In de N. R. Cl. leest men het volgende: Eenige dagen geleden kwam zekere Lamb, met familie, uit Engeland te Vlissingen aan, waar hij dade lijk werd gearresteerd onder beschuldiging van te Bristol frauduleus bankroet gemaakt te hebben. Het schijnt, dat de machtiging tot die gevangen neming^ verleend is door de justitie in Zeeland. De gearresteerde werd naar Rotterdam getrans porteerd en overgeleverd aan den Britschen con sul, die den man evenwel in vrijheid liet; hij nam daarop zijn intrek in het hotel Verliaeren. Alle pogingen later door belanghebbenden (En- gelschen) beproefd, om hem hier te doen arres teeren en aan boord van eene Engelsche stoom boot over te brengen, mislukten; de hoofd-com- missaris van politie weigerde eigenmachtig te handelen; naar wij vernemen, hebben ook de procureur-generaal in Zuid-Holland en de minister van justitie geweigerd bevel tot gevangenneming en uitlevering te verleenen. De belanghebbenden besloten alsnu list te baat te nemen; hunne handlangers, tot de Engelsche justitie of politie behoorende, slaagden er in ken nis met Lamb te maken en zijne vriendschap te winnen. Zij gingen met hem uit en wisten hem hedenochtend lot eene wandeling te bewegen; zij brachten hem naar de Boompjes tot in de on middellijke nabijheid van de aanlegplaats van de Waterloo, de Engelsche stoomboot, die op het punt stond naar Engeland te vertrekken. Zij be proefden hem aan boord van de boot te lokken; doch Lamb kreeg argwaan; hij doorzag den val strik en wilde terug. De list was mislukt, maar dat maakte een te groote streep door de reke ning van de Engelsche agenten; zij besloten ge weld te gebruiken. Lamb werd aangegrepen en na eene hevige worsteling tegen de loopplank der boot opgesleept; men sloot hem daar op. Korten tijd daarna was de stoomboot met haar prooi verdwenen. Al de door ons ingewonnen berichten luiden eenstemmig, dat Lamb niet door list aan boord van de Waterloo gelokt is, maar met geweld daarheen werd gebracht. Het is hiertegen dat wij protest wenschen aan te teekenen. Nu, evenmin als bij eene vroegere soortgelijke gelegenheid, hebben wij sympathie voor bankroetiers en misdadigers. Maar het Hol- landsch grondgebied mag niet geschonden worden. Waar deNederlandsche politie en justitie weigeren een vluchteling te arresteeren en uitleveren, mag de Britsche justitie of politie ons grondgebied niet schenden door zich met geweld van den vluchteling meester te maken en hem aan boord van eene Engelsche stoomboot te sleepen, die zoo spoedig doenlijk het ruime sop kiest. Wij vertrouwen dan ook, dat onze minister van justitie een streng en onpartijdig onderzoek zal laten instellen en dat onze regeering, indien uit dat onderzoek blijkt, dat Lamb werkelijk tegen zijn wil en met geweld door het Engelsche gezag aan boord van de Waterloo is gebracht, van Engeland ge noegdoening zal eischen. Wij kunnen ten slotte een gevoel van leedwe zen niet onderdrukken, dat de politie niet bij machte is geweest geweld met geweld te keeren. Niettegenstaande het tumult en den oploop, waar toe de arrestatie van Lamb aanleiding gaf, was geen agent van politie te zien. Wij moeten het betreuren, dat de politie niet een oog in het zeil heeft gehouden. Intusschen, de zaak ligt er toe. Wij hopen, dat onze regeering de noodige stappen zal doen om voor het gebeurde voldoening te verwerven en de herhaling van soortgelijke ongerechtigheden zooveel mogelijk te voorkomen. Z. M. heeft aan H. J. F. Robijns, J. B. Raadt, A. G. F. Van Dijk, M. W. Huising en G. Vol- laerts, allen te Amsterdam, P. Spanjaart-, te Berk hout, P. De Ruiter, te Ilpendam, J. Komen, te Wervershoof, W. Fabré, te Hilversum, en M. Van 't Rood, te Eukhuizen, vergunning verleend tot het aannemen en dragen van het kruis Fidei et Virtuti, en aan A. G. F. Van Dijk bovendien van de gouden medaille 3de klasse, hun door den Paus geschonken. Z. M. heeft W. J. Jung ontslagen als dir. van het burg. en mil. huis van verzekering te Zwolle; en daartoe benoemd W. F. Treub, thans kom mand. der strafgevangenis voor jeugdige mannel. veroordeelden nabij Doetinchem. Z. M. heeft het door den raad der gem. Us- quert aan P. F. L. Plaat, burg. en secr. dier gem., op zijn verzoek verleend eervol ontslag uit laatstgemelde betrekking bekrachtigd; voorts be noemd bij het korps, gevormd uit de vereeniging tot bevordering van 's lands weerbaarheid te Scherpenzeel, tot kap. kom. met den personeelen rang van maj. H. Roelofsz, gep. maj. der inf. van het leger; tot 2den luit.-kwart. W. M. S. Junius; tot lsten luit. L. F. M. L. Van Horn; en tot 2de luit. J. J. Heinen en M. Middelkoop; tot audit, bij den schuttersr. der dd. schutt. te Almelo Mr. W. J. Engels; bij de 5de komp. van het 4de bat. rust. schutt. in Noord-Brabant; tot kapit. W. A. Van Schijndel; tot lsten luit. Th. G,v H. Van der Wil ligen; tot 2den luit. A. C. H. De Hezelaar en J. De Vries. Amsterdam, 16 Juli. Gisterenavond had in het Park het diner plaats door de autoriteiten en de commissiën van de tentoonstelling aan Z. K. H. Prins Hendrik der Nederlanden aangeboden. Het werd door de tegenwoordigheid van Z. K. H. ver eerd, en bijgewoond door omstreeks 200 perso nen, waaronder de Belgische gezant, de ministers van binnenl. zaken, financiën en justitie, de bur gemeester der hoofdstad, de gedelegeerden en commissiën van de tentoonstelling, vele leden van den gemeenteraad, een aantal andere civiele en militaire autoriteiten, vele exposanten en an dere belangstellenden. De eerste toast werd uit gebracht door Mr. D. J. baron Mackay, president van de algemeene commissie, en was gewijd aan Z. M. den Koning. Deze toast werd met geestdrift en met fanfares begroet. Daarna stelde de heer W. Van der Vliet een dronk in op Prins Hen drik, wien hij dank betuigde voor de betoonde belangstelling in de expositie. De prins betuigde zijn dank voor beide dronken en bracht een dronk uit op de natiën, welke op de tentoonstel ling zijn vertegenwoordigd. Daarop nam de Bel gische gezant bij het Nederl. Hof het woord. Hij stelde een dronk in op de regelingscommissie. De minister van financiën, Mr. P. P. Van Bosse, hield eene uitvoerige rede, waarin hij aantoonde dat de nijverheid, van de knellende banden die hare ontwikkeling vroeger belemmerden ontsla gen, thans eene zoo snelle en verblijdende vlucht nam; hij herinnerde dat Nederland steeds voor aan was geweest, waar het gold handel en nij verheid door vrijzinnige instellingen van belem meringen te bevrijden, en betoogde dat handel en nijverheid, vooral door de meer gemakkelijke en versnelde middelen van vervoer de volken nader tot elkander brengt, en eindigde met een toast in te stellen op de verbroedering der na tiën. De Oostenrijksche gedelegeerde, de heer Kanitz, betuigde dank voor de hartelijke ont vangst, den vreemden gedelegeerden en exposan ten ten deel gevallen in het aan vrijzinnige instellingen zoo rijke Nederland, en gaf de ver zekering, dat wederkeerig aan Nederlanders in Oostenrijk gelijke ontvangst zou bereid worden. Hij verheugde zich dat Oostenrijk, thans insgelijks zich verblijdende in het genot van liberale instel lingen, zijne nijverheid ook meer zal zien ont wikkelen, en eindigde met een dronk in te stel len op het vrije en nijvere Nederland. De min. van binnenl. zaken, Mr. C. Fock, hield eene belang rijke rede, welke hij besloot met een toast op den bloei der nijverheid. De burgemeester der hoofdstad bracht dank aan de vreemde eu Neder- laudsche. exposanten. Nadat de heer Mackay, er op wijzende dat de tegenwoordigheid van den prins nog elders werd verwacht, Z. K. H. had verzocht het diner op te heffen, en de prins dank betuigd had voor de ontvangst, verliet Z. K. II. met verscheidene autoriteiten en de commissiën de zaal, om zich naar het Paleis voor Volksvlijt te begeven. Gisterenavond had ook het aangekondigde feest in het Paleis voor Volksvlijt eene zeer tal rijke menigte derwaarts gelokt. Men begroot het aantal bezoekers op 7000 a 8000. Toen Prins Hendrik der Nederlanden omstreeks halftien in het paleis kwam, werd een schitterend vuur werk afgestoken. Amsterdam, 11 Juli. Jongstleden Zondag had alhier eene samenkomst plaats van onderschei dene sectiën en afdeelingen van het Metalen Kruis, zoowel van hier als uit de naburige gemeenten; zoo werden buiten de 3do en 4-dc' sectie van het Metalen Kruis en de Citadels-Vereeniging uit Am sterdam, ook nog de afdeelingen Haarlem, Lei den, Alkmaar, 's-Gravenhage, Rotterdam, Vlaar- dingcn, Woerden, Gouda, enz. door tal van leden en banieren vertegenwoordigd. De Amsterdam mers wachtten te halftien bij het station van den Holl. spoorweg hunne oud-kameraden op. Bij aan komst van deu trein werden de genoodigden door het korps hoornblazers der dd. schutterij met eene fanfare begroet. Na hartelijke welkomst groeten van weerszijden, schaarden zich al de sectiën in lijn van bataille en marcheerden ver volgens langs de Singels naar den tuin „de Kei zerskroon". tussclien de Raam- en Leidsche barrière. In de zaal gekomen, opende de heer F. A. Amsen, president der Amsterdamsche 3de sectie, de ver gadering en heette allen welkom en schetste de aanleiding tot het feest. Spreker deed uitkomen hoe door den heer Weijerman, president der 3ds sectie te 's-Gravenhage, aan Z. M. den Koning de vergunning was gevraagd en verkregen om jaarlijks een feest in een der naburige steden onder den werkmansstand, die gerechtigd was tot het dragen van het kruis, te mogen vieren en dat zulks verleden jaar het eerst te 's-Gra venhage had plaats gevonden, waarbij zij de eer genoten .van allen aan de hoven van H. M. de Koningin en Z. K. H. prins Frederik ontboden te worden en de. grootste onderscheiding hadden genoten. De klokslag van 12 uren gaf het sein tot op- marcheeren naar den Dam. Alsnu werden de oud-krijgers van Waterloo uit respect als voor hoede geplaatst en de stoet stelde zich in bewe ging. Met moeite kon de stoet om het monument aan den volksgeest van 183031 gewijd, defilee- ren, wegens de ontelbare menschenmassa, daar vergaderd. Na eenige korte toespraken en het bergen der banieren in Zr. Ms. Paleis/werden te 2 uren de feestvrienden afgedankt om ieder voor zich een heenkomen te zoeken, de maag te versterken of met zijne kameraden het een of ander merkwaardigs te gaan bezichtigen. De wapententoonstelling in Arti el Amicitiae werd vooral niet vergeten, want daar was de mon teering te vinden van 183031, die voor allen als heilig te beschouwen was. Te 6 uren vergaderden allen weder op het terrein voor het paleis, en na nog menige har telijke afscheidsrede, zette de stoet, zich in be weging, om in de „Eenhonderd Roê" op den I-Iaavlemschen straatweg het uur van vertrek af te wachten. Toen werden de niet Amsterdam sche sectiën door de Amsterdamsche uitgeleide gedaan tot op het terrein van het stationsgebouw, en onder het spelen der volksliederen en onder het tot wederzienzag men de vrienden ver trekken. De Amsterdammers togen terug naar de Een honderd Roê, alwaar de 4d0 sectie tevens haar jaar feest vierde. In het volgend jaar is de beurt aan Leiden, om binnen hare grijze veste dergelijk feest te vieren. Rotterdam, 15 Juli. In een heden gehouden zitting van den gemeenteraad bleef het voorstel van B. en W., om de commissie van administra tie over het Ziekenhuis aan den Coolsingel te machtigen tot de oproeping van sollicitanten voor de betrekking van heelmeester in dat Ziekenhuis, op een traktement van 1600, voorloopig buiten behandeling, daar een voorstel van den heer Van der Looy werd aangenomen, strekkende om ge noemde commissie uit te noodigen om, terugko mende op haar vroeger besluit tot uitstel der wenschelijke wijziging in den heelkundigen dienst bij die inrichting, met het oog op het belang eener afzonderlijke oogheelkundige praktijk, zoo spoedig mogelijk een ontwerp van zoodanige wijziging bij den Raad in te dienen. Delft, 17 Juli. Aanst. Woensdag den 21,len dezer zal de Gemeenteraad alhier vergaderen tot be handeling van een voorstel van den heer Hartogh Ileijs, tot oprichting eener school voor middelb. onderwijs voor meisjes. Dat voorstel heeft den bijval mogen verwerven van den inspecteur van het middelb. onderwijs, den heer Steyn Parvé, die in een missive aan den Raad zegt, dat „mocht het voorstel bijval vinden in den Gemeenteraad, en tot de uitvoering worden besloten, dan zal het mij zeer aangenaam zijn daartoe in mijne betrekking van inspecteur zooveel mogelijk mede te werken." Lridschexdam, 15 Juli. Gisterenavond is door den Vleeschouwer J. Kahn alhier, eene koe ge slacht, waaruit na de opening een voldragen dood kalf, geheel buiten zijnen natuurstaat, is te voor schijn gekomen. Vlak boven den mond van dat kalf beviuden zich, dicht naast elkander en zon der eenige afscheiding, de oogen geplaatst; boven de oogen aan het voorhoofd bevindt zich de neus, alleen maar voorzien van een neusgat; en op die plaats waar de oogen gewoonlijk huisvesten is niets te zien. Het is in éen woord een wonder- kalf. Den geheelen avond stond het niet stil van nieuwsgierigen, die het wonder kwamen bezichti gen; den anderen morgen had dit bij vernieuwing plaats. De koe had al reeds in April moeten kalven. Boskoop, 16 Juli. De Liberale Kiesvereeniging alhier heeft in hare jongste bijeenkomst tot can- didaten voor den gemeenteraad gesteld en aan bevolen de heeren P. Oosthoek van Nes, G. J. Alberts en J. Van Groos Jz. Van deze drie can- didaten behooren de beide eersten tot de leden die moeten aftreden. VARIA. Vaak hoort men hier gewagen van sterk spre kende aankondigingen, die óf door groote letters óf door bonte kleuren óf door zonderlingen stijl de aandacht van het publiek trachten tot zich te trekken, maar de vernuftigste Nederlander staat in dat opzicht nog ver ten achtere bij den eersten den besten Engelschman. Hiervan getuigt weer onderstaande aankondiging, die men tijdens de laatste onlusten te Parijs, in 't begin van Juni jl., tegen bijna alle muren van Londen zag aan geplakt: „De revolutie te Parijs! De keizer ver moord! De kroonprins opgelicht en weggevoerd dat alles is niets in vergelijking van de kracht en uitwerking van het insecten-poeder Wilson Het bronzen standbeeld van den Amerikaan- schen philanthroop Peabody is te Munchen ten toon gesteld; het model is ontworpen door den beeldhouwer Story te Rome en in de koninklijke gieterij te Munchen vervaardigd. De bewerking wordt zeer geroemd; het beeld stelt den men- schenvriend voor, zittende op een stoel, peinzende natuurlijk over het heil der mensehheid. Eerst daags zal het naar Londen worden getranspor teerd. Een fabrikant te Birmingham heeft octrooi ge nomen voor de vervaardiging van papieren rij tuigen. INGEZONDEN. Het Onderwijs voor den Handwerksstand van het Genootschap Mathesis Scien- tiarum Genitrix. Op Donderdag 15 Juli is te Amsterdam de Inter nationale Tentoonstelling van voorwerpen voor de huishouding en het bedrijf van den handwerks man geopend. Onwillekeurig rijst de vraag bij ons op, hoe zal Leiden zich daar laten vertegen woordigen Het antwoord zal de Catalogus kunnen geven, dezen hebben wijevenwel nog niet ingezien. Het is ons niet bekend, wat er]uit. deze stad naar het Paleis voor Volksvlijt is gezonden, maar wij hebben een boekje, voor ons liggen, dat voor die tentoonstelling is vervaardigd en waarop wij de aandacht van de lezers van het Leidsche Dag blad willen vestigen. Het heeft tot titel: „Over zicht van het Onderwijs van de scholen van het Genootschap Mathesis Scientiarum Genitrix te Leiden van het jaar 1785 tot het jaar 1868. Gedrukt voor rekening van het Genootschap." Deze Internationale Tentoonstelling toch strekt zich nog iets verder uit dan tot hetgeen de huis vesting en het huisraad, de kleeding en de voe ding en de gereedschappen van den handwerks man betreft; de zesde en zevende klasse omvat hetgeen voor zijne ontwikkeling gedaan wordt en de vereenigingen ten zijnen behoeve opgericht. Om nu eens bij deze gelegenheid te laten zien wat het Genootschap Mathesis Scientiarum Geni trix in deze richting heeft verricht gedurende haar meer dan tachtigjarig bestaan, zijn, naar wij vernemen, een tweeduizend stuks teekeuin- gen geplaatst op deze Internationale Tentoonstel ling op de wijze als eenige Duitsche teeken- seholen dat gedaan hadden op de laatste Parij- sche tentoonstelling. 14-00 bouwkundige en 600 handteekeningen in zeer doelmatig ingerichte staanders neergelegd vertegenwoordigen het ge- heele onderwijs der teekenscholen, d. i. zoowel van het handteekenen naar het model, Dupuys methoden pleisterteekenen en naar het voor beeld, als van het rechtlijnig-, copie- en het per spectief teekenen, het bouwkundig schaduwen, het machineteekenen, het lelterteekenen enz. Ver der vernemen wij, dat een collectie modellen ten toongesteld is evenzoo door de leerlingen dei- bouwkundige school in verschillende jaren ge maakt, als trappen, kappen enz. Het Bestuur heeft terecht begrepen, dat deze vruchten van Jhet onderwijs nog geen volledig denkbeeld geven van deze instelling; om hieraan tegemoet te komen werd besloten deze inzending vergezeld te doen gaan van een overzicht van het onderwijs sedert 1785 gegeven, dat de heer C. G. Nieuw veen, oud-secretaris van het Genoot schap in deze 40 bladzijden heeft geschetst, waarin hij op allezins lofwaardige wijze geslaagd is. Wij achten het niet ongepast eenige bijzonder heden uit dit boekje af te schrijven; vooreerst is het een streelend gevoel voor onze stad, dat voor haren handwerkstand het eerst in ons vaderland zulk een inrichting is gegrondvest, „totbekwaam- making dier leden der burgerlijke maatschappij, welke tot een zekeren trap van kundigheid ge vorderd zijn, en uit een staat van soberheid en armoede tot meerder geluk en aanzien worden opgetrokken," zooals in het Reglement van 1787 te lezen staat, waarbij uitdrukkelijk bepaald wordt, dat „niemand in dit Genootschap wordt aangenomen, dan die aan een of ander handwerk is, en voorneemt hetzelve te blijven waarnemen gedurende zijn leertijd." Het was een gevolg van de toen heerschende mode, dat deze school door een Genootschap tot stand kwam bestaande uit „bescherm heeren, ho noraire en ordinaire leden, begunstigers, aankwee- kelingen van eer en uit de studeerende jeugd, aan- kweekelingen van eer uit den burgerstand, weezen en begunstigde aankweekelingen." Dat deze veree niging zich een Lalijnsche zinspreuk koos is niet minder karakteristiek. De namen der oprichters verdienen zeer zeker in gezegend aandenken te blijven; wij lezen ze op blz. 8: „Pieter van Cam- pen, landmeter en wijnroeier, Jacobus van Cam- pen, leermeester in de wiskunde, Pieter Rijk, architect, Bartholomeus van den Broeck, kunst beeldhouwer en leermeester in de teekenkunde, en A. van Gennep, student in de rechten. Het onderwijs omvatte de wis-, natuur- en werktuigkunde, het teekenen, de zeevaart- en vestingbouwkunde." Dat de lessen door heeren studenten werden bijgewoond volgt uit de opmerking, blz. 9: „dat er reeds spoedig door den toenmaligen hoogleeraar in de wis- en natuurkunde Damen krachtig op werd aangedrongen het onderwijs aan de studenten te staken, als zeer nadeeligen invloed uitoefenende op het aantal zijner studenten." In het jaar 1800 „vereenigde het Genootschap zich met een ander van dergelijke strekking, on der de zinspreuk: „de wiskunde is de moeder der wetenschappen." In 1802 is het onderwijs in zeevaart- en vestingbouwkunde vervangen door dat in de bouwkunde, en zoo bleef het, zoodat het Genootschap als „de teeken- en rekenschool" bij Leidens burgerij het best bekend was, en sedert jaren uitmuntende vruchten afwierp. Steeds bleef het eene „bijzondere school, waarin noch

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1869 | | pagina 2