N°. 2804.
Vrijdag
A°. i 869/
2 April.
BINNENLAND.
Leidsch
dagblad
PRIJS DEZER COURANT.
■Voor Leiden, per 3 maandenf 8.00.
wranco per post3.85.
«Afzonderlijke Nommersn 0.10.
-
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Van 1-6 regels 0.75; iedere regel meerf 0.12.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van
1-4 regels 0.90; iedere regel meer0.15.
LEIDEN, 1 April.
Aan de kazerne aan de Morachpoorfc geraak
ten hedennamiddag de paarden van den foura-
gewagen van het reg. huzaren, vermoedelijk uit
ongeduld, op hol en toonden veel lust om naar
stal te gaanalthans zij renden met het gevaarte
achter zich in vollen gang de Galgstraat door,
de Paardesteeg in naar het Rapenburg, en zou
den juist de Doelensteeg in hollen, toen zij
door eenige toeschietende infanteristen in hun
vaart werdeD gestuit. Gelukkig liep deze ren-
j partij zonder ongelukken af.
Bijna gelijktijdig werd een kassiersknecht, ze-
ere V., een bejaard man, op het Utrechtsche Veer
door een zenuwtoeval getroffen en in bewuste-
loozen toestand naar zijne woning vervoerd.
De wissels en geldswaarde, die hij bij zich had,
werden door de zorg van een agent van politie,
die bij het ongeval tegenwoordig was, naar het
kantoor, waarvoor genoemde V. werkzaam was,
bezorgd.
fieeren commissarissen der Nieuwe Rotter-
damsche Courant hebben zich tot de Eerste
Kamer gewend, evenals zij gedaan hebben tot
den anderen tak der volksvertegenwoordiging,
met eerbiedig verzoek, om het wetsontwerp tot
afschaffing van het zegelrecht op de dagbladen
met hare goedkeuring te bekrachtigen. Zij stel
len er prijs op, ook aan die Kamer te verkla
ren, dat geen geldelijk belang der aandeelhou
ders hen beweegt, maar dat alleen en uitsluitend
hun wensch, om in ons land de journalistiek
te verbeteren en de hoogte te doen bereiken
waarop zij in een beschaafd en constitutioneel
land behoort te staan, hen aanspoort hunne
overtuiging mede te deelen, dat de tegenwoor
dige zegelwet een onoverkomelijk beletsel is voor
de verbetering onzer dagbladen. Die overtuiging
is de vrucht eener veeljarige ondervinding, op
gedaan bij een der meest gelezene dagbladen
in ons land. Hoe meer de Nieuwe Rotterdam-
eche Courant in bloei vooruitging, des te hoo-
ger stegen proportioneel de eischen der schatkist,
zoodat niettegenstaande eene gestadige zeer aan
zienlijke vermeerdering van ontvangsten van
abonnementen en advertentiën, er aan geene
uitbreiding en verbetering kon worden gedacht,
omdat al de vruchten van dien bloei aan de
Bchatkist moesten worden afgestaan.
De Staats-Courant heeft bekend gemaakt het
verslag van den archivaris van het rijk, den
heer L. Ph. C. Yan den Bergh, aan den minis
ter van binnenlandsche zaken, omtrent hetgeen
in het jaar 1868 in het rijks-archief verricht is
en omtrent de aanwinsten, die het verkregen
heeft; en het verslag omtrent den staat van het
rijks-museum van oudheden en het rijks-ethno-
graphiech museum te Leiden, gedurende 1868.
Het rijks-archief werd o. a. verrijkt met eene
verzameling van 83 geteekende kaarten van pol
dors in Zuid-Holland, meest uit de vorige eeuw
en door gezworen landmeters opgemaakt, en
met eenige belangrijke stukken uit bet hofje van
Hoogelande te 's-Hage.
Yoorts behelst het verslag van den rijks
archivaris eene belangrijke mededeeling voor de
gemeentebesturen. Op de zolders van het ar
chief lag een groot aantal paketten die nooit
waren geopend. De archivaris heeft ze doen
onderzoeken om, als zij van geene waarde moch
ten zijn, op te ruimen. Zij bevatten o. a. ook
bescheiden de gemeenten betredende en daaron
der de oude rekeningen en kohieren van de ge-
meene middelen. De rijks-archivaris, daartoe door
den minister gemachtigd, heeft die stukken ver
krijgbaar gesteld ook voor de gemeentebesturen.
Nog slechts enkele hebben hiervan gebruik ge
maakt. De archivaris geeft als de vermoedelijke
reden daarvan op, dat men niet recht inzag welk be
lang daarin voor een gemeente-archief kon schui
len, al bestaat dat belang ook niet voor het
archief' van het rijk. Dat belaDg is tweeledig.
Vooreerst leert men er uit kennen hoeveel die
middelen in elke stad voor een gegeven jaar
opbrachten en ten andere vindt enen er de na
men en woonplaatsen in van allen, die voor
zoodanig middel waren aangeslagen, zoodat zij
eenigszins de plaats van adresboeken uit vroe
ger tijd kunnen vervangen, behalve dat er ook
enkele rekeningen voor het middel van doopen,
trouwen en begraven onder zijn, die bijna als
register van den burgerlijken stand kunnen aan
gezien worden. //Ik vlei mij," zegt de archiva
ris, //dat wanneer deze opheldering bekend wordt,
nog meerdere steden de haar aangebeden gele
genheid zullen aangrijpen om hare archieven
daarmede te verrijken.
//Eerst dan wanneer geene aanvragen daar
naar geschieden, zal ik tot de opruiming en ver
koop der voor ons geheel nuttelooze papieren
kunnen overgaan, en hierdoor hoop ik dan plaats
genoeg te winnen om alles wat wij thans be
zitten, behoorlijk te rangschikken."
Aan het Museum van Oudheden werden ver
schillende Romeinsche oudheden toegezonden,
die opgedolven zijn bij de uitvoering van for-
tificatiewerken in de Houtensche vlakte onder
Vechten.
De heer J. F. Jansen, openbaar onderwijzer
te Harlingen, heeft eene brochure uitgegeven
onder den titel: //Het openbaar onderwijs in
Nederland is godsdienstig en nationaaleen
woord naar aanleiding van het Mandement
der R.-K. bisschoppen."
Als man van de practijk protesteert hij tegen
de verwijten, die de geestelijken in hun man
dement tegen de openbare school hebben uit
gesproken. Hij wijst op hetgeen vroeger zelfs
door R.-Katholieke priesters werd geleerd om
trent de wijze, waarop de schoolleeraars hun
onderwijs moeten inrichten, om godsdienstzin
en plichtsbetrachting bij de kinderen te be
vorderen. En nu toont de schrijver met feiten
aan, dat thans op de openbare school niets
minder geleerd wordt, dan wat toen werd goed
geoordeeld. De schrijver deelt een en ander
uit de meest gebruikte schoolboekjes mede,
om te bewijzen dat, wel is waar geen bepaalde
godsdienst op de scholen geleerd wordt, maar
dat toch wel juist die beginselen bij de kinderen
worden aangekweekt en versterkt, die den grond
slag uitmaken van elke godsdienstige overtui
ging-
Het provinciaal gerechtshof van Gelderland
heeft uitspraak gedaan in de zaak tegen den
likeurstoker E. te Arnhem. In eerste instantie
was deze, gelijk wij hebben medegedeeld, ver
oordeeld tot eene cellulaire gevangenisstraf van
15 dagen, ter zake van medeplichtigheid aan
frauduleusen invoer van gedistilleerd (de be
schuldigde had namelijk op verschillende tijd
stippen spiritus opgekocht van personen, welke
dien uit Pruisen binnensmokkelden), door, des
bewust, de daders van het feit (den frauduleu
sen invoer) in de bedrijven, die het voltooiden
of deden gelukken, te hebben bijgestaan en ge
holpen, hun bij dag en nacht de gelegenheid
verschaffende zich in zijn pakhuis van desluik-
waren, tegen betaling van zekeren koopprijs,
te ontdoen, enz. Yan deze uitspraak kwam de
veroordeelde in hooger beroep.
Het hof, verklarende dat het door den appel
lant gepleegde feit noch misdaad noch wanbe
drijf daarstelde, ontsloeg hem van alle rechts
vervolging. Het oordeelde o. a. dat in casu
volstrekt niet te denken viel aan medeplichtig
heid aan een misdrijf, zooals de Code Pénal
(artt. 59 et seqq.) die strafbaar stelt, aangezien
hier geene sprake was van gestolene of bij wege
van misdaad of wanbedrijf verkregene of onder
schepte goederen, zijnde toch de spiritus, door
appellant opgekocht, door de sluikhandelaars
gekocht in het buitenland en alzoo hun wettig
eigendom geworden, waarin de daarmede ge
pleegde fraude geene verandering bracht; voorts,
dat de appellant de smokkelaars het feit niet
had helpen voltooien of doen gelukken, ver
mits dit reeds volkomen voltooid was toen hij
van het frauduleus ingevoerde kooper werd.
In het thans rondgedeeld verslag der regee
ring over de Kust van Guinea, komt omtrent
de laatste periode van het aldaar voorgevallene
(en dat overigens uit de jongste interpellatie
over dit onderwerp meer in de bijzonderheden
is bekend geworden) het volgende voor:
Bij ontvangst hier te lande van het bericht
omtrent de te Commeudah ontstane verwikke
lingen, werden door de regeering terstond
maatregelen genomen om Zr. Ms. atoomschip
het //Metalen Kruis", dat in April naar Neder
land moest terugkeeren, te doen vervangen
door een ander oorlogschip, terwijl van hieruit
zooveel mogelijk werd voorzien in de behoefte
aan levensmiddelen en munitie, alsmede aan
steenkolen ten dienste van het oorlogschip.
Ten einde aan de bezetting een beduidend
overwicht te verzekeren, werd ook een 250tal
achterladers, vergezeld van personeel met de
behandeling dier wapenen bekend, uitgezonden.