O, die hij voornemens was gezamenlijk met Te
Winkel te ondernemen, is nu door hem alleen
met moed aangevangen; ik hoop hem daarbij
ter zijde te staan, voor zooveel noodig is om
de onmisbare eenheid van het geheel te waar
borgen. Gezamenlijk zullen wij onze beste krach
ten blijven inspannen om, getrouw aan onze
belofte, het Woordenboek zooveel te bespoedi
gen, //als de noodzakelijke zorg voor eene goede
bewerking veroorlooft". Meer kunnen, meer mo
gen wij niet beloven. Meer mag het ongeduld
onzer landgenooten niet van ons vergen. Men
dwinge ons niet gelijk velen schijnen to ver
langen een Woordenboek af, in haast hoe
dan ook neergeschreven, en waar ouze natie
geen baat bij vinden zoumen gunne ons den
tijd om een werk op te bouwen, getuigende
van betamelijkeu eerbied voor de schoone taal
onzer vaderen, en waarachtig berekend om aan
de behoeften der natie te voldoen. Op die
voorwaarde alleen hebben wij onze taak aan
vaard. Van die verplichting een haarbreed af
te wijken, gedoogt ons geweten niet.
Ook gedurende het bewerken van deze afle
vering hebben wij van vele kanten welwillende
hulpvaardigheid ondervonden. Aan allen, die onze
verzameling van bouwstoffen met hunne bijdra
gen verrijkten, herhalen wij onzen oprechten
dank. Inzonderheid brengen wij ditmaal dien
dank toe aan onzen hooggeachten vriend Dr.
A. De Jager, die zijne belangstelling in het
Woordenboek opnieuw feitelijk betoonde, door
ons uit den rijken scliat zijner aanteekeningen
met milde hand mede te deelen wat voor ons
oogmerk dienstig kon zijn. Aan dien heuschen
bijstand is deze aflevering niet weinig ver
plicht.
Prijs stellende op stipte nauwkeurigheid in
onze aanhalingen, mag ik niet verzuimen den
lezer te melden, dat, gelijk vroeger door Van
Lennep thans, helaas 1 mede aan onze let
terkunde ontvallen en door den heer Van
Beers geschied is, nu ook de heeren Beets, Bo-
gaers, Ter Haar, Ten Kate, Kneppelhout en
Schimmel ons het verlangen te kennen hebben
gegeven, dat wij de citaten uit hunne werken
in de door ons aangenomen spelling zouden
overbrengen. Te beginnen met deze aflevering
is daaraan gevolg gegeven. De toetreding van
zulke mannen tot de spelregeling van het Woor
denboek is eene streelende voldoening, die
tegen velerlei onbillijke beoordeeling ruim op
weegt."
Aan de memorie van toelichting over het
ontwerp tot //verhooging van hoofdstuk VIII
der staatsbegrooting voor het dienstjaar 1868"
ontleenen wij het volgende
Door een nog onbekend toeval is op den 7den
September jl. in een der stallen te Amersfoort,
bij het regiment rijdende artillerie in gebruik,
korten tijd nadat het avondvoeder aan de paar
den was uitgereikt en de staldienst behoorlijk
verzekerd was, brand ontstaan, die zoo snel en
z<5o hevig toenam, dat slechts weinige paarden
en tuigen gered konden worden, en binnen een
zeer kort tijdsbestek niet alleen de stal geheel
is afgebrand, maar ook eene aanzienlijke hoe
veelheid zadels en tuigen, benevens 7 officiers-
en 118 troepen-paarden zijn verbrand, en 4
officiers- en 5 troepen-paarden door bekomen
zware brandwonden voor de dienst ongeschikt
zijn geworden.
Deze noodlottige gebeurtenis vereischt eene
dadelijke voorziening. De stal dient zoo spoe
dig mogelijk te worden opgebouwd, de ontbre
kende paarden aangeschaft, en de verbrande
zadels en tuigen door nieuwe vervangen te
worden.
Uit de gelden, bij de wet van den 27sten
Juni 1868 (Staatsblad n°. 86) voor het VUIste
hoofdstuk der staatsbegrooting voor het dienst
jaar 1868 toegestaan, kunnen die uitgaven niet
worden bestreden. Eene aanvulling of verhoo
ging van eenige artikelen van de zoo even ge
noemde begrooting wordt alzoo noodig geacht,
en daartoe strekt de indiening van het wets
ontwerp.
Uit den hierbij overgelegden toelichtenden
staat zal blijken hetgeen vernieuwd, aangeschaft
of hersteld moet worden, benevens de daarvoor
benoodigde gelden 127,603).
Van den stal is bijna niets overgebleven dan
een puinhoop; de muren, voor zooverre zij
staande zijn gebleven, zijn op vele plaatsen en
in alle richtingen gescheurdde afkomende
steenen kunnen niet gebruikt worden, uithoofde
de muren met oude steenen waren gebouwd
alleen de fundamenten, en waarschijnlijk ook
de plinten, zullen blijven.
Volgens eene globale berekening zullen de
kosten voor den opbouw van een nieuwen stal
op de oud fundamenten de som van f 70,000
bedragen, en met deze som wenscht de minister
dan ook punt a van artikel 30 der Xllde af-
deeling te zien verhoogd.
Gisterenmiddag is op de burgerlijke begraaf
plaats bij Rotterdam het monument op het graf
van Dr. F. Rauwenhoff, in leven predikant bij
de Ned. Herv. gemeente aldaar, ingewijd.
De president van het comité ter oprichting
van dit monument Ds. C. P. Tiele, Ds. P. G.
Te Winkel, de heer R. Mees en Ds. K. Rood-
huyzen te Zalt-Bommel voerden bij deze plech
tigheid achtereenvolgens het woord, en her
dachten in hartelijke taal de verdiensten van
den overledene.
Door Prof. Rauwenhoff alhier werd het ge-
denkteeken namens de familie aanvaard.
Het monument, naar het ontwerp van den
heer J. F. Metzelaar, door de heeren W. Van
Traa Zoon vervaardigd, bestaat in eene tombe
van Udellfanger steen, ter hoogte van 3 Ned.
ellen, op een escozijnsteenen voetstuk, aan de
voorzijde 1.60 en aan de zijkanten 1.15 el breed.
In het midden der nis aan de voorzijde prijkt
eene wit marmeren plaat, waarop men in ver
gulde letters leest//Aan de nagedachtenis van
Frans Rauwenhoff, predikant bij de Nederdnit-
sche Hervormde gemeente, geboren te Amster
dam 12 Februari 1835 en overleden te Rot
terdam 22 December 1867. Zijne dankbare
vrienden." Boven dit opschrift prijkt zijne beeld-
tenis op wit marmer (bas relief). Daar boven
in het randstuk staat 2 Kor. Illvs. 6, ter
wijl men aan de onderzijde op een paneel leest
//Zalig de dienstknecht, dien zijn Heer, wan
neer Hij komt, vindt aldus doende. Matth.
XXIV vs. 46." Op de achterzijde staat ver
meld: Matth. XIII vs. 24; daaronder: //In
trede te Rotterdam 28 Juni 1863." Voorts aan
den rechter-zijkant//Intrede te Zaltbommel,
7 October I860," en aan de linkerzijde: //In
trede te Santpoort 13 December 1857." Op de
beide zijkanten ',zijn bronzen inmortellen kransen
aangebracht.
De groote kerkeraad der Evangelisch Lu-
thersche gemeente te 's-Gravenhage heeft
gisterenavond tot predikant verkozen Ds. Mi
ch eisen te Middelburg.
Gisteren had te 's-Hage een allertreu
rigst voorval plaats, dat allerwege een hoogst
pijnlijken indruk maakt. De gehuwde timmer
man A. H., vader van twee kinderen, was sedert
eenige dagen door huiselijken twist in oneenig-
heid geraakt met zijn meester, den kistenma
ker D., die hem uit zijn dienst ontsloeg. Hij
wendde echter spoedig herhaalde pogingen aan,
om weder aan het werk te komen. Met dat
doel had hij zich ook gisterenmiddag andermaal
naar den winkel in de Derde Wagenstraat be
geven, doch zijn aanzoek bleef ook nu vruchte
loos, waarop de ongelukkige, blijkbaar op weige
ring voorbereid, in den gang van de woning
zijns voormaligen meesters, een pistool met twee
loopen, dat vooraf geladen was, voor den mond
zette, waarop het schot volgde. De heer D. die,
hoe snel ook toegeschoten, dit eerste schot niet
kon beletten, greep nu den arm van H. Deze,
met de kracht van den doodstrijd, rukte zich
weder los en deed den tweeden loop in het aan
gezicht ontbranden, waardoor hij een einde aan
zijn zevenentwintigjarig leven maakte. Het lijk
werd spoedig daarop naar het burgerlijk gast
huis overgebracht.
Maandag-namiddag vernam de koster der
R.-K. kerk te Groesen, dat een onbekend
persoon in de kerk aandachtig zat te bidden.
Weinig vertrouwen in de betoonde aandacht stel
lende en aan do offerbussen denkende, besloot
hij even te gaan zien en ontdekte weldra iemand,
die bezig was met een lijmhoutje centen uit de
bus te krijgen. Hij verliet stil de kerk, liep
naar de pastorie, kreeg er den sleutel en sloot
den dief op, die, weinig op zijn gemak, door
den gemeente-veldwachter, aan wien de koster
zijn vangst had medegedeeld, werd gearresteerd,
Voor den burgemeester gebracht, bekende hij
zijne misdaad en verklaarde verder, dat hij de-
morgens met behulp van zijn kameraad, die hec
te Groesen in den steek had gelaten, nog eene
kerk tusschen Arnhem en Nijmegen had aange
daan. Het is te hopen, dat ook zijn medeplich
tige spoedig in handen der justitie moge ge
raken.
Het bestuur van //Arti eb Amicitiae" te
Amsterdam deelt mede, dat het bericht, om
trent een door de leden ingediend adres, voor
barig is geweest.
Z. M. heeft verleend aan de heeren A. M
Bal wé en James Smith, respectievelijk oud-con
sul en oud-vice-consul van Mecklenburg Sclm
rin te Amsterdam en Rotterdam, en P. Romijn
oud-Nederlandsch vice-consul te Stockton, ver
gunning, aan beide eerstgenoemden tot het aam
nemen en dragen der versierselen van het goudet
kruis van verdiensten der huisorde van de Wen
dische kroon, en aan laatstgemelde tot b;
aannemen en dragen der gouden medaille vsl
verdiensten, hun door Z. H. den groot-hei
tog van Mecklenburg Schwerin geschonkenas:
C. Endell, op zijn verzoek, eervol ontslag ej
Nederlandsch consul te Stettin, onder dankb;
tuiging voor zijne langdurige en trouwe dienste;
en O. Kisker, tot dusverre vice-consul, benoem
tot consul te Scettiu aan den gepens. kapit. de:
inf. J. Swemer, komm. van het mil. invaliedec
huis te Leiden, bij gunstige uitzondering o;
het bepaalde bij koninklijk besluit van den 1ste:
Januari 1841, en zonder eenige gevolgtrekkiü;
voor anderen, den rang van maj., en ingevok
de bepalingen der wetten van den 28sten A:.
gustus 1851, den kolonel P. P. Van Gorkum
plaatsel. komm. 2de kl. te Breda, op pensioe:
gesteld, en het bedrag van dat pensioen bepaïl
op f 1800 'sjaars.
Z. M. heeft bij den plaatselijken staf benoemd
tot luit.-kol. en plaatsel. komm. 2de kl. te Breda
den majoor W. J. H. Oosterdiep, van het7di
reg. inf.
De Thermometer van Fahrenheit teekendea m
hier Vrijdag des namiddags te 5 uren 52°, Wind i te
Z. W., des avonds te 8 uren 46°, te 10 ure: ?a
42°. Zaterdag 's morgens te 5 uren 42°, t wi
8 uren 48°, 's namiddags te 12 uren 56°, t kl
4 uren 50°.
BUITENLAND.
Oostenrijk. De //Presse" bevat een telegram
waarin gemeld wordt dat Ali-pacha uit be
Turksche ministerie treedt, ten gevolge was i
van te Konstantinopel eene ministerieels cris
heerscht.
Daar men ook rustverstoringen te Eob
te
ducht, zijn troepen derwaarts gezonden.
Frankrijk, 16 October. De keizer en de te
zerin zullen morgen te Parijs terugkomen.
De France" spreekt tegen, dat de beï k
Baudin, Fransch gezant te 's-Gravenhage,
vervangen worden. Zij zegt dat de moeilijk^