INGEZONDEN.
nomen, zijn, evenals de agenten der //Inter
nationale", in vrijheid gesteld. De instructie
heeft tot geen resultaat geleid.
Duitschland. Het schijnt Dr. Peterman
nog niet naar wensch te gaan met zijn plan
tot eene Duitsche expeditie naar de Noordpool,
op meer uitgebreide schaal dan volgens het
andere plan, waaraan nu gevolg zal worden
gegeven. Alle voorbereidende maatregelen tot
den door hem voorgestelden tocht zijn afgeloo-
pen en tot de uitvoering ontbreekt het alleen
aan geld. De koning van Pruisen heeft 5000
thalers, de keizer van Oostenrijk heeft 1000
florijnen gegeven, en met uitzondering van den
hertog van Saksen-Coburg-Gotha, hebben alle
Duitsche vorsten dat voorbeeld gevolgd, terwijl
de stad Bremen tot dat doel eene bijdrage van
10,000 thalers heeft aangewezen. Men had nu
stellig verwacht dat de bevolking van Duitsch-
land spoedig het overige zou bijeenbrengen,
doch in dit vooruitzicht is men teleurgesteld.
Wel zijn er in de eerste tijden enkele bijdra
gen van dezen en genen ingekomen, doch daarbij
schijnt het ook te blijven. Vooral in Zuid-
Duitschland is het alsof het publiek omtrent
de zaak totaal onverschillig is. Deze bijzonder
heden worden thans uit Gotba medegedeeld.
Oostenbijk. Te Weenen zal men nu eindelijk
overgaan tot het oprichten van een gedenktee-
ken voor den dichter Schiller. Het fonds, door
het Weener comité tot dat einde bijeengebracht,
bedraagt thans 30,000 gulden.
De Duitsche en Czechische doctoren te
Praag hebben bij den senaat der hoogeschool
aldaar een verzoek ingediend, om de verouderde
plechtigheden der proinotiën af te schaffen.
Fbankeijk. Maandag zijn de laatste kiesver-
gaderingen kalm afgeloopen.
In eene openbare kiesvergadenng, welke
Zaterdag te Versailles gehouden werd, is de
heer Laboulaye met groote toejuiching ont
vangen. Hij heeft verklaard, dat hij in de ka
mer plaats zou nemen tusschen de heeren Mau
rice ïtichard en Picard. Hij deed zich kennen
een voorstander van den vrijen handel, van
et vrije onderwijs en van eene vrije kerk in
en vrijen staat. Reeds op eene vorige vergade-
ing had hij iedere gedachte aan eene katho-
eke politiek voor Frankrijk ten sterkste be
treden.
In de vergadering, welke in het 6de kies-
istrict van Parijs gehouden werd, had een'in-
ident plaats, dat men wel der aandacht waar-
ig keurt. De bekende Guéroult werd door
erschillende aanwezigen geïnterpelleerd over de
iouding, die hij als lid van het wetgevend
ichaam tijdens de gebeurtenissen van 1866 te-
jenover de regeering had aangenomen. Men
leschuldigde hem van Pruisischgezind te zijn,
mkelen zelfs waagden het hem een landverrader
;e noemen, en toen Guéroult op dit alles niets
wist te antwoorden, besteeg zijn tegenstander
Jules Ferry de tribune, met luide stem uitroe
pende: //Ik ben geen chauvinist, maar wanneer
ik de gebeurtenissen van 1866 in mijn geheu
gen terugroep, dan gevoel ik hetzelfde als oude
Joldaten, die met wonden bedekt zijn. En wat
hen aangaat, die toen van gevoelen waren dat
Pruisen geographisch niet goed begrensd was
ïu dezen staat den raad gaven zich te vergroo-
ten - ik verklaar dat deze, wie zij ook mogen
djn, of zij, op den troon zittende, dezen raad
?egeven hebben, of van de tribune of in de
?©rs, - ik verklaar dat zij Frankrijk verraden
nebben." Deze woorden waren nauwelijks ge-
'proken, of de commissaris van politie gaf be-
rel dat de vergadering uiteen moest gaan,
waaraan ook voldaan werd.
Spanje. De officieele Gaceta" deelt het bud
get van uitgaven mede. Het bedraagt 2987
millioen realen, en het deficit 846 millioen re
alen. De vlottende schuld, die 30 September
1868 1725 millioen realen bedroeg, was den
tosten April jl. verminderd tot 366 millioen
realen.
Pobttjgal. De kamer van afgevaardigden
heeft aan de regeering de gevraagde indemni-
teitsbill verleend. De oppositie heeft verklaard
zich van stemming te zullen onthouden en bare
grieven bij de discussion over de financiën ken
baar maken.
In het stuk, geplaatst in het dagblad van
15 Mei, onder het opschrift groote winsten enz.,
komen de volgende woorden voor:
//Volgens de Sterfte-tafelen, Letter A, uit
gegeven van wege het Ministerie van Binnen-
landsche Zuken, zullen er in gemelden tijd af
sterven 228, en overblijven 772 (kinderen), be-
loopende alzoo de te verdeelen som per hoofd
f 2264.61."
Het komt mij voor, dat elke levensverzeke
ring, gegrond op die officieele tafels, op een
onjuisten grondslag berust. In deze tafels wordt
het aantal gestorvenen opgeteekend, zonder den
maatschappelijken stand in aanmerking te nemen,
waartoe de gestorvenen behoorden. Mocht men
nu aannemen, dat de sterfte-verhouding in alle
klassen der maatschappij dezelfde was, dan
zouden deze opgaven een goeden maatstaf op
leveren, doch zulk eene vooronderstelling zou
onjuist zijn.
In de meer gegoede klassen, in welke de kin
deren beter verzorgd en gevoed worden, zal
het aantal sterfgevallen waarschijnlijk geringer
zijn dan in de lagere, en daar nu de vereeni-
gingen tot levensverzekering hare deelnemers
wel bijna uitsluitend onder eerstgenoemde zul
len vinden, zal het gebruik der tafels waar
schijnlijk op misrekening uitloopen, want de
sterfte bij volwassenen zal ook wei niet voor
alle standen dezelfde wezen.
Om beter grondslag te verkrijgen, zou het
wellicht het best zijn, de bewoners van elke
plaats volgens de kohieren van belasting in
klassen te verdeelen vervolgens na te gaan,
onder welke van deze klassen vermoedelijk de
meeste deelnemers aan de vereeniging gevonden
zouden worden, om dan de sterfte-verhouding
in deze klassen te bepalen naar de registers
van den burgerlijken stand.
GEMENGDE BERICHTEN.
Een paar weken geleden is in het zuidwes
telijk paviljoen van het oude Nijverheidspaleis
te Parijs een merkwaardig astronomisch uur
werk ter bezichtiging gesteld, 't welk voor de
kathedraal van Beauvais bestemd^is. Het is twaalf
Nederlandsche ellen hoog en vijf ellen breed,
en uit 90,000 raderen en deelen samengesteld,
die 55 wijzerplaten en een aantal figuren, welke
het bovenvak innemen, in beweging brengen.
Dit uurwerk wijst den tijd in twintig verschil
lende steden aan; doet denjuisten op-en onder
gang der zon, haren doorgang door den meri
diaan van Beauvais, den op- en ondergang der
maan en van een overgroot aantal sterren, de
lengte van dag en nacht, den ondergang der
seizoenen, de getijden, de eclipsen, de Zondags
letter, de epacta, de Romeinsche indictie, het
guldengetal enz. enz. kennen, en wel van som
mige op eene zeer vernuftige wijze. Zoo ver-
toonen b. v. de wijzerplaten van eb en vloed
den Mont Saint-Michel en het eiland Jersey,
waarvan zij den waterstand van oogenblik tot
oogenblik getrouw aangeven. De figuren, die
het bovenvak innemen of liever dit telkens bij
het slaan van het uur doorloopen, zijn aan de
gewijde en ongewijde geschiedenis en aan de
mythologie ontleend. De vervaardiger van dit
kolossale en kunstige uurwerk ia de burgerlijke
ingenieur Yérité, te Beauvais.
In een blad van Louisiana leest men het
volgende bericht: //In den suikermolen van Bog-
gis is eene moeder met haar kind ongelukkiger
wijze door het drijfrad medegesleurd en fijn ge
malen. Wij betreuren van harte dit ongeval,
aangezien de qualiteit der suiker tot nog toe
steeds wegens hare zuiverheid eene goede repu
tatie had."
Niettegenstaande alle mogelijke voorzor
gen en politie-maatregeleD, die men in Londen
genomen heeft, om de voetgangers zooveel mo
gelijk tegen rijtuigen te beschermen, zijn er ver
eden jaar toch nog 200 menschen overreden.
Met het doel om zooveel mogelijk in dien stand
van zaken verandering te brengen, is er nu
wederom aan den gemeenteraad van die wereld
stad een ontwerp aangeboden om stalen bruggen
voor voetgangers te vervaardigen. Deze bruggen
moeten op plaatsen gelegen worden waar drukke
straten elkander kruisen. Do voetgangers maken
dan gebruik van de brug om aan de overzijde
van de straat te komen, terwijl de wagens er
onderdoor rijden. Het ontwerp wordt door des
kundigen, wat sierlijkheid en sterken bouw be
treft, zeer geprezen en schijnt een eenvoudig
en practisch middel te zijn om de straat zonder
gevaar voor overrijden over te steken.
Te Parijs zal een Chinees aankomen, ge
noemd de man die levend gevild is, en die in
letterlijken zin des woords naar zijn believen
uit zijn vel kan springen. Gedurende denjong-
sten burgeroorlog in de handen van opstande
lingen gevallen, die hem de huid ten halven
lijve afstroopten, is hij als door een wonder in
het leven gebleven, en van gemeen keizerlijk
soldaat in een natuurwonder veranderd. Op dit
oogenblik is hij nog te Londen, waar hij tot
groot genoegen van talrijke bezoekers met zijn
huid omgaat, evenals een gewoon heer met zijn
paletot.
Te Berlijn is het volgende proces aan
gevangen, dat veel opspraak teweegbrengt. Toen
keizer Maximiliaan van Mexico te Queretaro
gevangen zat, werden onderscheidene pogingen
tot zijne bevrijding aangewend. Zoo bracht
onder anderen zijn gewezen minister don Na-
varra een bedrag van 10,000 peso's (13,000 tha
lers) aan den Pruisischen gezant Yon Magnus,
met verzoek dit tot het genoemde doel te be
steden. De heer Von Magnus gaf zich intus-
schen alle mogelijke moeite om te verkrijgen dat
de keizer niet zou worden ter dood gebracht. Eeni-
gen tijd nadat die poging mislukt en de keizer
gefusileerd was, eischte don Navarra het geld
terug, op grond dat hij het slechts persoonlijk en
wel uit zijne eigene middelen had voorgescho
ten. De heer Yon Magnus scheen echter geen
redenen te hebben om daaraan gehoor te ge
ven althans hij weigerde ronduit iets terug
te geven en verklaarde dat alleen de erven
van Maximiliaan op die gelden aanspraak had
den. Hij heeft dan ook de geheele som aan
den keizer van Oostenrijk overgemaakt. De
Mexicaansche minister, hiermede niet tevreden,
heeft alsnu bij de rechtbank te Berlijn een eisch
tot restitutie tegen den heerYon Magnus inge
steld.
STATEN-GENERAAL.
Tweede Kamer.
Uit het verslag der commissie in wier handen
gesteld is de opgave van den minister van bin-
nenlandsche zaken tot aanwijzing der gemeen
ten waar het openbaar lager onderwijs koste
loos is, blijkt dat er 252 gemeenten met 687 scho
len van dien aard zijn, of circa 18 pCt. der
scholen en 17^ pCt. der leerlingen van geheet
het land. Uit eene vergelijking tusschen 1863 en
1866 is het der commissie (bestaande uit de
heeren Van Namen, Gefken, J. K. Yan Golt-
stein, Dumbar en Yerheijen) gebleken, dat het
kosteloos onderwijs in verhouding tot het ge
heel geene noemenswaardige verandering on
dergaan heeft. Er schijnt ook meer geneigdheid
te bestaan het heffen van schoolgeld in te voe
ren dan af te schaffen althans in 1866 beeft
het eerste in 7, het laatste slechts in 4 ge
meenten plaats gehad, terwijl hiermede, blijkens