N°. 2815. Donderdag A°. mf. 15 April. BINNENLAND. r'-VY LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden, per 3 maandenf 3.00. Franco per post3.85. Afzonderlijke Nommersn 0.10. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIEN Van 1-6 regels 1 0.75; iedere regel meerf 0.12. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van 1-4 regels0.90iedere regel meer0.15. LEIDEN, 14 April. Eergisterenavond bad in het Nutsgebouw al- bier eene uitvoering plaats van de hier ter stede gevestigde //Nationale Zangvereeniging", die door een tal van belangstellenden werd bijgewoond. Reeds bij het binnentreden der zaal ontging het onze aandacht niet, dat door het bestuur niets was nagelaten om den genoodigden en leden een genoeglijken avond te verschaffen, getuige de goede orde die er heerschte. De uitvoering van het eerste gedeelte van het programma door het Mannenkoor, mag in menig opzicht goed ge slaagd heeten. N°. 6: Hymne van J. A. Van Eyken, met begeleiding van koperen instrumen ten, mocht in allen deele de goedkeuring van het publiek wegdragen; vooral de bas-solo werd schoon en krachtig uitgevoerd. Na de pause ging men over tot het tweede gedeelte, bestemd voor gemengd koor. Wij weten niet welk stuk het meest te apprécieeren, daar alle zonder onderscheid flink werden uitgevoerd. Eindelijk hebben wij last not least in het bij zonder melding te maken van de alt-soloArie aus der Oper A lei na, gezongen door Mej. d. G. dat zeker wel het schoonste nummer van het geheele programma is. Wij hopen dat de Nationale Zangvereeniging zich nog lang in het bezit van zulke leden en van een zoo ijverigen en bekwamen directeur als de heer De Goey moge verheugen. Over het algemeen brengen wij hulde aan het onlangs opgerichte Vrouwenkoor, hetwelk voorzeker tot het goed slagen van de uitvoering veel heeft bijgedragen. Ook Me- jufvrouw C. (sopraan) verdient melding voor haar aandeel in het trio van het Chor aus der Schöpfung. Deze uitvoering, welke bijgewoond werd door den heer Burgemeester, werd besloten met een bal, waaraan werd deelgenomen door de leden en enkele genoodigden, en dat zeker getuigde van de goede harmonie, welke hen allen vereenigt. Van de 4 candidaten, die waren opgeroepen, heeft een zich vóór het natuurkundig examen teruggetrokkenvan de drie overigen is de heer N. Lansdorp geslaagd. Dinsdag-namiddag tusschen 4 en 5 uren viel, al spelende met een hoepel, een jongentje in de Langegracht, tegenover de branderij van den heer Hartevelt, en was reeds zinkende. Op het hulpgeroep van eenige vrouwen gaf de brie venbesteller J. Slegtenhor3t in allerijl zijn brie ven en geldzak aan den heer Van Rooijen, fonds bode alhier, ontdeed zich van zijn brieventasch en uniformjas, sprong in de gracht en had bet geluk den jongen van een anders wissen dood te reddende vreugde der omstanders was groot en Slegtenhorst mocht zich andermaal verblijden een menschlievende daad volbracht te hebben en ging heel bedaard met zijn nat pak zijne verdere brieven bestellen. In de Zondag gehouden vergadering der af- deeling letterkunde van de Koninklijke Aca demie van Wetenschappen, te Amsterdam, is mededeeling gedaan van een brief van het correspondeerend lid der afdeeling Mr. J. A. Van der Chijs, inspecteur van het inlandsch onderwijs in Ned. Indië, strekkende om de hulp en de ondersteuning der afdeeling in te roepen, ten einde van regeenngswege een onderzoek worde ingesteld naar de onbekende of zoo goed als niet bekende talen in de Ned. Indische be zittingen een onderzoek, waartoe de heer Van der Chijs wenscht, dat eene commissie, bestaande althans uit een viertal bevoegde personen, door het departement van koloniën worde aangewe zen. Dat voorstel is gesteld in handen eener commissie, bestaande uitde leden Roorda, Veth en Kern, ten einde daarop in eene volgende vergadering verslag uit te brengen. Vervolgens is gelezen het verslag der commissie voor de uitgaaf van het Charterboek, opgemaakt door het lid Van den Bergb. Nadat een kort uit treksel door den secretaris was voorgelezen van het vertoog van den Leer W. C. Mees, in de vorige vergadering //over den muntsfcandaard in verband met de pogingen ter invoering van eenheid van munt" gehouden, erlangde de heer Mees het woord om zijne bijdrage voort te zetten. Hij stelde zich tot taak het beantwoor den der vraagWelk het beste stelsel van munt- standaard zal zijn, indien men een en hetzelfde stelsel overal mocht aangenomen zien Daartoe ontwikkelde hij de bezwaren, die zich tegen de algemeene invoering en het gebruik van een enkelen standaard, onverschillig welken, den gouden of den zilveren, zouden verzetten. Nam men eenheid van standaard aan, dan moest men het denkbeeld van eene algemeene munt-een- heid laten varen wilde men deze laatste, dan zou de dubbele standaard onmisbaar zijn. Maar aan dien standaard, overal ingevoerd, zouden belangrijke bezwaren verbonden zijn, ook al mocht het groote voordeelen aanbrengen. Spre ker ging nu over tot eene beschouwing van hetgeen wij van de toekomst voor het munt stelsel te verwachten hebben. Hij achtte het ondenkbaar, indien niet onmogelijk, dat overal eenheid van munt zal worden aangenomen, zelfs niet waarschijnlijk dat zulk eene eenheid onder de grootere staten van Europa tot stand zal komen. De beslissing in dezen door Frankrijk te nemen zal een zeer grooten invloed oefenen. De vereenigde commissie heeft aldus besloten om den enkelen en wel den gouden standaard voor Frankrijk aan te bevelen, in plaats van den dubbelen, dien men daar in den laatsten tijd behouden had. Spr. achtte het toch niet onwaarschijnlijk, dat voor dat land en de andere staten, die zich daarmede tot munteenheid ver bonden hebben, de dubbele standaard in zwang zal blijven. Hij zag daarin voor die landen geen gevaar integendeel, hij achtte dat behoud onmis baar, indien Frankrijk zijn muntstelsel meer en meer als dat van de geheele wereld wenscht te zien aannemen. Zal het dat doel bereiken Men zal zich dat niet zoo licht durven beloven. Engeland zal de voorkeur blijven schenken aan zijne munt, als veel meer aanspraak makende op het karakter van wereld-munt. Bij de bestaande Fransche of zoogenaamde Latijnsche munt-unie kunnen Oostenrijk en Rusland zich het gemakkelijkst aansluiten. Van lieverlede zou dit ook het geval kunnen worden voor andere staten van Europa, en daaronder voor Nederland. Spr. meende, dat Frankrijk den enkelen, en wel den gouden standaard voor zich en de overige landen der munt-unie aannemen zal. Den overgang daartoe van den dubbelen standaard zal men op eene voorzichtige wijze bewerkstelligen en dan daar door de hevige schokken en nadeelen, die anders het gevolg zullen zijn, vermijden. Eene alge meene munt-eenheid verwachtte spr. niet. Voor Nederland met zijn welgeordend muntstelsel zag hij geene reden om zich aan te sluiten aan de Latijnsche unie. Spreker stelde zijne bijdrage ter beschikking van de afdeeling voor hare ver slagen en mededeelingen. Bij de korte bespreking van het onderwerp antwoordde de heer Mees op eene opmerking van den heer Vissering. Daar de tijd voor de vergadering te ver ver streken was, zijn de overige mededeelingen, on der de punten van beschrijving vermeld, tot de volgende bijeenkomst uitgesteld. De heer Dirks deelde namens de commissie voor de uitgaaf van het vervolg op Van Loons penningwerk mede, dat denkelijk in den loop van een paar maanden de laatste aflevering van dien veelomvattenden arbeid in het licht zal verschijnen. Nog werd door hem voor de boe kerij aangeboden een afdruk van zijn opstel La trouvaille de Pingjum (Frise). Door den secretaris, den heer Boot, werd, namens den secretaris van legatie, den heer Caruti, te 's-Gra- venhage, aangeboden een exemplaar van diens uitgaaf van Propertius, en van hem zeiven een overdruk van een onlangs door hem uitgegeven opstelOver het Romeinsche volkskarakter." De heer Leemans berichtte, namens de com missie voor de overblijfselen der oud-vader- landsche kunst, dat verscheidene belangrijke toe zendingen, zoowel voorwerpen als afbeeldingen en geschriften, bij haar zijn ingekomen. HC.) Men schrijft ons van eene geachte zijde //Naar men weet werd, een drietal jaren geleden, door eenige personen, waaronder verscheidene Amsterdammers, het plan gevormd, om te mid den van de zeldzame schoone natuur te Berg- en-Dal bij Nijmegen een familie-hotel te stich ten, geheel voldoende aan de eischen van den tegenwoordigen tijd. Yoor de volvoering van dit plan riep men de hulp in van uwen kun- digen stadgenoot, den heer Outshoorn, en de photographie kan u overtuigen dat althans het uiterlijke met de beste buitenlandscbe inrich tingen van dien aard kan wedijveren. Ik meen u te kunnen verzekeren, dat ook bet innerlijke weinig te wenschen over zal latenalthans daaraan worden zorgen noch moeite gespaard. Het hotel staat op eene der hoogste punten van deze geliefkoosde streek en zal in de eerste

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1869 | | pagina 1