V. ïT2% Woensdag A°. 1868. 23 December. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden, per 3 maandenf o.OO. Franco per post3.85. Afzonderlijke Nommers0.10. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagenuitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIEN Van 1-6 regels f 0.75iedere regel meerf 0.12* Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van 1-4 regels f 0.90iedere regel meer0.15 BINNENLAND. LEIDEN, 22 December. In de tweede helft der maand November zijn aan het postkantoor alhier bezorgd de volgende brieven, die wegens onbekendheid der adressan ten niet bezorgd zijn kunnen worden: H. A. J. Darijt te Alkmaar; W. Toereppel (2 stuks) te Almelo; Eleere Jr., C. H. Ros, L. en A. Schaap, M. C. Bruynen, Clara "Werweijden, J. C. Lebert en J. Kasteelen, allen te Amster dam; H. Van Vliet te Goejanverwellensluis mej. A. Van der Horn te 's-G-ravensandeC. Pinkel te HilversumVan Balen te Katwijk a/d. Rijn; C. Van der Stok en H. Ten Brake, beiden te Leiden; J. Van der Berg te Lisse; M. Van Tigchelen te Ommeschans; J. Sauar te Rotterdam; Bac te Soeterwoude; J. Van Buuren te Utrecht; C. Van Remmen te Voor schoten; Frayter te Zutfen Gerritsen te Zwijn- drecht. Wij vernemen dat de dichtregelen, in welke de verpleegden in het Gereformeerd Minnehuis hunnen nieuwjaarswensch aan de ingezetenen zullen aanbieden, afkomstig zijn van den heer J. P. Hasebroek te Amsterdam. Door den heer Fransen van de Putte is op de wet op de middelen een amendement voor gesteld, om uit art. 1 der wet te doen verval len de woorden 5°. eene bijdrage van ƒ3.475.000 uit het nader bij de wet vast te stellen batig slot van de algemeene rekening wegens de ont vangsten en uitgaven van Ned. Indië, dienst 1S67. En om voorts achter art. 2 in te voegen een nieuw art. 3, luidende: //Voor zooveel de opbrengst der middelen en inkomsten, in art. 1 dezer wet aangewezen, ontoereikend mocht zijn tot goed making van de daarbij vermelde uitgaven, kan in het tekort worden voorzien door uitgifte of beleeniüg van schatkistbiljetten tot een bedrag van hoogstens vier millioen gulden (ƒ4.000.000)." Wij ontvingen dezer dagen eene brochure over de afschaffing der zegelbelasting, waarin beknopt en duidelijk, zonder polemiek, de quaestie besproken wordt. Zij is uitgegeven te Amsterdam en draagt tot titel: //Het Koerantenzegel in Nederland." Men kan hierin vinden eene ver gelijking niet alleen van den prijs onzer bladen met vreemde, maar ook van hun gehalte; voorts treft men hierin aan eene ordonnantie van 1674 van de staten van Holland en West-Friesland, waarbij voor het eerst eene belasting op cou ranten enz. werd ingevoerd. Eene andere ordon nantie van 1750, waarbij de bestaande wetge ving op dat punt herzien werd, onthief alle in //Latijnsche, Grieksche of Hebreeuwsche taaie" verschijnende nieuwsbladen, op vertoog, gelijk hierbij schijnt gevoegd te zijn, //van rector en Gedeputeerdens van de Universiteit te Leyden." De schrijver dezer brochure schijnt juist op de hoogte te zijn van de quaestie; de brochure draagt tot motto de bekende woorden van den Pruisischen afgevaardigde Michaëlis//Der Zei- tungsstempel ist eines freien Staates unwürdig 1" Naar wij vernemen, zoo schrijft de Delftsche Courant, zou in geen geval de afschaffing der wet op het zegel in 1869 te verwachten zijn. Men meldt uit Cura9ao, 21 November: Den lOden dezer is eene publicatie van den gouver neur uitgevaardigd, waarbij in naam des Ko- nings de nieuwe wetgeving voor deze kolonie wordt ingevoerd met 1° Mei en dus van ver bindende kracht wordt verklaard met midder nacht tusschen den 30sten April en den lsten Mei 1869. Bij eene publicatie van dezelfde dagteekening is afgekondigd het koninklijk besluit van den 29sten Augustus te voren, regelende de bezol digingen van het personeel van het hof van justitie en de leden van het openbaar ministerie hierbij. Door de //Zuid-Hollandsche maatschappij tot redding van schipbreukelingen" zijn sedert de laatst daarvan gedane opgaaf de volgende belooningen toegekendAan A. Weltevreden, B. C. Weltevreden en S. Fasol, te Brielle, eene geldelijke belooning voor de redding der equi page van het Engelsche brikschip //Alfred", kapt. R. Reese, op den 9den October bij het uitzei len van Maassluis op de Maasdroogen aan den grond geraakt en in den daarop gevolgden nacht totaal wrak gewordende groote zilveren medaille aan kapitein J. Crawford, voerende het te Glasgow te huis behoorende schip //India", voor de redding op den 26sten Juli 1868 van een gedeelte der equipage van het in den mor gen van dien dag verbrande Nederlandsche schip //Hollands Trouw", kapitein K. J. Brauer, die in eene boot hulpeloos ronddreven. Het overige gedeelte der equipage was door het omslaan der boot, waarin zij zich zochten te redden, ver dronken. Na de schipbreukelingen 16 dagen aan boord verpleegd te hebben, gaf kapitein Craw ford ze aan een Franschen schooner over, waarmede zij te Mauritius werden aangebracht; de gouden medaille aan kapt. F. H. Yan Strei- men, voerende het Nederlandsche barkschip //Jannetje", van Slikkerveer, voor de redding op den 20sten September 1S6S in de Indische Zee, bij stormweer en hooggaande zee, van den kapitein en een gedeelte der equipage en passa giers van het Spaanscbe schip //Margaritha", van Cardiff naar Manilla bestemd, dat in zin kenden staat verkeerdedoor de hooge zee was het niet mogelijk, alle aan bourd zijnde perso nen te redden, daar het schip gedurende de redding wegzonk. Uit het weldadig zeemansfonds van wijlen mejufvrouw Ida Maria De Rooth zijn wederom aan weduwen van in de uitoefening van hun bedrijf noodlottig omgekomen zeelieden onder steuningen uitgereikt, terwijl aan de commissie tot het inzamelen van gelden voor de achter gebleven betrekkingen, die met de loodsboot N° 4 van Terschelling verongelukten, eene gra tificatie is toegekend. Zaterdag is in den foyer van den schouw burg te Rotterdam eene vergadering gehou den van leden van de schouwburg-vereeniging. Daarin is voorloopig besloten om de Duitsche opera, onder directie van den heer Louis Saar, voor den tijd van twee jaren te continueeren. Het besluit was voorloopig, omdat de inteeke- ningen voor de subsidie nog tot geen voldoende hoogte zijn geklommen, en de inschrijvingen voor coupons nog een aanvang moeten nemen. Het was evenwel onverbiddelijk noodzakelijk reeds nu tot het engageeren van artisten te besluiten, zoowel om de bruikbare artisteDdie zich hier bevinden, te kunnen behouden, als om in Duitschland weder niet, evenals in alle vorige jaren, achter het net te visscben. Met het oog daarop is reeds nu tot continuatie be sloten, in het vertrouwen dat de inteekening voor subsidie en coupons niet minder dan vroe ger zal opleveren. Men meende dat vertrouwen te meer te kunnen koesteren, daar de voor naamste leden van het nieuwe personeel nog in dit seizoen zullen debuteeren, waardoor eene zekerheid voor de toekomst kan verkregen wor den, die tot dusverre niet bestond. De subsi- dianten hebben, gelijk men weet, het recht van ballotage, waardoor zij zeiven uitspraak hebben te doen over de zangers, die zij begeeren of verwerpen willen. In de overtuiging dat daar door genoegzame waarborgen werden aangebo den aan hen, van wie men verwachten mocht, dat zij als subsidiauten zullen toetreden, aarzelde de vergadering niet, op voordracht van den directeur, over te gaan tot de ballotage van twee leden van het personeel, den heer Massen, als eerste baryton, en den heer Schneider, als tenor-buffo. Beiden werden met algemeene stem men goedgekeurd. Mevrouw Saar-Jager zal na haar weder-optreden worden geballoteerd, om dan zonder twijfel eveneens met unanieme stem men te worden aangenomen. Sedert eenigen tijd zijn stafofficieren belast met het opnemen onzer verdedigingslij nen, waarvan afzonderlijke kaarten worden ver vaardigd. Deze kaarten zullen niet in den handel worden gebracht, maar zijn bestemd om bij het uitbreken van oorlog te worden afgegeven aan de verschillende legerkommandanten, om hen met juistheid op de hoogte te stellen van onze middelen van verdediging en om vergissingen te voorkomen. Men verneemt dat binnenkort proeven op groote schaal zullen worden genomen met de verschillende soorten van buitenlandsche gewe ren, ten einde daarna tot de aanneming van een vast stelsel te besluiten. Het gerucht omtrent een ongeluk op den Rijn-Spoorweg heeft zich bevestigd. Het slacht offer is de wachter A. Versteeg, die terwijl hij bij aankomst van den trein uit Utrecht op zijn post stond, door een van Amsterdam komenden trein is overreden. Het natuurkundig Etaats-examen te Utrecht is Zaterdag afgeloopen; van de 6 militairen werden 2 toegelaten, alsmede nog 1 burger. In het geheel werden geëxamineerd 14 militairen, waarvan 8 zijn toegelaten en 9 bur gers, waarvan 3 zijn toegelaten. Op de onder Heemskerk in October 11.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1868 | | pagina 1