N0. 2938. Woensdag A°. 1869. 8 September. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden, per 3 maandenƒ3.00. Franco per post3.85. Afzonderlijke Nommersn 0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTKNTIEN. Voor iederen regel0.15. Grootere letter naar de plaatsruimte die zij beslaan. Lelden, t September. Dr rede, waarmede Z.Exc. de Minister van Binnenlandsclie Zalum liet Statistisch Congres gis- I teren geopend heeft, luidde aldus (in de Fransche taal): u Mijne Heeren! „De tegenwoordigheid van Z. K. H. den Prins van Oranje, eere-president van het Congres, wordt tot ons leedwezen elders vereischt. Laat het mij dus geoorloofd zijn in deze eerste zitting eenige woorden tot u te richten. „De Nederlandsche Regeering heeft zich beij verd om den wensch te vervullen, dien de re- gelingscotnmissie van het vorig Congres heeft te kennen gegeven, een wensch die haar door het Ituliaansche Gouvernement is overgebracht. „Hel denkbeeld om een Internationaal Congres voor de Statistiek te bouden, is in 1851 te Lon- den, toen de eerste wereldtentoonstelling werd gebonden, uitgegaan van vier uitstekende beoefe naars der statistiek van twee verschillende lan den, van wie ik met genoegen de twee waardige vertegenwoordigers van België in deze vergade ring opmerk. België heeft op aansporen van de heeren t^uetelet en Visseher in 1853 de zittingen van het Congres geopend. Frankrijk is in 1855 gevolgd, Oostenrijk in 1857, Groot-Brittannië in 1860, Pruisen in 1863, Italië in 1867. Het voortreffelijk werk der vorige zittingen van het Congres heeft onze schreden geleid en onze laak gemakkelijk gemaakt. Het is mij een ge noegen U te kunnen herinneren, dat het Neder- landsch gouvernement reeds bij de tweede zit ting van het Congres in aanmerking wenschtete komen. Ik betuig, uit naam des konings en des lands, de regeeringen, die oflicieele vertegenwoor digers naar ons afgevaardigd hebbende aanzien lijke steden, welke zich in deze vergadering heb- "Tteii doen vertegênwoordigefO de maatschappijen en geleerde lichamen, die talrijke gedelegeerden hierheen gezonden hebben; de geleerde mannen, die uit drie werelddeelen zijn gekomen, om door hunne tegenwoordigheid en door hunne ijverige medewerking deze zitting op te luisteren, hun allen betuig ik dank. „Vergunt mij, Mijne Heeren! u eene vluchtige schets te geven van het belang, dat mijn land ten allen tijde gesteld heeft m de nasporingen der statistiek. „De eerste statistische données, die van de vijftiende en zestiende eeuw dagteekenen, hadden een finantieel belang. Zij hadden betrekking tot de hulpmiddelen en de bevolking van Holland en West-Friesland en hadden ten doel het hoofd geld te regelen, waarvan de voornaamste omslag die van 1514, onlangs door de Maatschappij van Nederlandsche Letterkunde te Leiden is uitgege ven. Aan de berekening der tontines en lijfrenten paren zich de namen van den raadpensionaris Johan De Witt en van Karsseboom, die tafels van overleving en sterftelijsten heeft gemaakt, welke de wetenschap nu nog met vrucht raad pleegt. „De statistiek der bevolking is in de eerste - helft der achttiende eeuw door Nicolaas Struijck, in zijne Ontdekkingen over het menschelijk ge slacht, met veel oordeel en volhardenden ijver beoefend geworden. De algemeene volkstellingen dagteekenen van het jaar 1795, en deze hadden eene staatkundige strekking, daar zij het aantal volksvertegenwoordigers onder de Bataafsche Re publiek moesten bepalen. „Koning Willem I, die vooral belang stelde in de wetenschap der statistiek, waarvan hij uit eeu regeeringsoogpunt liet nut inzag, stichtte in 1825 een centraal-bureau van statistiek, dat toe gevoegd was aan het bestuur der belastingen, en zorgen moest voor de samenstelling der jaarlijk- sche opgaven van den in uit- en doorvoer. Een jaar later benoemde hij, hij besluit van 3 Juli 1826, eene commissie voor de statistiek, onder voorzitterschap van den minister van Binnenl. Zaken. Deze commissie telde drie leden, de ad ministrateuren van Binnenl. Zaken, van Openbaar Onderwijs en van Nationale Nijverheid, en werd bijgestaan door een secretaris. „De commissie, in 1830 ontbonden, liet eene na latenschap achter van twee deelen in quarto, waarin gehandeld werd over verschillende onder werpen, voornamelijk over de beweging der be volking van 1815 tot 1828, en eenige onuitgegeven handschriften, die in 1843 werden gepubliceerd. „Toen reeds zag men in eenige Noordelijke en Zuidelijke provinciën, gewestelijke commissiën ontstaan, die de détailzaken moesten uitwerken en de administratie te hulp komen. Deze commissiën mochten zich slechts in een ephemeer bestaan verheugen. „Maken wij in de laatste plaats melding van eene instelling, die aan alle verwisselingen weer stand bood, de periodieke volkstellingen, van welke de eerste in 1829 plaats had, en de vijfde op het einde van dit jaar moet gehouden worden. „Reeds in 1829 had men de noodzakelijkheid ingezien om de vruchtbaarheid van de volkstel lingen te verzekeren door de instelling van be volkingsregisters in alle gemeenten, welke instel ling, op enkele uitzonderingen na, eerst sedert 1850 algemeen is uitgevoerd. Het jaarverslag van wijlen den heer Lobatto, dat van 1826 tot 1849 verscheen, en geregeld de beweging der bevol king, alsmede andere statistische gegevens mede deelde, was zijn oorsprong verschuldigd aan het initiatief van koning Willem I, die, hij besluit van 5 Juli 1825, de uitgave-er van door eene subsidie ondersteunde, en het toezicht op de be werking opdroeg aan de commissie, heiast met het examineeren van de officieren der marine. „Jaarlijksche of periodieke rapporten over ver scheiden statistische onderwerpen zijn in Neder land verplichtend gemaakt. Sedert 1815 schrijft onze staatsregeling gedetailleerde jaarlijksche verslagen aan de Staten-Generaal voor, over het hooger, middelbaar en lager onderwijs, en over de publieke 'iefdadigheid. De gemeentewet sanc tioneert de periodieke volkstellingen, door de opgaven van iedere laatste telling tot grondslag aan te nemen voor verschillende bepalingen. De provinciale wet van 1850 schrijft de oprichting van statistische bureaux ;n iedere provincie voor, en gedetailleerde jaarlijksche rapporteu naar een uniform model over den toestand der provincie, een voorschrift, dat op de gemeenten is toege past door de gemeentewet van 1815. De wet van S Mei 1862 op de Nationale Militie heeft jaar lijksche verslagen voor de recruteering des legers voorgeschreven. „De beslissingen van de twee congres-zittingen te Parijs en te Weenen zijn in uitvoering ge bracht door de wet van 1 Juni 1S65 op de ge neeskundige politie, welke aan de geneesheeren de verplichting oplegt, om de sterfgevallen aan de gemeentebesturen mee te deelen. Deze aanwijzingen zul 'en u doen zien, ik twij fel daaraan niet, dat in Nederland, zoowel de wetgever als de administratie, hun best hebben gedaan zich te laten voorlichten door de statis tieke opgaven, en daarbij den weg gevolgd heb ben, welken gij in uwe vorige zittingen zoo oor deelkundig hebt aangewezen. Het Nederlandsch bestuur heeft zich niet bepaald tot de adminis tratieve statistiek; het heeft aanstonds begrepen, dat het noodig is voor 't maken van rapporten, dat de personen, belast met de verschillende tak ken der administratie, begripppeu over statistiek moeten bezitten. Het maakte dus het onderwijs in de statistiek sedert 1815 verplichtend voor 't hooger onderwijs, sedert 1S63 voor het mid delbaar onderwijs, en de hoogere industriescholen. „Sedert, de eerste jaren der tegenwoordige eeuw had een eminent man, de heer Kluit, aan de hoo geschool te Leiden een college over de statistiek geopend. Deze lessen, waarvan veel gebruik werd gemaakt, kunnen beschouwd worden als de kweek school der Nederlandsche statistici. „Mijne Heeren, uwe werkzaamheden in deze zitting zullen vooral een praotisch doel hebben. Volgens de bepalingen van uw programma zal uwe eerste, zitting zijn gewijd aan de theorie der statistiek en de practische toepassing iiarer gege vens, toegelicht door graphische voorstellingen. De goede internationale betrekkingen en een aantal feiten betreffende de zedelijke orde, de rechten der burgers, de hulp aan zwakken, de onderlinge betrekkingen in de maatschappij ko men in aanmerking bij de tweede sectie, die dei- rechtskundige, burgerlijke en handelsstatistiek. In de derde en vierde sectiën zult gij groote mate- rieele belangen behandelen, door u bezig te hou den met de finantieele statistiek, met de verschil lende administratiën, met de statistiek der vis- scherijert, wier productie bijdraagt tot de voorzie ning in het dierlijk voedsel der bevolkingen, als ook met de statistiek des handels, die door de ruilingen gemakkelijk te maken en door het over schietende. op verre afstanden te vervoeren, het ledige aanvult, tegelijkertijd de natiën verrijkt, haar tot elkander brengt, en tevens het comfort en de algemeene welvaart vermeerdert. „De grenzen der statistieke nasporingeu zijn nog zeer beperkt. De statistieke gegevens ontbre ken op menig uitgestrekt gebied. Met het doel om haar domein uit te breiden, hebben wij ge meend bij de vier genoemde sectiën eene vijfde te moeten voegen, waarin vragen behandeld wor den, die vooral voor zeevarende mogendheden van belang zijnde statistiek der overzeesche bezittingen van Europeesche mogendheden. Deze statistiek heeft eeu dubbel doel, ten eerste dat van de bevolkingen en de stoffelijke hulpmidde len dezer bezittingen te leeren kennen, vervol gens dat van den beschavenden en zedelijkheid bevorderenden invloed te constateeren, welke hunne aanraking met Europeesche en Christelijke natiën ten gevolge heeft. „Mijne Heeren, de vergelijkende statistiek biedt een wijd veld aan voor onze onderzoekingen De instelling van dit Congres heeft vooral ten doel, de vorderingen te vergelijken, die in verschillende landen gemaakt zijn en de resul taten voor onderlinge vergelijking vatbaar te maken. Aan deze vorderingen is geen einde. In elke nieuwe zitting, die ons vereenigt, hopen wij eenige nieuwe schreden te kunnen doen op den weg, door onze voorgangers afgebakend. Moge deze zitting, die hare kracht aan uwe mede werking ontleent, zich eene waardige mededing ster toonen van die, welke haar zijn voorafge gaan, door zich te onderscheiden door die liefde voor de menschheid, die vreedzame en grondige discussie, dien geest der hartelijkheid, die altoos de congressen der statistiek hebben gekenmerkt." De sectiën zijn op de volgende wijze geconsti tueerd lste sectie. (Theorie en toepassing van de sta tistiek, bevolkings- en sterftestatistiek) Voorz. Mr. M. M. v. Baumhauer, Seer. S. Brown, Dr. G. Mayr en Phetermann. 2de sectie. (Burgelijk en handelsrecht) Voorz. Mr. J. A. Jolles, Ondervoorz. de HH. A. Visschers en E. IJvernès. Secr. de HH. Amelin en Mr. J. J. v. Geuns. 3de sectie. (Financiën) Voorz. VVolowski, On dervoorz. P. J. Bachiene, Secr. J. F. B. Baert. 4de sectie. (Visscherij en Handel) Voorz. Mau rice Block. 5de sectie. (Koloniën) Voorz. Thurlow, Onder voorz. luit.-gen. Van Swieten, Secr. Dumortier en Boudewijnse, Rapporteur Van Soest. In de 3de sectie zijn gisteren reeds de discus- siën aangevangen over het eerste vraagstuk betreff. de kadastrale statistiek. De heer De Bouchen deelde mede dat hij een veel eenvoudiger kadastraal model voorstond, dan datgene, wat door den heer Bachiene in het rapport was ontwikkeld. Heden voortzetting. De orde der beraadslagingen over de in het programma behandelde punten is aldus gere geld: I, V, IV, II, III. In de andere sectiën komen heden de eerste punten van het programma in behandeling. Zaterdag II. was de dag waarop de werklieden van de fabriek der heeren D. A. Schretlen C°. alhier, de tentoonstelling in het Paleis voor Volks vlijt te Amsterdam zouden bezoeken. Per stoom boot Volharding, daartoe afgehuurd, aanvaardde men 's morgens te halfvijf de reis. Op de boot was gezorgd voor een goed ontbijt onder het gebruik waarvan men te 8 uren on geveer aan den Overtoom aankwam, om van daar het doel van de reis te bereiken. In het Paleis voor Volksvlijt aangekomen was daar voor ieder in hun vak veel te zien, en me nigmaal werd met kennis van zaken over het nette afwerken der meeste voorwerpen gesproken. Te 2 uren begaf men zich naar de restauratie op het terrein van het Paleis voor Volksvlijt om het middagmaal te gebruiken, dat zich zeer goed liet smaken en tot ieders tevredenheid alliep. Hierop bracht men een bezoek aan Natura Artis Magistra om aldaar verder den dag door te brengen; ook daar was voor hen veel te bewon deren, en gaarne had men nog eenige uren op deze plaats vertoefd, zoo niet met het vallen van den avond ook het uur naderde waarop men zich weder naar de stoomboot moest begeven, om onder de genoeglijke herinnering van den afge- loopen dag huiswaarts te keeren, en aan vrien den en kennissen mede te deelen hoezeer men zich dien dag had vermaakt. Op de stoomboot gekomen wachtte hen daar een souper. Ongeveer te 12 uren had, onder het afsteken van een schitterend vuurwerk, de aankomst aan de Haven plaats, alwaar men door eene onafzien bare menigte werd begroet en waarna ieder zich in de. meest gepaste orde huiswaarts begaf. Zoo eindigde de dag waarop door 80 menschen zooveel gezien en zooveel bewonderd was, een dag, voor hen geheel kosteloos door den waard i- gen patroon, den heer D. A. Schretlen bereid. Niet een enkele onder hen heeft het zich dan ook onwaardig betoond, ieder heeft zich beijverd om den dag, zoo genoeglijk begonnen, tot een goed einde te brengen en alzoo in aangename herinnering te kunnen houden, en de dankbare gevoelens te doen blijken aan den patroon, die hun zulk een genotrijken dag heeft verschaft. Men meldt uit 's-Gravenhage, dat de opening van het kanaal van Suez vermoedelijk door Z. K. H. prins Hendrik zal worden bijgewoond. Van eene andere zijde wordt verzekerd, dal de opening van het kanaal niet in November, maar eerst in het voorjaar des volgenden jaars zal plaats hebben. MiddCl.) Het Dagbl, v. Z.-H. meldt, naar aanleiding van in omloop zijnde, daarmede strijdige, geruchten, „dat op 18 Augustus 11. aan het departement van Buitenlandsche zaken het telegram is ontvangen van den consul-generaal te Tripoli, waarin deze officieel kennis geeft van den moord, op jonk- vrouwe Tinne gepleegd." De aandeelhouders der landhuishoudkundige school te Groningen hebben besloten het aanbod aan te nemen der Prov Staten van 6000 als jaarlijksche bijdrage voor een hoogere landbouw school, ingericht volgens het Staatsbesluit van Nov. 1865. Men schrijft ons uit 's-IIage: Op grond van zeer geloofwaardige inlichtingen kan ik u ver zekeren, dat het huwelijksplan tusschen Prinses Marie en den Prins Von Wied, reeds sedert ge- ruimen tijd was vastgesteld, doch dat daaraan, wegens bijzondere redenen, tot dusverre geene oflicieele bekendheid is gegeven. Men verzekert ons verder, dat thans aan de vreemde hoven van het voorgenomen huwelijk is kennis gegeven. (Hbl.) In de zitting van den Franschen Senaat van Zaterdag 4 Sept. verklaarde de baron Brenier, dat hij niet kon beoordeelen of het proces-verhaal der vorige zitting juist was, daar hij het Journal Of/idel wegens den slechten druk en de nog treu riger qualiteit van inkt en papier, niet had kun nen lezen. Avis au lecteur, zegt het l'ad., voor sommige onzer couranten, waaronder er zijn die een zeer onaangenaam riekend soort van inkt gebruiken. In deze opzichten althans verdient onze Sta als- Courant een woord van lof. Tot hoofdonderwijzer aan de openbare school te Kleverskerke, Zeeland, (art. 20 der wet) is, na gehouden vergelijkend examen, waaraan 10 sol licitanten-deelnamen, benoemd de heer J. Buys, hulponderwijzer te Texel. Z. M. heeft benoemd tot plaatsv. kanton r. te Voorburg, Mr. J. D. Viruly, grondeigenaar te Stompwijk; tot plaatsverv. kantonr. te Zevenaar, B. C. Van Berkel, ontv. der reg. en dom. aldaar; tot ontv. der dir. bel. en acc. te Baarlo, Jhr. II. C. Van Panhuys, thans ontv. derzelfde middelen te Roden; te Roden Jhr. G. B. De Sigers llier Borch, thans ontv. der dir. bel., in-en ui tg. recht, en ace. te Hoogcruts; den-heer J. Nijenhuis, thans ontv. der dir. bel. en acc. Ie Zweeloo c. a., tot ontv. derzelfde middelen te Bergambacht c. a den heer W. A. D. Van Groïn, thans ontvanger der directe belastingen en accijnzen te Noord wolde c. a., tot ontvanger derzelfde middelen Ie Groot-Ammers c. a.; tot ontv. der dir. bel., in-en uitg. rechten en acc. te Batli c. a., den heer J Sytsirta Gz., titans ontv. derzelfde middelen te Millingen; te M'llingen,-den lieer R. W. K M, Dierkens, thans adj.-comm. der dir. bel., in- en uitg. rechten en acc te Rotterdam; voor den

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1869 | | pagina 1