wensch uitgesproken, dat in
die landen, waar een minder gebruikelijke laai
wordt gesproken, een vertaling in een algemeen
verspreide laai worde bijgevoegd.
De volgende voorstellen van den heer Von
Baumhauer worden aangenomen
1°. De aandacht te vestigen op het belang van
de nauwkeurigheid der rapporten.
2°. Den wensch uit te spreken dat in elke ge
boorte acte de ouderdom der ouders wordt uitge
drukt en dat deze gegevens in rnaandelijksche
tabellen worden verzameld met onderscheiding
van gehuwde en ongehuwde moeders.
3°. Te verklaren dat zoowel het aantal waar
nemingen als haar aard of hoedanigheid moeten
worden gekend, en
4°. dat in een reeks groote getallen dequalita-
tieve waarde berekend wordt naar de afwijkin
gen dezer getallen.
('Zitting van Woensdag).
Aan de orde is de graphische methode. Op voor
stel van den rapporteur, den heer Obreen, neemt
de vergadering het volgende besluit. „Het Con
gres, overwegende dat de graphisehe methode
zeer geschikt is voor het euregistreeren en voor
de algemeen making der statistieke wetenschap
pen, drukt den wensch uit, dat de ollicieele sta
tistieke stukken vergezeld gaan van kaarten en
diagrammen." Voorts is aangenomen een voorstel
van den heer Engel, ten einde den wensch uit
te drukken, dat meu zich op het aanstaand Con
gres versta over de beteekenis der teekens, waar
van men zich op de statistieke kaarten zal be
dienen gelijk men zich hieromtrent verstaan heeft,
wat de geologische kaarten betreft.
De gedelegeerden uit de verschillende landen
doen mededeeling van de wijze, waarop hij hen
te lande dit onderwerp geregeld is.
Eindelijk neemt men in plaats van de eerste
alinea van het voorstel van het rapport het vol
gende amendement aan van den heer Legoyt,
waarmede de rapporteur zich vereenigt:
De regeeringen van de landen, beheerd wor
dende uit het oogpunt der verklaring van de
akte van den burgelijken stand, zooals die door
den Code Napoleon is geschied, zullen worden
uitgenoodigd maatregelen te nemen, geschikt om
het aantal kinderen te doen kennen
1°. Levend geboren ter wereld gekomen.
2°. Levend geboren doch vóór de aangifte over
leden.
Als doodgeboren kind zal worden beschouwd
de zesmaandsche vrucht. In plaats van de 2deal.
wordt aangenomen het voorstel van den heer
DavidDat in de andere landen, waar de wet
wezenlijk doodgeborenen erkent, de ambtenaar
van den burgelijken stand gehouden zal zijn in
de registers de doodgeborenen in te schrijven
als zoodanig, afgescheiden van de overledenen,
welke ook de levensduur moge geweest ziju.
Eindelijk neemt men nog een voorstel aan van
de heeren Heuschling en Janssens, strekkende
dat de doodgeborenen in de registers zullen wor
den ingeschreven, zonder bij de berekeningen
van den loop der bevolking in aanmerking te
komen.
2d0 Afdeeling. Civiel- en Handelsrecht.
(Vervolg van de zitting van Dinsdag)
Aan de orde is het rapport van den heer Van
Hugenpoth over de goederen in de doode hand:
de conclusie luidt, dat het congres urgent zal
verklaren de kennis van de doode hand en den
wensch zal uiten, dat de regeeringen de gegevens
verzamelen voor een ollicieele statistiek.
Enkele deelen van het rapport en van de rede
van -den heer Hugenpoth, ter verdediging van
dit rapport gehouden, werden bestreden door
den heer Mr. J. Heemskerk Azn. Eene verklaring
van urgentie achtte hij onnoodig, terwijl hij de
dwangmaatregelen door den heer Hugenpoth
voorgesteld om de noodige gegevens, zelfs van de
personnes interposées te verkrijgen, achtte in strijd
met de vrijheid, en als moetende leiden tot een
inquisitoriaal onderzoek.
De heer Rollin-Jacquemins verklaarde zich ook
tegen dat rapport. Hij achtte dat men nog den
besten weg zou inslaan, door een statistiek op te ma
ken van hetgeen uit de verschillende processen,
door onterfde personen tegen de personnes inter
posées ingesteld, hieromtrent mocht blijken.
Zitting van Woensdag.
De discussien over de doode hand worden voort
gezet. De heer Hugenpoth verklaart, dat men
hem verkeerd begrepen had en dat hij hij het
onderzoek geen straffen wilde bepalen om de na-
latigen daartoe te dwingen. De heer Visschers
meent dat men het belang van de quaestie over
drijft. Wat verlangt men te weten? De roerende
goederen, daarvan is het onmogelijk, om eenige
gegevens te verzamelen. Het onderzoek zal zich
alzoo tot de onroerende moeten bepalenen nu
is het in die landen, waar een kadaster bestaat,
volkomen bekend hoeveel daarvan aangetrokken
enz, behoort. In België nn is dit zeer gering,
'lm« van al'e onroerende goederen.
Andere sprekers wijzen nog op de moeilijkheid
van ook de personnes interposées bij dit onder
zoek te vinden, terwijl nog door eenigen de
quaestie wordt opgeworpen in hoeverre hier ook
de goederen aan maatschappijen behoorend be
doeld worden. Er wordt duidelijk aangetoond,
dat deze buiten de quaestie liggen. Ten slotte
wordt een voorstel aangenomen van den heer
Rollin, om aan de regeeringen den wensch ken
baar te maken, dat zij opgaven verzamelen van
de wetgevingen op de doode hand en van haren
tegenwoordigen staat. De kennis hiervan, zoo
verdedigde de voorsteller zijne conclusie, toch in
de allereerste plaats voor een juiste statistiek.
In de middagzitting bracht de heer IJvernes
rapport uit over het verhandelde in de afdeeling
betreffende dit krachtig procedeeren.
Daarna kwam in behandeling het rapport van
Mr. M. De Vries over de faillissementen.
Heden voortzetting.
Sde Afdeeling. Financiën
(Zitting van Dinsdag en Woensdag.)
De beraadslaging over de vraag betreffende het
jaarlijksch nationaal inkomen wordt voortgezet.
De pogingen in verschillende landen aangewend
om tot zoodanige statistiek te geraken, steunende
óf op de inkomsten van den landbouw, óf op de
kadastrale grondslagen, óf op de inkomsten der
industrie, worden medegedeeld. Zoo was volgens
de zienswijze van de Engelsche deskundigen de
income-tax volkomen vatbaar bij zoodanige bere
kening in aanmerking te komen. In Beieren had
men als uitgangspunt voor die berekening de
bruto-opbrengst van den landbouw; zoo ook in
Oostenrijk, in dit opzicht van Hongarije, afgeschei
den. Pruisen had eveneens grondslagen naar de
statistieke gegevens der inlustrie gereed, zoodat
men hoopte in het volgend jaar mededeelingen
te kunnen doen.
De lieer Bachiene deelde mede dat ook in Ne
derland elementen voor deze gewichtige bereke
ning bestaan. Eindelijk wees de voorz. den heer
Vrolik, oud-min. van fin., aan van deze discussien
en inlichtingen van de deskundigen het rapport
voor het aanstaand congres in gereedheid te bren
gen, met verzoek om daarin het congres uit te
noodigen 1° de elementen van de directeuren
der statistieke bureaux (de gehoorde deskun
digen) zooveel mogelijk volledig te maken en
daarbij te voegen een beroep op de statistieke
bureaux om in navolging van Pruisen de statis
tiek van de industrie te voltooien, waardoor men
een stap verder zou gebracht worden tot de oplos
sing van dit moeilijke vraagstuk.
Ten slotte doet de heer Bachiene voorlezing van
zijn rapport eu conclusie voor het aanstaand con
gres nopens het onderwerp: de kadastrale sta
tistiek.
4d® Afdeeling. Visscherij en handel.
(Vervolg der zitting van Dinsdag.)
Drie voorstellen, door den heer Pislorius opge
maakt, na overleg met de leden, die in de vorige
zitting aan de beraadslaging hebben deelgenomen,
worden achtereenvolgens in discussie gebracht eu
aangenomen.
1°. Het is van het hoogste belang, dat de ver
schillende Regeeringen een onderzoek instellen
naar de geloofwaardigheid der handelsstatistie
ken, en, zoo noodig, de middelen trachten te
vinden om haar nauwkeurigheid beter te verze
keren. Dit voorstel wordt zonder opmerkingen
aangenomen.
2°. In aanmerking nemende de weinige con
trole, die in sommige landen bestaat op de aan
gifte van goederen die vrij van rechten zijn, uit
het Congres den wensch, dat de verschillende
gouvernementen maatregelen zullen nemen om
de nauwkeurigheid der aangiften te verzekeren,
hetzij door de bepaling eener boete, ot van een
droit de balance, of iets dergelijks. Een amen
dement van den heer Ivluge, die het voorstel
alleen op de hoeveelheid en niet op de waarde
der koopwaren wilde laten slaan, wordt na eenige
discussie verworpen, waarna het voorstel wordt
aangenomen.
3°. Het Congres spreekt den wensch uit naar
een algemeene herziening van de rangschikking
en nomenclatuur der tabellen van in- uit- en
doorvoer; met dat doel worden de Regeeringen
uitgenoodigd om een internationale commissie te
benoemen ten einde zich omtrent deze zaak te
verstaan; wel te verstaan dat het voorgesteld
onderzoek geen betrekking zal hebben tot de
nomenclatuur der tarieven. Na langdurige dis
cussien over de voorgestelde commissie van ge
delegeerden der Regeeriugen wordt een tegen
voorstel, strekkende om door het Congres een
commissie te laten benoemen tot opstelling van
een geschrift om die zaak voor te bereiden, met
8 tegen 6 stemmen verworpen en het eerste voor
stel aangenomen.
Op voorstel van den heer Maëstri wordt beslo
ten om aan het Congres voor te stellen, voor het
volgende Congres de vraag aan de orde le bren
gen, hoe grooter eenvormigheid kan worden be
reikt in de rangschikking en nomenclatuur der
tabellen van het vervoer van koopwaren, open
baar gemaakt door de administration der spoor
wegen.
(Zitting van Woensdag).
Aan de orde is de discussie over de Visscherijen.
De heer Van Becck Vollenhoven, wijzende op
de groote belangrijkheid der door den heer Wisch-
nekoff uit Rusland overgelegde brochure van den
heer Danilcwsky over de visscherijen in Rusland,
noodigt dezen uit eenige nadere inlichtingen
hieromtrent te geven.
De heer Wischnekoft" voldoet aan dit verlangen
en geeft uitvoerige inlichtingen over den omvang
der visscherijen in Rusland en de wetgeving al
daar, en omschrijft de wijze waarop de statistieke
gegevens in dat Rijk hieromtrent; worden) ver
zameld.
In verband met deze inlichting wordt langdu
rig besproken de beste wijze waarop eene inter
nationale statistiek zou kunnen worden vervaar
digd, aan welk debat werd deelgenomen door de
HH. Buys, Wischnekoff, Pollen, Maas, Van Beeck
Vollenhoven, Klüge, Moynier en den president.
Over het formuleeren van den ten aanzien der
statistiek van deze visscherij uit te spreken wensch,
zijn de gevoelens verdeeld wat de redactie betreft,
zoodat besloten wordt de redactie, op te dragen
aan de HH. Maas, Buys, Van Beeck Vollenhoven
en Wischnekoff. In de middagzitting stelt deze
commissie voor om de volgende vraagpunten aan de
verschillende regeeringen voor te leggen
1°. Welke zijn de soorten der visscherij waar
mede men zich bezig houdt?
2°. Welke zijn de werktuigen en andere ge
reedschappen die tot deze visscherij dienen
3°. Welke zijn de middenprijzen van die werk
tuigen en dier gereedschappen?
4°. Op welke tijdstippen des jaars hebben die
visscherijen plaats?
5°. Welke is het getal der personen, bij die
soorten van visscherijen betrokken?
6°. Welke is de werkelijke opbrengst in't jaar
18 voor elk van die soorten van visscherij ge
weest en
a. Voornaamste soorten en qualileiten dier
visschen
b. De middenprijs van die visschen, hetzijver-
sche, gerookte of gepekelde.
Deze onderdèelen worden achtervolgens bedis
cussieerd en met overgroote meerderheid aange
nomen.
Voorts is het raport van den heer v. Beeck
Vollenhoven, betrekking hebbende zoowel op de
zee- als de riviervisscherijen enz., in behandeling
genomen en de conclusie er van aangenomen.
Op voorstel van den heer Bottemanne wordt
nog besloten: 1«. den wensch uit te drukken tot
bespoediging van het opmaken der statistieke
gegevens en 2°. dat ook in de tabellen zal wor
den vermeld de tonneninhoud.
De werkzaamheden dezer sectie zijn hiermede
afgeloopen. Heden te 2 uren resumtie van het
algemeen rapport.
5de Afdeeling. Statistiek der Koloniën.
(Vervolg der zitting van Dinsdag.)
Omtrent het derde punt, verklarende de nood
zakelijkheid dat de statistieke opnemingen moe
ten plaats hebben onder leiding van Europeanen,
met medewerking van een inlandsch personeel
ontstaat een belangrijke discussie. Dat alleen
Europeanen aangewezen zouden worden om met
de leiding belast te worden, wordt door sommigen
afgekeurd.
Met betrekking tot het vierde punt wordt een
discussie gevoerd over de werkzaamheden der
dessa schrijvers op Java ten aanzien der statistieke
opnemingen. De vergadering besluit, aangezien
de derde en vierde vraag aan éen zelfde gedachte
beantwoorden, den heer Vethop te dragen inde
vergadering van den volgenden dag een nieuwe
redactie dier vragen ter tafel te brengen.
Zitting van Woensdag).
Prof. Vetli stelt voor de derde en vierde reso
lutie aldus in eene vraag te redigeeren: De sta
tistieke opnemingen en het geregelde bijhouden
der veranderingen door permanent statistische
bureaux zijn in de kolouiale bezittingen alleen
mogelijk onder de leiding van mannen, die op
de hoogte van de wetenschappelijke beschaving
der Europeanen zijn, en met behulp van inland-
sche beamblcnschrijvers. Het is wenschelijk, dat de
regeeringen pogingen aanwenden om een in
landsch personeel te vormen, dat in staat is,
om goed zijn taak te vervullen, en dat zij zorg
drage, dat dit personeel goed gerenumereerd
worde.
De vergadering hecht aan deze wijziging hare
goedkeuring.
Omtrent de mogelijkheid der invoering van
registers van den burgerlijken stand op Java en
over de waarde die aan bestaande dessa-registers
mag gegeven worden, werd eene langdurige dis
cussie geopend.
Naar aanleiding van de zesde resolutie wordt
eene discussie gevoerd over den aard der volks
verhuizingen in onze overzeesche bezittingen.
Nadat de behandeling der resolutie geëindigd
is, verleent de voorzitter het woord aan die le
den die mededeelingen aan de sectie hebben
toegezegd
Prof. Veth leest eene bijdrage voor, welke de
strekking heeft om vaste graden aan te wijzen
ter bepaling van de meerdere of mindere waar
schijnlijkheid van koloniale cijfers; hij stelt voor
ze onder vier graden te kunnen rangschikken.
De heer Bleeker draagt eene statistieke mede
deeling voor omtrent de töeneming der bevol
king op Java, in vergelijking met den aanwas
der bevolking in de Europeesche staten. Uit die
mededeeling blijkt, dat bijkans in geen Euro
peesche staat de bevolking zoo toeneemt als op
Java.
De heer A. II. van der Gon Netscher doet uit
voerige mededeelingen omtrent de gevolgen van
de afschaffing der slavernij in de verschillende
koloniën. De spreker levert een belangrijk betoog,
om de bezwaren aan te wijzen, waarmede de in
voering van eigen arbeid in de W. I. koloniën
der verschillende mogendheden heeft te kampen
gehad, en resumeert zijn betoog in breedvoerige
resolutiën, waarin hij zijne inzichten omtrent de
immigratie mededeelt. Zijn betoog lokt eenige
discussie uit.
Hiermede zijn de werkzaamheden der sectie
afgeloopen.
De receptie, door den Minister van Builenl.
Zaken eergisterenavond gehouden, was luis
terrijk en talrijk bezocht. Alle ollicieele gedele
geerden ten Congresse woonden haar bij.
De minister van binnenlandsche zaken heeft
bij missive van den 12d™ Augustus 1SG0, naar
aanleiding van het verhandelde in de twaalfde
bijeenkomst der inspecteurs van het lager onder
wijs, gedep. staten der provinciën verzocht, de
aaudacht der gemeentebesturen te vestigen op een
aldaar besproken onderwerp.