Humboldt, alle professoren, vele autoriteiten en eene menigte studenten waren tegenwoordig. Het feest begon met de uitvoering van den 100"" Psalm door de academische lfedertafel; daarna hield de heer Sohr, student in de philosophie, eene feestrede, waarin hij den „Kosmos" als een episch gedicht beschouwde. Des avonds had een optocht met fakkellicht plaats. Te halfelf kwa men de deelnemers aan het feest in de stede lijke Turuhalle bijeen om een „Fest-commers" te houden; de rector en vele professoren der universiteit, verschillende leden van het stedelijk bestuur en de Amerikaansche gezant Bancroft waren daar tegenwoordig. De rector der universiteit, professor Kummer, bracht den eersten dronk uit; zijne woorden wa ren zoo karakteristiek Pruisisch dat wij ze in hun geheel willen mededeelen: „Laat ons," zoo sprak hij, „bij het begin van ons feest onzen Koning Wilhelm gedenken. Wij vereeren in hem den machtigen vorst, die den grooten denker Alexander Von Humboldt geëerd en geacht heeft; wij vereeren in hem den Koning, die, zelf de vrijheid dienende, de vrijheid des geestes be schermt en bevordert; wij \ereeren in hem den held, die op het slagveld Pruisens vijanden heeft vernietigd en ons vaderland tot nieuwe macht en grootheid verhief; en wij, die vóór alles het beginsel van geestesvrijheid huldigen, wij erken nen in deze overwinning den triomf van het groote beginsel der geestesvrijheid. Laat ons daar om uit volle borst een „donnerndes Hoch" op onzen vorst uitbrengen. Leve Z. M. koning Wil helm!" Het verband tusschen Koning Wilhelm, Sadowa en Von Humboldt verklaren wij niet te begrij pen; dat „het beginsel der geestesvrijheid" triom feerde op het slagveld van Königgratz is dunkt ons alleen verstaanbaar voor dengene, die met Napoleon oorlog en beschaving synoniem waant. Wij, die nog niet van die leer doordrongen zijn, betreuren het dat aan de Berlijnsche academie zulke sappen in het jonge hout worden gebracht, en dat nog wel door den rector der universiteit. Vrij wat meer sympathie gevoelen wij voor de warme en inderdaad toepasselijke woorden van prof. Virchow, die den volgenden toast uit bracht: „Als ooit iemand in Duitschland," zoo sprak hij, „de volkomen vertegenwoordiger is geweest van de. Duitsche jeugd, dan was het ze ker deze oude man, Humboldt, de grijsaard die met sneeuwwitte haren nog in zijn geheele le ven en wezen een jongeling gebleven is. Wij hopen dat de nagedachtenis van Humboldt het machtigste wapen zal zijn tegen de macht dei- duisternis. Iedere schrede, die het Duitsche volk verder doet in de richting der Humboldts-ver- eering is een protest, is een schrede verder om de duisternis te verdringen." Die waorden wer den met daverende toejuichingen begroet; in derdaad, als men den ouden man, die thans de badkuur te Ems doet, vergelijkt met den ouden man Von Humboldt, dan is het niet twijfelachtig wiens naam in de geschiedenis der beschaving, ontdaan van alle laffe vleierij een meer duur zame plaats zal innemen. De keuze tusschen den „Kosmos" en het rapport van den slag van Sa dowa, om nog niet van Düppel te gewagen, is niet moeilijk. De Amerikaansche gezant zei te recht bij deze zelfde gelegenheid„de naam van Humboldt is synoniem met vrijheid, wetenschap en weldadigheid." Oosteni-jjU-Hoiigaai-schc Monarehie. De minister van binnenlandsche zaken heeft, in overleg met andere ministers en onder de vereischte hoogere goedkeuring, vergunning ver leend tot de oprichting eener maatschappij op aandeelen voor bankzaken, onder den naam van Oostenrijksch-Nederlandsche Bank, en de statu ten dezer maatschappij bekrachtigd. Haar zetel zal te Weeuen gevestigd zijn. De genoemde ver gunning is verleend aan graaf Frans Luzow, ge heimraad-kamerheer, graaf Christophel Spiegel, afgevaardigde ter rijksraad, de heeren Lippmann, Rozen thai en C°. te Amsterdam, en de heeren Josef Kauffman en Zonen, kooplieden te Keulen. Men vreest dat het tusschen de Oostenrijk- sche en Hongaarsche delegatiën tot een ernstig conflict zal komen, wegens verschil van gevoe len betreffende de subsidie aan den Oostenrijk- schen Lloyd. Het Linzer Volksblad meldt, dat de bisschop van Linz laatstleden Woensdag van daar naar Weenen op reis is gegaan, alwaar hem tegen den volgenden voormiddag eene audiëntie bij den Keizer was toegestaan. Het Linzer Volksblatt behelst de officieuze mede- deeling, dat bisschop Rudigier met zekerheid weet, den kardinaalshoed te zullen erlangen, en wel bij den aanvang van het groote concilie in De cember e. k. In den brief van het pauselijk se cretariaat te Rome, den bisschop dezer dagen geworden, leest men o. a. woordelijk het vol gende: „Tegenover al de vervolgingen en bitter heden, u door den verkeerden en ongeloovigen geest des tijds bereidhebben wij u waar dig bevonden, uwer op bijzondere wijze te ge denken, en u, tijdens den loop van het concilie, de onderscheiding te doen te beurt vallen, welke wij gewoon zijn te verleenen aan de trouwste aanhangers en bevorderaars van het heilige ge loof," enz. Volgens een algemeen verspreid gerucht, ver langt de bisschop naar zijn vaderland Tyrol te worden overgeplaatst. Italië. Te Florence is het lijk van den bakker Dolfi 11. Vrijdag begraven onder een toevloed van 30- a 1-0,000 menschen, in een lijkwagen, die door vier paarden getrokken werd; en 't geen in Italië ongehoord is, de overledene had alle kerkelijke plechtigheid bij zijue teraardebestelling verbo den. De bakker Dolfi was bij de omwenteling te Florence, toen den 27"°'' April 1869 de groot hertogelijke familie de stad verlaten moest, de eerste man van het volk. Hij moet een fraai im posant uiterlijk gehad hebben, waaruit kracht en zachtheid beide spraken. De gunst, die hij genoot, bij het volk zoowel als bij de regeering, is tot zijn dood toe onveranderd gebleven. Door allen werd hij vertrouwd. In de eerste tijden van het Kouinkrijk was hij de geregelde raadsman en medewerker van den minister Ricasoli. Bij dat alles is Dolfi steeds burgerman gebleven. Van de regeering heeft hij noch eenige betrekking noch de hem aangeboden ridderorden aangeno men. Vandaar, dat het volk de eerlijkheid zijner echt democratische overtuiging, ondanks het ver trouwen, dat hij bij de Regeering en de hooge kringen jhad, niet betwijfelde. Tot zijn dood toe kon men hem op zijn wagen zien uitrijden om de inkoopeu te doen van meel voor zijn bakkerij, waarin hij wel is waar zelf niet meer arbeidde, doch waarboven hij een kamer bleef bewonen. Hij is gestorven aan een plotselinge hersenaan- doening, verergerd door een zonnesteek, die hem getroffen had op de badplaats, waarheen hij zich tot - herstel begeven had. Hij had den naam van rijk te zijn, doch meer dan welgesteld was hij niet. Steeds had hij aan alle patriotische doelein den en aan de Garibaldisteu veel bijgedragen. Zijn begrafenis toont, hoe aanzienlijk de plaats was, die Dolfi in de jongste geschiedenis van zijn stad en land had ingenomen en nog altijd in de waardeering zijner medeburgers innam. Eiig-elancl. Uit de debatten, welke Vrijdag aangaande de quaestie van de afschaffing der doodstraf in het Huis der Gemeenten hebben plaats gehad, blijkt, dat de openbare meening in Engeland, met het oog op de algemeene veiligheid, het behoud der doodstraf verlangt. De Daily News alleen onder de dagbladen wenscht de afschaffing der doodstraf, doch de Times, Morning Star, Daily Telegraph en Morning Post gelooven, dat het Millennium nog niet gekomen is, hetwelk deze afschaffing toestaat. Zij bevelen echter allen eene herziening der te genwoordige wet aan. Uit het verslag aan het Engelsche parlement over het jaar 1868, hetwelk door den postmeester- generaal dezer dagen is overgelegd, blijkt, dat in het genoemde jaar in het vereenigd-koninkrijk zijn besteld (in ronde getallen) 808,1 IS,000 brie ven hetgeen, met 1867 vergeleken, eene vermeer dering is van 4.29 pCt. Het gemiddeld getal brie ven, door eiken inwoner van het vereenigd-ko ninkrijk ontvangen, bedraagt alzoo 26, en dat der aan elke woning afgegevene 149; in Engeland 30 brieven aan eiken persoon; in Schotland 24; in Ierland 10. Het aantal pakketten, drukwerken en stalen heeft bedragen 105,845,000; eene ver meerdering sedert het vorige jaar van 3.49 pCt. Aan het einde van het jaar 1868 hadden 965,154 personen gelden in de aan de postkantoren ver bonden spaarbanken belegd, d. i. 12.8 pCt. meer dan in het vorige jaar; het bedrag dezer geld beleggingen was 11,666,655 pd. st.; eene vermeer dering van 19.6 pCt. sedert 1867. Vereenigde Staten. Volgens eene officieele handelsstatistiek, opge maakt over het jaar eindigende 30 Juni, blijkt dat de invoeren in de eerste zes maanden van het jaar 1S69, vergeleken bij die van 1868, eene vermeerdering aantoonen van 30 percent of 44 millioen; terwijl de voorraad met 20 millioen is vermeerderd sedert 1°. Januari, hetgeen bewijst dat de invoeren grooter waren dan de directe behoeften. Het totaal der invoeren gedurende het jaar eindigende 30 Juni bedroeg 295,202,400 doll, tegen 243,7 1 3,045 dolt. in het vorige jaar en 279,786,446 doll, in 1867, terwijl dit bedrag in 1866 zelfs het cijfer van 806,133,398 doll, bereikte, dat is 11 millioen dollars meer dan in het nu pas verloopen jaar. Fi-aiiki-jjk. De heer Rouher laat thans door zijne gedien stige vrienden openlijk verklaren, dat hij de libe raalste man van 's Keizers raadslieden is geworden en te gelijk met den heer Chasseloup-Laubat een ontwerp-senaatsbesluit in gereedheid heeft ge bracht, dat veel vrijzinniger is dan dat van den President van den Staatsraad. De Keizer was zelfs zóo voldaan over het werk van den ex- minister van Staat, dat hij het verlangen heeft te kennen gegeven, om van beide ontwerpen éen geheel te maken. Het ontwerp-senatus-consult van de heeren De Forcade, Chasseloup-Laubat en Mague, bevat 34 art. onder de voornaamste punten komen de volgende voorVerkiezing door de Kamer van haar bureau, met inbegrip van den president. Wat de benoe ming van den president betreft, de Keizer zou nog besluiteloos zijn terwijl de Keizerin zich bepaald tegen die concessie verzet. Voorts veree- nigbaarheid van het mandaat van afgevaardigde met de functiën van procureur-generaal, raadsheer in het hof van cassatie, onder-secretaris van staat en minister, recht van interpellatie en initiatief; éen afgevaardigde, per arrondissement; derhalve 429 afgevaardigden voor Frankrijk. Voor zooveel tot dusver uitlekt, is men in de omgeving des Keizers nog weinig geneigd, om al deze conces- siën toe te. staan, hetgeen daarom volstrekt niet bewijst, dat de Keizer zelf het gevoelen zijner omgeving deelt. Tot nu toe zijn de kiezers in de vier districten van Parijs, welke door het zitting nemen in het Wetgevend Lichaam van de heeren Gambetta, Bancel, Ern. Picard en J. Simon voor Marseille, Lyon, Montpellier en Bordeaux, niet vertegen woordigd worden, niet tot het verkiezen van nieuwe afgevaardigden opgeroepen. Men vermoedt, dat de regeering met het uitschrijven dier ver kiezingen wacht totdat het, uit het nog voort te zetten onderzoek der geloofsbrieven V de Kamer gebleken zal zijn, of nog meer nieuwe verkiezin gen zullen moeten plaats hebben. Als eandidaten voor de vacatures in het departement der Seine worden genoemdvoor het 1"" district (vroeger door den heer Carnot vertegenwoordigd) de hee ren Laurier-, Rochefort, Cantagrel en Terme; in het 3d° district (vroeger Em. Ollivier) Durier, P. Duprat, Brisson, Laferrière; in het 4d' district (vroeger Ern. Picard) Allou, Arthur Picard (broe der van Ernest), Floquet, Cremienx, Glais Bizoin, Denière, Dufaure; in het S"« district (vroeger J. Simon) Emm. Arago, Lavertujon, Hérold en La- chaud; alleu, behalve de heeren Lachaud en De nière, mannen, die de ultra-democratische of de radicale beginselen zijn toegedaan. Van andere conservatieve of clericale eandidaten wordt nog geene melding gemaakt. Uit Constantinopel wordt gemeld, dat in de verhouding tusschen de Turksche regeering en den onderkoning van Egypte eene gunstige ver andering is gekomen. De officieuze regeerings- organen hebben hunne aanvallen tegen Ismaïl- pacha gestaakt en er is weder sprake van een bezoek aan ziju suzerein om de verzoening door persoonlijke betuigingen te bezegelen. Er zijn intusschen sommige dagbladen die, sympa thie gevoelende voor den onderkoning, hem wij zen op het gevaarlijke van dergelijk bezoek in de bestaande omstandigheden aan het Turksche hof uiet zijne Oostersche gewoonten en gebruiken. Zij herinneren Ismaïl-pacha aan de omstandig heid, dat de Oostersche hoven steeds rijk geweest zijn aan hulpmiddelen om iemand voor eenigen tijd of voor altoos onschadelijk te maken. De Publicsu andere ministerieele dagbladen van Parijs doen opzettelijk uitkomen, dat de voor dezen herfst vastgestelde vermindering van het aantal, ouder het vaandel staande, militairen niets anders is, dan wat de gewoonte, de bestaande regelen en wettelijke voorschriften medebrengen. Tevens wordt gemeld, dat de opperbevelhebbers der militaire divisiën dezer dagen door den maat- schalk Niel zijn aangeschreven, om de uiterste zorg en ijver aan de opleiding en oefening dei- soldaten van alle wapenen te wijden. De minister zegt daarin, dat het land zich harde opofferingen getroost, om een leger van 400,000 man op de been te houden; dat het geene vruchtelooze op offeringen mogen zijn, en dat alzoo de troepen wezenlijk en in ernst voor al de operatiën van den krijg bereid moeten zijn. TELEGBAAIMEN. Pera, 30 Juli. De nieuwe Italiaansche minister Barbolani is Woensdag aangekomen. Eene nieuwe bank, geheeten het Crédit Général Ottoman, is hare operaties begonnen met een kapitaal van twee millioen pond sterling, dat voor de eene helft te Parijs, voor de andere hier is ingeschreven. Weenen, 31 Juli. De Neue Freie Presse verneemt, dat graaf Von Beust, ten gevolge der provocatiën van de Pruisische en nu onlangs ook van de Sak sische regeering, voornemens is door verdere mede- deeling van dépêches het bewijs te leveren, dat zijne uitingen iu de vergadering der delegatiën en in het Roode Boek geheel rechtmatig waren. Madrid, 31 Juli. De Carlisten, onder aanvoe ring van den brigadier Savareigos, zijn over het gebergte tot Toledo voortgedrongen, in welke richting zij vervolgd worden. Het openbaar ministerie te Pampeluna heeft voor onderscheidene samenzweerders de dood straf geëischt. ('s Avonds). De tijdingen uit de provinciën luiden bij voortduring gunstig. Eenige benden van weinig beteekenis zijn op verschillende pun ten verschenen. Zij werden onmiddellijk vervoKd. Alcxandrië, 31 Juli. De kroonprins is benoemd tot minister van binnenlandsche zaken, met Raghi- bad bey ad latus. Cherif-bey is benoemd tot minister van buitenlandsehe zaken. Florence, 1 Augustus. De regeering heeft be sloten om de zitting der Kamers eerstdaags te sluiten. Parijs, 1 Augustus. Het hof van assises heeft Pic, gewezen directeur van de Elendard, veroor deeld tot 12 jaren dwangarbeid, en Taillefer, den kassier van de levensverzekeringmaatschappij l'Union, tot zeven jaren opsluiting. Madrid, 1 Augustus. In eene circulaire van den heer Silvela aan de vertegenwoordigers van Spanje in het buitenland wordt gezegd, dat de tijd ge komen is om alle betrekkingen met de mogend heden weder aan te knoopen. Lissabon, 1 Augustus. De minister-president heeft aan de vertegenwoordiging des lands de aftreding der ministers van justitie en financiën bekend gemaakt. Weenen, 1 Augustus. De Abendposl maakt eene dépêche van den heer Von Beust, dd. 29 Juli, aan Oostenrijks gezant te Dresden openbaar, welke dépêche een antwoord is op die van den Saksischen minister van buitenlandsehe zaken, van 18 Juli, aan Saksens vertegenwoordiger te Weenen. De heer Von Beust zegt, dat hij het betreurt de dépêche van den heer Von Friesen te moeten beantwoorden. Oostenrijks dépêche van 8 Juli is ontsproten uit de noodzakelijkheid, om zich tegen eene verkeerde opvatting te ver dedigen. Ook de heer Von Friesen heeft die noodzakelijkheid dikwijls gekend, en derhalve doet eerstgenoemde een beroep op het onbevan gen oordeel van den Saksischen minister. De heer Von Beust heeft overigens in zijne dépêche van 8 Juli niet gesproken van dé invloeden, geschikt om iemand op het dwaalspoor te brengen, maar van indrukken, die daartoe geschikt zijn. Toen Saksens ver tegen woordiger te Weenen de dépê che van ziju minister voorlas, werd hem een blik gegund in officieele stukken, waaruit hem is ge bleken dat te Dresden eene mededeeling ontvan gen is over de dépêche van den heer Von Beust, van 7 Mei, aan Oostenrijks gezant te Berlijn, en deze mededeeling was niet geschikt, om voorde stappen van de Oostenrijksche regeeriug eene billijke beoordeeling te verwachten. De minister hoopt echter dat de thans door hem verstrekte mededeelingen ook te Berlijn op den juisten prijs zullen worden geschat. Officieele Berichten. KEVVIS«iKVI\L. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van KATWIJK, Gelet op den gedeeltelijken inhoud van art. 219 der Wet van den 29"°» Juni 1851 (Staatsblad n°. 85), regelende de samenstelling, inrichting en bevoegdheid der Gemeentebesturen Brengen ter openbare kennis dat de door hen aan den Raad overgelegde Rekening van de in komsten en uitgaven dezer Gemeente, over den dienst van 1868, gedurende veertien dagen, en wel van Zaterdag den 31"" Juli tot en met Vrij dag den 13d" Augustus aanstaande, op de Secre tarie dezer Gemeente voor een ieder ter lezing is nedergelegd; en aldaar tegen betaling dei- kosten, in afschrift, algemeen verkrijgbaar is ge steld. En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort. De Burgemeester, L. C. J. BLANKEN. De Secretaris, W. VAN DER VLIES. Katwijk, den 31"" Juli 1869. HUWELIJKEN, GEBOORTEN EN SKRFGE'tfALLciN. Eerste Huwelijks-Afkondiging van Leiden van den 1"" Augustus. J. Petri wedr. 47 j en N. Vau Kuijk jd. 46 j. VV. N Morren jtn. 28 j. en K. H. G. Geijer jd. 27 j. A. Vcisnij jm. 22 j en S. Bonte jd. 20 j P. 'f. Mizce jin. 23 j. en M. W. Tegelaar jd 28 j. P. CharitJ jm, 31 j, en C. M. Von Eyk jd. 39 j, S. Segaar jrn. 28 j. en P. Schecu jd. 24 j 11. W. Vun Wijk jin. 23 j. en M. Olirispijn jd 21 j. H.Se- lier jm. 27 en C. C. Voor lm ij zen jd 24 j. C. Lcupc jin. 44 j. en A. Dionet jd. 32 j. G. Kwaadgras jrn. 24 j. en M. Overduin jd. 27 j. J. J. Brioo jrn. 27 j. en M J. Rclijk jd. 20 j. Burgerlijke stand van Katwijk van den 16d*" tot den 31"" Juli. (Uctiutvd; J. Ue Jong wedr. en A. Van der Plas jd. J. Van den Oever jm. en A. Krijg9man jd. Bcvallcai: I). Schaddé vnn üooren, geb, Ouwcliand, Z. C. IJe Mongó, geb. Van Viancn, Z. A. De Vreugd, geb. Van Uoyvenbode, Z. M. C. Den Ncysel, geb. Pfautli, I). W. Voov9, geb. Ketting, D. H. Van Scbic, geb. Van der Boon, Z. G. Van der Wiel, geb. Van l)uyvenbode, I). A. Schaap, geb. Vooys, L). Overleden: E Ros, I). 9 m. A. Van deu Oever, Z 18 m. S. A. Buddingh, 58 j. Burgerlijke Stand van Aarlanderveeu. Juli. ONDERTROUWD. 23. C. Zaal en K, K. Schippers. 30. G. H. Veldman cn B. Van der Sloot. Jnli. OEllUWD. 30. J. Luyben cu C. Iloogcvceii. Juli. BEVALLEN. 17. M. Van Schaick, geb. Evelcen9, I). 21. A. Eikelenboom, geb. Van der Snoek, I). 24. A. Vergunst, geb. Morbus, I). 25. J. M. Boele, geb Van Giersbergcn, I). 29. A. Verkerk, geb. Krnyt, I). 30. L. Van Leeuwen, geb. Van Klaveren, IJ. 31. M. Spruyt, geb. Van Zessen, I). Juli. OVERLEDEN. 19. G. Jongeneel, 10 m. 21. J. Van Vliet, 80 j. 22. A. G. Vrorend, 9 in. 27. G, Hoogebooui, 8 w.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1869 | | pagina 3