N°. 2670.
Vrijdag
A°. 186
23 October
13 1 N N E N L A N D.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden, per 3 maandenf J.00.
Franco per post3.85.
ifzonderlijke Nommers0.10.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Van 1-6 regels f 0.75iedere regel meerf 0.13*.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van
1-4 regels ƒ0.90iedere regel meer0.15.
LEIDEN, 22 October.
Inde Economist voor September en Octo-
er heeft de heer Ph. J. Bachiene een uittreksel
gegeven van het verhandelde op de internatio-
isle munt-conferentie in 1867, waarbij de schrij-
er tevens vermeldt, welke pogingen verder ge-
aan zijn, ook voor ons land, om de eenheid
munt in de verschillende staten te verkrij-
en. Uit de lezing van dit opstel kan men zien,
at, hoewel de wensch naar eenheid algemeen
de verwezenlijking hiervan nog vele moei-
jkheden heeft. Alleen de aanneming van den
ükelen gouden standaard werd als basis voor
11e verdere onderhandelingen, eenparig, op de
:eiD van Nederland na, aangenomen. Enkele
itateu hebben reeds getracht, om hun munt-
lielsel in harmonie met het Fransche te bren-
enzoo is in den senaat der Yereenigde Staten
oor den heer Sherman een voorstel ingediend,
i den enkelen gouden standaard aan te nemen
het 5-dollarsstuk volkomen gelijk aan een
5-frankenstuk te maken zoo vermeldt de schrij-
er ook, hoe in Zweden en Noorwegen het
foorstel is gedaan om ducaten van 10 franken
slaan (onlangs werd gemeld dat de regeering
«ds daartoe besloten was). Ook zijn in
^rankrijk de kamers van koophandel en de
ontvangers-generaal geraadpleegd over de vraag,
if hei tijdstip is aangebroken om de zilveren
•irankenstukken als wettige munt in te trekken,
d den enkelen gouden standaard in te voeren.
Tan 66 kamers van koophandel verklaarden
lich 45, en van 91 ontvangers 69, ten voor-
i van den enkelen gouden standaard.
Hetgeen onlangs uit Engeland medegedeeld
rerd kan hierbij gevoegd worden, dat namelijk
ie commissie, met het onderzoek daaromtrent
belast, heeft voorgesteld om een stuk van 25
(ranken te slaan, terwijl tevens eene bijeenroe-
tot eene nadere conferentie door haar wordt
anbevolen.
5 schrijver herinnert in dit opstel aan de
roorden, eenmaal door hem gesproken, tegen
ten weerzin, die in ons land bestaat om een
tieuw muntstelsel aan te nemen//wordt de
gouden standaard alom domineerend, dan zul
len wij ten slotte wel moeten meegaan
Een ander belangrijk artikel is dat van den
'eer K. F. R. Hubrecht te Rotterdam over
eindexamens der hoogere burgerschool. De
ehrijver levert eene critiek op de voorschriften,
n Mei van dit jaar, door den minister van
'innenlandsche zaken uitgevaardigd, om de in-
r.chting van die examens, de wijze van bevor-
dering en den omvang der kennis, in elk vak
vorderen, te bepalen.
In de eerste plaats ontwikkelt de heer Hu-
hecht bezwaren tegen den weg, door den minis-
ingeslagenhij keurt het af, dat, terwijl reeds
pogingen waren in het werk gesteld, om de noodige
Eenheid bij de examens te verkrijgen, thans van
fcooger hand voorschriften zijn gegeven, zonder
medewerking van hen die deze moeten naleven
maar buitendien oordeelt hij deze wijze van han
delen in strijd met den geest der wet, die zelfstan
dig werkende commissiën verlangt, door den com
missaris des Konings gekozende minister is dan
ook onmachtig om voor de stipte naleving zijner
voorschriften te zorgen. Voorts missen de leera
ren aan de hoogere burgerscholen (die uit den aard
der zaak een groot gedeelte van de leden die
examen-commissiën vormen) daardoor de gele
genheid om hunnen invloed op den ontwikke
lingsgang van het onderwijs te doen gelden.
De voorschriften zelve geven den schrijver
niet minder gelegenheid tot critiek: de bepaling
omtrent de vakken waarin schriftelijk, en waarin
slechts mondeling examen zal gehouden worden;
het voorschrift, waarbij de opgaven voor het
schriftelijk werk door de inspecteurs worden
uitgezocht, die onmogelijk voor alle vakken daar
toe de vereischte kennis kunnen bezittenook
de wijze, waarop bel schriftelijk werk moet ver
richt worden, acht de schr. een inbreuk op de
vrijheid der school. De schrijver eindigt zijn
betoog met de aandacht te vestigen op de rap
porten, die in September aan de commissarissen
des Konings moeten ingezonden zijn, en waarin
de opmerkingen of bedenkingen moesten worden
medegedeeld, betreffende e voorgeschreven e re-
Verder behelst dit n°.: een vervolg op de
twee opstellen door kapitein J. P. Koster ge
leverd, over de wijze waarop de kleedingstukken
voor het leger worden geleverd; met cijfers
toont de schr. de nadeeien aan van de thans
gevolgde methode. De redevoering van den mi
nister van financiën, bij de aanbieding van de
staatsbegrooting voor 1869 met de daarbij be-
hoorende tabellen. Nijverheids-kroniek, waarin
de katoen-industrie in Frankrijk wordt behan
deld. Een opstel over de aanhechting van Ame
land aan den vasten wal. Eene aankondiging
van het laatste geschrift van den heer L. Van
Woudrichem van Vliet, getiteld//koloniale stu
diën." Statistiek van den handel en scheepvaart
in 1867. Bankcijfers, beursbericht en economi
sche nalezingen, waaronder voorkomt een adres
van het bestuur der Twentsche vereeniging tot
bevordering van nijverheid en handel, houdende
verzoek om openbare aanbesteding der behoeften
voor de verschillende legerkorpsen, bijzonder
wat betreft de noodige katoenen en halflinnen
lijnwaden.
Sedert 1°. Januari jl. is, gelijk bekend is, de
gymnastiekschool alhier onder zelfstandig beheer
van den tegenwoordigen onderwijzer, den heer
Martin, genomen. Op verzoek van dien onder-
wijter heeft zich thans, naar wij met genoegen
vernemen, eene commissie gevormd, bestaande
uit de HH. Boogaard, Del Baere, Heynsius,
Hubrecht, Ter Laag en Boursse Wils, die zich
met het toezicht over die school wel heeft wil
len belasten.
Aan het Handelsblad wordt uit den Haag
het volgende geschreven
In eenige bladen lees ik, dat de Spaansche
minister hier ter stede zijn ontslag heeft gevraagd
en dit reeds verkregen dat hij eerstdaags deze
stad zal verlaten en dat de secretaris van het
gezantschap voorloopig met de leiding daarvan
belast zou worden.
Ik weet niet uit welke bron men dit bericht
geput heeft, maar zeer zeker heeft men zich
niet om inlichtingen gewend bij de Spaansche
legatie of bij het ministerie van buitenlandsche
zaken. Had men zich die moeite willen geven
om te trachten nauwkeurige inlichtingen in te
winnen, dan zou men hebben kunnen vernemen,
dat de heer Romae zijn ontslag als vertegen
woordiger van Spanje bij de Nederlandsche re
geering niet aan het voorloopig bewind te Ma
drid heeft gevraagd, dat hij dit ook tot op dit
oogenblik niet heeft verkregen, waardoor van
zelf vervalt de verdere mededeeling, dat de heer
Romae eerstdaags de residentie zou verlaten en
dat de heer d'Espaua met de leiding van het
gezantschap zou worden belast. Tot op het
oogenblik waarop ik u schrijf, is er in den toe
stand der Spaansche legatie hier ter stede niet
de minste verandering gebracht.
Gisteren trad te Rotterdam voor een
talrijk publiek als spreker op Dr. Blanc, die
geruimen tijd in gevangenschap leefde bij Theo-
dorus, koning van Abessinië.
Zonder zich over te geven aan oratorische
uitwijdingen, verklaarde hij op beknopte, maar
tevens hoogst bevattelijke wijze, welke de oor
zaak was waarom koning Theodorus, die aan
vankelijk de //blanken" goedgezind was, eens
klaps eene geheel tegenovergestelde houding aan
nam. Die oorzaak was, zoo meende de spreker,
geene andere dan vermeende miskenning, gewaand
gekwetst eergevoel van een man, die zich slechts
liet leiden door zijn hartstochten, bloeddorst
en driften.
Hij kon niet dulden, dat koningin Victoria eea
brief van hem onbeantwoord liet; hij wantrouwde
het dientengevolge dat Mr. Cameron inderdaad
consul van Engeland zou zijn en wist geen
beter middel dan hem en de blanken, die zich
in Abessinië bevonden, gevangen te nemen, over
tuigd dat, als Mr. Cameron inderdaad consul
was, men hem wel zou reclameeren. Maar, toen
men hem reclameerde, hadden zich wel andere
omstandigheden voorgedaan. Theodorus wilde
toen de kundigheden der blanken zich ten nutte
maken, om andere volken te bestrijden, terwijl
hij bovendien, overtuigd een fout te hebben
begaan, niet wist hoe er zich uit te redden. Zoo
provoceerde hij een oorlog met Engeland en
men weet met welk gevolg. Theodorus gaf zich
met eigen hand den dood en spaarde zijne ge
vangenen Gewis eene raadselachtige daad, welke
die man bedreef.
Met onverdeelde belangstelling hoorde het
pubhek de mededeelingen aan vau Dr. Blauc,
en Ds. Cohen Stuart was de tolk der talrijke
vergadering, toen hij Dr. Blanc hartelyken dank
betuigde voor zijne zoo belangwekkende voor
dracht.
Bij de stemming te Amsterdam ter
verkiezing van een lid van den gemeenteraad
zijn 1377 kiezers opgekomen. Er moet eene