2874. Vrijdag A0. 1869. 1 H 25 Juni. I binnenland. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden, per 3 maandenƒ3.00. Franco per post3.85. Afzonderlijke Nommers0.10. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon-en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIEN Van 1-6 regels f 0.75iedere regel meer0.12*. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van 1-4 regels /0.9G; iedere regel meer0.15. Lelden, 24 Juni. Alzoo zal de heer Taets van Atnerongen weder voor 4 jaren als afgevaardigde van ons district in de Tweede Kamer zitting hebben. Dank zij de hulp der anti-revolutionairen is bet aan de vereenigde conservatieve en R.-Katho lieke kiezers gelukt, hun candidaat de zege te doen behalen. Op deze wijze was onze neder laag zeker. Intusschen mogen wij als een verblijdend verschijnsel wijzen op het belangrijke aantal stemmen, die onze candidaat tegen deze Triple Alliantie verkregen heeft. Vergelijken wij dit aantal bij de stemmen in de drie laatste jaren op den tegencandidaat van den heer Taets uitgebracht, dan hebben wij reden tot tevre denheid. Ook in ons district is vooruitgang te bespeuren. De anti-revolutionaire kiezers zijn, tegen de vermaning van hem, die eenmaal hun leider was, bij de herstemmingen niet doof gebleven voor bet noodgeschrei der conservatieven. Was het om goed te maken, wat hunne partij in de Veluwe had misdaan? Zeer zeker is het dat de herstemmingen te Leiden en te Gouda, die de heer Groen als maatstaf der beginselvastheid van de anti-revolutionairen beschouwde, een treu rig bewijs hiervan hebben opgeleverd wij zijn geslagen, maar de heer Groen blijft alleen. Voor het overige hebben de herstemmingen de zegepraal der liberale partij bevestigd. Roer mond en Haarlemmermeer hebben het goede voorbeeld, door het grootste gedeelte van onze kiezers gegeven, gevolgd en wij mogen ons ver heugen, dat het behoud van ons neutraal onder wijs verzekerd is. De Kamer heeft 13 nieuwe leden gekregen, van welke 9 tot de onzen behooren. Zes zijn in de plaats van conservatieven gekozen (2 te Amsterdam, te Alkmaar, te Hoorn, te Roer mond en te Zwolle); de drie anderen zijn voor het eerst gekozen in de nieuwe dis tricten (Brielle, Haarlemmermeer en als 3de lid te Sneek). Van de vier andere nieuwe leden is er éen conservatief in de plaats getreden van een conservatief (te Tiel), heeft éen anti-revo lutionair den zetel van een conservatief bemach tigd (te Amersfoort) en heeft éen R.-Katholiek een liberaal verdreven (te Breda), terwijl de 4de is gekozen als 2de lid in het nieuwe dub bele district Tiel. De vijfde nieuwe plaats (te Boxmeer) wordt ingenomen door het aftredende lid der Kamer den heer Haffmans, die in zijn eigen district niet weder candidaat is gesteld. Krachtig beeft de liberale partij in ons land zich doen gelden. Mocht zij in vroegere tijden zich staande houden door de hulp der R.-Ka- tholieken, die in waarheid alles aan haar ver schuldigd waren en dus met reden éene lijn met haar trokken tbans is zij zoo machtig, dat zij alleen tegenover het bondgenootschap der drie andere partijen, eene glansrijke over winning behaalt. Al meer en meer wint zij aan krachten, al duidelijker en duidelijker teekenen zich de lijnen, die de liberale van de andere districten af scheiden. Vooral nn het Oude West-Friesland zich zoo waardig getoond heeft, kan men die lijn al beter aangeven. Toch zal Zuid-Holland wel eenmaal volgen. Leiden ligt op de grens. Hoe meer onze welvaart toeneemt, hoe eerder wij mee zullen gaan! LEIDEN, 24, Juni. Men verneemt dat Jfor. H. A. Van Karne- beek, buitengewoon adjudant van Z. M. den Koning, die de Nederlandsche regeering heeft vertegenwoordigd op het onlangs te Berlijn gehouden Congres der Vereeniging tot verple ging van zieke en gekwetste soldaten in den oorlog, door Z. M. den Koning van Pruisen is benoemd tot ridder der Kroonorde, late klasse. Vaderland). Nadat verleden jaar de toenmalige eerste secretaris der Britsche legatie in den Haag een uitvoerig verslag had ingeleverd aan zijne regee ring over het middelbaar onderwijs hier te lande, waarvoor hem door den inspecteur van het la ger onderwijs in Zuid-Holland de données zijn verstrekt, met voorkennis van onze regeering, ia ook eene vertaling van onze wet op het lager onderwijs naar Engeland gezonden door den tweeden secretaris der Engelsche legatie, den heer Thurlow en déar officieel uitgegeven. Dit een en ander beeft de aandacht in Enge land tot zich getrokken, en dezer dagen heeft de inspecteur van het lager onderwijs in Zuid- Holland een ambtsscbrijven ontvangen van den hoofdinspecteur der scholen in Ierland, Dr. Kee- nan te Dublin, waarbij nog nadere ophelderin gen en inlichtingen gevraagd zijn aangaande ons lager onderwijs. Het Utrecht8ch Dagblad deelt het volgend schrijven mede van den heer G. W. Vreede: //Nu eindelijk ook Dr. J. Ten Brink, de hoek steen van mijn luchtkasteel, het auteurschap ontkent, belijd ik gaarne //in een onbewaakt oogenblik" een flater begaan te hebben, die wel niet de eenige in mijn leven geweest is, noch zijn zal. Heb ik den schrijvers van de brie ven, met welke ik mij dezer dagen openlijk vereerd heb gezien, moeite berokkend, de lezers van het met bun vernuft gekruid //Vaderland" mogen mij wel dank weten voor bet genoegen, dat ik hun onwillekeurig heb verschaft." Bij de Algemeene Rekenkamer zullen, na vergelijkend onderzoek, in dienst worden ge steld drie 2de klerken, aanvankelijk op eene bezoldiging van f 400. Het ontwerp van wet tot nadere regeling van de op hoog gezag ingevoerde suikercultuur en wijziging van art. 60 van het reglement op bet beleid der regeering in Nederlandsch Indië, luidt aldus Art. 1. Ten aanzien van de op hoog gezag ingevoerde suikercultuur wordt art. 56 van het reglement op het beleid der regeering van Ne derlandsch Indië, met uitzondering van de laatste alinea, vervangen door de volgende bepalingen 1°. Nieuwe invoering van deze verplichte cul tuur heeft niet plaats. 2°. Waar zij bestaat, eindigt de verplichting der inlandsche bevolking tot afgifte van den voor eigen gebruik ontgonnen grond met den aanplant van het jaar 1890. Na den aanplant van het jaar 1878 wordt, behoudens reeds verkregen rechten, de krachtens deze verplichting af te geven oppervlakte voor elke onderneming jaar lijks trapsgewijze verminderd. 3°. Bij de regeling van den verplichten aan plant en bij de overeenkomsten voor de ver werking van het riet, neemt de gouverneur- generaal in acht: a. Dat geene onderneming met verplichte cul tuur worde voortgezet, waar de druk voor de bevolking, in verband met de voorschriften van deze wet beschouwd, overschrijdt hetgeen het finantieel belang van den staat in billijkheid vor deren mag. b. Dat gelijktijdig over niet meer dan éen vijfde der velden van elke betrokken dessa worde beschikt, tenzij de bevolking zelve afwij king van dit voorschrift verlange. c. Dat de bevolking voor de afgifte van den grond behoorlijk worde schadeloos gesteld en voor haren arbeid behoorlijk betaald. d. Dat de middelen tot verwerking van het riet geëvenredigd zijn aan de uitgestrektheid van den aanplant. e. Dat voor het drijven der molens of andere toestellen niet beschikt worde over water benoodigd voor den eigen landbouw der be volking. f. Dat tot het verkrijgen van arbeiders en verdere hulpmiddelen, zoo voor het snijden en vervoeren van het riet, voor werkzaamheden in en bij de fabriek, voor den afvoer van de suiker als anderszins, de tusschenkomst des be- stuurs aan de ondernemers niet verleend worde buiten volstrekte, telkens te bewijzen onmis baarheid. g. Dat aan den lande een billijke cijns ver zekerd worde, zoowel over het product van den vrijen, als over dat van verplichten aan plant. h. Dat elke overeenkomst en elke wijziging, beide terstond na de sluiting, worden open baar gemaakt in het officieele nieuwsblad. Art. 2. Art. 60 van het voormelde reglement wordt voortaan gelezen als volgt: De gouverneur-generaal zorgt, dat aan nut-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1869 | | pagina 1