N°. 2780.
Woensdag
A". J869.
3 Maart.
BINNENLAND.
VV A
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden, per 3 maandenf 3.00.
Franco per post3.85.
Afzonderlijke Nommers0.10.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagenuitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIEN
Van 1-6 regels 10.75iedere regel meerf 0.12*
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van
1-4 regels/0.90 iedere regel meer0.15
iDlernalionale Tentoonstelling te Utrecht.
De alhier gevestigde COMMISSIE voor de
in Augustus en September aanstaande te Utrecht
te houden Internationale tentoonstelling van
voorwerpen voor de huishouding en het bedrijf
van den handwerksman, tevens uitgenoodigd
hare betnoeijingen uit te strekken tot de omlig
gende gemeenten, heeft de eer de bijzondere
aandacht te vestigen op genoemde onderneming
die zoozeer de algemeene belangstelling verdient
om het schoone doel dat zij zich voorsteltbe
vordering van de stoffelijke welvaart en de ver
standelijke ontwikkeling van den handwerksman.
Ook in haren kring doet zij een dringend
beroep op krachtige medewerking en ondersteu
ning, voor het welslagen in deze zoo hoog noodig.
Met het oog op de eerstdaags rond te zenden
circulaires van het hoofdbestuur, waarin bet plan
en het doel der tentoonstelling breeder zijn
ontwikkeld, acht zij verdere aanbeveling over
bodig. Zij vertrouwt dat zij iu hare verwachtin
gen niet zal worden te leur gesteld, waar zij
met allen aandrang opwekt tot het doen van
m en dingen, het uitloven van medailles en het
ischenken van bijdragen aan het waarborgfonds.
De Commissie is guarne bereid nadere inlich
tingen te geven, en op franco aanvrage aan
inzenders een exemplaar van het reglement voor
de tentoonstelling, en een voor de inzendingen
benoodigde invullingslijst te verschaffen.
De Commissie voornoemd,
v. d. BRANDELER.
C. "W. HUBRECHT.
R. Tn. BIJLEVELD.
L. DRIESSEN.
A. C. LEEMBRUGGEN.
Leiden, 2 Maart 1869.
Leiden, 2 Maart.
Wat voor den Koning en de Staten-Generaal
de troonrede is, dat beginnen de nieuwjaars-
wenschen voor den burgemeester en de ge
meenteraden te worden. Het verleden wordt
herdacht, de tegenwoordige toestand wordt in
weinige woorden samengevat en de plannen
voor de toekomst worden medegedeeld.
Zoo heeft ook onze burgemeester in de eerste
raadszitting van dit jaar zijne troonrede gehou
den. Daarin kwam o. a. deze zinsnede voor
//De finantieele toestand der gemeente was
gunstig. De nieuw ingevoerde plaatselijke directe
belasting werkte vrij goed en zal wellicht door
eene wijziging, eerlang door burgemeester en
wethouders voor het volgende dienstjaar aan
Uwe vergadering voor te stellen, aan enkele
daartegen gerezen bezwaren te gemoet komen."
Zoo althans deelen de Handelingen de
woorden mede. Hoe zij door den burgemeester
zijn uitgesproken, weten wij niet juist meer;
wij hopen anders, want op deze wijze missen
zij allen zin. De bedoeling schijnt echter dui
delijk, en hierop is het dat wij willen wijzen:
de burgemeester verklaarde dat er eene wijzi
ging in de plaatselijke directe belasting voor
het volgende dienstjaar zou voorgesteld worden.
Die mededeeling hebben wij met groote be
langstelling begroet: reeds eenige malen ont
wikkelden wij bezwaren tegen de thans be
staande belasting. Er zijn onrechtvaardigheden
in de wijze van aanslag, die noodzakelijk wij
ziging behoeven. Het deed ons genoegen te
zien, dat het dagelijksch bestuur thans zelf tot
eene herziening wilde overgaan, en met gespan
nen verwachting zagen wij het voorstel te ge-
moet.
Tot nu toe hebben wij echter te vergeefs
gewacht: twee maanden in het nieuwe jaar
zijn verloopen de aanslagbiljetten zijn rond
gedeeld, en voor een deel weder teruggehaald.
Voor dit dienstjaar is dus alle hoop op eene
herziening vervlogen.
I Dit feit is karakteristiek. Den 21sten Januari
erkent de burgemeester, dat er wijzigingen in
i de bestaande belasting noodzakelijk zijn. In
I plaats dat nu alle middelen worden aangewend
om die wijzigingen nog in dit jaar in te voeren,
I wordt de zaak uitgesteld tot het volgende jaar.
I Het groote bezwaar tegen de wetgevende
I macht in den staat, dat zij door de omslachtig-
heid barer werkzaamheden zooveel tijd noodig
I heeft om iets tot stand te brengen, zoodat lang
I erkende bezwaren jaren lang onvoorzien blij -
I ven dit bezwaar bestaat bij de wetgevende
I macht in de gemeente nietdat behoeft ten
i minste niet te bestaan.
Wat is toch in den grond ongerijmder dan
dat de wetgevende macht hetzij in den staat,
in de provincie of in de gemeente, erkent dat
wijzigingen in een bestaande wet of verordening
noodzakelijk zijn, en dat toch die wijzigingen
niet ingevoerd worden De wet, //de uitgedrukte
wil" van den wetgever, blijft dan bestaan tegen
den wil van dienzelfden wetgever in
Wat is ook verkeerder, wat strekt meer om
den eerbied voor eene verordening te verzwak
ken, dan dat men haar laat bestaan, terwijl
j het hoofd van het bestuur ter loops aanmerkt,
dat zij wijziging behoeft?
En geldt dit voor elke verordening, niet het
I minst voor eene belasting-verordening, die toch
al uit haren aard bezwaar genoeg ondervindt,
I en die daarbij indertijd met eene kleine meer-
1 derheid is aangenomen.
I Men zou dus meenen, dat dit iets was, waar
j het bestuur, al ware het slechts uit eigenbe-
lang, haast mede zoude maken. Maar neen.
j Ook deze zaak wordt op eene wijze behandeld,
i zooals hier in Leiden - vraag het aan een ieder,
die met het dagelijksch bestuur onzer stad te
doen heeft maar al te veel de zaken behan
deld worden. Er wordt gewacht en uitgesteld.
Daarom noemden wij dit feit karakteristiek.
Hoe gaat het, om éen voorbeeld te noemen,
met de nieuwe meisjesschool, na jaren tobbens
eindelijk op de laatste begrooting gebracht?
Voorloopig zullen wij ons dan moeten
vergenoegen met eene belasting, die van de
onderstelling uitgaat, dat hij die een groot
huis alleen met zijn huisgezin bewoont, en hij
die een groot huis bewoont, maar daarvan de
goede kamers verhuurt en zelf in een achter
kamertje woont, gelijke inkomsten heeft! Eene
belasting, waarbij men, als grondslag om iemands
inkomsten te vinden, niet vraagt, hoeveel huur
hij betaalt, maar hoeveel huur hij eigenlijk
zou moe ten betalen! Eenebelasting, waarbij het
niet eens aan de te hoog aangeslagenen wordt
vergund, om te bewijzen dat hun inkomen veel
te hoog is geschatniet sterker toch kon deze
belasting veroordeeld zijn, dan toen het artikel,
dat dit bepaalde, uit het ontwerp gelicht werd,
omdat bij deze belasting aan de bezwaar
schriften geen einde zou komen.
LEIDEN, 2 Maart.
In de gisterenavond gehouden bijeenkomst
der Volksvoorlezingen, die tevens de laatste
gewone was voor dit seizoen, werd, naar aan
leiding eener van de hier gevestigde sub-com
missie voor de internationale tentoonstelling te
Utrecht ontvangen uitnoodiging, aan de be
zoekers der Volksvoorlezingen mededeeling ge
daan van een en ander wat tot deze tentoon
stelling, die dezen zomer te Utrecht zal gehou
den worden, betrekking heeft; terwijl hieraan
eenige voor de bezoekers der Volksvoorlezingen
belangrijke opmerkingen werden toegevoegd.
Bij de opwekking om deze tentoonstelling te
gaan bezoeken, werd tevens de wensch uitge
sproken, dat heeren fabrikanten en industrieelen
hunne werklieden het bezoeken der tentoon
stelling, hetzij door het geven van verlof of
het verstrekken der noodige reispenningen, ge
makkelijk mochten maken, een wensch die wij
hopen dat bij velen weerklank zal vinden.
Ten slotte werd nog medegedeeld, dat, daartoe
door de welwillende medewerking van het too-
neelgezelscbap //Harmonie" in staat gesteld, de
commissie zich voorstelde de zoogenaamde récré-
atie-avond voor de bezoekers dit jaar weder in
den schouwburg, haar daartoe door commissa
rissen op billijke voorwaarden afgestaan, te
doen plaats hebben; terwijl eindelijk de verga
dering onder het spelen van het volkslied uit
eenging.
Naar men ou3 mededeelt, zullen evenals
vroeger de plaatsen in de loges weder voor
belangstellenden tegen een gulden worden ver
huurd, waartoe eene inteekenlijst circuleert.
Alleen eene ruime deelneming van hare mede
burgers kan de commissie in staat stellen de
belangrijke kosten aan dezen récréatie-avond ver
bonden, te bestrijden.
Heden werden in de afdeelingen van de Tweede
Kamer onderzocht: 1°. wetsontwerp houdende
bekrachtiging van den onderhandschen verkoop
aan de gemeente Maastricht van vier tot den
militairen dienst bestemd geweest|zijnde gebouw
tjes aldaar; 2°. voorstel van Mr. J. Van Kuvk,
tot wijziging van de artt. 45 en 48 der wet
van 28 Juni 1854 (Staatsblad n°. 100), tot re
geling van het armbestuur; en 3°. wetsontwerp