2863.
Zaterdag
\ji;
A0. 1869.
12 Juni.
i
BINNENLAND.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PBIJS DEZF.R COURANT.
Voor Leiden, per 3 maandenf e.OU.
franco per post3.85.
afzonderlijke Nommers0.4J.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
▼an Zon-en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Van 1-6 regels t 0.75iedere regel meerf 0.12*.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten ran
1-4 regels 0.90;iedere regel meer0.15.
Uitslag der Verkiezingen.
Alkmaar. Uitgebracht 2323 stemmen. Ge
kozen Generaal "W. J- Knoop met 1212
atemmen, tegen Jhr. Mr. C. Van Foreest.
ONZE PLAATSELIJKE BELASTINGEN.
II.
Burgemeester en wethouders zeggen Zij, die
kamers verhuren, moeten toch voor hun ge-
heele huis aangeslagen worden deed men dit niet,
dan zouden in de allereerste plaat9 de winke
liers vrijstelling moeten verkrijgen voor hunne
winkels. Wij antwoorden hierop: Welnu, be
paalt dit in uwe verordening, neemt daartoe
over de woorden uit de Amsterdamsche veror
dening, krachtens welke daar de winkels, die
iet tevens tot woning dienen, niet tot de be-
uonde gedeelten van perceelen worden gere
md. Maar het is juist deze zelfde be
ling, die in onze verordening voorkomt, die
X de Amsterdamsche in de onze werd over
nomen l
En toch wordt hier de huurwaarde van de
winkels niet van de huurwaarde van het gansche
perceel afgetrokken. Zijn er dan hier niet vele
winkels, die uitsluitend strekken tot uitoefe
ning van bedrijven? Wie kan dit tegenspre
ken Kan een winkelier zijn bedrijf uitoefenen
tonder winkel? Strekt een winkel niet tot uit
oefening van een bedrijf? Of heeft men somi
deze bepaling als amendement in de verorde
ning gevoegd, zonder op de hoogte te zijn van
haren omvang en van hare strekking?
j Vreemd in allen gevalle klinkt het argument,
dat nu gebezigd wordt, om eene nieuwe wijzi
ging te bestrijden: dat dan ook de winkeliers
moesten ontlast worden!
Men erkent het onbillijke van den toestand
der kamerverhuurders, en men verschanst zich
achter een argument, dat juist krachtens de ver-
ordening, eerder voor die wijziging zou kun
nen aangevoerd worden. Zijn de winkels in de
twee jaren dat de verordening is toegepast, niet
I als onbelastbaar aangenomen het ia niet de
■chuld van de verordening.
Neen, men make de verordening zoo billijk
nogelijk. Wil men de kamerbewoners, van welke
er velen krachtens de verordening niet belas-
[tingscbuldig zijn, treffen men zoeke dit niet
verkrijgen door eene groote onbillijkheid. Of
'ie dit niet de reden van de groote vasthoudend-
afif ''eid van burg. en weth. aan deze onbillijke
bepaling, dat zij zoovele personen mogelijk willen
treffen Men schrappe dan liever het woord
meerderjarigen uit art. 2. De minister Heems-
rJ*J werk noemde de vrijstelling van minderjarigen
fca privilegie, al kwam hij tot de vreemde
conclusie, dat de vrijstelling van studenten
geen privilegie was.
Het kan ons nog leed doen, dat in de ver
ordening zelve niet de bepaling is opgenomen,
die in het oorspronkelijke ontwerp stond, en
volgens welke men bezwaren tegen zijn aan
slag kon indienen, die daarop gegrond waren,
dat het werkelijk inkomen van den belasting
schuldige minder bedraagt dan de bepaalde grond
slagen als belastbaar inkomen aanwijzen.
Het was wel merkwaardig dat deze bepaling
met algemeene stemmen werd afgestemd. En de
verordening kan moeilijk scherper veroordeeling
ondervinden dan door de argumenten, die voor
deze afstemming werden gebruikt. //Er zouden
zoovele bezwaren inkomen", zeide men. Maar
kon men duidelijker zeggen, dat de grondsla
gen, volgens welke men het vermoedelijk inko
men der belastingschuldigen berekende, onjuist
waren
Hadde men dit gedaan, men zou thans be
ter op de hoogte zijn van de bezwaren, van
de gebreken der verordening.
De vraag mag echter gedaan worden of eene
dergelijke bepaling niet in zulk eene belasting
verordening thuis behoort, en of het niet wen-
schelijk is, om ze er nog in op te nemen
LEIDEN, 11 Juni.
Door de commissie tot wering van het school
verzuim waren gisterenavond zij, die zich be
reids tot medewerking verbonden hadden, tot
eene algemeene vergadering in het Nutsgebouw
bijeengeroepen. De meesten hunner echter schit
terden door hunne afwezigheid. Beter schenen de
heeren der gebuurten, die mede tot deze bijeen
komst waren uitgenoodigd, het gewicht der
zaak begrepen te hebben, althans voor verre
weg het grootste deel hadden zij aan de uit-
noodiging gehoor gegeven.
Nadat de voorzitter met dit aanvankelijk
blijk hunner belangstelling zijne ingenomenheid
had betuigd, en met erkentelijkheid had mel
ding gemaakt van de medewerking, die men in
dezen reeds van de plaatselijke schoolcommissie
had ondervonden, deelde het lid dier commissie
Prof. Bierens De Haan, den aard mede der
voorbereidende werkzaamheden, waarmede de
schoolcommissie zich nu reeds maanden lang
had bezig gehouden ter verkrijging eener sta
tistiek, buurtsgewijze ingericht, der kinderen
beneden de 12 jaren, die geene school bezoeken.
Dat getal was zeer aanzienlijk. De staten, die
hij hieromtrent overlegde en in de vergadering
circuleeren deed, maakten het voor allen duidelijk,
hoedanig men, met behulp der heeren van de
gebuurten bij hunnen jaarlijkschen omgang in
deze maand, een juist overzicht van den waren
toestand kan verkrijgen.
Op de naar aanleiding hiervan door den voor
zitter aan de heeren der gebuurten gedane
vraag, of zij hiertoe hunne medewerking wilden
verleenen, gaven al diegenen hunner die aan
wezig waren eene bereidwillige toezegging, ter
wijl namens sommigen die afwezig waren gelijke
toezegging werd gedaan.
Men vleit zich thans met de hoop dat deze
gemeenschappelijke arbeid goede resultaten zal
opleveren, te meer daar de verschillende ter
vergadering tegenwoordige medewerkers, zich
opnieuw verbonden hebben, om, wanneer de uit
slag van het onderzoek der heeren der gebuur
ten zal bekend zijn, de nalatige ouders door
zedelijken invloed tot het naar school zenden
hunner kinderen aan te sporen. Wenschelijk is
het dat tegen dien tijd zich nog velen zullen
aansluiten, om de waarlijk moeilijke taak geza
menlijk te volbrengen, en alzoo met vereende
krachten een kwaad te helpen stuiten, dat anders
voor het opkomend geslaoht allerverderfelijkst
dreigt te worden.
Ter verduidelijking van het doel der commis
sie, werd nog aangevoerd, dat men bij de opwek
king tot school gaan, niet het minste onder
scheid tusschen de openbare of bijzondere
scholen wenschte te maken, daar de bedoeling
alléén was dat de kinderen de school zouden
bezoeken, en de keuze er van geheel aan de
ouders moet worden vrijgelaten.
't Kan niet anders of, vooral na deze toe
lichting, zal deze goede zaak op de ondersteu
ning van alle weidenkenden, van welke richting
ook, kunnen rekenen.
In haar N°. van heden bevat deArnhemsche
Courant nog het volgende over de Utrechtsche
thesis-geschiedenis
Door eene welwillende hand zijn wij in staat
gesteld het navolgende mede te deelen, omtrent
de feiten die aan de heeren De Kempenaer,
Rau en Happé aanleiding hebben gegeven tot
het opstellen hunner //verklaring"
//Van de Debating-Club Themis waren, be
halve bijna alle candidaten in de rechten, ook
lid de vier juridische professoren Vreede, Fruin,
De Geer en Quack. De theses worden op een
vergadering voorgesteld, en indien ze aangeno
men worden, op de volgende bediscuteerd, ter
wijl er uitdrukkelijk in de wet staat, dat er
geen thesis om politieke redenen mag verwor
pen worden; zoodat dan ook, nu een half jaar
geleden, zelfs professor De Geer niets had tegen
de 2 volgende theses van een der leden (Prof.
Vreede was toen absent) 1°. de regeeringsvorm,
die de machtigste partij in een land voorstaat,
is voor dat land de nuttigste. 2°. Het consti-
tutioneele koningschap is daarom op dit oogen-
blik voor Nederland de beste regeeringsvorm.
3°. Echter moet het constitutioneele koning
schap in Nederland beschouwd worden als een
overgang tot de republiek."
//Op de volgende vergadering was Prof. Vreede
present, en toen nu de voorsteller zijne thesis
verdedigen wilde, verklaarde Vreede korten goed,
dat hij ze als tegen de grondwet gekant, moest
intrekken, of dat hij (Vreede) anders de ver
gadering zou verlaten. De voorsteller weigerde
ofschoon ook de drie andere professoren hem