N°. '2719.
Zaterdag
A°. 4868.
19 December.
BINNENLAND.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden, per 3 maandenf «j.OO.
Franco per post3.85.
Afzonderlijke Nommcrs0.10.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIEN
Van 1-6 regels 0.75iedere regel meerf 0.126
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van
1-4 regels ƒ0.90 iedere regel meer0.15
Leiden, 18 llecembcr.
//De regeering blijft vasthouden aan het denk
beeld ooi van harentwege geene wijziging in de
wet voor te stellen". Dit waren bijna de laatste
woorden, door den minister van binnenlandsche
zaken gesproken in de avondzitting van heden
voor acht dagen, aan het slot van de uitvoe
rige discussiën over de onderwys-quaestie.
Die minister had geene gemakkelijke taak ge
had welsprekende en niet-welsprekende rede
naars waren opgestaan en hadden uiet tal van
argumenten de noodzakelijkheid eeuer verande
ring in de onderwijswet aangetoondwaren ook
de honderden en duizenden, di.e gemoedsbezwa
ren hadden, thans minder op den voorgrond ge
steld dan vroeger de wenschen der verschil
lende sprekers waren duidelijker uitgesproken;
veel bleef nog duister, maar in 't algemeen was
het debat meer geaccentueerd. De brochure
van Pierson had uitstekende diensten gedaan
evenmin als Busken Huët heeft hij zich over
zijne nieuwe vrienden te beklagen. Werd vroe
ger en in Juni van dit jaar bepaalde zich
nog daartoe de oppositie liet openbaar on
derwijs alleen bestreden om datgene wat het
niet gaf, wat het miste, thans zijn er van
verschillende zijden meestal met citaten uit die
brochure, bedenkingen gemaakt tegen dat wat
het geeft, tegen het karakter van dat on
derwijs, tegen het niet-neutraal zijn van dat on
derwijs.
Wat echter bij deze discussie merkwaar
dig wa3, was de verdeeldheid der oppositie.
Nog nooit, gelooven wij, is deze zoo duidelijk aan
het licht gekomen als thans. Toen men nog alleen
kracht van argumentatie zocht in de honder
den en duizenden, die gemoedsbezwaren heb
ben, was de eenstemmigheid groot, en Van
Nispen en Van Wassenaer, De Bra uw en Heij-
denrijk kwamen in gesloten gelederen tegen de
vesting aanrennen. Maar nauwelijks gingen zij
iets verder, of men bespeurde hoe verdeeld zij
werkelijk zijn! En vraagt men naar het prak
tische resultaat der laatst gevoerde discussiën,
dan vinden wij die in de gebleken onmogelijkheid,
waarin de oppositie zich bevindt, om een geza-
menlijken aanval op de wet te doen want altijd
zal slechts eene kleine minderheid tevreden wor
den gesteld.
Het kan zijn, dat, mocht het ontwerp, dat,
evenals de appel op de bruiloft van Peleus en
Thetis, door den minister Heemskerk, tot af
scheid, aan de Kamer is toegeworpen, een
maal weder door den een of ander worden in
gediend, de oppositie zich daarmede zou vereeni
gen maar de wijzigingen in die enkele onder
geschikte punten, zooals de heer Verheijen zeide,
die niet veel beteekenden, volgens den heer Gef-
ken, zouden toch voor velen slechts zijn eene
eerste schrede, gelijk de heer Saaymans Vader
ze noemde, of een vast uitgangspunt voor amen
dementen vatbaar, zooals de heer Heijdenrijk
het uitdrukte.
Neen, deze leden met de HH. Van Nispen,
Van der Does, Van Foreest, De Brauw en anderen
verlangen meer. Zij keuren de wet in haar be
ginsel af: dat er overal gemengde staatsscholen
bestaan, dat is hun grief. De heer De Brauw
wil met den heer Van der Does gezindheids-
scholen; zij willen wat zij in 1857 niet gekre
gen hebben. En leest men de redevoeringen van
enkele leden, die bij de behandeling der onder
wijswet ook reeds leden waren, van de HH.
Van Nispen, Van Foreest en De Brauw, dan
blijkt bet duidelijk, dat het niet is de uitvoering
van de wet, niet de moderne theologie, niet iets,
waaraan de wet van 1857 de schuld heeft, maar
dat dezelfde bezwaren, tegen het ontwerp aan
gevoerd, weder thans door de oppositie worden
ontwikkeld.
En zoo geldt de strijd in waarheid de open
bare school. De heer De Brauw moge er zich
over ergeren, dat men beweert dat hij godsdienst
onderwijs op de openbare scholen wil invoeren
en een lange philippica houden tegen allen, die
hem dat tegenwerpen dat is begrijpelijk, want
dit is bet ook niet wat hij verlangt; maar zegt
hij: niemand wil sectescholen, dan vragen wij
dien afgevaardigde, of hij sinds 11 Maart 1867
zoo veranderd is. Toen wist hij geen ander mid
del om aan de bezwaren te gemoet te komen,
dan gelegenheid te geven oui de bijzondere
scholen, ook die met een speciale richting, te
subsidieeren uit de gemeentekas. Of verkrijgt
men daardoor geene sectescholen
Al de wenschen, die bij de behandeling der
onderwijswet werden uitgesproken, komen op
die wijze weder te voorschijn. De heer Van Fo
reest ging nog verder, en is de meest consequente
van allen: hij vroeg wijziging van de grondwet.
De een wil dit, en de ander daten alleen
zij, die erkenden voor zich zeiven de gemoeds
bezwaren niet te deelen, drongen aan op de
wijzigingen uit het ontwerp-Heemskerk.
Het komt ons voor, dat de liberale partij
werkelijk bij deze discussiën veel gewonnen heeft:
toen nog de klachten als het ware in de lucht
zweefden mocht men zich nu en dan ernstig
afvragenblijkt ook wellicht de wet bij hare
uitvoering niet dat te zijn wat wij van haar
verwacht hebben hoe meer de wenschen door
de tegenstanders geformuleerd worden, des te
meer wordt het duidelijk, dat zij, die deze klach
ten uitspraken, niets anders wenschen dan eene
reactie; dat het eene hervatting geldt van den
ouden strijd, die bij de behandeling der wet
uitvoerig en grondig is gestreden, en met eene
groote meerderheid toen is beslist; van een
strijd, die onder verschillende vormen op ver
schillend gebied wordt gevoerd, maar waarbij
op onzen bodem, zoolang het Nederlandsche
volk zijn verleden niet verloochent, de zege zal
zijn aan de zijde van hen, die vooruitgang wil
len en die in onze volksschool den eenigen waar
borg zien voor eeDe krachtige volksontwikke
ling, vrij van eenzijdigheid en onverdraagzaam
heid.
LEIDEN, 18 December.
Van een bekende hand ontvingen wij de vol
gende mededeeling omtrent hetgeen onze stadge
noot, de heer Wolters, gisterenavond heeft ge
sproken in onze afdeeling van de Maatschappij
tot Nut van 't Algemeen, dat wij gaarne in ons
blad opnemen.
//We hebben in lang het voorrecht niet gehad
zulk een welsprekend redenaar te hooren. Dit
maal werd ons geene novelle medegedeeld, wer
den ons geene aardigheden opgedischt, die be
rekend waren om op de lachspieren der hoorders
te werken het was een hoog ernstige behan
deling van het groote vraagstuk, dat tegenwoor
dig aan de orde isde gemengde school. In
gespierde volzinnen, vol gloed en leven, uitge
sproken met de geestdrift eener heilige overtui
ging, verdedigde de heer Wolters onze openbare
school tegen alle grieven harer tegenstanders,
zoo flink en afdoende, als wij dit tot dusverre niet
hebben gehoord. Hulde doende aan de bedenkin
gen der geuioedelijk-vromen, die echter gemak
kelijk werden opgelost, trok hij met nadruk te
velde tegen zekere partij, die onmeedoogend werd
tentoongesteld. Het onderscheid tusschen op-
voediug en onderwijs werd helder in 't licht
gesteld, het belang van het behoud der gemengde
school inzonderheid vaders en moeders na aan
't hart gelegd, terwijl de spreker besloot met
eenige dichtregelen, die verdienen gekend te
worden door allen, die begrijpen dat onze na-
tiouale roem, misschien onze nationaliteit staat
of valt met het behoud of het verlies van ons
vrije onderwijs.
//Met daverende en herhaalde bijvalsbetui
gingen werd deze rede beantwoord. Maar het
zegt nog meer, dat er voorstanders der bijzon
dere school aanwezig waren, die met het ge
sprokene in hooge mate hunne ingenomenheid
betuigden. Tot mijn leedwezen werden er velen
gemist, mannen ook van naam en invloed, die
anders de nutslezingen wel met hunne tegen
woordigheid plegen te vereeren. Ik hoop dat
het gesprokene in ruimer kring bekend zal
worden en allereerst zou ik wenschen, dat de
heer Wolters uitgenoodigd werd ook in andere
afdeelingen onzer Maatschappij deze rede uit
te spreken."
Tot ons leedwezen moeten wij mededeelen,
zegt de Winsch. Courant, dat de heer Z'ylker
door ziekte van huisgenooten verhinderd wordt
de zittingen der Tweede Kamer bij te wonen.
Zij vindt zich te meer gedrongen hiervan mel
ding te maken, doordien dit wel door het bij
blad der Staats-Courant is vermeld, doch niet,
zoover zij heeft kunnen nagaan, door de ver
schillende andere dagbladen.
Vanwege het ministerie van koloniën wordt
bekend gemaakt, dat in het jaar 1868 van de
op Java aan het gouvernement geleverd wor
dende producten, aldaar in het openbaar zullen
worden verkocht 300,000 (driehonderd duizend)
pikols suiker en 50,000 (vijftig duizend) pikols
koffie.
Men verneemt uit goede bron, dat het mee-