n zijne naaste omgeving warme belangstelling ieeft weten te wekken, heeft dit geschrift in nze taal overgebracht om bij vernieuwing aan e sporen tot het oprichten van hulpcoraité's in rerschillende plaatsen, die zich met het Hoofd- ornité te 's Gravenhage in verbinding moeten tellen. Spanje is ons hierin reeds sedert lang oorgegaan. "Wij hopen en vertrouwen dat zijne jogingen niet vruchteloos zullen zijn. //De taat" zegt hij te recht moet in oorlogs- ijd, in het verzorgen van gekwetsten en zieken, oor particuliere hulp krachtdadig ondersteund rorden, en ieder staatsburger behoort volijverig nede te werken tot alles wat strekken kan, om bij eventueelen oorlog de smartelijke rampen ijner gekwetste landgenooten te verminderen en door spoedige hulp het leven van duizenden mgelukkigen te behouden". Mocht ik door het schrijven dezer regelen ot de lezing der brochure en tot de oprichting an een Leidsch Hulpcomité iets hebben bijge- ragen! Het ontbreekt in onze stad waarlijk liet aan mannen, die hiertoe het initiatief kun nen nemen. E. EEN STANDBEELD YOOE JAN PIE- TEESZOON COEN. Gij zijt niet dood Jan Company, Uw geest althans is blijven leven. Aandoenlijk is de harmony, Der velen die daar blijk van geven. Schoon Java onder lasten bukt, Die 't oude stelsel niet vereeren, Toch zijn er lieden zóó verrukt, Dat zij een beeld voor Coen begeeren. Waarom dat weten zij niet recht, En 't is ook moeilijk na te zoeken; Hij was geen held in het gevecht, En schreef ook geen geleerde boeken. Diplomatie was niet zijn kunst, Want, ziet men 't al niet op de keper, Ce Bantam stond hij niet in gunst, Voor hem was 't hoogste goed... de peper. Zijn voorbeeld heeft ons diep bedorven, En veel te lang is 't nagestreefd. Ons heeft het meen'gen schat verworven, Maar hoe heeft de Javaan geleefd Gelijk wij zeiven, toen tyrannen Ons gruwlijk hebben uitgekleed. En om te eeren zulke mannen, Zal nu nog worden geld besteed Och! voel toch Leynaars, wat 't zou wezen Als Philips, Al va, hier in steen Voor 't aangezicht des volks verrezen? Gij sloegt ze zeker kort en kleen. Bedenk daarbij dan dat Javanen Ook menschen zijn zoo goed als wij, En dat Uw goede naam zal tanen, Totdat zij zijn zoo vrij als gij. Wat gij niet wilt dat U geschied' En doet dat ook aan andren niet. EENE YEAAG! Op de gisterenavond in de Zaal Noordeinde ;ehouden vergadering tot bevordering van chris- ehjk-nationaal schoolonderwijs, werd, gelijk men begrijpen kan, betoogd dat Christus ook ®p school Heer en Koning moet zijn en er us niet van geweerd mag worden. Yan ortho- loi standpunt af, begrijpen wij dit en behoeft erhalve geene uitlegging. Doch over het aldaar ïaede verkondigde, dat Christus niet alleen in to bijbelsche geschiedenis moet doorstralen, maar mede in de algemeene geschiedenis, aard- ijkskunde, taal en zelfs cijferskunst, wenschten gaarne nader ingelicht te worden, daar het ons voor als nog onduidelijk is, hoe Christus 'Q aardrijks-, taal- en cijferkunst kan te pa gebracht worden. 24 November 1868. 8. BEROEPEN ENZ. Nederlandsche Hervormde Kerk. Beroepen: te Hierden: A. S. Joustra te Slijk-Ewijk; te Ouddorp: H. J. Den Boer te Oosterwolde te HedelJ. Kraijenbelt te Heem stede te AndelH. Yan Strien Cz. te Bennekom. Aangenomen: naar Blauwkapel: door den cand. C. P. N. Pikaarnaar Oude Schild op Texeldoor M. Wassenaar te Haulerwijk naar Niekerkdoor E. Klein te Hoornsterzwaag. Bedankt: naar Dedemsvaart: door J. E. \Y. Kleber te Anjum; naar Barnevelddoor J. B. Brouwer te Harderwijk; naar Nunspeet: door L. Schouten te Harderwijk; naar Hooge Zwaluwedoor J. T. E. U. Lauts te Oosterland. Christel. Afgesch. Geref. Kerk. Beroepen; te TJreterpE. Eising te Lioes- sens; te MarrumJ. H. Yan der Lichte, cand.; te HeerenveenM. Noortzij te St.-Anna-Pa- rochiete Schiedam \Y. H. Gispen te Kampen. Aangenomen: te Hyken door E. "YY estrik te Idskenhuizen. TOONEELNIEUYVS. 's-Hage. Donderdag den 2Gsten Novem ber: //La Eavorite de Donizetti". Aanvang te halfzeven. COEEESPONDENTIE. Het ons toegezon den opstel uit Leeuwarden kunnen wij niet plaatsen, zoolang de schrijver zich niet noemt. 0FF1CIEELE BERICHTEN. BUKGEMEESTEK en WETHOUDEES van LEYDEN, Gezien art. 264 der wet van den 29sten Junij 1851 StaatsbladN°. 85); Gelet op art. 7 der Yerordening van den 3den Eebruarij 1868 Gemeenteblad N°. 6 van 1868), regelende de invordering der plaatselijke directe belasting, aangehaald bij Koninklijk be sluit van den léden Maart 1868, N°. 42 Doen te weten, dat het suppletoir kohier voor de plaatselijke directe belasting over 1868 op heden voorloopig is vastgesteld en van den 18den November tot en met den lsten Decem ber aanstaande, ter Secretarie dezer gemeente (afdeeling financiën), van 12 tot 3 uur, voor een ieder ter lezing wordt nedergelegd. Leyden, 16 November 1868. GEMENGDE BERICHTEN. Yoor het huis van den kolon. te Brugge stond dezer dagen een jong soldaat op post. Toen de hoofdofficier hem voorbijging bewees hij de militaire eer niet volgens de instructie en de kolonel wees hem te recht. De arme jon gen, die pas van het veld in de kazerne was overgebracht, deed bevend wat hem bevolen werd, maar toen de kolonel zich verwijderde riep hij hem na: //kolonel! kolonel! zeg het als 't u blieft niet aan den korporaal, die zou het mij inpeperen De kolonel beloofde lachend, dat hij het vergrijp geheim zou houden. Men heeft er een nieuw middel op uit gevonden om spitsboeven op het spoor te ko men. Men zendt het portret des persoons, dien men wil achterhalen, eenvoudig met zijn signa lement naar de geïllustreerde bladen, die zijn beeld op deze wijze wereldkundig maken. Zoo publiceerde onlangs //l'lllustration" de beeltenis van den klerk der Kommandietkas, met zulk eene belangrijke som gelds reeds sedert gerui- men tijd voortvluchtig. Hoe gelukkig het is Mormoon te zijn, deelt een dagblad mede, waarin voor waarheid gemeld wordt, dat verleden week een der ouder lingen het voorrecht had ia een tijdsverloop van eenige dagen vader te worden van 9 jon gens en 5 meisjes. In de Londensche //Daily News" vindt men de volgende advertentie: //Een heer, die alle verschijnselen van spookachtigen aard wil on derzoeken, vraagt verlof, om een paar dagen in een huis te wonen, alwaar het spookt. Het moet in Londen gelegen of gemakkelijk met den spoortrein te bereiken zijn. Adres met de noodige gegevens, ten bewijze dat het inder daad spookt, aan L. Eosicrucian, 15, Picca dilly." STATEN-GENERAAL. Tweede Kamer. Zitting van heden. Aan de orde is de voortzetting der algemeene beschouwingen over de staatsbegrooting voor het dienstjaar 1869. De minister van financiën beantwoordde in eene breede rede de verschillende sprekers van gisteren. Welke de richting van dit kabinet was, daaraan kon z. i. geen twijfel meer bestaan na de behandeling der O.-I. begrooting, de in diening van een wetsontwerp tot afschaffing van het dagbladzegel en andere genomen maat regelen. Daarna wederlegde de minister nog verschillende punten uit de discussie van gis teren. Ten slotte behandelde de minister de bezwa ren, die tegen zijn finantieel beleid waren geop perd. Hij achtte de verwijten, dat hij nu niet verwezenlijkte wat hij als lid der Kamer zou hebben aangevoerd, niet billijk. Hij had altijd tegen de opdrijving van de staatsuitgaven ge waarschuwd; nu wilde men dat hij met een tooverslag den wagen, die in de sloot geraakt was, weder in het rechte spoor zou brengen. Dit ging zou geleidelijk niet. De minister zou den weg van bezuiniging bewandelen en niet aan het belastingstelsel tornen voor het onder zoek gereed zal zijn van de werking der maat regelen in de laatste jaren aangenomen, ter wijl ook eerst de weg moet vaststaan, die in zake het batig slot moet gevolgd worden. De heer Bichon hield vol dat de richting van het kabinet serieus noch consciensieus was, dat vooral in de onderwijs-quaestie aan den dag kwam. De minister van binnenl. zaken stelde het onverdiende van het verwijt met het oog op het onderwijs in het licht, en beantwoordde ook den heer Yan Kuijk, die de afschaffing van den accijns nadeelig voor de gemeenten achtte. De minister betoogde, dat door de afschaffing der accijnzen de gemeenten hunne uitgaven meer in overweging zouden nemen en meer beperken waar zij niet strikt noodig waren. De min. van buitenlandsche zaken heeft de gebeurtenissen die zijn optreden vergezelden opgehelderd en tevens op de mee3t stellige wijze verklaringen afgelegd in den geest, dat onze betrekkingen met alle buitenl. mogendhe den van den meest vriendschappelijken aard zijn en dat het steeds het streven der regeering zal zijn onze onzijdigheid te handhaven. Nadat nog do heer Koorders het regeerings- beleid in alle opzichten veroordeeld, de heer Yan Kuijk den heer Yan Kerkwijk beant woord, en de heer Eochussen den ongunsti- gen finantieelen toestand van het oogenblik in het breede uiteengezet had, hield de heer Insin- ger eene rede, waarin hij zulke hevige beschul digingen tot de regeering richtte, haar gemis van godsdienstzin verweet, en o. a. zeide dat //erkende godsloochenaars" aan het hoofd der openbare school staan, dat de voorzitter de Kamer in overweging gaf om hem het woord te ontnemen. Daarna behandelde spr. nog den finantieelen toestand, en nadat de heer Heij- denrijck nog geconstateerd had, dat hij van de liberalen geen hulp (wijziging der onder wijswet) verkreeg, deed de heer Insinger amende honorable, en werd Hoofdstuk I met algemeenq stemmen aangenomen^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1868 | | pagina 3