Amsterdam, 21 Augustus. De lieer Duruy, de
afgetreden minister van Onderwijs in Frankrijk,
heeft dezer dagen, in gezelschap o. a. van den
burgemeester, eenige inrichtingen van onderwijs
te dezer slede bezichtigd, waaronder de openbare
armenschool, onder bestuur van den verdienste
lijken hoofdonderwijzer W. Degenhardt.
Utrecht, 21 Augustus, lieden heeft de uitrei
king der prijzen plaats gehad. Ofschoon eerst te
1 uur de troepen moesten aantreden, was reeds
te 11 uren eene opeengedrongen menigte op het
Vreeburg bijeen, om de plechtigheid te aanschou
wen. Een klein aantal gereserveerde plaatsen,
aan beide zijden van de koninklijke tribune en
op liet plat van de Schouwburgzaal, waren door
meer gelukkigen eveneens reeds teil uren bezet.
Langs ramen, daken en goten, die op liet ruime
en voor liet doel zoo geschikte plein in het vier
kant uitzicht gaven, zag men eene bonte men-
schenmassa.
Te 12 uren trok eene aldeeling veld artillerie
te paard op, om met de stedelijke politie het
plein af te zetten. Te 1 uur arriveerden succes
sievelijk de scherpschutters, gevolgd door de schut
terij en de troepen der afdeeliug van het meta
len kruis en de Waterloo-ridders, om op het
Vreeburg hunne plaatsen in te nemen. Het was
een treffend schouwspel, achtereenvolgens zoo
vele afdeelingen met vliegende vaandels en slaande
trommen te zien optrekken. Tegen 2 uren kwam
Z. Al. met den Prins van Oranje en Prins Hen
drik, voorafgegaan door den Burgemeester en
gevolgd door den heer Van Doorn, Commissaris
des Konings dezer provincie, benevens een schit
terenden stal' van alle wapenen, allen in groot
gala costuum, op de paradeplaats. Z. M. was even
als Z. li. 11 de Prins van Oranje heden in hu
zaren -uniform gekleed. Evenals den avond te
voren woonde ook heden H. K. H. Prinses Hen
drik het feest bij, vergezeld van de echtgenoote
en dochter van den heer Van Doorn.
Z. M. besteeg de tribune en plaatste zich voor
de hoofdtrap; terwijl Z. K. H. de Prins van
Oranje, als president van den bond, boven op de
trap achter Z. AI. stond en het proces-verbaal
van den uitslag met het getal behaalde punten
een voor een voorlas.
De 20 zilveren patroontasscheu, geschenken van
Z. M. zelf, werden door HD. den 20 gelukkig-
sten schutters omgehangen Toen de beurt
kwam dat Z. li. H. de Prins ran Oranje uit
handen van Z AI. een eersten prijs zou ontvan
gen, aanschouwde men een inderdaad treffend
tafereel. De heer Van Speugler, vice-president
Vo™.'it:"._-?.jim,'las, in de plaats van Z. tv.-
alstoen het proces-verbaal voor. Z. K. H. ging
de trap af en plaatste zich i oor Z. AI. en nadat
Z. Al. aan den Prins den prijs had overhandigd
viel de vader den zoon om den hals, kustte hem
in eene diepe ontroering, die zich op alle om
standers overplantte. De hoezees galmden dooi
de lucht. Er moesten verscheidene oogenblikken
verloopen, alvorens uien met de nitdeeling kon
voortgaan.
Nadat Z. K H. de Prins van Oranje zijne
plaats weder had ingenomen, kwam eindelijk
ook de beurt dat Z. AI. zelf een eersten prijs en
wel een grooten zilveren beker moest ontvangen,
welke Z. Al. een officier der jagers en een ge
woon soldaat had afgewonnen. Z. AI. had echter
dien prijs aan den opvolgenden, den officier der
jagers afgestaan. Nadat Z. AI. hem den beker
onder eene hartelijke toespraak had overhandigd,
trad de President van den bond, de heer Schu-
bart, tot Z. Al., en bood Hem een lauwerkrans
aan met een strik van nationale kleuren vastge
bonden, ter vervanging van den beker. Z. M.
nam den krans met blijdschap eu ontroering aan,
hing hem aan de sabel, terwijl het „leve de ko
ning" over het plein weergalmde. De trommen
werden geroerd, de muziekkorpsen speelden het
de taak volbrengen, die ik mij zelve van nu af
aan opleg: te zorgen dat Renée aan Olivier
datgene schenke, wat ik zelve zou gewenscht
hebben hem te willen geven, al zou ik, om zoo
te spreken, mijne eigene ziel daartoe in de hare
moeten overgieten. Wanneer ik mijne foltering
moet ondergaan, dan zal ik mij gewillig en zon
der morren daaraan onderwerpen, dan zal „hij"
althans moeten gelukkig zijn. De liefde mijner
zuster moet zich verheffen tot die hoogte, welke
de mijne zou hebben bereikt.
Alaar waarover verontrust ik mij toch; eu hoe
ware liet mogelijk dat zij hem niet kon liefheb
ben? Bovendien, Olivier heeft het mij zelf gezegd,
na een tête-a-tête, dat ik hem verschaft had
gedurende de laatste wandeling, die wij gedaan
hebben, den dag voor zijn vertrek. Want hij
scheeu geheel en al dronken van geluk! Entoen
hij mij vraagde om zijn schat voor hem te be
waken, gedurende zijne afwezigheid, ach! hij
vermoedde toen niet in het minste dat gloeiende
traueu mij het harte overstroomden eu verstikten!
Renée heeft mij niets toevertrouwd van haar
dierbaar eti zoet geheim. Misschien, daar zij van
mijne medeplichtigheid van heden niets afweet,
vreest zij nog mijne gestrengheid van voorheen,
toen ik mijn best deed mij zelve te overreden eu
wijs te maken dat ik niets anders deed dan de
Wilhelmus, men wuifde met vaandels en banie
ren, kortom, men beleefde oogenblikken van de
hoogste geestdrift.
Nadat de pnjsuitdeeling was afgeloopen, keerde
Z. AI. naar de tribune terug en de burgemeester
dankte uit naam der stad Utrecht voorde hooge
eer, die Z AI. die stad had willen bewijzen.
Nadat op de paradeplaats alleen de schutterij
en het garnizoen achtergebleven waren, begaf
Z. Al. vergezeld van de beide Prinsen, den Com
missaris des Rollings, deu burgemeester en de
adjudanten, zich naar het midden der paradeplaats,
gevolgd door een zijner adjudanten, die een prach
tig oranjevaandel droeg, waarop een W en boven
aan den slok een prachtig zilveren, liggende
leeuw. Dit vaandel werd door Z. AI. aan de
Utrechtsche schutterij geschonken.
Des namiddags had het diner plaats, door de
Prov. Staten van Utrecht Z. AI. aangeboden, we
derom in het gebouw van Kunsten en Weten
schappen.
Des avonds bracht Z. Al. nog een bezoek aan
Tivoli, waar duizenden menschen verzameld wa
ren. Door een 71) tal leden van verschillende lie
dertafels werd den koninklijken gast aldaar een
zanggroet gebracht, getiteld: de Oranje-vaan, woor
den van den heer Binger, muziek van Richard Hol.
Het Ulrechlseh Dagblad van heden bevat eene
proclamatie van den burgemeester, die namens
Z. AI. den Koning aan de ingezetenen van Utrecht
's Rollings hooge ingenomenheid en tevredenheid
betuigt voor de uitstekende wijze, waarop HD.
door Utrechts burgerij is ontvangen.
AI in delburg, 21 Aug. De in de maand April
dezes jaars door de polderwerkers op dit eiland
gepleegde ongeregeldheden hebben over het alge
meen tot slechts weinig strafvervolgingen aanlei
ding gegeven, en dan nog van min ernstigen aard.
Die weinige procedures zijn echter met éen ver
meerderd, welke lieden voor het provinciaal ge
rechtshof in Zeeland werd behandeld.
De polderwerker Casimir Franciscus De Bruine,
oud -12 jaren, geboren te Hoofdplaat en laatst te
Arnemuiden wonende, thans alhier gedetineerd,
stond namelijk terecht ter zake van moedwillige
mishandeling, gepleegd met voorbedachten rade,
welke ziekte of beletsel om te werken van meer
dan twintig dagen heeft veroorzaakt.
De Bruine (door zijne makkers „Bruintje" ge
noemd) heeft, zooals hem bij acte van beschul
diging is ten laste gelegd, tijdens hij te Arnemui
den werkzaam was aan de spoor- en kanaalwer-
ken, in den vroegen morgen van den 26s"™ April
jl., toen een hoop \an minstens 300 met puthaken
psldSï-Vïeïkeus—ïam -deu- -kanL_vai!
Afiddelburg kwam aanloopen, op het werk uit
roepende „dat de Belgen moesten verjaagd wor
den," zich bij dien hoop gevoegd, terwijl sommi
gen riepen „dat mende Belgen moest doodslaan",
eu anderen „een dracht slagen" voldoende achtten.
Onder de vluchtende Belgische werklieden, welke
door dien troep werden nagezet, bevonden zich
Gerard Aiaas en Fidelus Rottier, die de wijk
namen naar het einde van de Aruemuidsche ha
ven. Daar de schipper aldaar echter weigerde
hen over te zetten, verbergden zij zich in een
varkenshok op de nabijgelegen hofstede van den
landbouwer van 't Westeiude. Dit was echter
door deu troep niet onopgemerkt gebleven. Zij
werden uit het varkenshok gehaald. Ouder hen
die in twee rijen zich daar geplaatst hadden,
bevond zich de beschuldigde. Het toen gebeurde
met Aiaas wordt door dezen in hoofdzaak aldus
opgegeven. De deur van het varkenshok werd
met geweld opengetrokken en de zich daarin be
vindenden genoodzaakt uit het hok te komen.
Aiaas ging er het eerst uit. Aan eiken kant ston
den troepen, minstens zes, polderwerkers geschaard,
met opgeheven puthaken. Onmiddellijk kreeg hij
van ieder met deu puthaak een hevigen slag op
schouders, hoofd en armen, zóo hevig dat hij,
bevelen mijner moeder te vervullen, door haar te
bewaken. lutusschen geloof ik wel dat zij eene
andere vertrouwelinge heelt, die meer toeganke
lijk is dan ik. Hare vriendin Alarcelle schrijft
ons brieven van dankbetuiging, die tamelijk on
beduidend zijn; maar ik zou er wel een eed op
willen doen dat de wandelingetjes van Renée
op de plaatsen en uren waar de postlooper voor
bijkomt, in verband staan met eene meer ver
trouwelijke briefwisseling, waarin de hartsgehei
men dier beide jonge dames worden besproken.
Wat mij aangaat, zoo zie ik daarin juist zooveel
kwaads niet, daar ik het hartsgeheim van Renée
ken, eu onderstel dat het andere van dezelfde
soort is. Aiijue moeder zou wél waarschijnlijk
van een ander gevoelen zijn; maar, in weerwil
van al deu eerbied, dien ik voor haar koester,
heb ik te weinig reden om haar dankbaar te
zijn voor de wijze waarop zij over mijn levenslot
heeft beschikt, dan dat ik, wat de toekomst mijner
zuster betreft, niet méér vertrouwen zou stellen
in mij zelve dan in haar.
Ik geloof dat de chevalier ook wel eenigszins
zou kunnen zijn ingewijd in die allerliefste ge
heimpjes. Ik moet erkennen dat die goede, beste
en onschuldige grijsaard voor Renée een jeug
diger vertrouweling mag heeten dan ik. Boven
dien bestaat er tusschen die beide „kinderen"
vóór hij aan het einde der schuur was, zes- of
zevenmaal tegen den grond is gevallen, terwijl
aanhoudend geroepen werd „dat hij doodgeslagen
moest worden." Toen hij trachtte over de omhei
ning van den mestput, waar hij zich toen bevond,
te klimmen, kreeg hij met een puthaak een slag
in den hals, ten gevolge waarvan hij voorover viel.
Toen hij daarop wegliep ontving hij weer een
slag nret een puthaak in de zijde, zoodat hij an
dermaal tegen den grond viel. Vervolgens liep hij
in het water, en terwijl hij er door waadde en
slechts zijn hoofd boven kon houden, werd een
grooten straatsteen langs zijn hoofd in liet water
geworpen. Aan de overzijde gekomen is hij naar
het Sloe gegaan. De beschuldigde wordt door hem
bepaald herkend als degeen die hem met een
puthaak geslagen heeft. De ondervonden mishan
delingen hebben hem, volgens zijne opgave, gedu
rende vier weken belet zijn gewoon werk te doen.
De beschuldigde ontkent Aiaas geslagen en ver
wond te hebben, hoezeer hij erkent zich bij ge
noemden troep werklieden aangesloten en gewa
pend te hebben met een puthaak, die hij zegt
onderweg gevonden en bij zich gehouden te heb
ben. (Jl. Donderdag stond hij echter \oor de
rechtbank alhier terecht wegens diefstal van een
puthaak. De uitspraak in deze zaak is tot a. s.
Vrijdag geremitteerd.)
Het openbaar ministerie eischt, op grond van
het zijns inziens door de getuigenverklaringen
geleverd bewijs, dat de beschuldigde zou veroor
deeld worden tot eene tuchthuisstraf van minstens
vijf en hoogstens vijftien jaren. De verdediger
Mr. A. E. Dronkers concludeerde tot vrijspraak.
Het hof heeft onder aanneming dat het be
wijs van den duur der ongeschiktheid van
den beleedigden persoon tot het verrichten van
zijn gewoon polderwerk alleen op diens afgelegde
verklaring berust den beschuldigde schuldig
verklaard aan het moedwillig toebrengen van
kwetsuren en slagen, geenerlei ziekte of beletsel
om te werken van meer dan twintig dagen ver
oorzaakt hebbende, gepleegd met voorbedachten
rade, en hem veroordeeld tot eene correctioneele
gevangenisstraf van drie jaren en eene geldboete
van /25, alsmede in de kosten der procedure.
(Midd. Cl.)
Zwolle, 20 Augustus. Eenige huisgezinnen, die
door deu Alormonen priester Hollich tot het Alor-
monisine zijn overgehaald, zijn hedenochtend per
stoomboot van hier naar Amsterdam vertrokken,
van waar zij zich over Rotterdam naar New-
York begeven, om verder naar Utah te trekken.
De reiskosten worden door den Amerikaanschen
-Alormonenstaat- betaald,- die. de emigranten ook
ter bestemde plaats van het noodige voorziet. De
proselieten ma ker Hollich, die, volgens zijn zeg
gen, vooreerst nog niet naar zijn scctegenooten
mag terugkeeren, is hier nog achter gebleven,
om zijn werk voort te zetten.
Zwolle, 21 Augustus. Naar wij vernemen, is
lot archivaris der provincie Overijsel benoemd
de lieer Air. J. J. Van Doorninck, advocaat en
procureur te Deventer.
AIaastricht, 16 Augustus. De installatie van den
nieuwen burgemeester van Heerlen, 1.1. Woensdag
plaats gehad hebbende, heeft ,ot ernstige botsin
gen aanleiding gegeven. De marechaussee was
verplicht van hare wapenen gebruik te maken.
Verschillende personen werden gekwetst en heb
ben den nacht in den toren (lijdelijke gevange
nis) moeten doorbrengen. De oorzaak der wan
ordelijkheden schijnt gelegen te zijn in den par
tijhaat, die nog steeds de Blauwen (les Dleus) en
de Rooden (les Rougesscheidt.
Zutfen, 19 Aug. Voor de vacature aan het gym
nasium alhier, ontstaan door het vertrek van den
lieer D. J. Andreae, hebbeu zich 21 sollicitanten
aangemeld. De te benoemen persoon zal moeten
doceeren: de geschiedenis, een gedeelte der wis
kunde, de Fransche en Engelsche taal.
eene overeenkomst van lijden eu smart, waar
door zij nog meer sympathie moeten gevoelen
voor elkander. AUju oom Hector was, in weerwil
van zijne zeventig jaren, voor mejufvrouw de
Gury ontvlamd in eene liefde, die wel is waar
platonisch en vaderlijk, maar toch eenigszins
hartstochtelijk was, en die tusschen Alarcelle en
hem aanleiding gaf tot menig vermakelijk spie
gelgevecht van zinnelijke gedichtjes, geestige
rijmpjes en dergelijke. En daar hij nu verdriet
heeft vanwege de afwezigheid van liet beminde
voorwerp, is het niet onmogelijk dat hij zijn
smarten klaagt aan Renée, wanneer zij hem
deelgenoot maakt van hare vreugde. Zij doen
samen heel lange wandelingen in de omstreken,
en komen dan thuis, de eene nog meer opgeto
gen door hare liefdedroomerijeu, de ander nog
neerslachtiger vanwege zijn hartzeer. Ach! gij
moest u niet uitstorten in dat gelukkige gemoed,
gij arm oud gewond hart! Indien gij wildet be
grepen zijn, moest gij liever tegeu mij spreken
en klagen over versmade liefde! Van mij zoudt
gij niet dat schertsend medelijden hebben te
duchten, dat aan uw misschien kinderachtig,
maar wezenlijk verdriet ternauwernood ten deel
valt van die lipjes, die in beweging gebracht
worden door het vroolijke lied des geluks. Al
kon ik uwe liefde niet blusschen of genezen, ik
Scharmeu, 19 Augustus. Als iets bijzonders kan
van hier worden medegedeeld, dat bij den land
bouwer S. Veldhuis alhier een aardappel staat,
die 103, .zegge honderd drie uitloopers heeft. De
moeder (of pootaardappel) woog ruim een kilo
gram toen zij gezet werd.
Dit monstergewas is thans 21 voet in omtrek.
Delfzijl, 18 Augustus. Onverwachts arriveerde
hier hedenmiddag het Nederlandsch ramtorenschip
De Buffel. Die aankomst werd met groote blijd
schap begroet, wijl men er een bewijs in meent
te zien, dat onze haven geregeld door een der
Nederlandsche (oorlogschepen bezocht zal worden.
Reeds lang heeft men dit gewenscht en ge
hoopt; de gelegenheid toch is hier vooral niet
minder gunstig dan in ouderscheiden andere Ne
derlandsche zeegaten en havens.
Het vestigen van een station alhier zou de
ingezetenen meer verheugen dan het zien pas-
seeren van onze haven door vreemde oorlogsche
pen.
Gemengde Berichten.
Voor eenige dagen is de dierentemmer Lucas
in het Hippodrome te Parijs bijna het slachtoffer
geworden van zijne gevaarvolle betrekking. Een
der leeuwen wierp zich op hem, terwijl ook nu
een tweede leeuw toeschoot en hem met zijne
klauwen ernstig verwondde. Een deel van het
publiek liep vol angst en ontzetting weg en een
aantal vrouwen verloren haar bewustzijn. Plot
seling grijpt de medehelper van Lucas, Jozef
Alenandi, een geweer en treedt de kooi der
leeuwen binnen, slaat met den kolf rechts en
links en dwingt de leeuwen om hun prooi los
te laten. Terwijl hij hen aldus op een afstand
houdt, wordt Lucas uit de kooi gedragen. Door
den dienstdoenden geneesheer van het Hippo
drome, bijgestaan door twee andere dokters, werd
hij vervolgens verbonden. Zijne wonden zijn diep
en talrijk, en vooral de rechterarm is zwaar
beleedigd. Lucas schijnt echter buiten levensge
vaar te zijn.
Als een treurig resultaat der gehouden ten
toonstelling van zuigelingen te Londen, is thans
gebleken, dat eene vrouw, die bij haar eigen
kind een ander kind ter verzorging had opgeno
men, in de laatste weken vóór de tentoonstelling
al hare zorgen aan haar eigen kind heeft be
steed, en alzoo het ander'heeft verwaarloosd. Haat-
kind woog dan ook op de tentoonstelling 24 pond:
het andere slechts 114
Uit Berlijn wordt gemeld, dat de ooievaars
reeds verdwenen zijn Ook de zwaluwen^-van
al langzamerhand weg. Alen maakt -k'V. o'p,
dat de winter vroeger dan ooit zal beginnen. Nog
nooit zijn de trekvogels zoo vroeg vertrokken.
De Keizer van Rusland, bewogen met het lot
van eenige Israëlieten, die in ellende verkeerden,
omdat ze niet bij machte waren een reis naar
Siberië te bekostigen, waar zich ruimschoots ge
legenheid voor hen aanbood om het lot van hunne
gezinnen te verbeteren, ondersteunde hen, voorzag
hen uit zijne particuliere fondsen van het noo
dige, en deed hen op doelmatige wijze met
wagens vervoeren naar het oord, waarheen ze
zich wenschten te begeven. Deze daad van den
zelfden Keizer, welke aan de lijfeigenen hun
persoonlijkheid schonk, verdient niets anders dan
den hoogsten lof.
Alaar, nu komen eenige bladen, die door
hun gekleurden bril het feit bezagen, en 't wordt
heel iets anders. Welke barbaarschheid! welke
wreedheid! Dat zonder eenige aanleiding, zonder
vervolging of veroordeeling, onschadelijke Joden,
wier eenige misdrijven bestaan in armoede en
in afwijking van de Staatskerk, opgelicht en naar
Siberië, dat traditioneele oord van ballingschap
en ellende, gevoerd worden! C'esl ainsi qu'on écril
l'histoire
zou haar althans eerbiedigen, immers zij is, wél
beschouwd, niet belachelijker dan de mijne
want beiden zijn zij zonder eenige hope!
jane.
aan mejufvrouw marcelle de gllry.
Kasteel Garlan, den Ide" Juni 1858.
Indien ik, lieve Alarcelle, uwen brief noodig
gehad had om zelve waakzaam te blijven, zou
hij het gebrek gehad hebben van te laat te
zijn gekomen. Het gevaar, waarvoor gij bevreesd
zijt, was reeds voorbij. Alaar wees gerust, ik
beu zonder letsel ontkomen aan de valstrikken,
die gij zoo juist voorzien hadt. Mijn waarde neef
heeft zijne declaratie gedaan, ik geloof niet
dat het mogelijk zou geweest zijn hem dat te
belettenmaar indien hij daaruit de schoonste
verwachtingen heeft geineend te mogen meene
men, wees verzekerd dat hij die dan maar ge
nomen heeft; want ik heb mij met alle nauw
gezetheid onthoudeu van er hem eene enkele te ge
ven. Wat kon ik anders doen? Hij heeft mij ver
lof gevraagd hem te beminnen, en om een
groot man te worden door de bezieling dier
liefde.
(Wordt vervolgd.)