Eussiache Kapel, door den jongenheer v. d. M. wonende op de villa Plantlust van mevrouw de douairière d'A. een jongeling ontdekt, die geheel in bewusteloozen toestand verkeerde. Het was 's avonds omstreeks 9 uren en niet 's morgens te 7 uren, dat kon doen onderstel len dat de lijder reeds den vorigen nacht ge heel ot gedeeltelijk op de plaats had gelegen. De heer v. d. M. trachtte nu den jongeling op te richten, en, daarmede bezig zijnde, werd hij daarin geholpen door een Duitschen am bachtsgezel, die mede op weg naar het dorp was. Al dadelijk scheen het hun toe, dat de jongeling, die steeds in vrij bewusteloozen toe stand verkeerde, van zijne spraak beroofd was. Hun eerste werk was om hem naar het een paar honderd schreden van de plaats af ver wijderde tolhek te brengen, waar hij zoo wel door hen als door den tolpachter E. en diens huisvrouw met de meeste zorg werd verpleegd. Het bleek toen nog duidelijker dat de jongeling het spraakvermogen niet ter zijner beschikking had en als 't ware op weg in zwijm was ge vallen. Dit is zeker dat //geen de minste spo ren van eenig gepleegd geweld" werden waar genomen, ook niet door den ter hulp gekomen officier van gezondheid Verspijck, die op den onbekende die hulpmiddelen aanwendde, onder dergelijke omstandigheden vereischt. De politie inmiddels van de zaak verwittigd, deed hem nu naar hot hoofdbureau vervoeren, alwaar Dr. Vinkhuysen en chirurgijn Eiip bij den lijder ont boden werden, en tot opname in het burger- gasthuis adviseerden. Het was hem ook toen nog niet mogelijk te spreken, maar had in zoo ver zijn bewustzijn weder bekomen, dat hij in staat was zijn naam en woonplaats schriftelijk op te geven, zonder evenwel te kunnen ver klaren, hoe hij gekomen was ter plaatse waar men hom gevonden had. Hij heette De Moustier, zoon van den graaf van dien naam, woonachtig te Parijs, die inmiddels door tus- schenkomst van de Pranscho legatie van het voorval onderricht was geworden en uit wiens omgaande dépêche tevens bleek, dat de naams- opgave Yan den jongeling juist was. Na 24 uren verpleging in het gasthuis bekwam hij zijn spraakvermogen volkomen terug, doch was naar het gevoelen van den directeur-geneesheer in een gespannen en zenuwachtigen toestand; al thans ook nu scheen hij zich van hetgeen met hem was voorgevallen niets te kunnen herin neren en deelde er zeer zeker niets van mede. Kort daarop kwam de graaf Do Moustier her waarts om zijn zoon af te halen en vertrok na een paar dagen verblijf alhier, met zijn zoon naar Parijs, hoogst erkentelijk voor do goede zorgen aan dezen besteed. Of en wat er nu te Parijs met den jeugdigen graaf mocht zijn voorgevallen, weet men natuur lijk hier niet. De opgave in l'Echo nopens zijne aanranding aldaar, en als van hem afkomstig is hier niet afgelegd; sporen van uiterlijke beleedigingen, kwetsuren of proppen zijn niet waargenomener is noch geld, noch eenig voor werp van waarde bij hem gevonden; en in de nabijheid der kust van Scheveningen is geen klein vaartuig op mysterieuze wijze geland, in denzelfden nacht (zie boven) waarin de vreem deling op den weg was gelegd, en zijne klee deren waren niet doorweekt met zeewater allen omstandigheden, anders bij uitnemendheid ge schikt om door de pen van Dumas of van Paul Préval in een belangwekkend kleed van half dra- matischen half romantischen aard te worden ge stoken, maar welke ook reeds blijken in den kleinen Moniteur door de familie te zijn tegen gesproken. Men schrijft uit 's-Hage aan de Arnh. Courant: Men wil hier weten, dat Z. M. de koning en H. M. de koningin in dezen zomer aan het Noorden des rijks een bezoek zullen brengen. Door den Hoogen Eaad is Vrijdag 11. behandeld de zaak van dijkgraaf en hoogheem raden van Eijnland en den burgemeester van Haarlem, eischers, tegen den burgemeester van Amsterdam, verweerder, betreflende de Over- toomsche sluis. In cassat ie liep het geschil hoofd zakelijk over de vraag, of het decreet van koning Lodewijk van 31 Mei 1808, waarbij het bouwen van de Overtoomsche sluis is gelast, als wet of wettelijke verordening kan worden beschouwd, en of hetzij uit dat decreet, hetzij uit vroegere handelingen voor Amsterdam de verplichting voortvloeit om met de heffing van brug en sluis- gelden aan gezegde sluis ten behoeve der eischers voort te gaan. Het Handelsblad meldt, dat door den mi nister van justitie is aangesteld tot directeur der cellulaire gevangenis te Amsterdam, de heer Jansen, thans directeur van het huis van bur gerlijke en militaire verzekering te Utrecht, en dat in diens plaats is benoemd de heer Vos, thans directeur van de cellulaire gevangenis te Tiel. Ten gevolge van het bedanken van Dr. A. Eéville voor het op hem uitgebrachte beroep bij de Waalscho gemeente te Amsterdam, is door het kiescollege dier gemeente een nieuw twaalftal geformeerd, bestaande uit de navolgende heerenYalès, te Tonneins (Lot et Garonne) Th. Bost, te Yerviers; Collins, te Eotterdam; A. Coquerel fils, te Parijs; Fontanès, te Havre; Van Goens, te Leiden; Gyo, te Sainte Foi- Grotz, te NimesMounier fils, te Aigailliers; Perk, te Breda; Eives, te Neuilla; Nolst Tré- nité, te Utrecht. Nevens den heer Mr. G. Van Tienhoven, advocaat te 's-Gravenhage, zijn thans op de voor dracht voor een hoogleeraar in het Eomeinsch en hedendaagsch recht te Amsterdam, geplaatst de heeren Mr. H. M. Van Andel, advocaat te 's-Gravenhage, en Mr. D. J. Momvisch, lid der arrond.-rechtbank te Gorkum. Te Utrecht hebben ten gevolge van een verschil met den gemeenteraad, al de offi cieren der dd. schutterij, met uitzondering van den laten luit.-adj. A. A. Kerkhoff, hun ontslag als zoodanig aan Z. M. den Koning verzocht. De Maas voor Delfshaven (Oost-en West- kous) is dichtgevroren, zoodat de scheepvaart gestremd is. Uit Spijkenisse wordt geschreven, dat de ri vier do Oude Maas gedeeltelijk met drijfijs is bezet. De vaart zal spoedig gestremd zijn. De beurtschipper kon dientengevolge niet naar Eot terdam vertrekken. Ook in de rivier de Noord is reeds veel drijfijs, en hebben de te Hendrik-Ido-Ambacht te huis behoorende schippers hunne winter kwartieren reeds betrokken. Gisterenmorgen vertoonde zich reeds veel drijfijs op de rivier de Lek. Te Dordrecht is gisteren scheep- en stoom bootvaart gestremd. Te Arnhem vertoonde zich gisteren eenig drijfijs. De Staats-Courant bevat het volgendo tele- graphisch bericht: Keulen, 23 Januari. Therwoineterstaud, 10.5 C. Drijfijs over een tiende der rivier breedte. Waterstand, 's morgens 7 uren, 7 voet 10 dnim Eijnl., gevallen 8 Eijnl. duim. X)o bevolking van het tuchthuis te L ee u- w arden bestond op 31 December 1868 uit 607 mannen, zijnde 2 meer dan het jaar te voren. In 1S68 zijn bijgekomen 119uitgegaan 117, waarvan 74 wegens expiratie der straf, 25 ten gevolge van gratie, 5 naar andere gevan genissen en 13 overleden. Eens of meermalen ziek zijn 315 gevangenen geweest. Onder de 724 gevangenen, bij afwisseling in het gesticht aanwezig geweest, bevonden zichveroordeelden tot eene gevangenisstraf van 25 jaren 281, van 510 294, van 10—15~jaren 62, van 15—20 jaren 20, van meer dan 20 jaren 1ter dood veroordeelden, wier straf is veranderd in gevan genisstraf, 66. Onder deze 724 waren 3S7 reci divisten, als: 157 voor de 1ste, 100 voor de 2de, 61 voor de 3de, en 69 voor de 4de ma- en meer. Het getal vreemdelingen was 67. Donderdag 11. zijn te Groningen, sergeant M. Bart, 2S jaar oud, en de four: L. J. Petit, 22 jaar oud, beiden geplaatst de te Groningen in garnizoen liggende artf rie, die aan het schaatsenrijden waren, door f ijs gezakt en verdronken. Z. M. heeft bij het wapen der infanter benoemd tot kolonel den luit.-kol. P. G. J. V der Schrieck, komm. van het 5de reg. van t wapen. Z. M. heeft aan C. L. Van Laere, ondt pastoor te Clinge (België), verleend de zilvere. medaille en een loffelijk getuigschrift, weger het betoon van moed en zelfopoffering bij de- brand te Olinge (Nederland) op 6 Septemk j 1866. Z. M. heeft, bij besluit van 26 Decemb-: 11., de, bij Koninkl. besluit van den 2den 0 tober 1865, ingestelde hoofdcommissie tot reg. ling en behartiging der belangen van Nede: landsche industrieelen en kunstenaars bij i wereldtentoonstelling van voortbrengselen ys landbouw, nijverheid en schoone kunsten, 1867 te Parijs gehouden^ ontbonden- voor: aan Z. K. II. den Prins van Oranje HDs. bi zonderen dank betuigd voor de vele en gewic: tige diensten als eere-voorzitter dier hoofdcou missie aan de Nederlandscbe nijverheid en kun: bewezen - en eindelijk mede HD. bijzondere dauk betuigd aan deu staatsraad in buitengewone- dienst J. W. L. Van Oordt, voorzitter, alsmecl. aan de leden en toegevoegde leden van boven gemelde hoofdcommissie, voor de vele en goed diensten, door hen aan de Nederl. nijverbei. en kunst bewezen. De Thermometer van Fahrenheit teekeuJ alhier Zaterdag des namiddags te 5 uren 2-5' Wind: Z. O., des avonds te 8 uren 2'V.t 10 uren 20°. Zondag 'snacbs te 12 uren', te 3 uren 18°, 's morgens te 5 uren li. te 8 uren 18°, 's namiddags te 12 ureu 28' te 4 ui'en 26°, 's namiddags 5 uren 21' 's avonds te 8 uren 20°, te 10 uren 19°.- Maandag 's nachts te 12 uren 19°, te 3 urei 1SJ, 's morgens te 5 uren 18°, Z., te 8 ure: 18°, Z. W 's namiddags to 12 uren 28°, te uren 27°. 13 UITEN LAND. Frankrijk. Het gele boek ia Zaterdag aai de afgevaardigden rondgedeeld. Het bevat if diplomatieke documenten over de zaken va: Spanjo, Italic, het Oosten (Servië, Eumeni- enz.), Tunis en Japan. Wat de document*: beiu-kkelijk het Grieksch-Turksche conflict bi treft, meldt het gele boek, dat de openbaai making daarvan later zal plaats hebben. Het bevat in 26S bladzijden een aanh documenten. Voor zoover Italië betreft, bevi het de dépêches van den heer Menabrea aa: den ridder De Nigra van 24 Januari 1868, va: den heer De Moustier aan den heer De Mab ret van 19 Maart, van den heer Menabre van 22 Augustus en van den heer De Moustic van 31 October. In laatstgenoemd stuk word gezegd, dat Frankrijk zijne troepen uit derjfl Pauselijken Staat wenscht terug te roepen, roaa dat de volharding in vijandige plannen tege: den paus dit nog niet toelaat, zoodat de modu vivendi, voorgesteld door Menabrea, in naufl gezette overweging zal worden genomen, en ds bij het hof te Kome alle pogingen zullen aas gewend worden om de daaraan verbonden voor|j deelen in het licht te stellen. Ten slotte wor: de overtuiging uitgesproken, dat het kabinet i< Florence ten deze eene oprechte en vriend schappelijko gezindheid aankleeft. In het wetgevend lichaam heeft de hee: Buffet verlof gevraagd tot eene interpellate

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1869 | | pagina 2