'IV«. 2753. Zaterdag A°. 1869. 30 Januari. A." LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden, per 3 maandenf <*.00. Franco per post3.85. Afzonderlijke Nommers0-"10- Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon-en Feestdagen uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIEN. Van 1-6 regels 0.75iedere regel meerf 0.184 Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van 1-4 regels ƒ0.90 iedere regel meer0.15 BINNENLAND. In het gemeente LEIDEN, 29 Januari, vorig jaar werd voor rekening der nomen in Leiderdorp eene krankzinnige opge- het geneeskundig gesticht voor krank zinnigen te 's-Gravenhage. Daarvan ia aan bet bestuur van L. behoorlijk kennis gegeven, en in het algemeen werd te dier zake in acht ge nomen wat de bestaande verordeningen voor schrijven. Vermits het ontslag der lijderes zeer spoedig volgde, beliepen de verpleegkosten niet meer dan f 30.75. De terugbetaling dier gelden is echter geweigerd op grond dat de verpleegde, in gemeenschap met twee dochters, eigenares is van een perceel, waarvan de waarde wordt geschat op 6- a f7000, doch hetwelk is bezwaard met /"4700. Dit feit was intusschen tijdens hare opneming in verpleging niet bekend en kon trouwens bezwaarlijk worden vermoed, daar de lijderes in eene vrijwoning was gehuisvest en niets in baar omgeving eenige gegoedheid deed veronderstellen. B. en W. van 's-Gravenhage zijn nu van oordeel, dat het domicilie van onderstand, be houdens zijn bevoegdheid om ze op de ver pleegde te verhalen, verplicht is de te goeder trouw voor zijne rekening gemaakte verpleeg kosten terug te geven. Zij hebben vruchteloos getracht het gemeentebestuur van Leiderdorp hiervan te overtuigen, en ook hunne poging om dat bestuur, door tusschenkomst van Ged. Staten, tot restitutie te bewegen, mocht niet tot een gewenscht einde leidenGed. Staten verklaarden toch, bij beschikking van 5 Jan. jl., n°. 49, dat de rechter in deze zal moeten beslissen. Op grond van een en ander hebben B. en W. van 's-Gravenhage den raad voorgesteld, aan eene uit den raad te benoemen commissie van rechtskundig onderzoek de vraag voor te leggen, of het geraden is de som van f 30.75 in rechten van het gemeentebestuur van Lei derdorp terug te vorderen. De raad zal later omtrent dit voorstel beslissen. Weekblad v. d. Burg. Adin.) Men schrijft uit Haarlem dd. 27 Jan. aaD de Arnh. Ct.: Reeds sedert het bier bekend was dat de nu overledene heer Koordera waar schijnlijk niet meer zitting voor ons district in de Tweede Kamer zou nemen, heeft men hier en in de Zaan over zijne vervanging ge dacht. Be opinie is dat twee candidaten tegenover elkander zullen worden gesteld. Het schijnt wel dat ons district door Indische specialiteiten moet worden vertegenwoordigd, want de eerst atngewezen persoon is de heer Mirandolle, die een Haarlemmer is. Als raadslid, rechter-plaats- vervanger en ijverig voorstander van onze nij verheid, is hij zeer bekend met de belangen van ons district. Zijne stukken in het //Tijd schrift van Nederlandsch Indiê" getuigen even zeer van gematigdheid als practischen blik. Geheel onafhankelijk en liberaal man, goed re denaar en uiterst minzaam in den omgang telt hij hier tal van vrienden onder lieden van al lerlei richting. De andere waarschijnlijke candidaat is Mr. Des Amorie van der Hoeven, die thans in Europa is teruggekeerd. De oud-redacteur van het //Bataviaasch Handelsblad" en schrijver in //de Gids", is op koloniaal gebied bekend. Als jurist en redenaar staat hij hoog. Op koloniaal terrein zijn die twee heeren ongeveer van gelijke richting. Maar de keuze voor de liberalen is niet twijfelachtig. De heer Mirandolle (protestant) is een voorstander van hetr neutraal openbaar onderwijs; de heer Des Amorie van der Hoeven (katholiek) is een voorstander van eene radicale herziening der wet van 1857. Daarom moet de eerste de man van de liberalen in de tegenwoordige omstan digheden zijn. Wie van deze twee candidaten evenwel als afgevaardigde van Haarlem mocht optreden, de opene plaats zou in ieder geval door een man van talent worden vervuld. Dat Jhr. Salvador weder zijn eigen candi daat zal wezen spreekt van zelf. De Nieuwe Winschoter Courant geeft de vol gende beschrijving van het te Winschoten ten toon gestelde ontwerp van 't gedenkteeken dat te Heiligerlee zal worden opgericht: //Graaf Adolf van Nassau, doodelijk gewond, den blik dankbaar ten hemel geslagen voor de overwinning, leunt met het gebroken zwaard in de vuist en de linkerhand geklemd om het vaandel, waarop de leus //Recuperare aut mori" tegen de Nederlandsche maagd. Deze, in eene fiere, strijdbare houding, wordt geacht den vijand van vaderland en vorst aan te zien. //Hoewel met teekenen van droefheid op 't gelaat als zich ten volle bewust, dat de tegen haar leu nende held voor hare belangen viel, is ze tevens vastberaden en bereid, hem, den voorzaat van het thans regeerend huis Oranje Nassau, tegen wien ook, ter zijde te staan. //Nevens haar staat de Nederlandsche Leeuw met opgeheven manen, den rechterpoot geplaatst op de door koning Philips geschonden privile giën, gereed om deze te verdedigen als het klei nood van het Nederlandsche volk. //Het geheel stelt dus voor, hoe ook een der voorouders van //Oranje Nassau" reed» voor 300 jaren, ten koste van zijn leven, 's lands vrijheden verdedigde, en hoe het Nederlandsche volk, dit niet vergetende, met Oranje wenscht vereenigd te blijven, vol vertrouwen op 't Ko ninklijk devies van 'srijks wapen: Je Main- tiendrai." In de Prov. Eriesche Courant lezen wij het volgende: Onder de berichten omtrent voor genomen hardrijderijen op schaatsen bij ons ont vangen, maken wij melding van die welke eenige studenten te Leiden denken te houden op Woens dag 27 Januari 's morgens te 11 uren. Zij die met ons sympathie voor de burgera van het Ne derlandsch Athene koesteren, zullen dit bericht met belangstelling lezen, in de verwachting dat Eriso's zonen er zich niet onbetuigd zullen la ten. 'tls te verwachten dat de toegangkaartjes voor de bijbanen met graagte zullen worden genomen. Het publiek zal wenschen te zien of de studeerende //Spes patriae" even vlug van beenen als helder van hoofd is. In de Heerenstraat te 's-Gravenhage woont sedert eenige jaren op eene kamer eene hoogbejaarde jufvrouw, E. v. B. genaamd. Ge- ruimen tijd lijdt zij aan een kwaal, die haar niet toeliet zich zelf te helpen. Zij wilde even wel niemand in dienst nemen om haar bij te staan, voorgevende dat zij de kosten daarvan onmogelijk kon bestrijden. De buren sloegen daaraan geloof, omdat hun het bovenmatig sober leven van hunne buurvrouw niet onbe kend was. Daaraan is het ook toe te schrijven, dat deze baar verpleegden, telkens wanneer de ongesteldheid van jufvrouw v. B. dit vereischte. Gewoonlijk wisten zij dat hunne hulp noodig was wanneer de bewoonster verschrikkelijk schreeuwde; menigmaal evenwel konden zij on verrichter zake terugkeeren, daar de vrouw, die bijna nimmer het dompig vertrek verliet, wel eens louter uit eene caprice gilde. Vandaar de oorzaak, dat zij gisterenochtend mejufvrouw v. B. een poos lieten wachten, toen zij weder de woning van haar misbaar deed weergalmen. Toen dit evenwel al vreeselijker werd en angst- geschrei zich daaronder mengde, spoedden de buren zich naar boven, waar zich een afgrij selijk tooneel voor hunne oogen vertoonde. Mejufvrouw v. B. liep in lichtelaaie vlam als eene razende over het portaal. Hoewel in het eerst degelijk verschrokken, behielden de buren evenwel de tegenwoordigheid van geest om de juiste middelen aan te wenden tot het uitdoo- ven der vlammen en de ongelukkige in hare kamer terug te voeren. Onmiddellijk werd geneeskundige hulp inge roepen en de politie ontboden. De heer commissa ris van politie Wulfiers vergezeld van een in specteur en een agent verschenen daarop, welke laatste zich beijverde om de vrouw met lijnolie te besmeren. De commissaris ondervroeg de vrouw, die bem kenbaar maakte dat zij hare door eene of andere omstandigheid nat geworden kleederen, die zij aan het lijf had, voor de gloeiende kachel wilde drogen, doch dat deze vlam hadden gevat. De vrouw was deerlijk verbrand en men verzekert dat er weinig hoop op be houd van haar leven bestaat. Toen de heer "Wulfiers orde gaf om haar naar het burger - gasthuis te vervoeren, hetgeen later geschiedde, deelde zij hem mede dat in haar ladetafel een trommel verborgen was, waarin zich f 4000 aan effecten bevonden, en dat zij bovendien eene groote hoeveelheid gouden en zilveren voor werpen bezat. Bij het hierop ingesteld onder zoek bleek dit volkomen waar te zijn en wer den bovendien nog andere zaken van waarde gevonden, alsook voorwerpen waarvoor zij veel

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1869 | | pagina 1