N°. 2908.
Woensdag
A°. 1869.
4 Augustus.
9 Feuilleton van liet „Leidsch
pt; Dagblad".
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden, per 3 maanden
Franco per post
Afzonderlijke Nommers
3.00.
B 3.85.
B 0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DKR ADVERTKNTIKN.
Voor iederen regelf d.16.
Grootere letter naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Lelden, 3 Augustus.
Bij de heden plaats gehad hebbende
stemming voor leden van den gemeen
teraad zijn ingekomen 864 stemmen,
dus 21 meer dan bij de vorige stemming.
ïn v
ln Internationale Munteenheid.
j- Zij die het verdwijnen der Gouden Willems
ig nog met weemoed herdenken, doch overtuigd
ln zijn dat zij in het handelsverkeer wel gerijf aan
brachten, zullen het navolgend artikel, geplaatst
in het Atg. Dagblad voor Nederland, met belangstel
ling lezen
Nederland is voorzeker te lang onverschillig
gebleven ten aanzien van eene zaak, die zoo
n. nauw in verband staat met handelsvrijheid. De
dagbladpers begrijpt bij uitnemendheid hare nut
tige roeping, wanneer zij dergelijke belangrijke
zaken, die de ontwikkeling van den handel en
de algemeeue welvaart ten gevolge moeten heb
ben, tracht te populariseeren.
De quaestie van den enkelen of dubbelen stand
aard heeft het onderwerp uitgemaakt van hoogst
belangrijke economische beschouwingen.
De beroemde en uitstekende Fransche staat
huishoudkundigen, de heeren Michel Chevalier
en Louis Wolowski, zijn van geheel tegenover
gestelde opinie; eerstgenoemde bestrijdt den dub
belen standaard en beveelt den enkelen zilveren
standaard aan, terwijl laatstgenoemde den dub
belen standaard aanprijst. Beiden verdedigen hunne
opposite stellingen op economische gronden.
Tegen den dubbelen standaard is aangevoerd,
dat de verhouding tusschen het goud en zilver
□iet onveranderlijk is, en dat het vaststellen van
zoodanige verhouding bij eene wet, gevaarlijke
gevolgen na zich zou slepen bij rijzing of daling
van een der beide edele metalen.
De voorstanders van den dubbelen standaard
sijn van gevoelen, dat juist om de reden dat het
goud en het zilver aan rijzing en daling onderhevig
zijn, en dat zulks niet gelijkmatig geschiedt, men
beide die metalen behoort te bezigen, ten einde
daardoor eene compensatie te erlangen en aan
een ieder de bevoegdheid te geven om afwisse
lend, naar keuze, nu met goud dan weder met
zilver te betalen.
De heer Wolowski heeft steeds de leer van
den dubbelen standaard krachtig en moedig voor-
i# gestaan, niettegenstaande hij, om zoo te spreken,
alleen stond om haar te verdedigen en soms aan
nog al heftige aanvallen bloot stond van de zijde
van den heer Michel Chevalier en de aanhan
gers van diens gevoelen. Thans evenwel hebben
vele economisten zich met de zienswijze van den
heer Wolowski vereenigd, als onder anderen in
Frankrijk graaf Foucher de Careil, in België de
heeren Laveleye en Louis Geelband, in Engeland
sir Ernst Seyd, in Duitschland de heeren Rau
te Heidelberg, Rascher te Leipzig, Riedel Mi-
ehaelis en Prince Smith te Berlijn.
Zoo elke staat zijn afzonderlijk muntstelsel zou
blijven behouden, dan geloof ik dat de enkele
zilveren standaard te verkiezen is boven den dub
belen standaard, vermits het zilver niet zoo on
derhevig is aan rijzing en daling als het goud;
doch wanneer men van het standpunt uitgaat
der invoering van een internationaal muntstelsel,
dat door de steeds toenemende gemeenschap der
volken geboden wordt, dan moet inen erkennen,
dat men het goud als internationaal ruilmiddel
evenmin kan missen als het zilver voor het bin-
nenlandsch verkeer. Het gevaar van uitvoer van
het gemunt metaal, ten gevolge van rijzing van
de metaalwaarde, zou bij een algemeen gelijk
vormig muntstelsel ophouden te bestaan, terwijl
het bezwaar, van in den smeltkroes geworpen
te worden, even goed bestaat hij den enkelen
standaard; doch die versmelting levert zelden
voordeel op, wanneer gelijk bij ons en in de
meest beschaafde staten (Engeland maakt hierop
eene uitzondering) het muntloon van het metaal
is afgetrokken.
Vermits de munt bestemd is om de waarde te
meten, moet zij ook zelve waarde bezittendoch
al heeft men het goud en het zilver als de minst ver
anderlijke waarden, tot waardemeters aangeno
men, zoo zijn zij evenwel toch aan rijzing en
daling onderhevig, en derhalve zijn zij geene
onveranderlijke waarden. Bij de maten en ge
wichten is dit geheel anders; de meier is eene
onveranderlijk bepaalde lengte, de gram eveneens
een onveranderlijk bepaald gewicht.
Voor een algemeen muntstelsel is het duidelijk,
dat het goud de overhand zal hebben, vermits
dat metaal de grootste waarde vertegenwoordigt
in den kleinsten omvang, en mitsdien bij uitne
mendheid geschikt is voor het internationaal ver
keer. De gouden standaard is derhalve onmisbaar
voor een algemeen gelijkvormig muntstelsel, en
is mitsdien aangewezen als de muntslandaard
voor alle staten.
De vrees voor depreciatie van het goud, ten
gevolge van de ontdekking der goudmijnen in
Californië, is gebleken ongegrond, of althans zeer
overdreven te zijn geweest.
Wil men slechts éen muntstandaard hebben,
dan moet het zilver tot pasmunt worden herleid.
In de landen waar het muntstelsel, vastgesteld
bij de conventie van 23 Dec. 1865, is ingevoerd,
wordt de zilveren standaard nog maar alleen
vertegenwoordigd door het stuk van 5 franken
de andere zilveren munten zijn tot. pasmunt ge
reduceerd. Op die wijze ziet men dat de geheele
quaestie van den dubbelen standaard geene prak
tische bezwaren oplevert.
Nederland zal dus ook weldra den gouden
standaard moeten aannemen, en dit zal gewis
een maatregel zijn van het grootste belang voor
onzen handel en ons buitenlandsch verkeer, dat
dagelijks, dank zij de spoorwegen, zoo aanmer
kelijk toeneemt.
Er bestaat geen twijfel meer over of Duitsch
land zal zich spoedig aansluiten aan het inter
nationaal munt-systeem; de Duitsche handel en de
economisten hebben zich eenparig daarvoor ver
klaard zoowel het Noord-Duitsche Bondsparle.
ment als het Tolparlement hebben den wensch
uitgedrukt, dat zoodanige munthervorming in
Dnitschland moge worden ingevoerd, terwijl de
Pruisische regeering, die geroepen is daartoe het
initiatief te nemen, zeer gunstig voor de zaak
gestemd is.
Zoodra Duitschland het goud zal hebben aan
genomen, zullen al de voornaamste landen, waar
mede wij handelsbetrekkingen hebben, dat metaal
als hoofdruilmiddel bezigen.
Onder een verlicht en liberaal ministerie kan
men met zekerheid verwachten, dat, wanneer
Duitschland toetreedt, in Nederland de indiening
eener nieuwe muntwet niet lang achterwege zal
blijven, want dan bestaat er ontegensprekelijk
een overwegend belang voor ons land, om mede
tot de internationale munteenheid toe te treden,
en dan vertrouwen wij, dat de volksvertegen
woordiging gaarne bereid zal gevonden worden,
de regeering in hare poging te ondersteunen.
Laten de tegenstanders van deze en van zoo
vele andere nuttige hervormingen der natie niet
trachten af te schrikken, door op kosten te wij
zen en te spreken van de zoogenaamde kostbare
hermunting, die zoo kort geleden heeft plaats
gehad, want een ieder weet, dat, door de uit
gifte van de muntbiljetten, de staat de uitgaven
voor de hermunting met woeker heeft terugge
kregen.
Degenen, die in der tijd de afschaffing van den
gouden standaard in ons land hebben voorgestaan
en bevorderd, behoeven zich thans niet tegen de
weder-invoering van het goud te verzetten, uit
vrees van beschuldigd te worden van inconse
quentie, daar er thans sprake is van een interna
tionaal muntstelsel, waaraan men toen niet dacht.
Het belang en de eer der natie vordert, dat
Nederland niet de laatste staat zij, om tot het
internationaal muntstelsel toe te treden.
Utkkcht, 18 Juli 1869. Maürin Nahuis.
Bij de Regeering is voorloopig bericht ontvan
gen omtrent eene internationale maritieme ten
toonstelling, welke in de lente des volgenden
jaars te Napels zal gehouden worden.
In afwachting van meer uitvoerige berichten
daaromtrent wordt voorshands het volgende me
degedeeld
Deze tentoonstelling zal omvatten
1°. de verschillende constructiën, tot den scheeps
bouw betrekkelijk, modellen en teekeningen en
de reddingstoestellen;
2°. de in den handel gebruikelijke toestellen
om de hoedanigheid der koopwaren te onder
zoeken en bedrog te ontdekken, voorwerpen voor
de verpakking en de werktuigen in de havens
gebezigd
3". voortbrengselen van de visscherij, visschen,
schaaldieren, schelpen, planten, zoowel die in
zoet als die in zout water voorkomen; ingezou
ten en verduurzaamde visch, oliën, bewerkte ko
ralen, en in het algemeen alle nijverheidsvoort
brengselen, waarvan de grondstof aan het water
is ontleend;
4°. de gereedschappen voor de visscherijvaar
tuigen, netten, lijnen, toestellen voor de kunst
matige vischteelt, hetzij als voorwerpen van han
del of als modellen, touwwerk, hennep, ka
toen enz.;
5°. handschriften, boeken, verhandelingen, vlug
schriften, memoriën, hydrographische plans, reis
beschrijvingen, statistieke bescheiden, en in het
algemeen alle geschriften, die op de scheepvaart,
de vischvangst en de kunstmatige vischteelt be
trekking hebben.
Een maritiem congres, waaraan kunnen deel
nemen zij, die zich wijden aan de bevordering
van de koopvaart en den internationalen han
del, zal bij den afloop van de tentoonstelling wor
den geopend.
De Koning van Italië heeft een regelings
commissie voor de tentoonstelling benoemd, be
staande uit den prefect, den voorzitter van het
Provinciaal Hof, den maire en den voorzitter
van de Kamer van Koophandel, allen te Napels,
benevens 24 leden. Z. K. H. de hertog van Aosta
is eere-voorzitter dier commissie. Slaats-Cour
De Dr. Ct. deelt een zeer goed geschreven brief
mede uit Amerika van iemand te St.-Paul, staat
Minnesota, waaruit wij 't volgende mededeelen:
Wanneer men, zegt de schrijver, bij u ten plat-
telande over naar Amerika gaanspreekt,
is het, of men naar een land gaat van dieven
en moordenaars, waar uw leven aan een zijden
draad hangt en gij ieder oogenblik een revolver
of dolk op u gericht ziet.
Niets minder dan dit is waar.
Meen niet, dat misdaden tegen personen en
den eigendom hier ongestraft bedreven worden.
De politie moge in Holland vlug zijn, ze is nog
niets in vergelijking bij de Amerikaansche.
De amerikaansche is overal, en zoo ge eerst
meent nergens; nergens, omdat ge als vreemde
ling hier komende soms uren naar een politie
agent kunt omzien, terwijl hij misschien naast
u zit en een glas bier met u drinkt! Ge ziet het
hun niet dadelijk aan; ze dragen geene unifor
men en uiterlijk geene wapenen noch stok.
Geloof vrij, dat de vrijheid van personen en
goederen hier even goed, zoo niet beter gewaar
borgd is dan bij u. Vele verhalen van avonturen,
wreedheden en Yankee-streken, die u in Holland
in stuivers-magazijnen en halfstuivers-dito opge-
discht worden en die ik vroeger ook met hui
vering las, zijn blijkbaar geschreven door lui,
die nooit hier geweest zijn, en verzonnen.
Waar politie en justitie echter niet kunnen
zijn, daar handelt de burger zelf. Ge laat ieder
zijn gang gaan, hoe gek 't ook is; ge neemt er
geen notitie van en lacht om niemand. Valt een
dronken vent u op straat aan, ge geeft hem een
stomp op de maag of een lap om de ooren en
gaat uw gang, alsof er niets gebeurd is. Is hij
dom genoeg u te vervolgen en trekt hij 't mes,
ge neemt een paar getuigen en schiet hem neer
daarmede uit.
Ge wordt hier niet lastig gevallen door com-
37%:.
lee" ROMANESKE JONGEJUFVROUWEN.
2.41,
NAAR HIT FRA.NSCH VAN
U 1
243,
ld
S/a
l. W
r. pi
JULES KERGOMAED.
(Vervolg.)
Maar in dit land, waar de aloude heerenbui-
kort zingen in puinhoopen liggen of, uit economie,
l°t aan de boeren zijn in gebruik gegeven, heet
:°tta die allerleelijkste kazerne toch nog een kasteel,
om de eenige reden dat het groot is en dat
it^het niet bewoond wordt door boeren, maar
^door „stadslui", „heeren", „burgers", of hoe men
P/aaidie al meer noemtMaar, och hemel! wat
ladboi'jchiijf ik daar eene heiligschennis neer! Indien
le afstammelinge van alle Garlans der aarde
p0tï,5r het minste vermoeden van had, en mij aldus
roo 'e spreken over hare vermindering in waar-
ligl.d, zou zij mij op staanden voet de deuren
haar kasteel dichtgooien, die alsnog slechts
voor mij op een kiertje staan, al ben ik ook de
eenige zoon van haar eenige zuster, en al is zij
anders ook nog zoo goed behalve wat het
punt van rangen en standen in de maatschappij
betreft.
Gij hebt wellicht nooit geweten, mijn beste
Raoul, dat het edel bloed der Garlans stroomde
door de aderen van uwen al zeer weinig aris-
tocratischen vriend. Het is zoo, ik heb er nooit
aan gedacht u zulks mee te deelen, eigenlijk
omdat ik nog nooit had kunnen ontdekken
waarin eigenlijk de hooge doorluchtigheid mijner
familie van moederszijde bestond. De luisterrijke
daden der Garlans verliezen zich dan ook zoo
letterlijk in den nacht der tijden, dat' het vol
slagen onmogelijk is om daarvan ook zelfs het
minste spoor te -ontdekken. Ook zou ik bij
aldien ik mij kon verhoovaardige.il op de ver
diensten van anderen eerder fier zijn op den
bescheiden en niet zoo antieken roem van mijn
grootvader van vaderszijde, die als kantonnaal
vrederechter afgezet werd door Napoleon, nadat,
hij in de gevangenis geworpen en bijna geguil
lotineerd was door Robespierre, dan op de
min of meer werkelijke rechten der burchtgraven
de Garlan om in de equipages des konings te
rijden, rechten, die maar al te dikwerf ver
leend werden ter belooning van diensten, waar
van de nuttigheid of de zedelijkheid twijfelach
tig was.
In weerwil van de innige liefde en de kinder
lijke vereering, waarmee ik de nagedachtenis
mijner moeder in eere houd, kan ik mij maar
volstrekt niet onthouden van te glimlachen, zoo al
niet erger, wanneer ik mij haren vader, den
laatsten burchtgvaaf de Garlan herinner. Dieedel-
man was eerst een der joligste voltigeurs ge
weest van liet zoo allerjoligste leger van Condé, en
schitterde daarna door zijne afwezigheid op de
slagvelden in de Vendée, iets, wat ik, als Fransch-
man, hem niet als misdaad zou aanrekenen, in
dien niet zijne royalistische kuiperijen, doorhem
op datzelfde tijdstip gevoerd, klaarblijkelijk be
wezen dat er in die afwezigheid eigenlijk meer
voorzichtigheid dan vaderlandsliefde stak. Het
gelukte hem desniettegenstaande, door ik-weet-
niet-wat voor middelen, om een aandeel van hon
derdduizend franken machtig te worden van het
fameuse Indeinniteits-milliard, die echter, naar
recht en billijkheid, eigenlijk hadden behooren
te worden uitbetaald aan zijne schuldeischers,
die inderdaad alleen waren benadeeld geworden
door de verbeurdverklaringen der revolutie. In
dat geval waren zij gewisselijk beter besteed
geweest, daar gezegde honderdduizend franken
mijnen grootvader slechts hebben gediend om,
zoodra hij zijn vaderlijken geboortegrond en erf
deel wederom had betreden, het leven van el
lendige en gemeene onzedelijkheid wederom te
hervatten, waardoor de kleine adel van Frank
rijk reeds in den grond geboord was, voor
en aleer nog het schrikbewind dien naar 't
schavot zond. En zoo kwam het, dat, in 1830,
aan den burchtgraaf de Garlan niets was overge
bleven dandrie kinderen, of liever twee
(want de chevalier de Plourin was gesproten
uit een vroeger huwelijk mijner grootmoeder,
die als weduwe met mijn grootvader hertrouwd
was), en wel mejufvrouw Clorinde en Claire de
Garlan. En alzoo nu onze landlieden, die leegloo-
pers zijn uit beginsel, geene meisjes zonder hu
welijksgoed kunnen huwen, zouden de beide
afstammelingen van zoo eene reeks van onbe
kende helden van het voorgeslacht geene andere
uitkomst hebben gehad dan om in het klooster
te gaan, bijaldien niet zeer onderscheidene be
weegredenen haar hadden doen besluiten om
zooals men het noemde beneden haren
stand te trouwen. Claire, de jongste, beminde
mijn vader, den procureur der familie, en die,
in weerwil van zijne reeds gevorderde jaren, er
niet bang voor was om eene adellijke dochter
te trouwen, in wie hij een edel meisje had ge-