BUITENLAND.
OFFICIEELE BERICHTEN.
kapifc. D. D. L. Van Goor, thans lsten luit.;
tot lsten luit. effect. J. F. C. Prince, thans
lsten luit. a la suite.
Z. M. heeft J. H. Drielsma, thans sum. der
directe belast, en van het kad. te Assen, be
noemd tot adj.-contr. der dir. bel. en van het
kad. te Arnhem.
Z. M. heeft beüoemd tot ontvanger der in-
en uitg. rechten en acc. te Glanebrugge, W.
F. R. P. De Salengre, thans ontv. der dir. be
last. en acc. te Oldemarkt, en opgeheven de
navolgende ontvangkantoren der dir. belast, en
acc., zooals die thans bestaan, te wetente
Bedum, Middelstum, Uithuistermeeden, Scheemda
en Midwoldaen ingesteld de volgende ontvang
kantoren der directe belastingen en accijnsen,
als: te Bedum, voor de gemeenten Bedum en
Middelstumte Uithuizen, voor de gemeenten
Uithuizen, Uithuistermeeden en Kantenste
Scheemda, voor de gemeenten Scheemda, Mieden
en Midwolda; voorts zijn benoemd tot ont
vangers der dir. bel. en acc.: te Bedum c. a.
W. Ruitinga, thans in dezelfde betrekking te
Akkerwoude c. a.; te Scheemda c. a. J. Kerk
hoven, thans ontv. derzelfde middelen aldaar;
te Zwartsluis c. a.; M. H. F. Pichot du Plessis,
thans ontv. derzelfde middelen te Middelstum
te Zuidbroek c. a. J. De Drews van der Fletz,
thans ontvanger derzelfde middelen te Uithuis
termeeden te Akkerwoude c. a. J. W.
Oosting, thans ontvanger derzelfde middelen te
Midwolda; en mede opgeheven de navolgende
ontvangkantoren voor de directie belastingen
en accijnzen, zooals die thans bestaan, te weten
te Franeker en te Ried; en is ingesteld een
nieuw ontvangkantoor voor de dir. belastingen
en acc. te Franeker, voor de kadastrale ge
meenten Franeker, Tjum en Ried, uitmakende
de burgerlijke gemeenten Franeker en Frane-
keradeel.
Z. M. heeft benoemd bij het 2de reg. vesting-
art., tot lsten luit. (naar ouderdom van rang),
den 2den luit. H. Van Gelsdorp, van het korps
en ten vervolge op dat van den 18den Novem
ber 1864, n°. 75, houdende toekenning van
eervolle belooningen ter zake der tweede expe
ditie naar Nias in 1863, terzelfder zake alsnog
benoemd tot ridder der 4de klasse van de Mil.
Willemsorde, den kapt. der inf. van het leger in
Ned. Indië W. J. J. Doctors van Leeuwen.
Z. M. heeft bekrachtigd de benoeming van Jhr.
M. J. W. A. De Milly, burg. gem. Niewen-
dam, tot secr. dier gemeente; het door den
gemeenteraad van Ulrum aan Mr. W. Wolthers,
burg. en secr. dier gemeente, op zijn verzoek
verleend eervol ontslag uit laatstgemelde be
trekking; voorts Mr. F. baron Van Hogendorp,
op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als
lsten luit. bij het korps kon. scherpsch. van
's-Gravenhage; en tot burg. der gem. Biervliet
herbenoemd D. Bekaar.
De Thermometer van Fahrenheit teekende
alhier Vrijdag des namiddags te 5 uren 43°,
Wind: Z. W., des avonds te 8 uren 43°, te 10
uren 43°. Zaterdag 's morgens te 5 uren 44°,
te 8 uren 44°, 's namiddags te 12 uren
48°, te 4 uren 46°.
Pbuisen. De eerste kamer heeft de Rijn-
scheepvaartakte, tusscben Pruisen, Baden, Beie
ren, Frankrijk, Hessen en de Nederlanden ge
sloten, goedgekeurd.
Bij de discussie in het huis van afgevaar
digden over de begrooting van het bestuur der
spoorwegen, heeft de minister van koophandel,
de duurte van het geld besprekende, in over
weging gegeven of ook wellicht hieraan zou
kunnen tegemoet gekomen worden, met het leg
gen eener belasting op buitenlandsche staats
schuldpapieren.
Italië. De commissie der kamer van afge
vaardigden tot onderzoek der voordracht, om
de regeering te machtigen het tegenwoordig
budget voorloopig twee maanden van het nieuwe
jaar in werking te brengen, heeft met 4 tegen
3 stemmen een amendement aangenomen, strek
kende om de betaling der rente van de pause
lijke schuld te schorsen. De heer Cairoli is tot
rapporteur benoemd.
Vele gemeenteraden op Sicilië hebben naar
prins en prinses Humbert, die zich tegenwoor
dig te Palermo bevinden, deputatiën gezonden
om hen geluk te wenschen.
Spanje. Men verzekert, dat er eene Carlis-
tische samenzwering in de provincie Navarre
is ontdekt. Er zijn eenige personen in hechte
nis genomen.
Portugal. De minister van financiën heeft
zijn ontslag ingediend wegens oneenigheden in
het kabinet met betrekking tot het mislukken
der leening.
INGEZONDEN.
Mijnheer de Redacteur.
't Is meer dan tijd, dat de gemeenteraad de
subsidie van f 1500 aan den Schouwburg in-
trekke, althans zoo de Directeuren geen einde
maken aan het schandelijk misbruik van 't ne
men van plaatsen, door de suppoosten van den
Schouwburg, alvorens dat het publiek daarvan
gebruik kan maken.
Een misbruik waardoor de bepaling, dat
aandeelhouders geen voorregten bij het bespre
ken van zitplaatsen zullen genieten, geheel il
lusoir gemaakt wordt. Zelfs is de vorige toe
stand verre te verkiezen, daar men dan ten
minste nog door middel van een bekende onder
de aandeelhouders zich van plaatsen kon voor
zien.
't Is dan ook geen wonder dat de aandeelen
Schouwburg bij dergelijke administratie voor
450/o niet te plaatsen zijn.
Het is wenschelijk, dat door HH. Commis
sarissen de volgende bepalingen gemaakt worden.
1°. Suppoosten en bureaulist kunnen geen
plaatsen, voor zich noch ten behoeve van an
deren bekomen.
2°. Aan niemand worden meer dan zes be
sproken plaatsen afgegeven.
Dat deze eisch niet onbillijk is, kan daaruit
blijken, dat heden morgen de 4de persoon die
het geluk had, na lang wachten op een der sup
poosten, die een enorm getal plaatsen nam, het
bureau te genaken, ter onverrigter zaken moest
terugkeereD, daar alle plaatsen in de loge en
baignoires reeds besproken waren.
Die toestand is voor niemand wenschelijk,
want voortaan zal ieder zich tot bureaulist of
suppoost wenden, en de zaak alsdan de quaestie
van den meestbiedende worden.
In andere groote steden wordt dergelijk mis
bruik dan ook door Directie en policie te keer
gegaan.
Leiden, 17 December 1868. S.
Hoe kan het zijn dat men met leedwezen
verneemt, dat een beschaafd en welsprekend
redenaar over een belangrijk onderwerp, naar
onzen zin, op uitmuntende wijze, het woord
heeft gevoerd?
Wanneer men lid is van het genootschap
waar de spreker optreedt en dat men er niet
is heen gegaan om reden men niet wist waar
over de spreker zou handelen.
Zou het bestuur van het Leidsche departe
ment der maatschappij tot Nut van't Algemeen
er toe kunnen besluiten voortaan wanneer
het niet om aardigheden of novellen te doen is,
bekend te maken wat het onderwerp van den
redenaar zal zijn
Een lid der Maatschappij.
ACADEMIEN1EUWS.
Leiden, 19 Dec. Bevorderd tot doctor in de
rechten de heer W. Heineken, geb. te Amster
dam, met een academisch proefschrift, getiteld t
//De staat en het kerkbestuur der Nederlandscl i
Hervormden sedert het herstel onzer onafhan
kelijkheid."
BURGEMEESTER en WETHOUDERS ris
LEYDEN,
Gezien de Verordening van den 9den Januar,
1868, houdende aanwijzing der plaatsen, dagen
en uren voor de verschillende markten binnen
deze gemeente (Gemeenteblad N°. 1);
Brengen bij deze ter kennis van de daarbij
belanghebbenden, dat, door het invallen van den
eersten en tweeden Kersdag op Vrijdag en Za
turdag en van den Nieuwjaarsdag op Vrijdag,
de markten, op Vrijdag bepaald, des Woensdag-
te voren en die op Zaturdag aangewezen, d«
Donderdags van diezelfde week zullen wordeQ
gehouden.
Leyden, 17 December 1868.
STATEN-GENERAAL.
Tweede Kamer.
Zitting van heden.
Hoofdstuk VII D (Financiën).
De algemeene beschouwingen werden vervolgd
Nadat de heer Guljé sommige bedenkingen
tegen bestaande finantieele en administratieve
maatregelen en verbetering daarvan den mi
nister van financiën in overweging had gegeven,
vatte de heer Fransen van de Putte het woord
op om de sprekers, die gisteren de politieke
quaestie weder hadden opgevat, te beantwoor
den. Spr. wees er op, dat men niet poogde den
minister aan te tasten in de leiding van zijn
departement, maar wel in hem te treffen hei
kabinet en alzoo eene motie van wantrouwen
daartegen uit te lokken. Niemand had toch
wantrouwen getoond in de administratieve be
kwaamheden en het finantieel beleid van den
minister, waardoor spr. meende te kunnen vast
stellen, dat de financiën door eene gewaardeerde
specialiteit werden beheerd. Spr. keurde het af,
dat men nu tegen dezen minister zoo hevige
oppositie voerde, tegen den man, die naast vele
staatslieden zitting had om zijne finantieele be
kwaamheden. Vooral trad hij hierbij in bijzon
derheden over het tijdvak dat hij zitting had
met den heer Rochussen.
Dit gaf dien afgev. aanleiding tot repliek.
Hij zou denkelijk tegen het hoofdstuk stemmen,
niet om politieke grieven of gebrek aan finan
tieele en administratieve bekwaamheden, maar
omdat de heer Van Bosse in zijn finantieel
beleid niet consequent bleef met vroeger, door
nu de geldmiddelen van Nederland onafhanke
lijk te willen maken van de Indische baten.
Met ditzelfde motief was de heer Haffinans
dien spr. voorafgegaan om zich tot zijn innig
leedwezen tegen deze begrooting te verklaren.
De heer De Bosch Kemper, volgende op deD
heer Rochussen, stelde in het licht dat die spr.
geene enkele aanmerking op de cijfers had ge
maakt, maar toch tegen zou stemmen. Dit achtte
hij niet overeen te komen met ons geschreven
staatsrecht en ook onraadzaam.
De heer Van Sypestein gaf de redenen aan,
die hem drongen om tegen te stemmen.
Hierop trad de heer Godefroi op en toonde
aan, dat hij de gevoerde discussie opvatte, als wilde
men in den minister van financiën het kabinet
treffen en nu frappeerde het spr. dat men juist
den heer W. Van Goltstein met die taak had
belast, die nog zoo kórt te voren verklaard
had dat de tijd van bestrijding nog niet was
gekomen.
De heer W. Van Goltstein verklaarde daarna
dat niets verder van hem af was, dan het mi
nisterie in den heer Van Bosse te treffen.
De minister van financiën verdedigde
zich alsnu. Hij betoogde dat hij steeds voor
oogen gehad had de groote beginselen, msar