ft0. 2718.
Vrijdag
A°. 1868.
18 December.
BINNENLAND.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden, per 3 maandenf 3.00.
Franco per postn 3.85.
Afzonderlijke Noramersn 0-10.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagenuitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Van 1-6 regels 0.75iedere regel meerf 0.12'
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van
1-4 regels ƒ0.90 iedere regel meer0.15
LEIDEN, 17 December.
Toen acht maanden geleden het vorige mi
nisterie nog aan het bewind was, en de begroo-
tiug van buitenlandsche zaken in behande'ling
was, werd het afstemmen der begrooting om
redenen daarbuiten door de conservatieven een
daad van revolutie genoemd. Een der leden, die
dit het sterkst deed uitkomen, was de heer
Gefken. Het is daarmede gelegen, zoo zeide
hij in de zitting van 28 April, althans tot ze
kere hoogte, als met een opstand van het volk
tegen den souverein. Die is ongeoorloofd, en
toch getuigt de geschiedenis dat er zeer buiten
gewone gevallen kunnen zijn, waarin een sou
verein, in plaats van zich een vader voor zijn volk
te betoonen, de vijand van zijn volk is en een
verdelgingsoorlog tegen zijn volk aanvangt. Dan
voorzeker is een opstand, hoe betreurenswaardig
ook, geoorloofd en zelfs plicht...." //Nu heeft
het ministerie dan toch inderdaad de grondwet
niet verkracht." En daarom achtte hij toen
het afstemmen onwettig.
Thans stemde de heer Gefken tegen het
hoofdstuk binuenlandsche zaken, en de eenige
reden hiervoor kan zijn, dat het ministerie
geene wijziging in de onderwijswet voordraagt,
iets wat elk lid der Staten-Generaal ieder oogen-
blik kan doen. Is dat eerlijke politiek
In het Pruisische Huis van afgevaardigden
is dezer dagen ook de schoolquaestie besproken,
en het geven van godsdienstonderwijs op de
scholen door sommige leden veroordeeld. Wat
opmerkelijk is, en het is hierop dat wij willen
wijzen, is de overeenkomst tusschen de wijze
waarop daar de quaestie is besproken en de
discussiën in onze Tweede Kamer gevoerd.
Een afgevaardigde had, als onze afgevaardigde
Van Wassenaer van Catwyck, zich over het
steeds toenemend ongeloof uitgelaten. Hierop
gaf een lid der liberale partij ongeveer het vol
gende antwoord: //Voor dezen afgevaardigde
bestaan er slechts twee soorten van menschen
de eene soort is die, welke den godsdienst slechts
erkent in de meest enge, dogmatische formulen
van de 16de eeuwde andere, die alle ethische
en godsdienstige overtuiging verloren heeft, en
tot de erkenning komt, dat wij van de apen
afstammen. In deze verkeerde opvatting ligt
de geheele grond van onzen strijd; dat is de
reden van de geheele agitatie, die er in ons land
heerscht."
Z. M. heeft benoemd tot hoogl. in de faculteit
der bespiegelende wijsbegeerte en letteren aan
de hoogescbool te Utrecht, Dr. P. DeJong, thans
hoogleeraar, interpres legati Warneriani, en
lector in de Perzische en Turksche talen aan de
hoogeschool alhier.
De overeenkomst tot wijziging der concessie
tot het aanleggen en exploiteeren van een
spoorweg van Samarang over Soerakarta naar
Djokjokarta heeft ten doel, om het kapitaal dier
maatschappij aan te vullen met 3,000,000. Die
meerdere behoefte is een uitvloeisel van het
feit, dat in 1863 hier te lande bij de door den
gouverneur-generaal van Nederlandsch Indië in
1862 primitief verleende concessie werd opge
nomen de zijtak tot Willem I, zonder dat de
raming der kosten van aanleg, waarvoor de
staat rente-garantie heeft verleend, eene eveu-
redige verhooging onderging.
De wijzigingen in de concessie betreden drie
hoofdpunten: het kapitaal, waarvan de renten
aan de vennootschap worden gewaarborgd, wordt
met drie millioen gulden vergroot, zoodat het
maximum van veertien tot zeventien millioen
wordt opgevoerd de rente-garantie loopt onaf
gebroken door tot het einde van 1906 en wordt
daardoor met ongeveer twee en een half jaar
verlengd; de rente en aflossing van obligatiën,
door de spoorwegmaatschappij uitgegeven tot
een nominaal bedrag van elf millioen gulden,
worden van staatswege onvoorwaardelijk ge
waarborgd, met dien verstande dat betgeen de
staat uit dezen hoofde te betalen heeft in min
dering komt van hetgeen hij anders aan de ven
nootschap zou hebben te voldoen. De staat be
taalt dus jaarlijks niet ^oer dan f 765,000; zijne
verplichtingen worden door den waarborg, aan
de houders van obligatiën gegeven, niet ver
zwaard, dan alleen voor het onwaarschijnlijke
geval, dat de maatschappij van hare rechten
vervallen mocht worden verklaard, en de staat
alsdan den dienst van den weg ten bate en schade
van de maatschappij mocht willen voortzetten.
Daarentegen wordt de maatschappij ten ge
volge van dien waarborg in staat gesteld, het
nog voor hare onderneming benoodigde kapi
taal op redelijke voorwaarden te verkrijgen.
De heeren A. Holtzman en J. N. W. C.
Sieburgh hebben zich tot de ministers van bin-
nenlandsche zaken en van financiën gewend,
met verzoek om eene garantie of subsidie van
staatswege op nader te bepalen voet, ten einde
op deze wijze het tot stand brengen der
geheele spoorweglijn Amsterdam—ZutfenEm-
pel mogelijk te maken.
Intusschen heeft Prof. Tilanus te Amsterdam
in de Amsterd. bladen de deelneming in dien
Ooster-Spoorweg aanbevolen uit een sanitair
oogpunt. Eene gemakkelijke verbinding van de
hoofdstad met de hooggelegene, door de natuur
heerlijk gestoffeerde, boschrijke landstreek van
het Gooi, zal het middel zijn om alle standen
der maatschappij, ter versterking en verfris-
sching der krachten van lichaam en geest, van
tijd tot tijd daarheen te voeren. De hoogleer
aar wijst op de groote behoefte, die de bewo
ners der dicht bevolkte steden daaraan hebben
en hoe het genot der frissche lucht vooral
voor herstellenden onmisbaar is. In verband
met den geprojecteerden spoorweg zou de hoogl.
gaarne een hospitaal, bepaaldelijk voor recon
valescenten uit Amsterdam, in het Gooi zien
verrijzen.
De Arnhemsche Courant bevat heden een
opstel over de volksweerbaarheid, dat wel de
aandacht verdient. Het is van Dr. J. Van
Vloten
//De heeren De Roo van Alderwerelt en Storm
van 's Gravesande hebben in de Tweede Kamer
de wijze van toepassing der burgerweerbaar-
heidsbeginselen ter sprake gebracht, en zich daar
in min of meer afkeurenden zin over uitgela
ten. Wij zuilen hen daar niet hard over vallen.
Ook ons komen, evenals hun, de meer op
ijdeltuitig vertoon dan degelijke wapenoefening
berekende evolutiën der weerbaarheidsmanneu
van weinig vruchts voor de werkelijke verde
digingskracht van het land voor. Wij gunnen
die verschillende vrijkorpsen gaarne hun solda-
tenpret, en zullen de daarmee verbonden schiet
oefeningen in elk geval tot het aanvankelijk
beoogde doel kunnen bijdragen: maar wij had
den ons toch geheel iets anders dan dat voor
gesteld, toen wij, voor weinige jaren, de Neder-
landsche burgerij tot die algemeene weerbaar
heid aanspoorden. Wij wenschten er, op Zwit-
sersche wijs, eene algemeene strijdvaardigheid
van 's lands ingezetenen en staatsburgers door
in 't leven te roepen, en wij hebben daar
om ook, van den aanvang af, bepaaldelijk op
de opleiding daartoe van Neerlands schooljeugd
aangedrongen, gelijk die op onze aansporing
door den wakkeren Triebart te Deventer al
aanstonds in praktijk is gebracht. Van den reeds
gevormden volwassen man al wenschen wij
hem daarom van zijne krijgsoefeningen niet af
te houden verwachtten wij in dit opzicht
minder. Wij hadden ons daarom ook al aan
stonds tot den minister van binuenlandsche
zaken toen ter tijd de heer Geertsema
gewend, om op 's rijks hoogere burgerscholen
de gymnastische oefeningen met exercitiën te
verbinden; gelijk dit vervolgens, op zijne aan
beveling, door de heeren inspecteurs bewerk
stelligd, en op gemeentescholen hier en daar
nagevolgd is. Later hebben wij er nogmaals op
aangedrongen, daar toch met wat meer ijver
nog in te werk te gaan, en blijven dat ook
thans nog wenschen. Niet tot louter lichaams
oefening slechts gelijk een ingezonden stuk
van een ongenoemd anti-weerbaarheidsman het
voor eenige weken zocht te betoogen maar
wel degelijk om daardoor allengs eene mannelijke
bevolking aan Nederland te schenken, die, als een
man, onmiddellijk naar de wapenen grijpen zou,
wanneer een of ander vijand immer zijn zelfstandi
gen erfgrond mocht willen bespringen. Daartoe
wenschten wij onze beide ministers van binnenl.
zaken en oorlog de handen in elkaar te zien
slaan, en overal zooveel doenlijk Triebart aan 't
werk te zetten. Met de hoogere burgerscholen
is nu tali ter q ua 1 i te r een aanvang gemaakt;
maar men moet het niet bij die eerste rninbe-
duidende beginselen laten. Men moest vooreerst
ook op de verschillende Latijnsche scholen
waarom niet met de hoogere burgerschool sa
men hetzelfde beginsel toepassen, en voorts
ook de niet die scholen bezoekende mannelijke
jeugd van dien leeftijd, evenals te Deventer
door den heer Triebart geschiedt, in de gele-