De Russische regeering heeft aan Dr. C. Teschen dorf een bewijs gegeven, dat zij zijne wetenschap pelijke verdiensten op hoogen prijs stelt. Zij heeft aan hem namelijk een adellijken titel verleend, die op zijne nakomelingen zal overgaan. liet is een eerbewijs ,dat in 1804 het laatst aan Ludwig Von Schlaezer, den historicus, werd toegekend. Ook wordt er bij die aanstelling nog bijzonder melding gemaakt, dat Rusland aan Tiscliendorf liet bezit van den Codex Sinailicus, het oudste handschrift vau den bijbel, te danken heelt. rijn-beieren. Zooals bekend is, hebben de bur gers in deze landstreek het recht om den aard en het karakter der openbare scholen bij meer derheid van stemmen te bepalen. Met overgroote meerderheid verklaren zij zich bijna overal vóór de neutrale school, daar zij overtuigd zijn dat het bestuur der scholen niet langer uitsluitend aan de geestelijkheid kan worden overgelaten, en dat het onderwijs eene zaak des volks is. De Engineer deelt omtrent de grootsche fabriek, nijverheid van Birmingham de volgende opgaven mede: Elke week worden gemiddeld vervaardigd 14 millioen stalen pennen, 6000 ijzeren ledekan ten, 7000 geweren, 300 millioen uiachineschroe- vén, 100 millioen knoopen, 1000 stuks zadels, 5 millioen munten van koper of brons, 20,000 bal len, 40,000 Ned. ponden voorwerpen van papier- maché, juwelierswerken ter waarde van 30,000 p. st., 6VI millioen meters staal- en ijzerdraad, 40,000 Ned. ponden naalden, 20,000 Ned. p. haar spelden, 18H millioen haken en oogen, 10,000 dozijn haard ijzers, 3500 blaasbalgen, 150 naaima chines en andere kleine fabrikaten in gelijke verhouding. BUITENLAND. Spanje. In de rede, waarmede de nieuwe minister- president, maarschalk Prim, het nieuwe kabinet aan de. Cortes voorstelde, zeide hij o. a.: Het gouvernement heeft gezworen de constitutie en de wetten na te leven en te doen naleven, en 't is vast besloten, dit voornemen tot eene waar heid te maken. Ongelukkig waren steeds, wan neer de liberale partij in Spanje aan het bewind was, oproer en verzet aan de orde van den dag en dat in die mate, dat vele afgevaardigden, hier tegenwoordig, zich herinneren een minister te hebben hooren zeggen„dat elke dag ge wonnen was, die zonder oproer verliep." Van daar de zwakheid dier liberale gouvernementen, vandaar hun gering gezag, hunne onmacht, om iets degelijks en blijvends te scheppen; vandaar ..eindelijk de kracht onzer vijanden, om het ge- Izag te ontrukken. Maar dit gouvernement, ver- Jtrouwende op zijn eigen kracht en op den steun der constitueerende Cortes, hoopt, dat zulke dagen van wanorde en beroering niet zullen weder- keeren, omdat het vastbesloten is, hun terugkeer niet te dulden, en het zal daarbij zoo krachtig optreden als mogelijk is, zonder bij de vervul ling dier taak wreed of hard te werk te gaan. Men versta het dus wel, dat het gouvernement het als een der eerste noodzakelijkheden be schouwt om de openbare orde te handhaven, niet de orde der gematigden, niet die orde die daarin bestond, dat men haar eischte van de laagste klasse der maatschappij, terwijl de hoogere klasse zich aan de schandelijkste wanordelijkheden schuldig maakte. De orde, die de liberale partij wenscht, is eene geheel andere. Wij willen dat de hoogere standen het voorbeeld er van geven, opdat die in de middelklasse, bij de lagere stan den, overal in het kort, heersche. Het gouver nement geïnspireerd door de Cortes, zal dus het voorbeeld geven van eerbied en gehoorzaamheid aan de constutie en de wetten; met reden hoopt het, dat het land zulk eeu loffelijk voorbeeld zal volgen. Na vervolgens de verhouding tot het buitenland, en economische en finautieële quaestiën uitvoerig te hebben besproken, ging de redenaar voort: Maar vergeet nimmer, mijne heeren, dat dit gouverne ment, noch eeuig ander, geen wonderen kan doen. Het land heeft eene crisis ondergaan, die schrikkelijk had kunnen zijn en het voor een deel ook geweest is, want alles is geschokt ge worden; thans echter is alles gelukkig weder georganiseerd; niemand kan dus verlangen, laat staan eischen, dat het vaderland in eenige maan den genezen worde van de wonden, waaraan het jaren lang heeft geleden; alles zal in gezonden staat komen, hoop ik, maar daartoe is het 1100- dig, dat wij eene gezonde staatkunde volgen: het overige zal dan van zelf komen. Nog iets smeek ik met warmte van u, namelijk, dat de drie fraction, die de meerderheid der kamer vormen, na u vereenigd blijven. Ik zou de re publikeinen wel willen bidden, hen wel willen smeeken, dat ze, daar het hen onmogelijk is zich bij die eensgezindheid aan te sluiten, waartoe ik de leden der meerderheid uitnoodig, ten min ste zoo welwillend zijn, tegen het gouvernement geene stelselmatige oppositie te voeren. Ik zou hen zelfs wel durven aanraden, zich tevreden te stellen met de vrijheden, die wij thans be zitten en die van groote waarde zijn, als wij den tegenwoordigen toestand vergelijken met dien van voor negen maanden. Ik kan mij niet begrijpen, hoe mannen van verstand, gelijk zij, die hier tegenwoordig zijn, kunnen verlangen, met overijling hunne wenschen te verwezenlij ken; laten ze langzaam voorwaarts schrijden, schrede voor schrede; laten ze hun weg ver volgen met de zekerheid van den man, die overtuigd is tot het doel| te zullen komen, en zij zullen er toe komen. Ik herhaal het, mijne heeren, vergeet geen oogenblik dat eendracht macht maakt. Laat ons vereenigd voorwaarts gaan en verontrust u niet, dat de Karlistische benden ons nadeel kunnen berokkenenlaat ons aaneengesloten voorwaarts schrijden en we zullen evenmin de reaction- nairen hebben te duchten, die van eene on mogelijke restauratie droomenlaat ons vereenigd onzen weg bewandelen, en zoodoende zullen we ons het voordeel verzekerd zien, het werk dat we ondernomen hebben te voleindigen, en de zekerheid aan onze kinderen te kunnen nalaten eeu, herboren, vrij en gelukkig vaderland. Ik eindig zooals ik begon: Wilt, mijne heeren, u welwillend betoonen tegenover het geheele ka binet, maar weest dit dubbel omtrent mij, want voor mij is die welwillendheid het meest nood zakelijk." Donau- V orstendoiuineu. In het adres der Skuptschina, hetwelk bij het regentschap Ie Belgrado is ingediend, wordt de wensch te kennen gegeven, dat met de nieuwe grondwet het land tegen beroeringen gewaarborgd moge zijn. Voorts wordt gewezen op de noodza kelijkheid om, ingeval vorst Milan geene erven nalaat, de troonsopvolging te doen overgaan op de mannelijke nakomelingen der dochter van Obrenovich. De Skuptschina geeft ten slotte den dank en het vertrouwen des volks te kennen ten aanzien van hetgeen het regentschap tot nu toe heeft gedaan. fElugelaiid. Maandag jl. werd in het Hoogerhuis door lord De Grey het voorstel gedaan om de Bill betref fende de gesubsidieerde scholen voor de tweede maal te lezen. Uit het daarover gevoerde debat leidt de Times af, dat dit ontwerp weldra tot wet zal worden verheven. Alzoo zal er opnieuw een belangrijke schrede voorwaarts worden gedaan op den weg, die strekt naar het doel, dat iedereen in Engeland de hoogste noodzakelijkheid acht: eene algemeene uitbreiding van het onderwijs. Het thans aanhangige ontwerp vindt veel onder steuning zegt de Times, en is dan ook een maatregel die algemeen wordt toegejuicht. Ieder die wel denkt moet er mede zijn ingenomen. De Bill toch heeft slechts ten doel grove misbruiken weg te nemen. Slechts zij, die zich door dien toestand bevoordeelden, kunnen tegen den maatregel ge kant wezen. Het beginsel dat dit wetsontwerp beheerscht is: het benoemen van waardige mannen, die, met een wettig gezag bekleed, misbruiken kun nen weren. Dit staatstoezicht noemt de Times een eersten stap op den weg, die leiden zal tot de instelling van een departement van onderwijs. Het City-blad juicht voorts in hooge mate het plan toe om de subsidiën ook ten voordeele der ontwikkeling van meisjes te doen strekken. Dat zij er tot nu toe van verstoken bleven, moet slechts geweten worden aan de apathie van de jongste nienschelijke geslachten. De toestand van het onderwijs aan meisjes uit den minderen en geringen stand eischt dringend voorziening. Zij die streven naar de uitbreiding der rechten van de vrouw worden door het publiek in éen opzicht geholpen: n.l. dat de vrouw dezelfde kans moet hebben om, evengoed onderwezen als de man, in haar levensonderhoud te kunnen voorzien. En hoe zullen zij tot die betere ontwikkeling komen, als zij het voedsel des geestes moeten ontvangen van half onderwezen schooljufvrou wen? Die toestand is onhoudbaar! De Times meldt, dat meetings hebben plaats gehad te Cork, Limmerick, Ennis, Mullingur, Drogheda en andere plaatsen, met het doel om de gevangen Fenians te bevrijden. Er werd ver klaard, dat men geen vertrouwen kon stellen in de verklaringen van vrede, zoolang de gevangenen achter de grendels zaten. U'Sullivan zeide, dat zoo het goevernement die invrijheidstelling thans niet toestaat, hij genoodzaakt zou wezen die te bewerkstelligen zoodra de gelegenheid zich aan bood. Fz-aulii-y li. In de jongste zitting van het wetgevend lichaam heeft de heer Pelletan zijn verlangen te kennen gegeven, dat de minister aan de prefekten en onderprefekten de noodige voorschriften zou ge ven, opdat de kiezerslijsten ter beschikking van de belangstellenden worden gesteld. De minister gaf daarop de verzekering aan de kamer alle dokumenten te zullen verschaffen die ze mogt vragen. Dit was echter niet juist wat Pelletan vroeg. De heer BiifTet mengde zich in het debat. Picard vroeg daarop eene opgave van de giften en be loften door de officiële kandidaten in de depar tementen en in de steden gedaan; daarop ant woordde de minister echter niet. De Patrie meldt omtrent de Fransch-Belgische onderhandelingen, dat de Belgische commissaris sen, die zich naar Brussel hadden begeven, om met de ministers te beraadslagen, te Parijs zijn teruggekeerd, en tevens dat de raadgevingen van het Eng. gouv. diepen indruk hebben gemaakt op het Belgische. Men ziet spoedig eene nieuwe zitting van de kommissie te gemoet. De bewering van eenige Dnitsche bladen, dat de Fransche koinmissarissen hunne eischen steeds zouden ver meerderen, wordt door de Patrie weersproken. In hetzelfde blad leest men: Onlangs is door ons gemeld, dat de mogendheden, die aan de konferentie van 1831 te Londen hebben deelge nomen, kortelings te Brussel de meest vriend schappelijke raadgevingen hebben doen hooren en aangespoord, dat men daar zou trachten het met Frankrijk eens te worden. Dit bericht is officieel bevestigd door eene dépêche van Lon den en een andere van Weenen. Wij zullen er bij voegen, dat Engeland en Oostenrijk hebben ver klaard, dat onze vorderingen volstrektgeen inbreuk maken op de zlfstandigheid van België. Dit ont neemt alle gewicht aan het door verscheidene, bladen medegedeelde, dat een Eugelsch eskader zich naar de Schelde zou begeven. Dit plan be stond overigens wel, maar beoogde niets dan een bezoek aan de verschillende Europeesche havens, bij wijze van proeftocht van eene vloot, die bestemd is om eene reis om de wereld te doen, ten einde de verschillende Eng. maritieme stations te bezichtigen. Men heeft echter nu dit plan opgegeven en laatstgemeld eskader zal zich thans van Plymouth rechtstreeks naar Brazilië begeven. Belglc. Ismaël-Pacha, de ouderkoning van Egypte, is eergisterenavond te Brussel aangekomen. Niette genstaande het late uur verdrong zich eene on afzienbare menschenmassaom het spoorwegstation; de onderkoning werd begroet niet door den graaf van Vlaanderen zooals eerst het plan was, maar door den luitenant-generaal Chazal, militair gou verneur der residentie, den graaf Van der Straeten- Pontholz, groot maarschalk van liet paleis, den Turkschen zaakgelastigde en verschillende andere autoriteiten. Hij begaf zich dadelijk naar het paleis, waar hem eene schitterende ontvangst voorbereid was. Gisteren zou de onderkoning ver schillende openbare gebouwen bezoeken, om he den deel te nemen aan een diner in het hotel van den minister van buitenlandsclie zaken en aan eene gala voorstelling in het Thé&tre de la Monnaie. TELEGRAMMEN. Londen, 2 Juli. Paragraaf 13 van de Iersche kerkwet is door het Hoogerhuis aangenomen. Aangezien de meerderheid van het Huis er voor is dat de tegenwoordige Iersche bisschoppen leden van het Hoogerhuis zullen blijven, belooft graaf Granville een artikel, in dien geest geredigeerd, in de wet te zullen brengen. De paragrafen 14-18 zijn daarop aangenomen. De discussiën over de paragrafen 19-22 zijn verdaagd. Bij paragraaf 23 stelt graaf Carnarvon voor, om aan de protestantsche geestelijken een vergoeding te verstrekken, van veertienmaal het tegen woordige jaarlijkselie inkomen. Ofschoon graaf Granville er zich tegen verklaarde, werd liet amendement aangenomen met 155 tegen 86 stemmen. Florence, 2 Juli. De commissie van enquête betrekkelijk de tabaksquaestie heeft met hare werkzaamheden een aanvang gemaakt. De hee ren Lobbia, Crispi en anderen zijn gehoord. Suez, 1 Juli. De mail uit Bombay, en die uit Java en China (Engelsche dienst), zijn alhier aangekomen. Brest, 2 Juli (te halfelf 's morgens). De seinen van de Great Eastern worden weer ontvangen. Het gebrek aan den telegraphischen tele graafkabel is ontdekt. Woensdag-ochtend stak plotseling een storm op, waardoor men aan boord van de Great Eastern verplicht werd de boei af te kappen. Toen het weder beter was geworden, heeft men den kabel opnieuw opgevischt. De Great Eastern bevindt zich op 47.55 N.-breedte en 30.03 W.-lengte. Parijs, 2 Juli. Prins Napoleon is alhier terug gekomen. New-York, 1 Juli. De openbare schuld vermin derde met 16millioen dollars; de voorraad edel metaal met tachtig millioen, en het edel-metaal in circulatie met 37 millioen. New-York, 2 Juli. De heer Boutwell heeft be volen om morgen 3.000,000 dollars Bonds aan te koopen. Verreweg het grootste gedeelte van hen, die aan de expeditie onder bevel van Ryan naar Cuba deelnamen, zijn in hechtenis genomen. Ned. Tel. M. Parijs, 2 Juli. Er loopt een ge rucht omtrent eene vermindering van het leger- effectiel'. De beurs is zeer vast. 's Avonds. De Patrie meldt, dat de Fransch- Belgische commissie het in hare zitting van he den eens geworden is omtrent alle punten; de conventie moet nog alleen gerodigcc'"1 worden. STATEN-GENEBAAL. TWEEDE KAMER. Zitting van heden. Aan de orde is de voortzetting der beraadsla ging over het wetsontwerp tot regeling ran het onderwijs bij de Koninklijke Militaire Academie, en wel over art. 2, hetwelk de leervakken omschrijft, dié aan de Militaire Academie zullen worden ge- gegeven. De heer De Roo van Alderwerelt stelt eene motie van orde voor om wegens een amende ment van den heer Heemskerk, de behandeling van art. 2 uit te stellen tot na art. 5 en 6. Ook de artt. 3 en 4 worden tot daarna aangehouden. Art. 5 luidt aldus: „Ieder Nederlander die op het tijdstip van den aanvang van den cursus den vollen ouderdom van zeventien jaren heeft be reikt en niet ouder is dan twintig jaren, wordt, zoo hij daartoe op den door ons te bepalen tijd en wijze het verzoek heeft gedaan en door eene geneeskundige commissie te benoemen door onzen minister van oorlog, voor de militaire dienst ge schikt is bevonden, tot het examen toegelaten om als kadet aan de academie te worden geplaatst Zij die in het bezit zijn van het getuigschrift of diploma van het eindexamen der hoogere bur gerscholen, bedoeld bij art. 55 der wet van 2 Mei 1863 (Stbl. n°. 60) leggen dat getuigschrift bij het in te dienen verzoekschrift over." Hierop zijn verschillende amendementen voor gesteld: 1°. het amendement van de heeren de Roo c. s. om hetgeen volgt op het woord „bevon den" te vervangen door de woordenen boven dien in liet bezit is van het getuigschrift van het eindexamen der hoogere burgerscholen, bedoeld bij art. 55 der wet van 2 Mei 1863 (Stbl. n°. 50), tot bet vergelijkend examen toegelaten, om als kadet aan de akademie te worden toegelaten." De heer De Roo van Alderwerelt zegt dat met deze wet het examen zoodanig kan ingericht worden, dat geene behoorlijke aansluiting aan de hoogere burgerschool verzekerd is. Hij ziet hierin een bewijs van wantrouwen in de wet op het mid delbaar onderwijs. Hij meent ook, dat het exa- mineeren voor de provinciale commissiën meer waarborgen oplevert voor de leerlingen der bij zondere scholen, dan voor de algemeene commis sie te Breda. Hij acht de voorwaarden van het bezit van het diploma der hoogere burgerschool voor de jongelieden en voor de eischen van het examen het beste. 2°. Het amendement van den heer Heemskerk Az., voorstelende om al 2 van art. 3 te doen vervallen. 3'. Het amendement van deu heer Gefken heeft mede ten doel om deze tweede alinea te doen vervallen. 4°. het amendement van den heer Moens, strek kende ook tot wegvalling van al. 2 van art. 5. De heer Thorbecke bestrijdt de verschillende amendementenhet amendement De Roo acht hij niet zeer liberaal en ook onnoodig. De Minister van Oorlog brengt daarna eene wijziging in artt. 5 en 6. Vooreerst vervalt al. 2 uit art. 5 en aan art. 6 wordt, in deu geest van den heer Thorbecke, eene nieuwe al. toegevoegd, luidend „Het is gelijk aan het examen der hoogere bur gerschool met 5jarigen cursus, omschreven bij al. 3 van art. 57 der wet van 2 Mei 1863 (Stbl. n°. 50) en betreft voorts" zooals verder iu 't art. is om schreven. Alinea 3 (over 't schriftelijk werk) ver valt geheel. Hierdoor vervallen de amendementen des hee ren Heemskerk, Gel'ken en Moens, en komen de artt. 5 en 6 alsnu te gelijk in discusssie. (Per telegram.) De heer Heemskerk Az. stelt een amendement voor tot beperking der eischen van bekwaamheid voor de kadets. Dit wordt verworpen met 37 tegen 22 stemmen, liet amendement van den heer De Roo c. s. om het diploma van een hoogere burgerschool ver plichtend le stellen, wordt verworpen met 43 tegen 16 stemmen. De redactie der regeering van artt. 5 en 6 wordt ten slotte aangenomen Maandag voortzetting. Z«»Me 8TAATS-I.OTEKIJ. Trekking van 2 Juli. N°. 17223 ƒ50000. N°. 13658 f 10000. N*. 3368, 7756, 8791 ƒ1000. N°. 15649, 16683 /400. N». 2279, 3721, 10845 ƒ200. N'. 478, 608, 3094, 3825, 10511, 12178, 13234, 16041, 17688 ƒ100. Trekking van 3 Juli. Prijzen van ƒ1000 en daarenboven: N". 7629 ƒ1500 en premie van ƒ30,000. N°. 8470 premie laatste lot ƒ3000. LAATSTE BERICHTEN. Het Gerechtshof van Zuid-Holland heeft, heden de behandeling van het rechtsgeding De Vletter ten einde gebracht. De advocaat-generaal Terp stra, Mr. Bergsina, verdediger van den besch., en De Vletter zelf, hebben nog breedvoerig het woord gevoerd. Zaterdag 10 dezer, des morgens te tien uren, uitspraak.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1869 | | pagina 3