HANDEL. OFFICIEELE BERICHTEN. Armbezorgers der Roomsch Catholiek weeshuis u 244.07. u Roomsch Catholiek armhuis n 1322,74.'.' Ie dit voorstel wel billijk te noemen? Niet opzettelijk maar alleen veroorzaakt door onbe kendheid Vóór het jaar 1858 toch hebben de Roomsch Catholieke gestichten geen enkele cent bijge dragen tot de renten en overwinsten der armen- bakkerij, en wel eenvoudig om deze reden, dat zij vóór dien tijd daar hun benoodigd brood üiet lieten bakken. Dit werd ook in de vorige eeuw zelfs niet eens toegestaan. Wel was er door de gereformeerde broeders geconcedeerd dat die besturen, tegen betaling van ƒ6 pak huishuur per last rogge, granen konden over nemen, en dit was werkelijk in hun groot voor deel. Waren de granen duurder op de markt dan die door Regenten der Armenbakkerij waren ïQgeslagen, dan kozen de R. C. besturen dien voordeeligen weg. Was de granen-prijs in den handel hooger, dan maakten zij getrouw gebruik van het faveur hun toegestaan, vooral tijdens de aardappelenziekte in 1846 en later. Destijds betaalden zij nog niet de helft van den kostenden prijs, hetgeen met regt de ontevredenheid van de toenmalige Regenten van het Huiszitten- huis wel eens gaande maakte. Dit zij genoeg om te bewijzen dat door de R. C. niets tot het kapitaal der armenbakkerij is bijgedragen, zonder daarom het verlies wat zij aanbragten in rekening te brengen door het opkoopen van graan tegen lageren prijs dan de markt en zonder op het indroogen van het gezolderd graan te letten. Edoch niet onopgemerkt mag men hier voor bijgaan dat de R. C. bestuurders zeer ten on- regte reeds in het jaar 1858 toen zij voor het eerst hun brood kochten bij de Armenbak kerij in de renten en overwinsten deelden van het gebakken brood van het vorig jaar, en aan hen op last der Regering werd uitge keerd eene som van ƒ1215,89 (in strijd met bet Raadsbesluit van November 1852, dat voorschreef dat de renten en overwinsten moes4 ten worden afgetrokken van den broodprijs van het loopeud en beëindigd dienstjaar zelf?) en den R. C. alzoo eene uitkeering van ƒ1215,89 ten goede werd gedaan van een vorig dienstjaar en |Zij op deze wijze deze belangrijke som ten ge schenke ontvingen ten koste van de andere armbesturen die te veel geld voor het brood hadden betaald. Van af 1858 tot 1866 dus in 9 jaar ontvingen de R. C. besturen p. m. 1/14000 aan renten en overwinsten uit) de ad ministratie der Armenbakkerij. Het springt dus van zelf in het oog dat bun althans het aandeel in de renten niet toekwam. Vrijgevig heid en verdraagzaamheid is prijselijk, maar zulks mag niet geschieden ten koste van armen eener andere gezindte. Het is dus boven alleQ twijfel verheven, dat de R. C. armen zeer zullen worden gebaat met de aanneming van het ontworpen voorstel der Raadscommissie om ten eeuwigen dage als voor gewende schadevergoeding van een toekomstig verlies met eene gift uit de Gemeente-kas te worden begunstigd van p. m. 1600 'sjaars, terwijl de gereformeerde broeders daarentegen niets ontvangen maar wel dadelijk integendeel een offer brengen aan de stad van ƒ15900 sjaars (zie art. 6 al. b. op blz. 20). De Roomsch Catholieke gestichten zullen dus jaarlijks van de gereformeerde broeders ontvangen een tiend- regt van p. m. ƒ16000 en alzoo tot een bedrag ▼an p. m. ƒ1600, waardoor aan hen de ren ten van 4 ten honderd van een kapitaal van 40,000 door de Gemeente-kas wordt gewaar borgd. En nu de vraag van welke zijde is er op positie te verwachten tegen bet voorstel der Raadscommissie, die met zooveel parlementair beleid den sluijer over het verledene werpende, Toor altijd eene beëindiging dezer netelige kwestie voorspiegelt, die Leiden nog altijd verdeeld houdt? De uitkomst moge mijne verwachting bescha- meu dat deze oppositie niet kome van de zijde der begiftigden en begenadigden 16 April 1869. jd. 27 j. P. Van Maastricht jm. 31 j. en A. Schregel jd. 40 j. T. W. J. De Jong jm. 22 j. en J. W. Pielanen jd. 27 j. W. F. Prins jm. 24 j. en M. Bekooy jd. 22 j. W. P. Kooien jm. 32 j en E. M. Van Kam pen jd. 24 j. OVERZICHT DER WEEK. Koffie. Dit artikel is in de afgeloopen week in eene zeer willige stemming geweest, zoodat goed ordinair met 42% ets. betaald is geworden, en tot dezen prijs blijven nog steeds koopers zich voor doen. Met belangstelling wordt de veiling der N. H.-M. op 21 dezer te geraoet gezien. Uit de eerste hand werden verkocht 1500 balen Triage per Nederland en 460 balen Java per Maria Adriana. Suiker. Ruwe en Geraffineerd. De markt verkeert in eene zeer vaste stemming; door de vastheid der houders was ook de omzet beperkt en vonden alleen eenige verkoopen in de tweede hand plaats. Thee. Vast. De omgang bepaalde zich ge heel voor behoeften. Rijst. Verlaten en niet dan tot verlaagden prijs te verkoopen. Specerijen. Zonder handel. Reekrap. Bij zeer vaste prijzen bleef de handel nog klein. Indigo. Onveranderd. Potasschen. Petersburger 15. Katoen. Met eenige omzettingen tot vaste en iets hoogere prijzen. Wol. Zonder handel. Tin. Sedert de prijs van Banca-tin op 80 gereduceerd was, is de vraag aanmerkelijk toe genomen en kwamen groote afdoeningen tot stand van 80 tot ƒ81.50 en wordt op 81 gehouden. Petroleum. Nadat de prijzen tot 24.75 en zooals men zegt zelfs tot 24.50 waren gedaald, is de stemming thans wat beter en zijn tot 25 nog maar kleinigheden van boord te ontvangen te koop. Oliën. Raapolie cont. 37. Mei ƒ36.75, ƒ37. Dec. 39, 39.25. Lijnolie cont. 34.50. Mei 34.50, 34.75. Dec. 36.25. Patentolie cont. ƒ41.50, ƒ41.25. Mei ƒ41.50. Dec. 43.75. Granen. Stil. Meel. 1ste qual. 15.75, ƒ16.25; 2de qual. ƒ13, ƒ13.50; 3de qual. 10, ƒ11; Keizers- meel ƒ22, ƒ25. BEROEPEN ENZ. Nederlandsche Hervormde Kerk. Beroepen: te Twijzel: W. J. H. Van der Zwaag te Engelum te Scheveningen J. D. Be man Brouwer te Harderwijk; te Idsingahuizen I. J. Dermout Jz. te Kollum (bijzonder voor den dienst te Augsbuurt of Lutkewoude); te Lut- kegast: de cand. W. Cannegieterte Loon-op- Zand: F. Hopsten te Noorden. Aangenomen: naar Bennekomdoor P. Deetman te Klundert; naar Staphorst: door C. A. Koopman te Engwieruru naar Lutten door W. De Visser te Meeuwen. Bedankt: naar Schraard door J. W. Ten Cate Huender te Silvolde; naar Hellouw:door E. Berghegen, eervol ontslagen pred. te Bergeijk. Christelijk Afgescheiden Gereformeerde Kerk. Beroepen: te SleeuwijkG. A. Kempfi' te Herwijnen; te Schiedam: N. H. Doaker te Harlingen. Bedankt: te Arnhem: door J. Brummel- kamp te Tiel. STATEN-GENERAAL. Eerste huwelijks-afkondiging te Leyden, van den 18den April 1869: P. K. Hinze jm. 26 j. en A. G. M. Van der Koog jd. 28 j. J. De Vos wedr. 44 j. en C. W. Van der Reyden jd. 31 j. J. C. Van Druten jm 27 j. en W. J. Drinhuyzen Tweede Kamer. Zitting van heden. De heer Olivier heeft de bij de Grondwet gevorderde eeden afgelegd en zitting genomen. Aan de orde is het wetsontwerp tot herzie ning van de tabel, bedoeld in art. 99 der wet van den 4den Juli 1850 (Kieswet). De heer Heemskerk Azn. beeft een amen dement ingediend tot uitbreiding van het kies recht. Met 1 Januari 1870 zou de census voor 23 gemeenten worden verlaagd en onder an deren bepaald worden voor Leiden op 40 en voor Delft op 30. De heer J. K. Van Goltstein drong aan op het overleggen van de adviezen van Ged. Staten. Hij opperde de vraag of hier en daar in het wetsontwerp niet de bedoeling lag om de kies districten zoo in te deelen, ten einde zooveel mogelijk te zorgen dat niet anders dan aanhangers der regeering zouden gekozen wor den. Daarop ging spr. na, hoe de tegenwoor dige indeeling ook voor het hoofdkiesdistrict Amersfoort nadeelig was. Hij gaf ten slotte der regeering in bedenking om dezen maatregel te vertragen, ten einde alsdan later in staat te zijn met een beter voorstel voor den dag te komen. De heer Van Houten juichte het beginsel van het ingediend amendemen t-Heemskerk toe, maar achtte het voorbarig en geheel en al vreemd aan het tegenwoordig wetsontwerp. Hij bestreed vervolgens den heer Van Golt stein op enkele punten, en maakte ten slotte bedenkingen tegen de vereeniging van de dis tricten Groningen met Zuidhorn. De heer Saaymans Vader verklaarde zich voorstander van het stelsei van enkele kies districten. De minister van binnenl. zaken verdedigde de niet overlegging der adviezen van Ged. Staten De wijzigingen in de wet gebracht waren alle een uitvloeisel van de bedenkingen in bet voor- loopig verslag der Kamer geopperd. Daardoor was tevens opgelost de bedenking, alsof de re geering regeeringscandidaten zou willen doen verkiezen. Aan het verlangen om de behande ling dezer wet uit te stellen kon de minister niet voldoen. De quaestie van enkele en dub bele kiesdistricten kon alleen naar plaatselijke omstandigheden worden beoordeeld. De bedoe ling der regeeriug is groote kiesdistricten te vormen. Het debat wordt vervolgens voortgezet door de heeren J. K. Van Goltstein, Zinnicq Berg man, Haffmans, Dullert en Insinger. De algemeene beraadslagingen zijn gesloten. Morgen voortzetting. VERBETERINGln het verslag der ge voerde pleidooien ter zake van het Rotterdam- sche oproer i3 eene onjuistheid ingeslopeu, wat de verdediging van Mr. Belinfante betreft: er staat dat deze het gewicht vau het oproer be sprak: dit moet zijn ontkende. AiiVERTEN HEN. Door verschillende redenen ge drongen, ben ik verplicht ter kennis mijner geëerde begunsti gers te brengen, dat de Stucailoors-alfaire door mij op dezelfde wijze wordt voortgezet. Mij aanbevelend Wed. H. A. SPARENBERG, SOALONGNE,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1869 | | pagina 3