N°. 2927. Donderdag A®. 1869. 26 Augustus. Feuilleton v;m liet „Leidscli Dagblad". LEIDSCI DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden, per 3 maandenƒ3.00. Franco per postn 3.85. Afzonderlijke Nommersn 9-95. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DEE ADVERTKNTIKN. Voor iederen regelf 0.15. Grootere letter naar de plaatsruimte die zij beslaan. Lelden, 25 Augustus. De Prov. Overijselsche en Zwolsche Courant bevat in een harer laatste nummers een uitvoerig in gezonden stuk over de afschaffing van de dood straf. De schrijver, zich eenvoudig door de letter H aanduidende, zegt en het stuk geeft geen reden om dit te betwijfelen dat hij veel gele zen heeft van hetgeen over de doodstraf is ge schreven. Hij nu verklaart zich op de wijze van zeker Kamerlid, zoo geestig door Sagittarius ge schilderd, zoowel vóór als tegen het behoud der doodstraf, en het is daarom dat hij ook tot de conclusie komt, dat hij zich evenzeer tegen de afschaffing verklaart, als tegen het behoud, voor welk misdrijf dan ook. Hij stelt voor, dat naast de doodstraf steeds een andere straf worde ge steld, opdat de rechter de keus hebbc, welke van beide hij in ieder speciaal geval wil toepassen. Wellicht vindt dit denkbeeld steun bij hen die meeuen, dat de volksovertuiging nog niet krach tig genoeg ontwikkeld is, om de afschaffing voor goed uit ons strafwetboek te verbannen. Door dit middel zal nog steeds, wanneer soms voor een of anderen gruwelijken moord de publieke opinie den dood eischt, de mogelijkheid blijven bestaan, dat de doodstraf wordt toegepast. Wij, die tot de voorstanders der afschaffing behooren, kunnen evenwel geene enkel goede zijde in deze transactie zien. Wij achten het vol strekt verkeerd, dat aan den rechter eene be slissing zou overgelaten worden, die men zelf niet waagt te nemen. Wij achten het geheel af te keuren, dat voor het vervolg de kansen van leven en dood der groote misdadigers zouden veranderen naar de plaats des misdrijfs, en dat in de eene provincie het Hof nog zou blijven uitspreken een straf, die in een ander, dank zij den meer hunranen 'geest der raadsheercn, nooit meer zou voorkomen. Wij achten het middel daarbij volkomen ondoelmatig, omdat juist datgene, wat de kracht der doodstraf uitmaakt, hierbij zou vervallen, en het afschrikkende grootendeels zou weggenomen worden, daar wel elk misdadiger zou rekenen, dat op hem de andere straf zal toegepast worden. In de laatste vergadering van den Gemeente raad te Delft is ingekomen eene missive der plaatselijke schoolcommissie aldaar, van den volgenden inhoud: Delft, 29 Julij 1869. Aan Burgemeester en Wethouders van Delft. Namens de plaatselijke schoolcommissie, tevens belast inet het toezigt over de openbare scholen in deze gemeente, heb ik de eer het volgende onder uwe welwillende aandacht te brengen. De regeling der tractementen van de hulpon derwijzers aan de openbare scholen voor gewoon lager onderwijs geeft aanleiding tot verkeerdhe den. In den regel worden zij benoemd op een jaarwedde van f 400, zonder dat hun het uitzigt op verhooging daarvan geopend is. Bij uitzonde- rins is aan enkelen een hooger inkomen toege kend. Daaruit vloeit voort dat zij, vanhetoogen- blik hunner aanstelling af, zich van eene vaste betrekking verzekerd houdende: 1°. eene te groote mate van onafhankelijkheid van den hoofdonderwijzer gevoelen en deze alle middelen mist, om hen tot grootere krachtsin spanning aan te sporen 2°. zij zeiven een der prikkels missen, die hen drijven tot het voortzetten hunner studiën, zoodat velen het niet verder brengen dan tot den hulp- onderwijzersrang 8°. zij bij voorkeur hier in de stad hunner ge boorte blijven, in plaats van ook, zooals zoozeer wenschelijk is, elders meerdere ervaring en ver meerderde geschiktheid voor hun beroep te gaan zoeken. Het zou onbillijk zijn aan de tegenwoordige functionarissen een verminderd inkomen toe te kennen; doch wij achten het zeer noodig voor het vervolg een andere regeling der tractementen tot stand te brengen. Daarom stellen wij u het volgende voort 1. De thans in dienst zijnde hulponderwijzers blijven in het genot der hun toegelegde tracte menten. 2. Voortaan wordt aan eiken hulponderwijzer aan de scholen voor gewoon lager onderwijs, ge durende het eerste jaar na zijne benoeming, een inkomen toegekend van f 300; dit inkomen zal, op voordracht van den hoofdonderwijzer der school, waaraan hij werkzaam is, jaarlijks met f 25 wor den verhoogd, totdat het 400 beloopt. 8. Hulponderwijzers met den rang van hoofd onderwijzer genieten eene jaarwedde van f 500. 4. De hulponderwijzers, werkzaam op de scho len aan de Vlamingstraat en op het Oude Delft, die eene acte verkregen hebben tot het onderwij zen sener vreemde taal of der wiskunde, verkrij gen voor elke vreemde taal en ook voor de wis kunde eene tractementsverhooging van f 50. De secretaris der plaatsel. schoolcomm. voorn., Mr. J. SOUTENDAM. De Raad heeft daarop, in overeenstemming met dit voorstel, een besluit genomen. De najaarszitting van de Staatscommissie voor het natuurkundig examen zal den 13dlm Septem ber e. k. aanvangen. Er hebben zich 22 candi- daten voor het examen aangemeld. In de maand Mei zijn aan het postkantoor al hier bezorgd de volgende brieven, die wegens onbekendheid der adressanten niet bezorgd zijn kunnen worden. Naar België: Van Beers te Brussel. Naar Oost-Indië: A. Sarit te Batavia, en H. J. Griethuyzen te Soerabaya. In de Maandag gehouden vergadering van de afdeeling 's-Gravenhage der Hollandsche Maat schappij van Landbouw is met meerderheid van stemmen in plaats van den heer Van Gennep, die verzocht had niet meer in aanmerking te komen, tot voorzitter gekozen de heer Schiffer van Bleis- wijk, tot dasverre ondervoorzitter der afdeeling, welke heer zich deze benoeming heeft laten welgevallen. Tevens is door den voorzitter medegedeeld, dat door het Hoofdbestuur bepaald is, dat er bij gelegenheid van het 25jarig bestaan der Maat schappij in het jaar 1872 eene Internationale Ten toonstelling zal plaats hebben, welke in de resi dentie zal worden gehouden. De vergadering is daarop uiteengegaan na het, zooals gewoonlijk, houden van eene verloting onder de aanwezige ]eden. De te Rotterdam bestaande nog jeugdige let terlievende Vereeniging Vrede en Vriendschap, die reeds meermalen met goed succes tooneelvoor- stellingen ten behoeve van weldadige doeleinden heeft gegeven, heeft eergisteren op het concours te Antwerpen den eersten prijs van 400 franken en een gouden medaille behaald. Het genootschap Door Oefening Grooter, te Am sterdam, heeft bij den wedstrijd van rederijkers aldaar den eenigen prijs behaald, uitgeloofd voor de beste Hollandsche liefhebbers. Het Dames eere-lid der Utreohtsche rederijkers kamer „De Génestet," mej. R. Vleming, heeft de eerste medaille behaald. De rederijkerskamer Jan Van Beers te Utrecht behaalde den tweeden prijs van liefhebbers bij den wedstrijd in uiterlijke welsprekendheid. Die prijs bestaat in een zilveren medaille en 200 fr. Te Groningen heeft zich eene commissie gevormd om gelden in te zamelen voor de oprichting van een gedenkteeken voor Alexander Von Humboldt. Naar wij van goederhand vernemen, zegt het Noorden, bestaat het comité uit de H.H.: Prof. Rosenstein, Mr. W. De Sitter, Prof. Hofstede De Groot, Prof. Tetlegen, Prof. Moltzer, S. Blaupot Ten Cate, Dr. Ali Cohen, Jhr. Mr. W. C. A. Alberda Van Ekenstein en Prof. Salverda. Ook de heer H. A. Wijnne is uitgenoodigd, deel uit te maken van het comité. Z. M. de Koning heeft aan mevrouw Van Doorn, eclitgenoote van Z. E. den commissaris des ko- nings, eene keurige pendule en twee prachtige kandelaars en aan de oudste dochter een gouden keten van hooge waarde aangeboden, als gedach tenis aan Zijner Majesteits verblijf ten gouverne- ments-huize. (f/(r. Dagbl.) De minister van Binnenlandsche Zaken heeft bij schrijven van 17 Aug. jl., u°. 204, S"e afdee ling, aan de Commissarissen des Konings eenige nadere voorschriften, ter uitvoering van Z. M. besluit van 9 Juni j.l. Slbln°. 103) medegedeeld, betreffende de aanst. algem. volkstelling. Het zal den minister vooral aangenaam zijn, dat spoedig met de gemeentebesturen in overleg worde ge treden omtrent de maatregelen, te nemen vóór de telling, en vooral omtrent de wijze, waarop in elke gemeente, in het bijzonder in de volk rijke, zorg zal worden gedragen voor het aan sprakelijk stellen van éen persoon, belast met de hoofdleiding. De gemeentebesturen zullen in staat dienen te worden gesteld, de noodige inlichtingen spoedig van het statistisch bureau der provincie te verkrijgen. Bij de vorige telling was de tegemoetkoming aan de gemeentebesturen bere kend tegen één cent per getelden persoon, terwijl daarenboven een halve cent, voor het opmaken der verzamelstaten bestemd was. Dit opmaken ver valt bij deze telling voor de gemeentebesturen, daar dit werk bij de provinciale bureaux zal verricht worden. De regeering heeft nogtans ver meend, de tegemoetkoming evenals vroeger op een en een halve cent per getelden persoon te moeten stellen, zijnde de halve cent vooral bestemd voor de controle der biljetten en staten, of voor de vergelijking van de opgaven der telling met die der bevolkingsregisters en voor de zorg eener volledige en nauwkeurige invulling. Naar men verneemt, is kapit. Bolken van de genie, koram. van de mineurs in 't kamp bij Zeist, door Z. M. den Koning-Groothertog be noemd tot officier der orde van de Eikenkroon. Z. M. den Koning-Groothertog heeft den heer E. C. U. van Doorn, Commissaris des Konings in de prov. Utrecht, benoemd tot Commandeur der orde van den Nederlandschen Leeuw. De audiëntie van den Minister van Binnen landsche Zaken zal op Zaterdag 28 Augustus niet plaats hebben. 's-Gravenhaqe, 23 Aug. De schoolopziener in het eerste district van Zuid-Holland, Jhr. J. J. De la Bassecour Caan, heeft de aandacht van heeren industrieelen alhier bijzonder gevestigd op de bestaande avondschool, en daarbij te kennen gegeven dat aan werkjongens beneden de zeven tien jaren geen grooter weldaad kan worden bewezen, dan hun toe te staan. Maandag-, Dins dag-, Donderdag- en Vrijdagavond van iedere week een tweetal uren de uitmuntende lessen bij te wonen, welke in de openbare, gemeente scholen worden gegeven, tot herhaling en voort zetting van het vroeger op de dagschool aange leerde. Niet genoeg kan hij er op aandringen dat de patroons, te beginnen met de maand Sep tember, gedurende den geheelen volgenden winter de jongelieden van dertien- tot zeventienjarigen leeftijd, welke in hun dienst zijn en de lessen der Teekenacademie niet bijwoneD, viermaal 's weeks een paar uren naar de avondschool zenden, want noch tentoonstelling, noch vereeni- gingen van handwerksnijverheid zullen iets baten, als men den jeugdigen werkman het onderwijs onthoudt. Uitgeest, 28 Augustus. Hoe gevaarlijk het is, nat of niet genoegzaam droog hooi binnen te halen, vooral waar men, zooals in deze streken, het hooi bergt in groote gebouwen, waarvan een gedeelte tot woonhuis wordt ingericht, werd he denmiddag weer bewezen. Een boer in deze ge meente stond juist gereed van huis te rijden, toen hij door het houten beschot, dat zijn woon vertrek van het hooi scheidde, een sterken rook zag binnendringen. Terstond ging men onderzoe ken van waar die rook kwam en men vond dat ROMANESKE JONGEJUFVROUWEN. NAAR HET FRANSCH VAN JULES KERGOMARD. Vervolg.) De generaal klapwiekt niet meer dan met éen vleugeltje, dat hij nog vrij heeft, zoowat voor den vorm, en als ik hem niet met éen slag in pak, dan is het eeniglijk en alleen om zijne eigenliefde zich te laten troosten met eene eer volle kapitulatie. Een krijgsman, die tot hiertoe nimmer overwonnen was geworden, verdient wel met eenige achting te worden behandeld. Achting, als 't u belieft, voor den overwonnen dappere! Bovendien is mijnheer Bonnet er de man naar, om, wanneer hij door het eene of andere ontijdig overwinning blazen van den vijand merkte dat hij gevaar loopt een ferme neder laag te ondergaan nog eene wanhopige po ging te wagen, die hem wellicht zou redden. De hoogste bekwaamheid mijner politiek is dus om hem in het geloof te laten dat hij zelfs in 't geheel niet wordt aangevallen, en dat, zoo hij 1 onderhandelingen aanknoopt, zulks slechts ge schiedt uit eigene overtuiging en uit genegen- heid voor een vaandel, waartegen hij tot" dus verre, geheel en al ten onrechte, heeft gevochten. Ik heb mijn laatsten brief gesloten toen ik juist op het punt stond om te vertrekken ten einde bij den generaal te gaan dineeren, of liever toen ik mij daarvoor zou gaan kleeden. De keus van mijn toilet, voor die gelegenheid, vereischte eenigen tact, en ik geloof dat ik juist gevat heb hoe ik in de gegevene omstandighe den moest handelen. Het kwam er op aan om te gelijk zeer bescheiden en eenvoudig, en toch genoegzaam elegant, noch te ijdel, noch te ern stig er uit te zien. Ik trok dus een japon aan van blauwe zijde, zeer wijd, doch zonder vo lants, aan den hals en op den borst gegarneerd met zwarte kant; als sieraad slechts een dunne gouden bracelet, en niets in het haar. Over dat alles een paletot van effen zwart fluweel, en een stroohoedje met een klein bouquetje seringen onder den luifel verscholen: juist zooals er een meisje zonder huwelijksgoed en zonder pretentie moet uitzien, dat zoowel uit smaak als uit nooddwang er op uit moet zijn om een „ver standig" huwelijk aan te gaan. Bij den eersten blik, dien mijnheer Bonnet op mij sloeg, zag ik dat hij hetzelfde gevoel van tevredenheid had, als dat waarmee hij een soldaat moet aanschou wen, die wel keurig netjes gekleed is, doch bij wien geen enkelen inbreuk gemaakt is op 't geen bij 't reglement is voorgeschreven. Ik ben er zeker van dat hij mij terstond korporaal bij keuze zou hebben willen maken. De generaal woont op zich zelf, op een vrij netten entresol, in een ruim hotel in de straat Varennes, 't Schijnt.dat de vrouwelijke bezoeken zeldzaam bij hem zijn; want toen Christophe, die mij toch wel goed kent, mij zag binnenko men, aan den arm mijns vaders, gaf hij op zijne manier zijne ontzettende verbazing te kennen. Ik heb hem in 't voorbijgaan een gouden tien- frankstukje in de hand geduwd om zijne stil zwijgendheid te koopen. Ik zou verloren zijn, als mijnheer Bonnet de lucht kreeg van de on- noozele middeltjes, waarmee ik in 't eerst ge poogd heb een aanval op hem te wagen. Het diner //onder ons" bestond slechts uit hem, mijn vader en mij, hetgeen mij veroorloofde om daar bij, zonder er den schijn van te hebben, de hon neurs waar te nemen, met die grazie, die u wel bekend is. Och, lieve Renée, het ziet er niet zoo heel mooi uit bij den generaal; ik zal veel moeten vernieuwen: meubelen, tafelzilver, vloerkleeden, behangsel, zoo het een en ander, nagenoeg alles; maar, kijk, het is toch pleizierig wanneer men zich zoo omringd ziet van die din gen (zelfs al behooren ze ons nog niet toe dan iri verwachting), die tot een goed en heerlijk leven behooren, de luxe en den overvloed, dingen, waarvoor men gevoelt dat men geboren is, en die men nimmer gekend heeft dan bij an deren!Toen Christophe kwam zeggen dat de koffie in het salon gereed stond, heb ik er op aangedrongen dat die in de eetkamer zou worden gebracht, waar de generaal ten minste kon rooken Om hem daartoe aan te moedigen ben ik op het punt geweest van hem een ciga rette te vragenmaar dat zou misschien wat te veel gewaagd zijn geweest met iemand, die jong is geweest in den tijd toen koningin Bertha mis schien wel zat wol te spinnen, maar toen de vrouwen, naar ik vermoed, nog niet rookten. Hij was zoo over mij verrukt, dat hij beval om oogenblikkelijk na bet diner in te spannen, ter wijl hij mij de keuze liet tusschen eene loge in de opera en een wandelritje naar 't „Bosch". Ik had wel grooten lust oin Herculanum te hoo- ren, maar ik vermoedde dat mijnheer Bonnet wel eens geen groot liefhebber van muziek kon wezen, en ik koos dus, zeer voorzichtig, het ritje.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1869 | | pagina 1