allen die hier de toonkunst beoefenen en lief
hebben.
De Staats-Courant bevat het verslag van den
staat der rijks-instelling voor onderwijs in In
dische taal-, land- en volkenkunde alhier, over
het studiejaar 18671868, ingediend door den
raad van bestuur van gemelde instelling. "Wij
ontleenen daaraan het volgende
Voor de lessen hebben zich bij de instelling
laten inschrijven 22 jongelieden, waarvan 8
voor alle, 14 voor slechts enkele, te weten:
voor de staatsinstellingen van Nederlandsch
Indië 10, het Maleisch 9, de land- en volken
kunde S, het Javaansch 7, de geschiedenis van
Nederlandsch Indië 5 en de godsdienstige wet
ten enz. 4. Van die 22 ingeschrevenen waren
6 meesters en 4 candidaten in de rechten, 1
proponent, 2 discipels van de landbouwkundige
school te Groningen, en hadden 7 het eind
examen der hoogere burgerschool of het exa
men A afgelegd, terwijl 2 de hoogere burger
school nog bezochten. Voorts was er van die
22 een vijftal, dat reeds in het vorige jaar den
cursus had bijgewoond.
De lessen zijn gegeven volgens het programma,
dat bij missive van den minister van binnen-
landsche zaken van 18 Juni 1867 was goedge
keurd, en wel de geschiedenis van Nederlandsch
Indië gedurende 2 uren, de land- en volken
kunde 4, de staatsinstellingen 5, en de gods
dienstige wetten 2 uren per week, en voorts het
Javaansch en Maleisch elk 4 uren aan ieder
studiejaar afzonderlijk, en daarenboven nog 2
uren per week Javaansche wetten. Zij hebben
op éene uitzondering na het geheele jaar door
zonder stoornis plaats gehad. Die uitzondering
betreft de lessen over de staatsinstellingen, die
de heer Scbeltema ten gevolge van ziekte niet
geregeld heeft kunnen geven, en die hij op het
einde van den cursus zelfs heeft moeten over
laten aan den heer Veth, die daarin toen, voor
zoo veel zijne overige werkzaamheden dat toe
lieten, voorzien heeft.
Diezelfde ziekte van den heer Scheltema heeft
ook ten gevolge gehad, dat de colleges over
de rechtspleging der inlanders, omtrent welker
belang de raad van bestuur met den minister
was overeengekomen, dit jaar nog niet hebben
kunnen gegeven worden.
Het examen in Juni jl. afgenomen is door 8
kweekelingen en 1 oud-kweekeling der instel
ling met gunstigen uitslag afgelegd; door 1
met ongunstigen. Van die 9 hadden 2 het Ja
vaansch en Maleisch beiden, 1 alleen het Ja
vaansch, en 6 alleen het Maleisch, en voorts
6 de godsdienstige wetten en 1 het boekhouden
als verplichte vakken gekozen. Onverplichte
vakken had geen hunner opgegeven.
Wat de hulpmiddelen voor het onderwijs be
treft, de raad gaat geregeld voort met de boek
werken, handschriften, kaarten enz. aan te koo-
pen, die hij voor het onderwijs geschikt acht,
voor zoover de gelden, door den minister
jaarlijks daarvoor aangewezen, het toelaten.
Vooral met Javaansche en Maleische handschrif
ten is de bibliotheek in dit jaar aanmerkelijk
verrijkt.
Eergisteren-avond had te 's-Hage in de
zaal Erascati de aangekondigde voordracht plaats
van Dr. J. C. Zaalberg Pzn. De zaal die 5- a 600
zitplaatsen bevat, was geheel gevuld met per
sonen van allerlei rang en stand, doch grooten-
deels uit de burgerij, met dames, en wijders ook
uit de arbeidende klasse. In eene welsprekende,
krachtige, even gevoelvolle als mannelijke im
provisatie, die circa anderhalf unr de onverdeelde
aandacht boeide, deelde Dr. Zaalberg zijne ervarin
gen gedurende de laatste jaren mede, en tevens
zijne voornemens voor de toekomst, nadat hij
in zijne eer hersteld was. Het was geene eigen
lijke redevoering, veel minder eene prediking,
die hij hield; het was een eerste woord des
nieuwen levens, eene toespraak aan zijne vrien
den en geestverwanten, eene nadere verklaring
van het lijden en strijden, te midden van zoo
veel misverstand, wanbegrip, liefdeloosheid en
persoonlijke consideratiën, met al de slingeringen
van het gemoedsleven en al de roerselen van
die betamelijke eerzucht, die plichtsbetrachting
tegenover gemakzucht, beginselvastheid tegen
meegaandheid en de moed der overtuiging tegen
lafhartige dubbelzinnigheid durft stellen. Hij
deelde voorts mede, dat hij het besluit had op
gevat om terstond na de beslissing der Synode
zijn officieel kerkambt neder te leggen om eene
vrije hulpgemeente te vormen, die haren eere-
dienst, in den eersten tijd althans, in de zaal
Diligentia zou houden. Deze zaal was hem echter
geweigerd, en vandaar zijn nu ook onomstoo-
telijk besluit tot handhaving van zijn kerkelijk
ambt. Die weigering geeft hetn zelfs een vrijer
standpunt. Hij overschatte noch het gewicht
dezer richting, noch de moeilijkheid van den
kamp dien zij in den tegenwoordigen toestand
der Herv. kerk te doorworstelen had. Integen
deel: de toekomst der moderne richting was niet
zeer hoopvol. Maar éene zaak stond bij hem vast
en éene aansporing aan zijne talrijke geestverwan
ten en vrienden was daarvan het onvermijdelijk ge
volg, en die bestond hierin gezamenlijke en on
voorwaardelijke betrachting van kalmte tegen
over alle gebeurtenissenbedaardheid zoowel
ten aanzien van hem als tegenover agitatie van
anderenrustigheid ook ten aanzien der tegen
partij in alles waardigheid en ernst. Moest de
strijd noodig worden, welnu, met Luther zou
hij zeggen: Dier sta ik; ik kan niet anders!
Met een kort woord van vriendschap en opwek
king eindigde de spr. zijne toespraak, onder de
daverende toejuichingen van de geheele verga
dering.
Dat de afgeloopen zomer voor Scheve-
ningen en zijn badhuis bij uitnemendheid
voordeelig is geweest, kan daaruit blijken, dat
de opbrengst van het badhuis meer dan ƒ150,000
moet bedragen; dat het batig slot van de ex
ploitatie op in de 20,000 mag worden begroot;
dat ruim 20,000 plaatsen voor de table d'höte
zijn afgegevendat het cijfer der baden 43,000
beloopt.
Gisteren-middag omstreeks te drie uren had
op het leesmuseum te Amsterdam een tref
fend voorval plaats. De heer Mr. Martinus des
Amorie van der Hoeven, hoogleeraar in de rech
ten aan het athenaeum illustre aldaar, die reeds
een geruimen tijd lijdende was, werd, terwijl
hij op de bovenzaal zat te lezen, door eene bloed
spuwing overvallen, waaraan hij onmiddellijk
bezweek. De overledene had den ouderdom van
45 jaren bereikt.
De arrondissements-rechtbank teHeeren-
veen heeft Dr. R. H. aldaar, veroordeeld tot
27 boeten, ieder van ƒ2, wegens het weigeren
der gevorderde verklaring, aan welke ziekte pa
tiënten, door hem behandeld, zijn gestorven.
Z. M. heeft bij het personeel van den genees
kundigen dienst der landmacht benoemd, tot offic.
van gez. der 2de kl. (naar ouderdom van rang)
de offic. van gez. van de 3de kl. J. Binnendijk,
H. P. Schroder, J. H. Bystra en G. G. Rovers,
allen van gemeld personeel; en bij het wapen
der art. tot kol. en komm. van het 1ste reg.
vest.-art. den luit.-kol. F. A. T. Delprat, thans
met het bevel over dat korps belast.
De Thermometer van Fahrenheit teekende al
hier Dinsdag des namiddags te 5 uren 54°, des
avonds te 8 uren 50°, te 10 uren 48°.
Woensdag 's morgens te 5 uren 48°, te 8 uren
48°, 's namiddags te 12 uren 57°, Wind: N.
W., te 4 uren 56°.
BUITENLAND.
Duitsohland. Binnenkort zal een boek ver
schijnen, dat, naar men verwacht, een nieuw
licht zal werpen over het ontstaan en den va^
van het Mexicaansche keizerrijk. Het is het
dagboek van prins Salm, die, gelijk men
weet, den keizer tot in zijne laatste oogenblikken
bijstond.
Maximiliaan had in zijn testament prins
Salm alle zijne papieren, die zich te Miramar
bevonden, geschonken, met het verzoek dat prins
Salm hieruit eene geschiedenis van het keizer
rijk zou te boek stellen. Maximiliaan wist echter
toen niet, dat de keizerin reeds vele van die
papieren naar Europa had medegenomen, en ze
den paus had gegeven. Prins Salm nu, die nog
langen tijd in Mexico gevangen is gehouden,
vernam eerst later iets omtrent het bestaan
van dit testament, en wendde zich toen tot de
Oostenrijksche regeering, met de vraag, of het
werkelijk die bepaling bevattede regeering
antwoordde, dat dit wel het geval was, doch
dat de keizer, Frans Jozef, niet gewild had, dat
de bepalingen werden gepubliceerd. Prins Salm
ziet zich alzoo voorloopig in de onmogelijkheid
om aan den wensch van Maximiliaan te vol
doen de Oostenrijksche regeering zal hem, blij
kens dat antwoord, niet in zijne opsporingen
naar de nog overgebleven papieren behulpzaam
zijn, en de paus zal wel niet genegen zijn om
de belangrijke documenten, die de keizerin hem
toevertrouwde, uit te leveren. De prins geeft
echter de hoop niet op, om eenmaal zijn doel
te bereiken. Yoorloopig moet hij zich tevreden
stellen met het uitgeven van zijn eigen dag
boek.
Oostenrijk. Zondag-namiddag heeft er een
groote- volksoploop te Smicow, in Bohemen, plaats
gehad, welke slechts door tusschenkomst der mili
tairen is kunnen uiteengejaagd worden, nadat
verscheidene personen gewond waren. Des avonds
was de rust hersteld. Eergisteren heeft de mili
taire gouverneur, generaal Köller, eene procla
matie uitgevaardigd, waarin de bevolking wordt
vermaand om rust en orde te bewaren. Daarin
wordt gezegd, dat de gouverneur het als zijn
taak beschouwde om de wettelijke orde te her
stellen en dat hij overtredingen daarvan des
noods met de gewapende macht zal te keer gaan;
terwijl hij de hoop uitspreekt, dat na herstel
en de rust in de gemoederen, men den weg der
oproerigheden zal verlaten en eene redelijke schik
king tusschen de partijen op den constitution-
neelen weg zoeken en ook vinden zal.
Nadat de Tyrolsche landdag het ontwerp
schoolwet der regeering had verworpen, heeft
de stadhouder een bevel des keizers voorgelezen
om den landdag terstond te sluiten en te ver
klaren, dat de regeering zich voorbehoudt maat
regelen te nemen om de grondwet van staat
ook in Tyrol van toepassing te maken.
13 October. Yolgens het//Tagesblatt" zou
Yon Beust bezig zijn eene circulaire gereed te
maken aan de diplomatieke vertegenwoordigers
van Oostenrijk in het buitenland over de laatste
gebeurtenissen in Bohemen en de door de re
geering genomen maatregelen.
De //Abendpost" meldt, dat, ten gevolge van de
stappen gedaan door den vertegenwoordiger van
Oostenrijk te Bucharest naar aanleiding van de
ongeregeldheden ten opzichte der Joden in Ga-
latz, met het doel om de veiligheid der Oosten
rijksche onderdanen te waarborgen, de Rume-
nische minister van binnenlandsche zaken zich
persoonlijk naar de plaats zelve begeven heeft,
den prefect van politie en het hoofd der bur
gerwacht te Galatz uit hun ambt ontslagen beeft
en dat voorts een in overleg met Oostenrijk
sche gedelegeerden te bepalen schadevergoeding
en de bestraffing der schuldigen beloofd is.
Frankrijk. Men leest in //le Temps": //Een
incident van buitengewoon gewicht heeft bijna
het monster-banket te Saint-Calais bij gelegen
heid der landbouw-tentoonstelling verstoord.
Dit incident is evenwel belet, want gelukkig
heeft men voor den aanvang van het feest eene
rampzalige vergissing hersteld.""Zoo spreekt
het prefectoraal blad //la Sarthe". Wat was er