en Mr. A. J. Van Beeek Calckoen, beiden leden van
het college van Ged. Staten in Utrecht; Mr. W.
R. Boer, wethouder der gemeente Utrecht, en
Mr. B. J. Lintelo baron de Geer van .lutphaes,
rector magnificus der Utrechtsche hoogeschool;
F. H. Thorbecke, thans ontvanger der directe
belast, en acc. te Bergeyk c. a. (Noord-Brabant),
benoemd tot ontv. der dir. bel., in- en uitg. rech
ten en acc. te Bath c. a. (Zeeland)op zijn ver
zoek, aan den ritmeester bij het reg. G.-I. cava
lerie J. A Scherens, thans met verlof hier te lande,
met ingang van 1 September 1869, een eervol
ontslag verleend uit Zr. Ms. milit. dienst, met
toekenning van pensioen. De benoeming van H.
P. Van Kassei, burgem. van Ilpendam, tot secr.
dier gem. bekrachtigd; J. A. H. Walter, onder
dankbetuiging voor zijne langdurige en goede
diensten, op zijn verzoek, eervol ontslagen als
kapitein met den pers. rang van majoor-komm.
der d.d. schutterij te Grave; en benoemd tot ka-
pitein-koinm. der d.d. schutt. te Grave W. Hans-
sen, thans lsten luit. met den pers. rang van ka
pitein bij die schutterij; bij het artillerie vrijkorps
te Helder benoemdtot kapit. S. P. Marinkelle,
thans lsteu luit.; tot lsten luit C. A. J. Van Rosen-
dael, thans 2den luit.; tot 2den luit. G. A. Taylor,
thans onderofficier bij het vrijkorps.
Men schrijft ons
Utrecht, 16 Augustus. Hedenmorgen circa 12
uren, rukten de verschillende troepen welke het
kamp aan de Bilt gingen betrekken, deze stad
binnen, welke zich geheel in feestdosch had ge
stoken, 't zou echter te lang aanhouden, hierover
een volledige beschrijving te houden. Alleen kan ge
meld worden dat alles prachtig was versierd, een
bewijs hoezeer Utrecht met deze intocht was in
genomen, en daarvan de schitterende blijken
wilde geven.
Nadat de troepen op de Neude waren verza
meld werden de vertegenwoordigers of komman
danten met hunne vaandels op het stadhuis geleid,
dat voor deze ontvangst smaakvol was ingericht.
Door den Burgemeester met een plechtige toe
spraak begroet, werd hun de eerewijn aange
boden; deze. toespraak werd daarna door den
heer Schubart, president der weerbaarheidscom
missie, op kernachtige wijze beantwoord.
Toen deze plechtigheid was geëindigd togen de
troepen naar het station en voerde een daartoe
gereedstaande trein deze onafzienbare massa naar
het kamp, om hunne kwartieren te betrekken,
welke reeds daags te voren door vooruit.gezondene
kwartiermakers waren in gereedheid gebracht.
Uit het kamp 's avonds te zes uren. De troepen
worden aan het station de Bilt door den Burge
meester welkom geheeten, en met fanfares van
de muziek der rijdende artillerie begroet; het
kanon bulderten waarlijk grootsch is op dat
oogenblik het gezicht langs die kolonne verschil
lende uniformeu er is bijna geen plaats in ons
land of zij is door een of meer korpsen verte
genwoordigd. Men kan zich moeielijk een denk
beeld maken, hoezeer het oog geboeid werd.
De kwartieren worden betrokken en elk maakt het
zich zoo gemakkelijk mogelijk. Lang mag men er
zich echter niet in verheugen, want.. er word
alarm geslagen, de troepen verzamelen zich, en
men verneemt „de koning komt!'' En werkelijk,
daar nadert Z. M., vergezeld van den Prins van
Oranje, en Prins Hendrik, omgeven van een
schitterenden staf. Z. M. houdt eene inspectie,
en geeft zijne hooge tevredenheid aan de ver
schillende kommandanten, over de houding hun
ner manschappen te kennen. Nu op het oogen
blik, acht uren, bezoekt Z. M. de verschillende
inrichtingen, en overtuigt zich of alles in be
hoorlijke orde is ingericht.
Het kamp is doelmatig en geheel op militairen
voet ingericht, en zal aan de bezoekers, die van
Hector, die met Renée waren binnengegaan in
het paviljoen, waarin Olivier arbeidt, successieve- j
lijk had zien daaruit vertrekken, ging ik schie
lijk uit mijne kamer naar beneden, den bloem
tuin door en de smalle trap op. Boven aan de
trap gekomen, bleef ik een oogenblik op 't bordes
staan om adem te scheppen, en hoorde ik, door
de half openstaande deur, Olivier en Renée scha
teren van lachen. Als de deur gesloten geweest
was, had ik misschien geen weerstand kun
nen bieden aan de verzoeking om te gaan staan
luisteren 1 Wat hen zoo vroolijk maakte zal
wel niet anders dan vrij wat onschuldigs ge
weest zijn, want toen zij mij zagen scheen
geen van beiden in 't minst verlegen. Hij was
bezig met schilderen, zij stond op eenigen af
stand achter zijn schildersezel, en probeerde,
geloof ik, om de gemaakte houding van een
onzer over-oud-grootmoeders na te bootsen. Renée,
die betrapt werd op 't geen zij wist dat zij niet
doen mocht (omdat mijne moeder haar verboden
had met hem alleen in het atelier te blijven),
maakte schielijk dat zij weg kwam, en ik maakte
mij gereed haar te volgen, toen Olivier opstond,
mij tegenhield, en op een half schertsenden, half
ernstigen toon tot mij sprak:
„Gij moet toch bekennen, lieve Jane, dat uwe
moeder u met eene onaangename taak belast
alle oorden des lands verwacht worden, veel
genoegen bieden.
Morgen om 9 uren vangt de wedstrijd voor
de vaandelprijzen aan; de kampstrijd zal zwaar
zijn, want een groot getal corporatiën van alle
wapens heeft zich daartoe doen inschrijven.
Rotterdam, 15 Augustus. De Zaterdag-avond
der kermis, door velen niet zonder bezorgdheid
te gemoet gezien, is zonder stoornis voorbijge
gaan. Het weder was beter dan de vorige avon
den, zoodat eene ontelbare massa menschen, die
zich beijverden hunne schade in te halen, zich
langs de straten bewoog. Overal bleef alles rus
tig maar vroolijk. De politie komt lof toe wegens
hare bedaarde houding. Wel hoorde men overal
zingen van de „koffieboonen," maar nergens zag
men vijandigheid tegen de politie en evenmin
een spoor van militairen. Zij, die vau den plei-
ziertrein uit Brussel gebruik maakten, kwamen
hier met drie extra-stoombooten aan en veree-
nigden zich voornamelijk in het lokaal De Gezel
ligheid (lange Warande). De beroemde Vauxhall
Doelen werd door duizenden bezocht; het ging
er vroolijk genoeg toe, zoodat bijwijlen de heer
lijke tonen der grenadiersmuziek werden over
stemd door de vele rateltjes.
Deltt, 15 Augustus. Door regenten van het
krankzinnigengesticht alhier is tot tweeden ge
neesheer van voornoemd gesticht benoemd de
lieer L. N. Smits, praktizeerend arts te dezer stede.
Eiland Voorne, IC Augustus. De uitkomst van
de vroege aardappelen zal hoogst waarschijnlijk
niet aan de verwachting beantwoorden, daar deze
te vroeg en te gelijk rijp zijn geweest. Daarente
gen is het kwaad in den knol van weinig be-
teekenis en beloven ze goed van smaak te zullen
wezen. Voor de jammen vreest men weer door
was. Het koren heeft betrekkelijk nog weinig
door den regen geleden; echter verlangt men
daarvoor sterk naar droog weer. De beetwortelen
leveren van dit jaar over het algemeen een slecht
gewas op.
Amersfoort, 16 Aug. Vrijdag heeft bij de komst
van Z. K. H. prins Alexander in't artilleriekamp
bij Zeist o. a. de rijd. art. er gemanoeuvreerd.
Bij 't naar huis rijden zijn 6 paarden, voor een
stuk geschut gespannen, op hol gegaan, en zijn
dientengevolge enkele artilleristen gekwetst, een
zelfs doodelijk.
Nijmegen, 14 Aug. Als een bewijs hoe de han -
del alhier gebaat zou worden, indien deze stad
meer door spoorlijnen met andere steden in ver-
biuding werd gebracht, dient, dat in de 5 laatste
maanden langs de lijn Cleve-Nijmegen zooveel
boter uit Hongarije is ingevoerd, dat daarvan in
laatstgenoemde stad ruim 50,000 gulden vracht
loon is betaald. Deze boter wordt per as naar
Oss, in Noord-Brabant, vervoerd, aldaar verwerkt
en verder naar Groot-Brittannië geëxpedieerd.
Kampen, 14 Augustus. Op den 24s'en en 25,ttn
dezer maand vertrekken p. m. 75 korporaals-titu
lair van het instructie-bataljon alhier naar de
verschillende regimenten infanterie, om aldaar
.in den effectieven rang van korporaal over te
gaan. In verband hierméde zijn tegen den 27"on
Aug. a. s. een getal van 100 jongelingen tot
dienstnaine bij genoemd bataljon opgeroepen.
Meppel, 14 Augustus. In den vroegen morgen
van Vrijdag werd alhier de treurmare verspreid,
dat zekere T. v. S., vroeger een welgesteld bur
ger, levenloos uit het Diep was opgehaald. Men
verdiept, zich in gissingen naar de oorzaak van
dezen dood; velen zijn geneigd dien aan zelfmoord
toe te schrijven, daar zijne affaire - dc man had
vroeger een goed beklante bakkerij - geheel was
verloopen en hij dus uit bezorgdheid voor de toe
komst tot die daad zoude gekomen zijn. Hij laat
een onverzorgde vrouw en drie nog jeugdige kin
deren achter.
Heereveen, 10 Augustus. Aan de afschaffing
der octrooien hebben de reizigers en de bezoe-
heeft; want het zou mij wezenlijk erg spijten,
- wanneer ik moest gelooven dat gij aldus uit
uzelve handelt."
„Wat meent gij daarmee?" vraagde ik hem,
eenigszins beschaamd, omdat ik hem maar al te
goed begreep.
„Dat tante u heeft belast om de snoode ma
noeuvres te verhinderen, die zij mij in staat acht
om aan te wenden, ten einde Renée het hoofd
op hol te brengen."
„En indien dat nu zoo eens was?" hervatte
ik eenigszins koeltjes. „Wanneer zij dat deed
zou zij gebruik maken van haar recht als moe
der, en ik zou evenzeer mijn plicht als dochter,
en zelfs als zuster, vervullen wanneer ik haar
gehoorzaamde."
„Goed; maar uw openhartig en oprecht ka
rakter gehoorzaamt klaarblijkelijk tegen wil en
dank, alzoo gij, zelfs in weerwil van uwe nauw
lettende waakzaamheid, nog niets ontdekt hebt,"
„Omdat er niets te ontdekken valt, nietwaar,
Olivier? Daar ben ik voor mij zeer stellig van
overtuigd!" zei ik, met eenige levendigheid.
„Dat is nog zoo heel zeker niet, Jane. Er be
staat integendeel zeer veelmaar niet van
datgene wat mijne tante vermoedt of vreest."
Ik voelde mij eene bezwijming nabij. Hij vatte
mijne handen, en, terwijl hij mij op de oude
kers der stations-koffiekamer alhier het te danken,
dat zij niet, als het vorig jaar, lauw in plaats
van koud bier behoeven te drinken, daar de kas
telein zich een toestel heeft aangeschaft, die het
bier rechtstreeks uit den donkeren koelen kelder
naar het buffet voert, waar slechts een kraan
behoeft geopend te worden om een glas met ijs
koud bier te vullen. Deze toestel is vervaardigd
in de werkplaats van 11. D. Sjollema alhier, en
bewerkt door zijn zoon D. Sjollema, die onlangs
op verzoek van den kastelein een dergelijken geoc
trooieerd en te Berlijn vervaardigden toestel had be
zichtigd. De werking laat niets te wenschen over;
terwijl de prijs, die voor het Berlijnsch fabrikaat
niet tot de aanschaffing animeerde, zeker van
het Friesche maaksel niemand zal terughouden.
Hindeloopen, 13 Aug. Ten behoeve der alhier
opgerichte Vereeniging tol hulpbetoon door Onlwikke-
keling en Werkverschaffing is ontvangen van HH.
KK. HH. Prins en Prinses Frederik der Neder
landen de som van f 150, en van HH. KK. HH.
Prins en Prinses Hendvik der Nederlanden de
som van f 200.
Pekela, 14 Augustus. Het alhier tehuis behoo-
rend Nederlandsch schip Janna Meijer, kapit. Da-
tema, van Newcastle met steenkolen naar Har-
lingen, is gisterennacht in de Noordzee overzeild
en dadelijk daarna gezonken; de bemanning,
bestaande uit den kapitein, stuurman en twee
matrozen, is, nadat zij eenige uren in de boot in
de Noordzee had rondgezwalkt, door het stoom
schip European opgenomen en alhier aangebracht.
's-IIertogknbosch, 12 Aug. De Maandag 11. al
hier gehouden jaarmarkt was ondanks het on
gunstig weder nog al bezocht. Er werden aan
gevoerd 70 stuks paarden, 260 runderen en 719
baggen 27,800 ellen wit linnen, 9250 ellen grauw
linnen en 7490 ellen pellen.
De handel in vee was zeer levendig: er wer
den hooge prijzen besteed voor kalfdragende
koeieu; de baggen gingen gereed van de hand
a 72.40 tot ƒ3 per week. De handel in linnen
was minder druk.
Gr emengde Berichten.
Zaterdag hebben de vijf academiën van het
Fransche instituut de vereenigde plechtige jaar-
lijksche vergadering gehouden. Claude Bernard
presideerde, De geschiedschrijver Henri Martin
heeft den prijs van 20,000 franken bekomen, welke
alle twee jaren wordt toegekend voor het beste
geschiedkundige werk.
Sedert eenigen tijd heeft men in Hanover het
gebruik van vélocipèdes bij de postboden ten
plattelande hier en daar ingevoerd. De snelheid
van den dienst heeft daarbij zooveel gewonnen
dat de postdirectie van den Noord-Duitschen Bond,
de vraag thans overweegt, of de toepassing van
dit middel behoort te geschieden. Het eerste voor
beeld van het aanwenden van den vélocipède in
dergelijk geval is gegeven door den postbode tus-
schen Celle en Bergen in Hanover.
De negers in Amerika pronken, gelijk men
weet, gaarne met de namen van beroemde man
nen, zooals Cesar, Scipio, Hannibal, Aurelius,
Washington, King James, Abraham Lincoln, enz.
Onlangs lag zulk een zwarte beroemdheid dron
ken in eene goot. Hij schreeuwde vreeselijk,
werd er uitgehaald, naar een cachot gebracht,
waar hij zijn roes uitsliep, en moest den vol
genden morgen voor den burgemeester komen.
„Hoe is uw naam?" was de vraag. De neger ant-
woorde met waardigheid: „Graaf Bismarck."
Hierop volgde een gelach waaraan geen einde
scheen te zullen komen. Toen de burgemeester
eindelijk een weinig bedaard was, zeide hij„Gij
kunt gaanbij een zoo groot man moet men iets
door de vingers zien. Tracht echter in het ver
volg uw grooten naamgenoot een weinig meer
eer aan te doen."
canapé deed plaats nemen, bleef hij voor mij
staan en voer hij aldus voort
„Hoor mij aan, beste Jane, mijne lieve speel-
noote van voorheen, en die, zooals ik durf ho
pen, tegenwoordig mijne oprechte vriendin zijt."
E11 hierbij drukte hij mij de handen, die hij niet
had losgelaten. „Ik bemin Renée! Ik bemin
haar met eene ernstige, innige en oprechte liefde.
En daarom is het eenige toovermiddel, waarvan
ik mij bediend heb om te pogen mij door haar
te doen wederbeminnenmijne liefde zelve, en
bovendien heb ikj er haar nog niet over willen
spreken, voor en aleer ik er zeker van was dat
zij aangenomen en beantwoord werd."
„Zij bemint u dus?" riep ik uit, mij ten halve
van mijne zitplaats verheffende.
„Dat heb ik niet gezegd," antwoordde hij, „om
dat ik er nog niet zeker van was; maar het
beste middel om mij daarvan te verzekeren is
ongetwijfeldhet haar te vragen."
„Dat zult gij toch niet doen, Olivier!"
„Dat zal ik juist integendeel wel zeer zeker doen,
Jane, en dat zou ook reeds gebeurd zijn, wan
neer gij hier niet waart binnengekomen. Nu,"
voer hij voort, terwijl hij mijne beide handen
wederom vatte, en zich naar mij vooroverboog,
„waarom beeft gij zoo? Houdt gij mij voor een
Lovelace of een Don Juan, die in staat is een
Het budget van Turkije is bekend geworden
en wijsteen deficit aan van 3,609,400 pd. st., dat
door de nieuwe leening moet worden gedekt,
Een Yankee, de reis van New-York naar San-
Francisco per Pac.i tic-spoorweg gemaakt hebbende,
wilde zijnen vrienden een juist denkbeeld geven
van den weg dien hij had doorstoomd, en schreef
dat die afstand was tweehonderd en elf porties beef
steak, honderd achtenzeventig glazen whisky en
honderd zeventien sigaren.
1IV Gi- EZONBEN.
Wanneer zal er gevolg worden gegeven aan
het besluit dat in den jare 1865 door Z. Exc. den
Minister is vastgesteld om in de Gemeente Noord-
wijkerhout de Ambachten voor of met het jaar
1867 op te heffen?
In de Tweede Kamer is wel eens gezegd dat
een Minister die niet heen wil, moeijelijk is weg
te krijgen. Wij gelooven dat hetzelfde van toe
passing is op het Ambachtsbestuur te Noordwij-
kerhout c. a., namelijk dat die heeren, tegen
eiken prijs, het Ambacht op de been willen hou
den en wel in hunne handen. Waarom anders
wordt de opheffing van jaar tot jaar uitgesteld
en aan de sleur gehouden het door den Minis
ter voorgestelde plan tot opheffing is toch zoo
eenvoudig en zoo goed, en juist naar den geest
der grondeigenaars en van den gemeenteraad, de
eenige belanghebbenden. Jawel, allemaal goed,
maar het is niet naar den wil van het Ambachts
bestuur, dat een tal van bezwaren oppert, waar
de hoofdoorzaakvan is, hetwelk uit alles vrij
duidelijk blijkt, dat zij hunne posten willen
blijven behouden. Die heeren vinden het zeker
machtig prettig orn over een uitgestrekte gemeente
een jaarlijkschen omslag van 2.35 a f 2.45 per
bunder om te slaan, en dat alleen als biunen-
landsche kosten of tot onderhoud der wegen,
een belangrijke som hiervan gaat aan adminis
tratiekosten heen. Wij hebben opgemerkt dat
aan de regeling der opheffing thans gewerkt
wordt. Daar er vroeger al eens spraak van geweest
is, 0111 een Waterschaps- of Polderbestuur van de
Ambachten te maken, zoo hopen wij dat zulks
niet het geval moge worden, want dat zoude
eene verandering van naam zijn, waarbij de zaken
dezelfde en de omslag even hoog zoude blijven.
Waartoe dienen al deze uitvindingen? De gemeente
is volgens de gemeentewet verplicht zijne wegen
te onderhoudende grondeigenaar en de gemeen
teraad, de eenige belanghebbenden hebben beiden
daarin bewilligd, en toch wilden zij er een Polder-
of Waterschap van maken; hoewel het van geen
van beiden iets weg heeft; blijkt hieruit niet
duidelijk, dat het Ambachtsbestuur a!;'e mogelijke
sprongen doet om staande te blijven.
Ook Pujnland meent het met de Ambachten
zoo kwaad niet; volgens zijn reglementen moet
een Ambachtsbewaarder stemgerechtigd ingeland
zijn. Bij de verkiezing van den heer B. Houwaard
werd Rijnland hierop opmerkzaam gemaakt,
doch de heer Houwaard wist met een onder-
handschen koopacte zich te redden zonder dat
aan den koop ooit verder gevolg is gegeven en
de Ambachtsbewaarder tot heden nog geen stem
gerechtigd ingeland is, en toch schijnt het niet
tegenstaande alle klachten zoo te blijven en bij
Rijnland goedgekeurd te worden, (het Hoofd
van het Ambacht heeft ook zitting in Rijnland)
om welke en meer andere redenen wij hopen
dat de opheffing der Ambachten te Noordwijker-
hout c. a. in overleg met den Raad der Gemeente
zal plaats hebben, en niet in overleg met Rijn
land of het Ambachtsbestuur.
Wij hopen de met deze zaken belaste regee
ring hierdoor eenige nuttige wenken te hebben
gegeven, en dat tot eene zoo spoedig mogelijke
opheffing der Ambachten te Noordwijkerhout c. a.
mocht worden besloten.
eenige grondbezitters.
jong meisje te verleiden door middel van sere
nades, touwladders, enz.? Inderdaad, ik ben zeker
wel een gevaarlijk verleider, daar ik sedert de
veertien dagen, dat ik hier ben, nog geen woordje
in het oor van mijn slachtoffer heb gefluisterd,
dat hare moeder niet mocht hooren
„Waarom hebt gij dan niet met die moeder
gesproken
„Omdat zij zonder eenigen twijfel mij de deur
zou wijzen, en gebruik zou maken van mijne
afwezigheid om mij het geringe voordeel te doen
verliezen, dat ik misschien behaald heb op het
hart (van Renée."
„En wat denkt gij dan te doen?"
„Ik zal rondborstig tot Renée spreken en haar
mijn leven aanbieden. Indien zij genoegzaam
vertrouwen in mij stelt, om het met de kan
sen te wagen, die de toekomst kan aanbie
den, zoo kan ik haar reeds op het oogenblik
een bestaan aanbieden, dat, zoo dan al niet schit
terend, althans genoegzaam en eervol is. Indien
zij eerzucht bezit, waartoe ik erken dat zij alles
zins gerechtigd is, kan zij mij een einddoel en
een eindpaal aanwijzen, en met de hoop van
haar te zullen bezitten als belooning, is er geene
proef, waaraan ik mij niet met blijdschap zal
onderwerpen, en waarin ik niet ik voel zulksl
overwinning zal wegdragen."
(Wordt vervolgd.)