N°. 2937.
Dinsdag
A°. 1869.
7 September.
LEIDSei
DAGBLAD
F RIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden, per 3 maandenƒ3.00.
Franco per post3.85.
Afzonderlijke Nommers0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DEE ADVKRTENTIKN.
Voor iederen regelf 0.15.
Grootere letter naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Lelden, 6 September.
Het Weekblad van het Recht behelst eene uitge
breide circulaire van het uitvoerend comité der
gevangenis-vereeniging te New-York, die, blijkens
haar inhoud, is gericht aan hen, die, in Europa
of Amerika, hetzij door hunnen practischen
werkkring, hetzij door hunne wetenschappelijke
studie, het meest in aanraking komen met, en
dus geacht kunnen worden het grootste belang
te stellen in het gevangeniswezen. Onder de ge
stelde vragen behoort of reeds in den herfst van
1870 of in den voorzomer van 1871 zoodanig in
ternationaal congres zal worden gehouden
voorts of men tot de plaats daarvoor Parijs, Londen
of Dublin verkiest. De antwoorden worden voor
23 September a. s. verwacht bij den eerw. heer
E. C. Wines, secretaris van de New-York Pri
son Association, 38, Bible House, New-York.
Men verzoekt ons mede te deelen, dat door
den heer F. P. L. Pollen gisteren weder eenige
St.-Jacobszalmen losgelaten zijn; deze zijn echter
niet zooals vroeger van een merkteeken aan
den staart voorzien; zij hebben dit nu aan de
smeerviir.
De visschers worden beleefd verzocht, zoo zij
van deze zalmen mochten vangen, die evenals
de vroeger losgelatene, onmiddellijk na het nom-
mer gezien te hebben, in vrijheid te stellen en
den heer Pollen te Seheveningen daarvan bericht
te zenden. (IV. R C.)
Gelijk men zich herinneren zal, hebben de in
specteurs van het lager onderwijs in hunne ver
gadering besloten, om over een deel der antwoor
den, op de door hen gedane vragen, te zullen
zwijgen. Deze waren, zoo zeggen de inspecteurs
op een zoo onbetamelijken toon geschreven, dat het
moeilijk valt ze nader te omschrijven. Om de
stellers in de oogen_hunner voorstanders niet te
benadeelen hebben de inspecteurs gemeend hunne
namen niet bekend te maken.
De Amie du Limbourg zegt, dat, wellicht daarom
stilzwijgen bewaard is, omdat in deze brieven
de vinger op den mond is gelegd, en de onder
wijzers, die deze opzonden, de kwetsbare zijde
van ons staatsonderwijs hebben getroffen
Het is werkelijk merkwaardig hoe l'Amie du
Limbourg, hier den goeden trouw der inspecteurs
in verdenking trachtende te brengen, geen ander
middel daartoe weet te vinden dan een onder
stelling, die in de allereerste plaats voor de tegen
standers der openbare school een allertreurigst ge
tuigenis zou inhouden. Zij, die volgens l'Ami het
meest naar waarheid de grieven tegen het open
baar onderwijs weten te openbaren, zij zouden
dus uitmunten door hun onbetamelijken
toon I
Volgens een bericht uit Munchen, voorkomende
in een der Duische bladen, zijn de internationale
onderhandelingen te Mannheim over eene rege
ling der visscherij in den Rijn verdaagd, en wel
naar men verneemt, omdat de Nederlandsche
vertegenwoordiger zich niet kon vereenigen met
de bepaling betreffende een gesloten vischtijd.
Het is te hopen dat onze regeering spoedig
hieromtrent ophelderingen geve, die hare hande
lingen in dezen rechtvaardigen. Wij hopen ten
zeerste dat de houding van onze regeering (is dit
bericht waar) in zeer ernstige redenen haren
grond vindt; het is toch een treurig verschijnsel,
wanneer juist van ons land, dat reeds den naam
heeft van hij internationale onderhandelingen
zoo moeilijk te bevredigen te zijn, wederom
- deze schikking niet lukt, die door de andere
staten verlangd wordt.
Aan een leiband te loopen van de groote staten
is niet goed; maar bij de vele aanrakingen met
andere staten, die dagelijks toenemen, stokstijf
altijd in eigen sprong over een detailquaestie
te willen ophouden is evenzeer verkeerd.
De Weser Zeitung van Bremen, deelt omtrent
den dood van freule Tinne een bericht mede,
hetwelk aldaar bij den heer G. Rohlfs, onder
dagteekening van 20 Augustus, uit Bengazi door
tusschenkomst van het Britsch Consulaat was
ontvangen. Volgens dat bericht heeft zich de zaak
aldus toegedragen: Des morgens op weg naar
Ghat, begonnen de kameeldrijvers bij het opladen
onder elkander te twisten. De beide Hollandsche
bedienden van freule Tinne kwamen daarop uit
de tent om de twistenden van elkander te schei
den, zonder dat zij er op bedacht waren om
hunne wapens mede te nemen. Op hetzelfde
oogenblik stond freule Tinne aan den ingang der
tent, met den chef der Touaregs (hoogstwaarschijn
lijk Hadj Cnochen). Onmiddellijk trad zij vooruit,
om naar de oorzaak van den twist te vrageD,
doch op hetzelfde oogenblik werd zij van achteren
door een zwaardslag neergesabeld. Op haren
kreet kwamen hare beide bedienden toeschieten,
om naar de wapens te grijpen, doch ook zij
werden op de plaats gedood. De Touaregs wierpen
zich vervolgens op de ijzeren waterkisten, mee-
nende dat daarin schatten te vinden waren. Vol
gens het bericht moet daarin dan ook de aan
leiding tot den moord gezocht worden. De
Touaregs, in hunne verwachting teleurgesteld,
wilden daarop naar Mourzouk om aldaar eene
razzia te houden. Volgens het bericht was het
evenwel zeer twijfelachtig of zij dien rooftocht ook
hadden ondernomen, daar er te Mourzouk Turk-
sche infanterie en artillerie in garnizoen ligt.
Ali Riza Pacha, gouverneur-generaal van Tripoli,
heeft een gezant naar Ghat gezonden, om de uit
levering der moordenaars te eischen, onder be
dreiging dat, wanneer hieraan niet werd voldaan,
de chef van Ghat onder beschuldiging vaü mede
plichtigheid zou worden gesteld. De heer Rohlfs
voegt bij deze mededeeling de opmerking, dat
Ghat een onafhankelijk gebied is en dat de Turken
wellicht van deze gelegenheid gebruik zullen
maken om dat gebied te overmeesteren, om zoo
doende de aldaar aanwezige roovers en moorde
naars te kunnen tuchtigen. (IV. R. Cl.)
Omtrent den te Staphorst gepleegden moord
op eene boerendochter schrijft het Noorden het
volgende
De omstandigheden, die dezen moord hebben
voorafgegaan en vergezeld, thans hoe langer zoo
meer in 't licht komende, zijn dan ook van dien
aard, dat ieder, die eenig menschelijk gevoel in
den boezem omdraagt, en dat is met de Stap
horster bevolking ook het geval, 't bloed voelt
koken over de lage en kannibaalsche wijze,
waarop in deze moet te werk gegaan zijn.
Mag men de geruchten gelooven, dan was dit
reeds het derde slachtoffer van zijn (de thans
gedetineerde K. De B.) zinnelijken lust en inoet
hij haar in 't begin der vorige week op hare
aanmaning om eens bij haar te komen, hebben
toegevoegd) dat hij in den loop der week nog
vroeg genoeg verschijnen zou. Daarop is zij in
den nacht van Woensdag op Donderdag tusschen
25 en 26 Aug. jl. uit het bed geklopt en naar
de schuur gelokt, alwaar eene vreeselijke wor
steling moet hebben plaats gegrepen, te oordee-
leu naar de wonden en kneuzingen, de verha
rende kleeding der vermoorde, de bloedstortin
gen die overal hebben plaats gehad, het onken
baar gelaat, den verwilderden toestand der ha
ren van de ongelukkige enz.; terwijl aan alles
merkbaar is, dat 't ophangen van het slachtoffer
aan eene egge (landbouwwerktuig) slechts als
voorwendsel is gebezigd, waarmede de verdachte
moordenaar zijne wandaad heeft willen ver
bloemen te meer, daar het koord slechts los
om den hals hing en ternauwernood aan ge
noemd werktuig was vastgehecht.
De beschuldigde ontkent zijne tegenwoordig
heid in 't nachtelijk nnr daar ter plaatse, hoe
wel men verneemt dat een of twee personen
hem moeten gezien hebben. Vóór het plegen der
misdaad moet hij 's avonds laat iu een herberg
een oort jeuever hebben gedronken. Bij de vol
brachte lijkschouw en de verhooren heeft hij
alles ontkend. Des daags volbracht hij zijn werk,
huistiinmerman bij de landlieden, als altijd. Ve
len hadden hein intusscheu hunne karreweien
opgezegd. Men wil weten, dat bij liet onderzoek
zijner kleerenkist, een paar kleediugstukkeu met
bloed bevlekt zijn gevonden.
Zelden is in deze environs een moord geschied,
die onder zulke ontzettende omstandigheden heeft
plaats gehad. Men hoopt algemeen, dat den da
der het feit zal kunnen bewezen worden en hij
alsdan naar verdienste zal worden gestraft.
De gepensioneerde binnenloods bij het Neder
landsche loodswezen, M. Van de Velde, een der
weinige overgeblevenen, wellicht de laatste, van
de bemanning der Nederlandsche kanonneerboot
onder bevel van Van Speyk, wiens dood eenigen
tijd geleden ten onrechte is medegedeeld, is thans
werkelijk overleden.
In de maand Augustus zijn binnen deze ge
meente geboren 106 kinderen, als: (51 zoons en
55 dochters, waaronder zijn begrepen 3 tweeling
geboorten. Overleden 63 personen, als: 9 man
nen, 8 vrouwen, 24 zoons en 22 dochters; daar
enboven als levenloos aangegeven 6. Voltrokken
33 huwelijken.
In de tweede helft der maand Juli zijn aan
het postkantoor alhier bezorgd de volgende brie
ven, die wegens onbekendheid der adressanten
niet bezorgd zijn kunnen wordenP. Mak te
Auieur; B. Freek (2 stuks), Soinbeek, G. Schil-
demeyer, W. J. Kips, J. Neyenhuizen, allen te
Amsterdam; F. Boer te Boskoop; Beumer te Box
meer; G. v. Sarvasse, U. Pellen, beiden te Delft;
G. v. Leeuwen te 's-Gravenhage; J. v. Dongen te
de Leur; P. Hoogeboom, De Geer, heiden te
Oegstgeest; P. v. d. Hoeven te Scheveuingen
Leegerstee te Sliedrecht; H. Bouman (2 stuks),
Doelmans, beiden te Utrecht; Tromp te Voor
schoten; J. Barense te Warmond.
Evenals in vorige jaren heeft plaats gehad, zal
ook dit jaar in de maand November a. s. te
's-Gravenhage een examen voor onderofficieren
van het leger tot het verkrijgen van den rang
van 2den luitenant worden gehouden. Voor het
wapen der infanterie worden 30, voor dat der
cavalerie 9 en voor de artillerie 3 plaatsen open
gesteld, zijnde onder het aantal vacatures voor
elk wapen ook die begrepen, welke door de ad-
spiranten voor het lichter examen kunnen wor
den vervuld. Het examen zal worden afgenomen
door eene commissie, welke bij Zr. Ms besluit
van 25 Aug., n°. 16, daartoe benoemd is, bestaande
uit den heer luit.-generaal Engelbregt, inspec
teur der infanterie, als voorzitter-, den luit.-kolonel
Le Maitre van het reg. grenadiers en jagers;
den luit-kolonel Oldenbarneveld, genaamd Witte
Tüllingh, van het 3dp reg. vesting-artillorioden
majoor Van Toll van het 1"" reg. huzaren; den
kapitein F. F. Steenberghe van het reg. veld
artillerie; den kapitein B. J. Mulert totdeLeem-
kule van het reg. grenadiers en jagers, en den
ritmeester Holtius van het 3d« reg. huzaren als
leden, zijnde de kapitein Sierevelt, adjudant
van voornoemden heer inspecteur der infanterie,
als secretaris aan die commissie, toegevoegd. Tot
examinatoren zijn voorts bestemd de kapt.Jacquier
deLompret, de Ist" luit-adjudant Johems, en de l1
luitenant De Vlaming, allen van het reg. grena
diers en jagers; de 1"' luit. Jhr. Gevaerts van
het l"te reg. huzaren; de l"e luit. Veenvalck van
liet 1»" reg. vesting-artillerie, en de I"e luit.
Froger van het reg. veld-artillerie.
De minister van Binnenl. Zaken heeft, met
wijziging zijner beschikking van den 25,ten Au
gustus jl., bepaald, dat de commissie aan welke
is opgedragen het examineeren van hen die eene
akte van bevoegdheid als hulp-apotheker wenschen
te verkrijgen, voor de tweede maal in het loo
pende jaar zitting zal houden op Maandag den
13de° September e. k. en volgende dagen te LTtrecht.
Z. M. heeft besloten dat de tegenwoordige ver
gadering van de Staten-GeDeraal zal worden ge
sloten op Donderdag 16 September 1S69, des na
middags te twee uren, en den minister van
Binnenl. Zaken gemachtigd om zich op het in
art. 1 bepaalde tijdstip te begeven in de verga
dering der Staten-Generaal, ten einden in veree-
nigde zitting der beide Kamers de vergadering
in naam van Z. M. te sluiten.
Tot ridder der Orde van de Eikekroon zijn
benoemd de heeren Mr. W. H. De Watteville,
secretaris' der gemeente Utrecht, en P. M. Jon-
geneel, lid van den Raad en der Provinciale
Staten van Utrecht.
De benoemingen van C. W. A baron Van
Haersolte (van Zuthem) en van D. Van Schra-
vendijk, burgemeesters van Nieuw Leusen en
Rijnsaterwoude tot secretaris dier gemeenten zijn
goedgekeurd.
Eervol ontslag verleend op verzoek aan D. Si
mons, burgem. van stad Doetinchem, en benoemd
Jhr. G. A. Van Nispen.
Eervol ontslag verleend op verzoek aan Jhr.
G. A. Clifford, als burgemeester van Enschedé
De plaatsing van den scheepsklerk A. A. Pronk
op het wachtschip te Willemsoord is ingetrokken.
Uit Zuid-Nederland.
Oogenblikkelijk nadat in 1830 de oproervaan
was opgestoken, openbaarde zich hier een geest
die alles verfoeide wat met Holland in verband
stond, terwijl men gretig elk middel aan de hand
nam om zich te verfranschen.
Tegenwoordig, nu de gemoederen bedaard zijn
en men de zaken meer onbevooroordeeld be
schouwt, begint men ook langzamerhand in te
zien dat men het schoon erfdeel onzer voorva
deren, de Nederduitsche of Vlaamsche taal, daar
door roekeloos en heiligschennend ter zijde ge
schoven heeft.
Sedert eenigen tijd begint het denkbeeld meer
veld te winnen dat geen Hollandsch of Vlaamsch
het wachtwoord moet zijn, maar dat de Neder
landers onderscheiden in Noord en Zuid op het
gebied der taal als broeders elkauder de hand
moeten reiken, om het Germaausche bloed voor
verbastering te bewaren.
Dat in de Vlaamsche provinciën de adminis
tratie, die in verhand met de regeering staat,
Fransch is, levert geen rechtstreeks bezwaar op
voor het volk, voor zooverre dit niet op het
volk, dat geen Fransch kent, terugwerkt; en
echter heeft dit laatste algemeen, mag men zeg
gen, plaats.
Een Waal als wachtmeester der gensdarmes
zal aan het hoofd der politie staan iu een Vlaamsch
kanton, waar het meerendeel der bevolking geen
Fransch kent; het gevolg daarvan is dat een een
voudig man die aangifte wil doen van een dief
stal of soms nog erger misdrijf, zich in zijn eigen
land met zijn moedertaal niet kan doen verstaan.
De Waal beantwoordt de aanklacht met „comme
c'esl béte, ce flamand," zonder misschien te bedenken
dat die eenvoudige man recht heeft om de
kennis der Vlaamsche taal te vergen van elk
ambtenaar die hem opgedrongen wordt.
Het tal van Waalsche ambtenaren in de Vlaam
sche streken geeft aanleiding tot zooveel moei
lijkheden dat Hiertegen algemeene Klachten oestaau,
en vooral is dit het geval met de rechtbanken die
alle zaken in het Fransch behandelen, waarvan
het gevolg is dat menigeen zich niet verdedi
gen kan tegen beschuldigingen die hem ten laste
worden gelegd en niet zelden verlaat zoo iemand
de rechtszaal zonder te weten of hij een vonnis
of vrijspraak heeft gehoord zelfs is het gebeurd,
dat een beschuldigde, terwijl hij de rechtszaal
uitgeleid werd, van het publiek moest vernemen,
dat hij tot de doodstraf is veroordeeld. De man
had geen woord verstaan van de rechterlijke
uitspraak.
Het is dan ook geen wonder dat zich van alle
kanten stemmen verheffen, die voor het goed recht
der taal pleiten, terwijl de staatkunde niet geheel
vreemd aan de beweging is.
Men gevoelt dat hier bij de vier windstreken
als vijfde soort de Fransche wind is gekomen, waar
voor men zeer beducht moet zijn.
In een dichtbundel getiteld„Zandkorrels" door
J. Staes, dezer dagen te Antwerpen in het licht
verschenen, wordt aangaande het miskennen der
Vlaamsche taal de regeering aangevallen, wan
neer o. a. de schrijver zegt:
Ons blijft het staatsbestuur verdrukkeu,
Het lacht met 't heilig volkenrecht,
Voor 't Waalsch moet hier het Neêrduitsch bukken;
De Waal is baas, de Vlaming knecht,
Verheffen wij onz' luide kreten,
Opdat het onrecht eens'verdwijn';
Want, neen! wij zullen nooit vergeten,
Dat wij de Vlaamsche Belgen zijn!
Klinkt het niet ongeloofelijk dat de Vlaamsche
taal in Vlaamsche streken onderwezen wordt in
een in het Fransch geschreven Nederduitsche
spraakkunst. De leerling moet dus eerst de Fran
sche taal kennen om in een Fransch hoek de regels
zijner moedertaal te kunnen leeren. Hieruit volgt
dan ook noodwendig de totale verwaarloozing van
de Vlaamsche taal onder het volk, en het gevolg
hiervan is, dat behalve het betrekkelijk klein getal
beoefenaars, niemand meer dan een cacographie
van zijne moedertaal kan leveren.
Van harte juichen wij daarom liet Nederduitse!)
taalcongres toe, dat dezer dagen te Leuven zal
worden gehouden, en waarvan de goede vruchten
onmogelijk kunnen achterblijven, terwijl wij met
Staes besluiten
Hetzelfde doel vereênt ons vveér,
Met onverbreekbren hand;
Op 't pad der kunst geen scheidiug meer,
In 't oude Nederland
Beeuingen, 5 Sept.