OFFICIEELE BERICHTEN. REKENING EN VERANTWOORDING. CURATEELE. CURATELE. brief liet wachten. Ter verontschuldiging be hoef ik slechts te wijzen op de atmosfeer van saaiheid die ons in de laatste weken heeft om geven, ten gevolge van een luxe aan feestda gen, die niet spoedig terug te wenschen is. Die geest van verveling verspreidt zich overalniet alleen op straat, waar tallooze kruideniers uit plichtgevoel hunne hooge boorden luchten niet alleen in de kerk, waar de preek onder meer dan gewoon gegaap eindigt en waar de stovenzetster op den derden feestdag nog eens zoo onvriendelijk kijkt als anders, neen, ook in mijn studeerkamer ademde ik niets dan verveling, zonder te weten waarom. En zou ik in zulk een stemming naar de pen gegrepen hebben! 't "Ware juist het middel geweest om de epidemie verder voort te planten die mij getroffen hadeen mensch die zich verveelt, leer dit van mij, moet zoo al niet afgemaakt, dan toch streng afgezonderd gehouden worden. Nu zijn wij Goddank! door de feestdagen heen, en vooral, dat nieuwjaarsdag voorbij is, geeft mij reden tot dankbaarheid. Onder do nieuwjaarsgeschenken, die Amsterdam op 1° Ja nuari gekregen beeft, behoort inzonderheid het nieuwe formaat en de nieuwe druk van de Tijd, ex-Noord-Hollandsche Courant. Voor de trouwe lezers van dat voortreffelijke orgaan, is deze materieele verbetering een groot geluk, maar ik vrees dat die ware geloovigen, waar onder ik mij nog niet mag scharen, toch ook een onaangename aandoening daardoor zullen ondervinden. De titel is duidelijker geworden, de drukletter ook, maar de geest die in die verbeteringen ademt, is het niet de geest van vooruitgang, van moderniseering, van ongeloof? En let men daarbij op de gelijkenis tusschen de titelletter van de Tij d en die van zeker thans overleden Amsterdamsch weekblaadje, de Amstelstem, dat in eenigszins andere rich ting werd geschreven dan liet Katholieke blad, ligt dan niet de suppositie voor de hand, dat de redactie van de Tij d, in weerwil van het vrome leading-article van 1° Januari, in 't ge heim eenige neiging ondervindt om zich bij het jonge Holland aan te sluiten? Alles wel over wogen, geloof ik, dat het blad beter gedaan had zelfs ten koste der duidelijkheid de letter aan te nemen, waarmee de legenden der heiligen in de dertiende eeuw geschreven werdenhet had dan evenveel vrome lezers gewonnen, als het die nu verliezen zal. Het Handelsblad vertoont ook een innovatie, evenwel van minder ingrijpenden aard. Het deelt het nieuws omtrent Spanje (waarin vooral het Journal des Débats en de Patrie groote autoriteiten schijnen te zijn) onder een afzon derlijke rubriek mede; zoo ook dat van Zwit serland, hetwelk vroeger onder Frankfort thuis behoorde; eindelijk ook van Griekenland en Rumenië, waarvan men tot nu toe alleen te Munchen en te "Weenen iets scheen te weten. Verder zijn in dat blad geen veranderingen ge komen. Wacht maar op de afschaffing van 't zegel! Een verschijnsel dat een alles behalve goeden dunk van den stand der zaken in Amsterdam geeft, is het zeer geringe aantal nieuw opge richte firma's, die anders juist bij den aanvang van 't jaar veelvuldig aangekondigd worden. Is dit aan de algemeene onzekerheid te wijten, die in gansch Europa heerscht? Maar waarom zijn er dan in Rotterdam zooveel nieuwe fir ma's aangekondigd Zijn er in 't verloopen jaar hier zooveel verliezen geleden Is gebrek aan ondernemingsgeest de oorzaak van het verschijnsel? Wie zal het zeggen? maar wie zal ook niet met mij instemmen dat de nieuwe toestanden die wij te gemoet gaan, de verbete ringen in onze communicatiën met de Noordzee en met het continentale spoorwegnet, Amster dam niet zullen batentenzij onze onderne- mingsgeest op de hoogte blijve van de omstan digheden, tenzij wij gretig de nieuwe gelegen heden aangrijpen, de nieuwe paden inslaan die ons aangewezen worden! Moge het ingetreden jaar talrijke teekenen van leven opleveren en ons eenige schreden zien doen op den weg van voorbereiding voor de rol die wij in latere jaren te spelen zullen hebben Van teekens van leven gesproken, de Ver- eeniging voor de statistiek heeft er gisteren een gegeven dat geteld mag worden, door alhier eene vergadering te houden en een groot aan tal nieuwe leden te benoemen. Die vereeniging heeft aanspraak op de achting en de erkente lijkheid van ons geheele volkgeen tak van onze statistiek of zij houdt er toezicht op, zij controleert de regeering in hare mededee- lingen zij oefent critiek uit waar die te pas komt, zij spoort de zaken op waarover geene mededeelingen geschieden en die toch gekend moeten worden, enz. enz. Sedert eenige jaren zelfs is zij bezig met het bewerken eener alge meene statistiek van Nederland in de jaren 18511865, die zoo zij het licht ziet, den naam zal mogen dragen van de Mahabharata der sta tistiek. Maar wat in die vereeniging nog wel zoo merkwaardig is als hare nuttige en onver poosde werkzaamheid, is de voorbeeldige inrich ting harer financiënop elke vergadering name lijk wordt een groot aantal nieuwe leden be noemd, die ieder vijf guldens betalenop deze wijze krijgt men heel aardige sommetjes bij el kaar, daar niemand zoo onbeleefd is van te bedanken voor eene op hem gevallen benoeming. Omnia fausta! t.t. Q. N. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEYDEN, Gelet op het raadsbesluit van den lsten Fe bruary 1868, regelende de heffing eener plaat selijke directe belasting, goedgekeurd bij ko ninklijk besluit van den 14den Maart daaraan volgende, N°. 42, waarbij tevens is aangehaald de Verordening regelende de invordering dier belasting, vastgesteld den 3den February van dat jaar Brengen ter kennis van de belanghebbenden, dat met de uitreiking der beschrijvings-billet- ten voor die belasting voor het jaar 1869, op Maandag a. s. den 4den Januarij 1869 een aan vang wordt gemaakt, wordende belastingschul digen uitgenoodigd de daarin vervatte vragen behoorlijk, bepaald en zonder voorbehoud, te beantwoorden, en daarbij tevens mede te werken tot datgene wat noodig is om deze beschrijving ordelijk te doen afloopenvoorts dat tot schat ters voor deze belasting zijn benoemd en be- eedigd de HH.: J. ENGELS Jr., H. FILIPPO, D. VELS HEYN, P. G. HOUTHUYSEN, B. VAN KLEEF, J. VAN LITH, G. RIETBERGEN, J. C. RIJK, aan welken een ieder wordt uitgenoodigd den toegang tot zijne belastbare perceelen te ver- leenen op alle werkdagen, van des morgens 9 tot '8 namiddags 4 uren, en voorts die aanwij zingen en mededeelingen te doen die strekken kunnen om de bedoelde schattingen met juist heid en gelijkmatigheid te verrigten. Leyden, 2 Januarij 1869. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEYDEN, Gezien het adres van Hopman en Kuypers, distillateurs alhier, waarbij zij verzoeken om in een der localen hunner distilleerderij aan het Galgewater, hoek Valkensteeg, geteekend wijk I n° 69/70, eene locomobile van twee paardenkracht te mogen doen plaatsen Gelet op art. 4 van het Koninklijk besluit van den 31sten Januarij 1824 Staatsblad n°. 19), rakende vergunningen ter oprigting van sommige fabrieken en trafieken; Doen te weten, dat tot het hooren der eige naars en bewoners van de naastbijgelegene en belendende panden, ten opzigte der informatiën //de commodo et incommodo," door Burgemeester en Wethouders zal worden gevaceerd op het Raadhuis dezer Gemeente, op Donderdag den 7den Januarij e. k., 's voormiddags te elf urenzullende de belanghebbenden verpligt zijn, hunne bezwaren tegen dat verzoek op dien tijd in te brengen, terwijl, bij verzuim daarvan, zij gehouden zullen worden zich tegen de inwil liging niet te hebben verzet. Leyden, 2 Januarij 1869. Eerste huwelijks-afkondiging te Leyden, van den 3den Januarij 1869 P. Randoe wedr. 51 j. en M. L. Bökemeijor wed. 45 j. C. W. Van Overeem jm. 22 j. en A. C. W. Heerens jd. 19 j. C. Roosjm. 21 j. en A. M. Van der Linden jd. 20 j. P. J. Baaten jm. 26 j. en G. J. Kelderman wed. 36 j. T. Blommestein wedr. Slj.enP. C. Zimmer jd. 29 j. ADVERTENTIES Voorspoedig bevallen van een Zoon J. HEENK Van Geer. Woübrugge, 3 Januarij 1869. De ondergeteekende, een aantal jaren bij den Heer Van den Berg als behanger werkzaam geweest zijnde, maar nu door het staken der werkzaamhehen van de firma, buiten betrekking geraakt, en zich alsnu, als Ledekant en Ha- merbelianger gevestigd hebbende, verzoekt bij deze de gunst zijner geëerde stadgenooten, belovende eene prompte en civiele bediening. M. P. WEYTENBURG, Hoek Haarlemmerstraat en Paardensteeg. De Curator in den boedel van D. VAN WIJK, Slijterwonende te Leydenverklaard in staat van faillissement, bij vonnis der Regtbank al daar van 30 September 1867, zal op Zaturdag 9 Januarij 1869, des voormiddags te 10 uur, op het Regtsgebouw te LeydenWijk I, 221, ten overstaan van den Edel-Achtbaren Heer Reg- ter-Commissari8, aan de Schuldeischers van ge zegden boedel rekening en verantwoording doen van zijn gehouden beheer. De Curator, Mr. J. VAN HEUKELOM. Bij vonnis van de Arrondissements-Regtbank te Leyden van 29 December 1868, behoorlijk op de expeditie geregistreerd, is MATTHIAS BERG, wonende op de Mare te Leydenter zake van verkwisting gesteld onder Curateele, en zulks ten verzoeke zijner Echtgenoot JO HANNA JACOBA, zich gewoonlijk noemende en schrijvende ANNA MARIA VREEBURG. De Procureur, geoccupeerd hebbende voor de Eischeres, Mr. L. D. SURINGAR, Procureur. Leyden, 1 Januari 1869. Bij vonnis der Arrondissements-Regtbank te Leidenin dato 29 December 1868, is ADRIA- NUS SUYKERLAND, gedomieiliceerd te Soe- terwoude, thans verblijf houdende in het genees kundig gesticht voor krankzinnigen, genaamd St. Jons Gasthuiste Delft, ter zake van krank zinnigheid gesteld onder Curatele. Van wege den Verzoeker Qüirinus Süy- kerland, zonder beroep, wonende te Soetenuoude, P. K. DOEFF, Procureur. (Kosteloos.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1869 | | pagina 3