van Aspermont, met bepaling dat hij weder
in zijne vorige betrekking van chef van dien
staf zal optreden.
Yerleend Een verlof naar Nederland, wegens
ziekte, voor den tijd van een jaar, aan den kapit.
der inf. A. D. Mac Gillavryeen tweejarig ver
lof naar Nederland, wegens ziekte, aan den
lsten luit. P. C. Yan der Slagt en aan den
2den luit. A. C. Steenhoven, beiden van het
wapen der inf.
Ontslagen Op verzoek, eervol uit Zr. Ms.
mi lit. dienst, de lste luit. der inf. H. M. A. C.
Boers, adj. van den komm. der eerste milit. afd.
op Java.
BUITENLAND.
Frankrijk. De //France" resumeert haar
overzicht van den staat van zaken in Europa
roet deze woorden: //Nergens beerscht rust of
stabiliteit, maar overal afwachting en ongerust
heid." Ten slotte toont het blad aan, dat voor
de gouvernementen niet in den oorlog het mid
del ligt om uit de bestaande moeilijkheden en
verwikkelingen te geraken.
De waterstand der Loire is weder aanmer
kelijk gerezen. In de valleien langs de Aveyron
en de Lot is alles overstroomd, waardoor de
landbouw aldaar in grooten nood is gebracht.
Engeland. Het rapport van de commissie,
die de mogelijkheid zou onderzoeken om een
internationaal muntstelsel tot stand te bren
gen, heeft haar rapport uitgebracht.
De commissie meent dat het voorstel, dat op
de Parijsche conferentie gedaan is, om de //Sove
reign" op eene waarde van 25 fr. te brengen,
wel bij de berekening van groote sommen ge
makkelijk zou zijn, maar dat er altoos nog eene
groote moeilijkheid zou blijven bestaan, daar
de prijzen van de meeste artikelen in klein geld
zijn uitgedrukt. Aan den eenen kant zou reductie
in de waarde van de Sovereign alle nadeelen
hebben van eene muntverandering, en aan den
anderen kant zou deze maatregel op zich zelf
niet van zoo groot nut zijn. Na rijpe overwe
gingen is de commissie tot het besluit ge
komen, dat het voor Engeland het wenschelijkst
zou zijn, om eenvoudig een gouden munt van
de waarde van 25 fr. aan te nemen, en de
Sovereigns te doen vervallen.
De commissie bleef echter overtuigd dat een
compleet universeel muntstelsel, ten minste
voor alle handelsnatiën, groote voordeelen zou
meebrengen, en dat het daarom wenschelijk
was, dat er weder eene internationale conferentie
samen kwam, om het werk van de Parijsche
conferentie voort te zetten.
Spanje. Het besluit van den Spaanschen mi
nister van openbare werken en van onderwijs,
in de //Gaceta" van 15 dezer afgekondigd, be
vat de volgende bepalingen. De wet van 2 Juni
jl. op het openbaar onderwijs wordt afgeschaft.
Het lager onderwijs is vrijieder Spanjaard
zal scholen voor lager onderwijs mogen oprich
ten en besturen, zonder daartoe eenigen titel
of voorafgaande vergunning te behoeven. De
onderwijzers zullen bij de uitoefening van hun
bedrijf die leerwijze volgen welke zij de beste
achten. Al de voorrechten, vroeger in zake van
onderwijs aan de godsdienstige vereenigingen
eo orden verleend, worden ingetrokken. De
scholen, die noodig zullen worden geacht om
bet lager onderwijs onder het volk te verbrei
den, zullen van het rijk subsidiën ontvangen.
He gemeente-onderwijzers zullen de bij de wet
te bepalen vereischten moeten bezitten en door
bet gemeentebestuur worden benoemd. De ge
meentebesturen bezoldigen die onderwijzers en
voorzien in de andere uitgaven der plaatselijke
schóól-inrichtingen. De onderwijzers-kweekscho
len,
opgeheven door de wet van 2 Juni jl.,
morden weder opgerichtde daarbij laatstelijk
rechtmatig aangestelde onderwijzers zullen hunne
taak weder opvatten, ten ware zij de geschikt
heid daarvoor verloren mochten hebben of trouw
aan de tegenwoordige regeering weigeren moch
ten. Aan de grondwetgevende Cortes zal door
het gouvernement eene wet op het onderwijs
worden voorgedragen.
De minister van oorlog heeft aan de ge
wezen korpsen van Novaliches dezelfde voordee
len toegestaan als aan de andere troepen ver
leend zijn.
Het gouvernement heeft een manifest uit
gevaardigd in den vorm eener diplomatieke cir
culaire. Daarin wordt aangegeven om welke
redenen het volk verplicht is het juk der Bour
bons af te schudden en de volkssouvereiniteit
uit te oefenen door eene volksstemming. Het
gouvernement zal dan de gezamenlijke vrijheden
decreteeren, die het rijk en onvervreemdbaar
erfgoed der beschaafde natiën reeds uitmaken,
of zullen uitmaken. Voorts worden hierbij wen-
schen te kennen gegeven tot bevordering der
vrijheid van eeredienst en de hoop uitgedrukt
op het verkrijgen van goede verhoudingen met en
moreele samenwerking van de vreemde mogend
heden. Het algemeen stemrecht wordt in de
circulaire ten slotte voorgesteld als zijnde thans
het onfeilbaar criterium, zonder hooger beroep,
tot wettiging der revolutie, wier doel is om
Spanje op een gelijk standpunt te brengen met
andere beschaafde volken, waarbij de gouverne
menten aan het herboren Spanje wel niet de
verlangde bewijzen van vriendschap zullen wei
geren
De toestand van Novaliches blijft bedenkelijk.
Er wordt eene amnestie en een besluit tot
vermindering van straften gereed gemaakt.
Denemarken. De partij der Anti-Scandina
visch gezinde boeren vrienden in het folkething
heeft op het adres van antwoord een amende
ment voorgesteld tot wijziging van de zinsnede
betrekkelijk de verloving van den kroonprins,
en een ander om bij de zinsnede, waarin de
wensch tot wedervereeniging met Noord-Slees-
wijk uitgesproken wordt, tevens iets te zeggen
van het hooge gewicht der vriendschappelijke
verhouding met Pruisen.
Het folkething heeft dat voorstel der bóe
ren-vrienden aangaande het ontwerp adres van
antwoord verworpen, waarna dit adres in zijn
oorspronkelijken vorm met 62 tegen 31 stemmen
is aangenomen.
ACADEMIEN1EUWS.
Leiden, 21 October. Bevorderd tot doctor
in de beide rechten de heer W. S. J. Water
schoot van der Gracht, geb. te Beverwijk, met
een academisch proefschrift, getiteldOver
den aard en het wezen der erfdienstbaarhe
den."
STATEN-GENERAAL.
Tweede Kamer.
Aan bet voorloopig verslag over de Indische
begrooting ontleenen wij nog het volgende
Omtrent eene wettelijke regeling der heeredien
sten is door den minister geene nadere toezeg
ging gedaan. De noodzakelijkheid daarvan heeft
hij evenwel blijkens zijne boven aangehaalde ver
klaring onmiddellijk na zijn optreden erkend.
Thans wordt echter in den toelichtenden staat op
de Ylde afdeeling van hoofdstuk II dezer begroo
ting als het ware eene aansporing aan het In
disch bestuur gegeven, om zonder schroom, op
den voet der bestaande verordeningen, van de
aan den lande verschuldigde persoonlijke dien
sten ter voorziening in het materieel voor de
openbare werken gebruik te maken. In eene af
deeling had men met genoegen gezien, dat de
minister deze meening is toegedaanmaar zeer
vele andere leden verklaarden, dat de uitdruk
king hen uitermate had bevreemd en onaange
naam had getroffen. Welke is de beteekenis
dezer uitlating, nu de schatkist eerst kort ge
leden met eene jaarlijksche uitgaaf van twee
millioen gulden is belast, om daarmede eene door
allen gewenschte beperking der gedwongen dien
sten te verkrijgen? Die opoffering zoude dan
noodel>>os geweest zijn, en de last der heere
diensten zoude met zijne volle zwaarte op de
Javaansche bevolking blijven drukken Heeft
de minister er niet over nagedacht, welk eeu
indruk zijne aansporing in Indië moest maken?
Reeds bij ordonnantie van 6 October 1867,
n°. 8 (Indisch Staatsblad n°. 93), is bepaald,
dat telkens wanneer niet uitdrukkelijk anders
mocht zijn bevolen, de bouw- of waterstaats
werken, tot daarstelling waarvan 's gouverne-
ments machtiging wordt verleend, moesten
worden uitgevoerd in ongedwongen arbeid en
leveringen. Eene latere ordonnantie (Indisch
Staatsblad 1866 n°. 137) stelt voor, dat voor
'8 lands bouwwerken alleen vrijwilligers mogen
worden gebezigd. (Yerslag van Nederlandsch Iudië
over 1865, bladz. 26, noot 2.) Het onderhoud
van wegen en bruggen is hieronder natuurlijk
niet begrepen, maar wel zijn het die werken,
waarop juist de aangevallen uitdrukking slaat.
PROVINCIALE STATEN.
Door de Staten van Zuid-Holland, die den
3den November a. s. hare herfstvergadering zul
len boudeD, zullen o. a. worden behandeld: 1*.
het rapport van de commissie, benoemd bij besluit
van 5 November 1867, tot onderzoek van een
nieuw ontwerp-besluit tot opheffing der am
bachten in Rijnland, gemeenschappelijk door de
Staten der provinciën Zuid- en Noord-Holland
vast te stellen. De commissie zegt in haar rap
port, dat zij kennis heeft genomen van dat ont
werp en de daartegen zoowel voor hare benoe
ming als daarna bij heeren gedeputeerden inge
komen bezwarendat die kennisneming haar
heeft doen inzien, dat ter richtige beoordeeling
van dit ontwerp noodig was een locaal onder
zoek in elk ambacht naar de aan bet ambacht
omslagplichtige gronden, naar de werkelijke on-
derhouds-kosten van de door het ambacht on
derhouden werken, en naar het al of niet be
staan van zulke plaatselijke behoeften, waarin
bij opheffing der ambachten niet wel anders
dan door eenig ander te scheppen plaatselijk
bestuur mocht kunnen worden voorzien, en dat
de vergadering licht beseften zal dat zulk veel
omvattend plaatselijk onderzoek eenigea tijd
vordert; ten einde de daartoe noodige tijd worde
verschaft, stelt de commissie o.a. aan de Staten voor
om door aanneming van een ontwerp-besluit de
termijn zooals die voor de opheffing der ambach
ten werd gesteld in het besluit van 8 November
1866 te verlengen tot L Januari 1871.
ADVER'i ENTIEN.
De Ondergeteekende heeft de
eer te berichten, dat de uiloefe
ning der Lcrfeltaut- eai Ma-
iiierbcfiaiigers-A.iFairc, welke onder de firma
van J. YAN DEN BERG wordt uitgeoefend,
j met ultimo dezer maand eindigt. De nog on-
i derhanden zijnde werken, alsmede de reeds aan-
vaarde orders, tot latere uitvoering, zullen met
de meeste zorg op den bepaalden tijd wordeu
j afgedaan.
O. VAN DEN BERG,
Nieuwe Rijn, N°. 38 en 39.
Leiden, 21 October 1868.
In een gezin met vyf nog jeug
dige kinderen wordt verlangd eene
ftIXI>2<:BKJUF% ItUUW,
P. G., om met de moeder de zorg over de kiu-
deren op zich te nemen, en haar tevens iu de
huishouding, zooveel noodig, behulpzaam te zijn
Adres met franco brieven, onder letl. C. aan
het Bureau van het Leidsch Dagblad.