BUITENLAND. stige begrippen der katholieken. Het resultaat dier weerlegging is, dat artikel 23 wel voor den openbaren onderwijzer geschreven is, maar dat daarin geene verplichting ligt voor het school toezicht, hoewel 'eene schoolcommissie, wier han delingen tegen het beginsel van dat artikel zouden aandruisen, zou toonen, niet doordron gen te zijn van den geest dier wet, die zij moet helpen uitvoeren. Het antwoord op de vraag, of het alleen en uitsluitend aan den andersdenkende staat om te beoordeelen, of er iets in de school geleerd wordt in strijd met den eerbied aan zijne gods dienstige begrippen verschuldigd, wordt bepaald ontkennend beantwoord. Het gezag moet be slissen, niet het individueel gevoelen van den een of ander, die in zijne godsdienstige over tuiging meent gekwetst te zijn. Eene commissie van officieren, bestaande uit den luit.-kol. Le Maitre en de kapiteins Klerck en D. Hardenberg, heeft Dinsdag 11. aan Z. K. H. den prins van Oranje namens de gezamenlijke officieren uit het jongst gehouden kamp te Milligen, een prachtig album met hunne portretten aangeboden, als bewijs van hulde voor de vele blijken van sympathie, die Z. K. H. bij die gelegenheid voor het leger aan den dag gelegd heeft. Dit album is versierd met massief zilveren haut-reliefs, voorstellende krijgs-attributen van infanterie, cavalerie, artillerie en marine, ter wijl op het slot het wapen prijkt van Z. K. H. den prins van Oranje. De uitvoering is het werk van de koninklijke Nederl. fabriek van den heer J. M. Yan Kempen te Voorschoten. Aan de commissie, die des middags aan het diner bij Z. K. H. deel nam, betuigde de prins herhaaldelijk zijne bijzondere ingenomenheid met dit huldeblijk. Een tweeëntwintigjarig jongeling van goe den huize, in het genot van eene goede betrek king, nl. handelsagent van eene soliede onder neming in Duitschland, met een salaris van f 2000, voor wien in de toekomst de schoonste vooruitzichten geopend waren, stond gisteren voor het hof van Zuid-Holland terecht, om zich te verantwoorden wegens eene misdaad, het gevolg van de groote onbezonnenheid en lichtzinnigheid, door een losbandig gedrag ver oorzaakt. Zijne ouders, die te Barmen in Pruisen tot eene geachte familie behooren, hadden voor twee jaren hun zoon naar Botterdam gezonden, opdat hij zich in den handel zou bekwamen. Spoedig kwam hij met geachte kooplieden in aanraking, en door de vereenigde zorgen van hen en zijne ouders verkreeg hij de voordeelige betrekking hierboven genoemd, die hem na verloop van eenige jaren eene bezoldiging van f 4000 zou hebben bezorgd. In de drie laatste maanden van het vorige jaar had hij zijn intrek genomen in het loge ment //de Kroon" te Botterdam. Op den 18den November kwam daar verblijf houden een Duitsch koopman, die op de hem aangewezen kamer in een lederen met koper beslagen reis- taschje, dat door een behoorlijken reiszak omgeven was, eene som had verborgen van 400 aan bankpapier en f 205 aan zilveren specie. Na dit verricht te hebben, was hij uitgegaan maar des namiddags te kwartier over zessen teruggekeerd om eenig geld uit het taschje te nemen, ten einde het zilver voor Pruisisch geld te wisselen, ontdekte hij, dat eenige ringen van den reiszak, die aan den bovenkant zijn gemaakt, waren losgerukt; dat verder het gesloten reis- taschje was opengebroken en daaruit ontvreemd waren twee bankbiljetten, ieder groot 40, en f 69.50 aan rijksdaalders en klein zilvergeld. Nadat al het in het hotel zijnde personeel ondervraagd en onderzocht was en op niemand eenige verdenking was gevallen, dacht men al spoedig aan den besch., die tusschen 5 en 6 uren op zijne kamer geweest, daarna uitgegaan en niet teruggekeerd was, en werd men in die meening versterkt, omdat hij van een losban dig gedrag was, dien dag te veel drank had gebruikt eu te kwartier over vieren nog f 1.25 had laten zien, zeggende dat dit zijn laatste geld was, dat er dien avond ook nog aan moest. Dientengevolge werd de besch. opgespoord en in het //Zuid-Hollandsch Koffijhuis" ont dekt en in het bezit gevonden van /13G.10aan bankbiljetten en geldstukken. Na aanvankelijke ontkentenis heeft de besch. later beleden, en hield hij de bekentenis ter terechtzitting onder vele blijken van diep ge voeld berouw vol, dat hij den bewusten middag ongeveer te 4 uren naar het genoemde loge ment, waar hij 40 per maand verteerde, is gegaan om te eten, zijnde hij toen beschonken; dat hij ongeveer te 5 uren naar zijne kamer is gegaan en van daar door een tusschendeel ge komen is in de belendende kamer, waar hij op den grond vond liggen een rooden reiszak, ge sloten, enz., dat hij daarvan eenige ringen j heeft afgerukt en daaruit genomen een reis- taschje, dat hij mede geopend heeft en daaruit heeft ontvreemd eenig bankpapier en specie, hetwelk hij ongeteld bij zich stak, en het lo gement verliet. Het hof heeft den besch. schuldig verklaard en veroordeeld tot eene correctioneele gevan genisstraf van éen jaar. Met ingang van den lOden dezer zal het rijkstelegraafkantoor te Haarlemmermeer open zijn: op werkdagen, van 9 uren voor- tot 2 uren namiddags en van 4 tot 7 uren namiddags; op Zon- en daarmede gelijk gestelde feestda gen van 8 tot 9 uren voor- en van 12 tot 3 uren namiddags. Bij koninklijk besluit van 8 dezer, is aan den heer J. Lipjes eervol ontslag verleend uit zijne betrekking van ontv. der dir. bel., in- en uitg. rechten en accijnzen te Vlieland, tevens dienstdoende als visiteur aldaar, behoudens aan spraak op pensioen. Bij koninkl. besluit van 6 dezer, is benoemd tot lid van den raad van bestuur van het pen sioenfonds voor burgerlijke ambtenaren, den heer Mr. A. Yan Galen, procureur-generaal bij het provinciaal gerechtshof in Zuid-Holland. De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Vrijdag des namiddags te 5 uren 46*, WindZ. W., des avonds te 8 uren 44°, te 10 uren 40\ Zaterdag 's morgens te 5 uren 38°, te 8 uren 40°, 's namiddags te 12 uren 48°, te 4 uren 47°. Frankrijk. Bij de opening van den leer cursus van het middelbaar onderwijs van 1868 1869 waren op de lyceën en colleges 71,694 kweekelingen ingeschreven, en alzoo 2835 meer dan aan den cursus van 18671868 hebben deelgenomen. De vermeerdering, welke het ge tal leerlingen ditmaal ondergaan heeft, is nog geen enkel jaar zoo groot geweest als thans. Men schrijft dit voor een gedeelte toe aan den gunstigen indruk, dien de in het vorige jaar ten aanzien dier leerinstellingen ingevoerde hervorming heeft teweeggebracht, ten gevolge van welke regeling o. a. het personeel vermin derd is, maar de overgebleven docenten aan merkelijk hooger bezoldigd zijn geworden. Bij het college te Castre, b. v., zijn de jaarwedden der leeraren met 30 pCt. verhoogd. Portugal. De president van den ministerraad heeft aan de kamer van afgevaardigden mede gedeeld, dat de ministers hun ontslag hebben aangeboden en dat de koning dit aangenomen heeft. Men verzekert dat de koning den hertog van Saldanha heeft ontboden om dezen te onder houden over eene sameustelling van een nieuw ministerie. STATEN-GENERAAL. Eerste Kamer. Zitting van heden. Algemeene beschouwingen over de staatsbe- grooting voor het dienstjaar 1869. De heeren Hartsen en Yan Nispen hebben breedvoerig de koloniale en finantieele quaestiën besprokendaarbij het beleid van deze regee- riug omtrent beide punten gelaakt en wareu bij gevolg weinig geneigd om haar hun vertrouwen te schenken. De laatste spr. trok ook te velde tegen de zienswijze van dit bewind in de on derwijs quaestie. De heer De Yos van Steenwijk kwam, na zijne zienswijze over de richting van het kabi net op het gebied van onderwijs, financiën en koloniën kenbaar te hebben gemaakt, tot de slotsom dat hij hoopte dat aan dit kabinet levensduur mocht worden toegekend. De heeren Hein en Yerschoor behandelden het onderwijs (middelbaar en lager)de heeren Van de Putte en Cost Jordens het finantieele vraagstuk, hier en daar onderbroken door op merkingen over het koloniaal stelsel, allen in eenen zin die blijk gaf van vertrouwen in de houding van het kabinet ten aanzien dezer staats-aangelegenheden. De Minister van financiën, koloniën en bin- nenlandsche zaken, hebben daarna opvolgend de verschillende vragen, die tot hunne depar tementen betrekking haddenbeantwoord en in het algemeen hunne richting verdedigd op de bekende gronden, in de andere takken der ver tegenwoordiging herhaaldelijk ontwikkeld. Nog maals was het de innige overtuiging van den heer Yan Bosse, dat in het volgende dienstjaar zou kunnen worden voorzien zon der verhooging van belastingen; was het de meening van den heer De Waal, dat de weg dien hij voor Iudië wenschte in te slaan tot eene rechtvaardige oplossing van dit vraag stuk zou leiden, eu achtte de heer Fock bij eene billijke en rechtvaardige toepassing van de wet van 1857, herziening onnoodig. Vervol gens hebben verschillende leden gerepliceerd. Nadat de algemeene beraadslagingen waren gesloten, zijn aangenomen de hoofdstukken I (Huis des Konings), II (Hooge Colleges van Staat), III (Buitenlandsche Zaken) en IV A (Justitie) met algemeene stemmen; IV B (Ka tholieke Eeredienst) met 28 tegen 4 en YII C (Hervormde Eeredienst) met 27 tegen 5 stemmen. Maandag voortzetting. ADVERTENTIEN. Voorspoedig bevallen van een Zoon M. E. STOFFELS Schalt. Meppel, 9 Januarij 1869. Tot onze diepe droefheid overleed heden ons geliefd jongste kind SABA, zeven weken oud. D. F. VAN HEYST. G. J. VAN HEYST, Boonacker. Leiden, 8 Januari 1869. Ondergeteekende zegt bij deze, ook namens betrekkingen, dank voor de belangstelling ge durende zijne ziekte en bij zijn steeds toenemend herstel ondervonden. H. A. SPABENBEBG. Leiden, 9 Jan. 1869. Sigarenmakers hun luerk goed verstaande kunnen dadelijk geplaatst worden bij den Heer B. W. BOS, te Alphen ajR.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1869 | | pagina 2