mocht komen te vallen, de benoeming van een regent uit eigen beweging aan het Wetgevend Lichaam over te laten. Vroeg of laat zal Napo leon toch eenmaal alles op éen kaart moeten zetten en er op of er onder moeten spelen. Frankrijk. Les jours se suivent et se ressemblenl, mag het van de Senaatszittingen heeten, die, na de rede van den neef, haar grootste belang verloren hebben. Het stemmen is in de hooge vergadering sino- niem geworden met goedkeuren en men verwacht elke dag de algeheele aanneming van het senaats besluit te vernemen, zooals het door de com missie is gewijzigd. Onder hen die voor het amendement Bonjean stemden, moet ook prins Napoleon genoemd worden, die expresselijk in den Senaat verschenen was, om zijne stem uit te brengen. Dat de prins een andermaal nog in deze zitting het woord zal voeren, is niet waar schijnlijk. De berichten omtrent de gezondheidstoestand van den Souverein blijven even tegenstrijdig: terwijl de Patrie komt melden, dat de Keizer audiëntie verleend en den ministerraad gepresi deerd heeft, worden beide berichten door de even eens officieuse Public formeel weersproken; het stilzwijgen dat de Journal Officiel en Ie Peuple Frnngais in acht nemen, strekt bovendien niet om het publiek omtrent den staat van 's Keizers ongesteldheid juist in te lichten, 't Schijnt echter niet, dat de Keizer zoo bijzonder wel is, want het kamp van Chalons wordt weldra opgebro ken, de cent-gardes hebben bevel ontvangen naar Parijs teiug te keeren, en zelfs de officieuse pers betwijfelt, of de Keizerin zich wel naar het Oosten zal begeven. Omtrent de opheffing der militaire commande- menten verneemt men nader, dat die te Parijs en Lyon waarschijnlijk zullen behouden blijven de Minister van Oorlog, de gederaal Leboeuf, zou echter niet ongeneigd zijn tet de opheffing der Keizerlijke garde over te gaan; wat daarvan komen zal moet echter de tijd leeren. Garnier Pagès heeft tot zijne "kiezers een brief gericht, waarin hij eene vergelijking maakt tus- schen de constitutie van 1842 en de door het senatus-consult gewijzigde grondwet van 1852, en de lange reeks nog ontbrekende vrijheden opsomt. Hij eindigt met de bewering, dat eene ernstige wijziging der constitutie niet aan de uit verkorenen der regeering, maar aan de door het volk gekozenen moet worden toevertrouwd. De Reveil deelt het volgend schrijven van Ledru Rollin mede „Rechtens, ja, kan ik vrij in Frankrijk terug- keeren. Maar tusschen het recht en het feit is er nog altijd dezelfde afgrond. „Feitelijk en ik kan u de echtheid van dit bericht waarborgen werd, zoodra de amnestie ge- teekend was, in de havens bevel gegeven om mij te arresleeren, als ik er voel aan wal zette. Ik zou in verzekerde bewaring blijven totdat men mijne beweerde medeplichtigen van Cayenne zou heb ben laten komen, om ze met mij te confronteeren. „Indien ook de geheele periodieke drukpers zich voor mij in de bres had gesteld, op deze juridieke tegenwerping zou geen antwoord moge lijk geweest zijnLedru Rollin ontkent, anderen verzekeren het tegendeel, eene confrontatie is dus het eenige middel. „Ik zou niet licht hebben kunnen besluiten, om mij aan de keizerlijke justitie te onderwerpen. Intusschen zou ik niet geaarzeld hebben, indien hier van eene gewone detentie sprake ware ge weest. Maar gij weet, helaas! hoeveel tijd noodig is om naar Cayenne te gaan en terug te keeren, vooral als er weinig goede wil is. Dat is eene zaak, waarmede maanden en maanden heengaan. „En ik erken, dat het vooruitzicht, door allen als zeker gesteld, om als het ware eindeloos tus schen vier muren opgesloten te worden, weinig aanlokkelijks voor mij had. „Maar vooral wensch ik het verschil tusschen de theorie en de practijk, tusschen het recht en het geweld goed te doen uitkomen, opdat men niet in den waan verkeere, dat het alleen van mij afhangt, om naar Frankrijk terug te komen, en dat ik niet wil. „Altijd heb ik gemeend dat mijn plicht mij te Parijs riep, te midden van u allen, die voortdu rend strijd voert, en het zou mij dus grieven, in dien mijne oude kameraden, en vooral indien de vurige jeugd, de brave werklieden, welke mij in de laatste dagen zooveel bewijzen van sympathie gegeven hebben, konden gelooven, dat ik mij zeer goed in mijn rol van uitgewekene kan schikken. Ik eerbiedig de gemoedsbezwaren van hen, die ver van het middelpunt van handelen blijven, maar hunne bezwaren zeiven heb ik nimmer gedeeld." In zijne portretten-galerij levert Louis Ulbach de volgende schets van den her tog van Aumale. De hertog van Aumale, ,die tot een fel beproefd geslacht behoort, werd in 1S22 geboren en be reidde zich voor zijne beste werken in 1848 voor. De 24!le Februari trof de vorsten; de 2dt December trof de burgers. Sedert dien tijd heeft de hertog van Aumale zijn degen in de galerijen van Twic kenham opgehangen met het devies: „ik zal wachten." De hertog van Aumale heeft een ijzeren li chaam. Vermoeienis kent hij niet. Zonder eenige rust te nemen, reist hij twee dagen en drie nach ten door, gaat den ganschen dag op de jacht, springt over heggen en sloten, en geeft, ten zij- nent teruggekeerd, zich niet aan rust over, maar schrijft, maakt aanteekeningen, houdt zich met zaken bezig en spreekt met een vuur en luim, als had hij niet menig stuk wild nagejaagd en verscheidene uren achter elkander gedraafd. Wei nig mannen hebben zoozeer als hij den smaak in de oefeningen van het lichaam aan dien van den geest gepaard. Hij herinnert aan Condé; hij doet ons aan Hendrik IV denken zonder het stuitende in diens galanteriën. De hertog brengt elk jaar de season te Twic kenham door. Hij bezoekt dikwijls Londen en de Engelsche kringen, waarin hij vele vrienden telt. Hij is lid van de Club, die alle celebritei- ten des lands op intellectueel gebied onder hare leden telt, en zelden verzuimt hij een diner, waar hij een Tennyson, Carlisle, Grote en ook Glad stone met andere staatsmannen van groote lite raire verdienste kan vinden. Zelf oefent hij op Twickenham de ruimste gastvrijheid uit. Hij ontvangt er de uitstekendste mannen van alle partijen, whigs, tories, radica len, en brengt allen in verbazing wegens zijne ken nis van 's lands zaken, die zich tot in de gering ste bijzonderheden uitstrekt. Doch hij is niet te vreden, zoo hij onder de leden der Engelsche aristocratie niet eenige vertegenwoordigers der letteren, der kunsten, der wetenschappen ziet, en vooral niet, zoo hij niet een Franschman ontdekt, aan wien hij de honneurs zijner vriendschap in 't buitenland kan bewijzen. Ongedwongen in zijn omgang, toenaderend je gens elk, gaarne behagende, in eene volmaakte evenred;gbeid de hoffelijkheid van een grand seig neur, en de militaire rondheid aan artistieke fijn heid parende, nu eens vertrouwelijk met iemand sprekende, dan weder terughoudend buigzaam van aard, redeoeerende zonder te twisten, onder richtend zonder te vervelen, zou hij niet lang buiten een kring van beschaafde, verlichte en vlugge Franschen kunnen zijn, die, evenals hij, alle onderwerpen weten aau te roeren, zonder in den betoogtrant te vallen. Hij is bijzonder ingenomen met Zwitserland wegens den kleinen kring van letterkundigen te Genève, waar hij talrijke vrienden heeft, en vooral', wegens de militaire en burgerdeugden des lands. De hertog vertoeft in de herfst- en winter maanden op een buitenverblijf, dat het eigendom is van den graaf van Worcester. Niets eenvou diger dan dit klein Engelsch verblijf, vol kom fort, maar zonder luxe. De jacht is daar de ge liefkoosde bezigheid, 's Avonds is de familie, en wie er komt, in een studeervertrek om een groote tafel vereenigd, waar elk het boek, het dagblad, het tijdschrift zijner keus ter hand neemt. Men dineert er op elk uur van den dag, in alle klee ding, ook in jachtcostuum, maar zelden in het zwart. De vensters geven uitzicht op de vallei van de Avon, de rivier, aan wier oevers Shakes peare geboren was. Daar, gedurende de lange winteravonden, die in Engeland langer zijn dan in Frankrijk, of gedurende de dagen dat het vriest of aanhoudend regent, leest men, schrijft men, werkt men op zijn gemak. Daar voelt men zich niet meer alleen, hetzij dat men, de voeten tegen den vuurhaard uitge strekt, zich aan droomerijen overgeeft, of dat men nadenkt over de vooroordeelen der volken, die in den bedrieglijken waan verkeeren, dat de bal lingschap een voorzorg is tegen de eerzuchtigen en haar slechts tot eene verschrikkelijke marte ling voor de onschuldigen maken. De onvrucht bare levendigheid der jachtpartijen, ach hoe weinig strekt ze om het ongeduld tot bedaren te brengen van die energieke mannen, die van be geerte branden om zich aan eene groote zaak te wijden." Ulbach eindigt zijne schets met deze woorden: „Ik erken, dat ik er een genoegen in gevonden heb, dien goeden burger van koninklijke afkomst en met republikeinsche deugden te schetsendien Franschman, dien geene amnestie van het gezag in Frankrijk kan terugvoeren, maar tegen wien het volk evenwel niet gezegd heeft: Nooit!" TELEGRAAIMEN. Madrid, li Sept. De Imparcial verklaart de can- didatuur van den hertog de Montpensier naar den troon voor eene onmogelijkheid, daar zij com plicaties met het buitenland, in 't bijzonder met Engeland en Pruisen, ten gevolge zou hebben; ook de candidatuur van Alphonso, Isabella's zoon, acht genoemd blad onmogelijk, omdat deze de politiek der Bourbons zou moeten volgen en zijne moeder bijstaan. De krijgsraad heeft twee Carlisten ter dood veroordeeld, maar men hoopt op wijziging der straf. Parijs, 6 Sept. De verontrustende berichten die op de Beurs omtrent den gezondheidstoestand des Keizers verspreid waren, zijn ten eenenmale on juist. De Keizer heeft een gedeelte van den voor middag doorgebracht met volgens gewoonte te dicteeren. De daling der fondsen op de Beurs is voornamelijk een gevolg van de daling op de Duitsche beurzen. In den Senaat hebben Delisle, d'Aguesseau, Larabit en anderen het woord gevoerdde amen dementen zijn verworpen, alle artikelen aange nomen. Het ontwerp is in zijn geheel aangeno men met 134 tegen 3 stemmen. Na de voorlezing van het prorogatie-decreet scheidde de vergade- ring, met den kreet: „Leve de Keizer." Bucharest, 6 Sept. Vorst Karei is uit het leger teruggekeerd. De [buitengewone zitting der Ka mer is met een boodschap van den vorst geopend. In de troonrede wordt Je hoop uitgedrukt, dat de Senaat de door de Kamer goedgekeurde wets ontwerpen zal aannemen. Nieuwe wets-voorstel- len zullen voor de samenroeping der gewone zit ting niet ingediend worden. Bij vermelding van de reis des vorsten werd zijn voornemen mede gedeeld om een nieuwe reis naar Duitschland te ondernemen. Bern, 6 Sept. In antwoord op de nota van den Beierschen minister Von Hohenlohe over het concilie, geeft de Bondsraad te kennen, dat het voorstel eener conferentie bij hem geen toejuiching vindt. Terwijl de Bondsraad de door den minister uitgesprokene beginsels deelt, gelooft hij dat het nutteloos is preventieve maatregelen te nemen tegen de besluiten van het concilie. New-ïork, 6 Sept. Volgens ontvangen bericht, is Salnave verslagen en ernstig gewODd te Eaux- Cayes. Het gerucht was in omloop, dat hij zich gereed maakte den strijd te laten varen. Parijs, 7 Augustus. Op de Boulevard werd de rente verhandeld tot 70,27. Spanje 27%. Het Journal officiel weerspreekt de onrustbarende ge ruchten omtrent de gezondheid des keizers en voegt er bij, dat de keizer eiken dag het bed verlaat, de zaken afdoet en decreeten teekent, De rhumatische pijnen mogen al aanhouden, de gezondheid des keizers heeft nimmer bezorgd heid gewekt. Te Florence vindt een ministerieele crisis plaats. Marktberichten. Amsterdam, 6 September. Rogge per 2400 kilogr., Nieuwe Pruisische 228, Galatz 223, Petersb. f 223, alles cont. zonder korting. Taganrog 215, Archangel 221 van boord, cont. zonder korting, stemming vast. Koolzaad p. Sept. 77. Raapolie vliegend 41%, Najaar 42 a 41S, Voorjaar 433A a 43%. Lijnolie vliegend 34HNajaar 33%; Voor jaar 34. Gemeenteraad. Zitting van heden. Voorzitter de heer Burgemeester. Tegenwoordig de HH. Stoffels, Tollens, Hubrecht, Hartevelt, De Fremery, Hoog, Goudsmit, Tiele- man, Bijleveld, Le Poole, Buys, Verster, Schel tema, Du Rieu, Cock, Van Heukelom, Van Ou- teren, Krantz, Van Wensen, Wttwaal, Dercksen en Eigeman. De Voorzitter stelt in de eerste plaats aan de orde, de beëdiging der nieuw benoemde leden. De secret, leest het eed-formulier voor, waarna de burgem. in handen van den heer Stoffels den eed aflegt. De heer Stoffels zegt daarop dat het hem een aangename taak is om den burgem. andermaal een welkom te mogen toeroepen in deze vergadering. Na het bewijs van vertrouwen dat de kiezers hem opnieuw gegeven hebben, hoopt spr. dat de burgem. bij vernieuwing het voorrecht moge smaken, om met nieuwen ijver en moed zijne krachten te kunnen wijden aan de belangen dezer gemeente. De burgem. dankt den heer Stoffels voor zijne welwillende woorden. Hij waardeert het, dat hij ten tweede male dit bewijs van gehechtheid der Leidsche kiezers heeft verkregen, en dat daardoor de nauwe betrekking tusschen hem en de raads leden wordt bestendigd. Hij zegt de leden dank voor de welwillende hulp, die zij hem steeds hebben verleend, terwijl hij verklaart zijne beste pogingen te zullen aanwenden voor de belanden der gemeente aan wier hoofd hij is geplaatst. Achtereenvolgens leggen daarop de verschil lende herstemde en nieuw benoemde leden den vercischten eed (verklaring) af. De burgem. heet hen welkom in de vergade ring, en wijst op het gewicht van de taak, die zij te vervullen hebben. Hen, die reeds vroeger leden waren, zegt hij dank, dat zij weder deze taak hebben willen aanvaarden, en wenscht hij toe dat zij steeds met denzelfden ijver mogen werk zaam zijn. Spr. hoopt dat de nieuwe leden de voetstappen mogeu drukken van hen wier plaat sen zij innemen. Zijn rede eindigde Spr. met den wensch dat onder Godes zegen voor Leiden een schoone en blijde toekomst zij weggelegd! f De notulen worden gelezen en goedgekeurd. De begrootingen van de liefdadige gestichten, instellingen enz. der gemeente worden overgelegd, en naar de commissie van financiën verzonden. De voorzitter stelt voor, om de begrooting voor 1870 weder in de afdeelingen te onderzoeken. De heer Tollens verklaart het nut van een der gelijk onderzoek niet in te zien, terwijl daaren tegen de heer Buijs meent dat juist dit onder zoek zeer vruchtbaar is, maar het onderzoek in de financieele commissie, dat tot nu toe nog steeds na het onderzoek in de afdeelingen plaats heeft, overbodig is. Is eene wijziging in de instructie noodig, dan verklaart spr. zich bereid om daar omtrent een voorstel .te doen. Hierover ontstaat een discussie, waarbij de heer Cock het denkbeeld verdedigt om het onderzoek eerst aau de fin. commissie en dan aan de afdee lingen op te dragen, de HH. De Fremery en Goudsmit de tot nu toe gevolgde wijze van han delen wenschen vervolgd te zien, en de heer Krantz het denkbeeld van den heer Buijs onder steunt. Een voorstel van den heer Buijs om het beginsel te doen uitmaken, door eene wijziging in de instructie voor de bijzondere commissie te brengen, kan wegens het reglement van orde thans niet in behandeling komen, waarna be sloten wordt om de begrooting voor dit jaar eerst in de afdeelingen en daarna door de fin. comm. te doen onderzoeken. (Tegen de heer Tollens). De geloofsbrieven van den heer Mr. P. C. Le- zwijn worden onderzocht en in orde bevonden. De heeren H. P. C. Stoffels en P. J. de Fremery worden als Wethouders herbenoemd, beide met 21 stemmen (2 briefjes in blanco. De burgemees ter wordt bij vernieuwing tot curator van het gymnasium benoemd met 21 stemmen, (2 in blanco). De heer Krantz verlaat de vergadering. Benoeming van een gecommitteerde tot de ad ministratie der vereenigde gast- en leprooshuizen (in de plaats van de heer Meerburg). Nadat bij een derde stemming de heeren Le Poole en By- leveld ieder 10 stemmen (2 in blanco) verkregen hadden, wordt de heer Byleveld door het lot als zoodanig aangewezen. Benoeming van een opziener 2de kl. bij de gemeentefabricagewerken. Bij een derde stemming wordt de heer J. B. T. Van Brussel met 13 stemmen benoemd. Op de alphabetische voordracht der Comm. van Fab. waren ook geplaatst de heeren Fortanier en Verkoren. De verschillende benoemden verklaren hunne benoeming te zullen aanvaarden. 7". Voor stel tot aankoop van het vischwater in de ge meente. (Mr. Jhr. N. E. Steengracht van Duy- venvoorde voor f 1200). Op verzoek van den heer Goudsmit, daarbij ondersteund door den heer Tollens, verklaart de Voorzitter, dat hij een rechts kundig advies bij deze voordracht zou overleggen. Adres van C. J. Zaalberg tot het in eigendom bekomen van gemeentegrond. De comm. van fin. stelt voor om afwijzend te beschikken. De heer Hoog vraagt of al de gronden die hij nu in eigendom zal bekomen, vroeger door hem in recognitie zijn uitgegeven, en dus aau den dienst zijn onttrokken. De afwijzende beschikking der comm. van financiën wordt verworpen met 16 tegen 6 stem men (voor de HH. Dercksen, Scheltema, Du Rieu, Cock en Wttewaall,) en het voorstel van B. en W., tot toewijzing aangenomen- Adres van L. A. Vollebregt, tot het in eigen dom bekomen van gemeentegrond. Op dit adres wordt gunstig beschikt met alge- meene stemmen. Rekeningen over 1868 van:a. de gemeeDte-apo- theek; b. de vereenigde gast- en leprooshuizen; c. de armbakkerijd. de plaatsel. schoolcommissie. De HH. Stoffels, Hubrecht, Buijs, Gpudsmit, en Van Heukelom, verlaten voor een oogeDblik de vergadering. De afdeelingen worden ten slotte alsnu bij het lot samengesteldle sectie De Fremery, Buijs, Du Rieu, Hoog, Scheltema, v. Wensen, Hartevelt en Verster. 2de sectie Stoffels, Tieleman, Krantz, Byleveld, Goudsmit, Wttewaal, Le Poole en Cock. 3de sectie Hubrecht, Tollens, v. Outeren, Eige man, Dercksen, v. Heukelom, Driessen en Lezwijn. Niets meer aan de orde zijnde wordt de ver gadering gesloten. Kerkelijk Nieuws. Nedkkl. Hervormde Kerk. Beroepen: te Haarlo: de cand. F. C. Stoop; te Alkmaar: ten Harmsen v. d. Beek, te Reit- sum, c. a.te ArnemuidenP. v. d. Hoofakker Houtzagers, te Oudewater; te IJ 1stK. F. Creutz- berg, te Maarsente Kuinre: Bleijenberg, te Kol- lum; te Vierlingsbeek: Krol, van Bieden; te Klundert: J. H. Goldenarm, te Oosthem; te Gie- sen en Rijswijk: A. F. Simons, te Ermelo. Aangenomen: te Joure: door H. Fortuyn, te Warnsveld; te Ophemert: door den cand. M. Sjoers; te Ransdorp: door N. Caro Wz.te Ger- kesklooster: door Th. H. Van Dolden, te Foud- gum; te Ezinghe: door Th. F. Uilkens, te Stits- werd. Bedankt: voor Uitwijk: L. Kan de Beer, te Vrouwepolder; voor GrijpskerkeW. A. Van Beusekom, te Vinkeveen; voor AngumL. Kylstra, te Scharnegoutum. LAATSTE BERICHTEN. Z. M. heeft benoemd tot ontvangers der dir. belast., in- en uitg. rechten en acc. te Eibergen (Gelderland) de heer L. E. Krabbendam thans ontv. der dir. bel. en acc. te Eethen, entotontv.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1869 | | pagina 3