f
N". 2793.
Donderdag
A°. 1869.
18 Maart.
BINNENLAND.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden, per 3 maandenf b.00.
Franco per postB 3.85.
Afzonderlijke Nommers0.10.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagenuitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Van 1-6 regels 0.75; iedere regel meerf 0.12
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van
1-4 regels/0.90; iedere regel meer0.15
HET WETSVOORSTEL VAN DEN HEER
VAN KUTK.
I.
Wij hebben den weg, door Mr. Van Kuyk
ingeslageu ter verbetering van de Armenwet
het indienen van een voorstel tot wetsherzie
ning practisch genoemd.
Is nu ook het voorstel zelf practisch
Het Handelsblad zegt neen, en het Week-
Éblad voor de burgerlijke Administra
tie antwoordt ja.
i Wij voor ons aarzelen hieromtrent een be-
vestigend antwoord te geven. Er is wel wat
H goeds in het voorstellet men op hetgeen, in
enkele provinciën, thans zonder twijfel in strijd
met de wet, voorvalt, dan zou men allicht tot
de conclusie komen, dat werkelijk door het
voorstel in //eene erkende behoefte" zal voor
zien worden. Toch heeft het eene groote keer
zijde.
Het voorstel behelst, gelijk men weet, om bij de
uitgaven, waarvoor de wet geen verhaal aan de
gemeenten toekent, te voegende kosten van
geneeskundige hulp.
Bij de laatste beraadslagingen over de begroo
ting van Binnenlandsche Zaken is reeds door den
heer Van Kuyk aan den minister gevraagd om
eene herziening op dit punt aan de Kamer in
te dienen. Hij sprak toen wel als zijn gevoelen
uit, dat de regeling van het domicilie van on
derstand volgens de tegenwoordige wet in 't
geheel verkeerd was, en dat het w e r k e 1 ij k
verblijf daarvoor moest in de plaats ge
steld worden: hij verlangde derhalve wel meer
dan alleen eene wijziging, wat geneeskundige
hulp betreftmaar hij verklaarde voorloopig
zich met deze wijziging tevreden te zullen stellen.
Zoo ook treedt de heer Van Kuyk bij de
Memorie van Toelichting, die zijn ontwerp ver
gezelt, in eene vrij uitvoerige bestrijding van het
beginsel der wet, waarbij de geboorteplaats als
domicilie van onderstand wordt aangewezen. Dit
zijn betoog geldt als inleiding voor de bestrij
ding van het speciale punt: het verhaal voor
geneeskundige hulp, dat de Armenwet aan de
gemeenten toekent.
Het verband dat de voorsteller in deze twee
dingen vindt: wijziging van de wet, wat het
domicilie voor eiken onderstand betreft, en wij
ziging der wet, voor het domicilie dat genees
kundige hulp zal verleenen dit is reeds iets,
wat, naar ons inzien, tot groote omzichtigheid
bij het beoordeelen van dit voorstel moet leiden.
Wil Mr. Van Kuyk door zijn voorstel de
wet een schrede nader brengen tot datgene
wat hij als zijn ideaal beschouwt: vaststelling
van het werkelijk verblijf als domicilie
van onderstandwil hij de wet uit haar ver
band rukken en nu het domicilie van onder
stand voor geneeskundige hulp wijzigen om
later te kunnen zeggen//door deze wijziging
is nu eene geheele verandering van het domicilie
van onderstand noodzakelijk geworden", dan
hebben wij er zeer groot bezwaar in.
En daar is, dunkt ons, groot gevaar voor.
Ook het Weekblad voor Burgerlijke
Administratie prijst het voorstel juist
daarom aan. De redactie juicht het voorstel
toe, omdat zij altijd do verblijfplaats als
domicilie van onderstand als het eenige juiste
heeft aangezien.
Naar ons inzien plaatst men zich ook op deze
wijze op een geheel verkeerd terrein. Wil men
het domicilie van onderstand veranderen, dat
men zich dan verklare tegen de wet, dat men
dan een voorstel indiene om dit werkelijk te
doen. Maar thans is volgens de wet de ge
boorteplaats het domicilie van onderstand. En
nu behoort men bij de beoordeeling van het
ontwerp van den heer Yan Kuyk de vraag te
beantwoorden niet of het wenschelijk is, om het
werkelijk verblijf als algemeen domicilie van on
derstand aan te wijzen, maar of in het systeem
van de tegenwoordige wet, dit voorstel past.
Gegeven de plaats van geboorte als algemeen
domicilie, is het dan rationeel om voor genees
kundige hulp eene uitzondering te maken
Men zou anders eene zaak prejudicieeren die
wel grondig mag behandeld worden. Tot beant
woording der vraag, of het werkelijk verblijf als
domicilie van onderstand de voorkeur verdient
boven de geboorteplaats, behoort men meer ge
gevens te hebben dan thans aanwezig zijn.
Het is deze vraag, die beantwoord behoort
te worden: is er eenige reden, waarom, gelijk
thans voor onderwijs- en begrafeniskosten is be
paald, ook voor geneeskundige hulp een excep
tioneel domicilie van onderstand worde vast
gesteld
LEIDEN, 17 Maart.
Tot nadere toelichting van het verschil, dat
volgens een enkel Fransch blad zou gerezen
zijn tus8chen het Fransche en het Nederland-
sche gouvernement, dient het volgende, dat wij
aan het Handelsblad ontleenen
//De Luik-Limburgsche weg te Eindhoven
aansluitende bij het Nederlandsche staatsspoor-
wegnet wordt, gelijk men weet, geëxploiteerd
door de Nederl. Maatschappij tot Exploitatie der
Staatsspoorwegen, welke maatschappij intusschen
van de daartoe betrekkelijke overeenkomst ont
slagen wenscht te zijn. Ten einde daartoe te
geraken, heeft niet zij, maar de directie van
den Luik-Limburgschen weg onderhandelingen
geopend en eene voorloopige overeenkomst ge
sloten met de maatschappij van den Franschen
Oosterspoorweg, waardoor deze, wat betreft de
exploitatie van den Luik-Limburgschen weg, in
de plaats komen zou der Nederlandsche maat
schappij
//In het verslag van den Luik-Limburgschen
weg staat met ronde woorden te lezen, dat onze
regeering de maatschappij alle hulp zou hebben
geweigerd, indien zij niet zoo spoedig mogelijk
zich ontsloeg van het contract met de Luik-Lim-
burgsche maatschappij. En in de gegeven omstan
digheden kon men dit contract niet ontbinden,
tenzij eene andere maatschappij aanbood de ex
ploitatie van den onereusen weg over te nemen.
Neemt men nu verder in aanmerking, dat de
onderhandelingen met de Fransche maatschappij
niet gevoerd werden door de Nederlandsche maat
schappij, maar door de Belgische; dat de over
eenkomst niet is gesloten tusschen de Ooster
spoorwegmaatschappij en de exploitatie-maat
schappij, maar tusschen eerstgenoemde maat
schappij en de Luik-Limburgsche, dan begrijpen
wij niet, dat de Nederlandsche regeering in het
geval komen kon, hare goedkeuring te weigeren
aan deze overeenkomst. De mogelijkheid echter
bestaat, dat voor de ontbinding van het contract
tusschen onze maatschappij en de Luik-Limburg
sche voorwaarden waren gesteld, die onaanne
melijk schenen en dat daarop de goedkeuring
geweigerd is. Hoe dit zij, ook wij zouden het
wenschelijk achten, dat eenige inlichtingen wier-
den verstrekt en zoodoende aan de dwaze praatjes
en gevolgtrekkingen, die thans in de buiten-
landsche bladen rondgaan, een eind kon worden
Het Fransche blad //la Patrie" geeft op zijne
wijze een verhaal van de toedracht der zaak.
Dit blad vertelt, dat de directie van den
spoorweg, die tusschen Eindhoven en Amsterdam
moet aangelegd worden het, met het oog op de
kostbaarheid van den aanleg dezer lijn, van
haar belang gerekend heeft om zich te verstaan
met eene zoo machtige maatschappij, als de
Fransche ooster-spoorweg-maatschappij. Dat een
overeenkomst daarom tusschen hen is aangegaan,
dat de Nederlandsche regeering hierbij blijken
van haar welwillendheid heeft gegeven en dat
nu ook nog slechts over eenige détail-quaestiën
wordt onderhandeld, waarvan de goede uitslag
niet twijfelachting is.
Een ieder begrijpt, dat er in dit bericht zeer
veel onwaar is. Het is toch geene particuliere
maatschappij, maar de staat die de lijn van
Eindhoven naar Utrecht aanlegt. Het eenige,
wat in dezen waar zou kunnen zijn is dit, dat
voor de overdracht van den Luik-Limburgschen
weg, de Ooster-spoorweg-maatschappij zich eenige
voordeelen heeft bedongen van de Maatschappij
tot exploitatie op de lijn van Eindhoven naar
Utrecht, zoodra deze gereed zou zijn.
(Zie het Kameroverzicht van heden.)
Heden had alhier de jaarh,ksche algemeene
vergadering plaats van de naamlooze vennoot
schap Leidiche Broodfabriek.