-ito 8. 9 Oclober Vrijdag PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden, per 3 maanden f 3.00. Franco per post3.85. Afzonderlijke Nommers0.10. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven PRIJS DER ADVERTENTIEN Van 1-6 regels 0.75; iedere regel meer. f 0.12'. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van 1-4 regels 0.90; iedere regel meer. 0.15. ONZE GEMEENTE-BEGROOTING. VII. Op het hoofdstuk Onderwijs volgt het Arm wezen. Hier hebben wij de sommen bestemd foor hen, die zelf niet in hunne behoeften kunnen voorzien, waaronder versclieidenen wel ,3 waar door ouderdom, door lichaams- of audere gebreken, of ook wel omdat zij op jeugdigen leeftijd zonder verzorgers achterbleven, dit uiet kunnen, maar waaronder toch ook velen eeue ondersteuning noodig hebben, omdat zij niets geleerd hebben, omdat zij ongeschikt zijn een zul ken arbeid te verrichten, die slechts eenige bekwaamheid vereiscbt. Eu in bet vorige hoofdstuk daarentegen uitgaven, bestemd om algemeen kennis eu verlichting te verspreiden, urn ook hen, die arm zijn, in staat te stellen, goed, degelijk onderwijs te genieten en alzoo geschikt te worden, om eenmaal door een of ander bedrijf of beroep in hun onderhoud te voorzien. In het eene hoofdstuk belangrijke wmmen, om armoede te voorkomen, in het an dere slechts om armoede te lenigen. En «are dit nog alleen de strekking van beide forten van uitgaven! Doch het is algemeen be kend dat leniging door georganiseerde armen verzorging dikwijls bevordering van armoede wordt: dat velen er aan gewend worden om van giften te leven, en dat bij gebreke van eenig gevoel, waardoor het eigen verdiende stuk brood hooger gesteld wordt dan alles, wat hij van anderen moet bedelen luiheid gevoed, en lang zamerhand gansche geslachten gevonden worden, die van vader op zoon, steeds ondersteuning noodig hebben, omdat het hun ontbreekt aan eenige energie, aan eenige opleiding, om door eigen arbeid voor zich zeiven te zorgen. Het is daarom, dat men tot het besef is ge komen, dat hoezeer er wel altijd ongelukkigen zullen bestaan, die de hulp van anderen noodig hebben, er niets schadelijker is, dan eene ge organiseerde bedeeling. Organisatie en syste- aatiaeering is in vele dingen een eerste ver- eischtebij armenzorg werken zij allernadeeligst wordt deze een deel der staatszorg, dan moet nj volgens vaste regels geschiedendaardoor ontstaat het denkbeeld bij velen, als hebben zij een recht op bedeelingwaar de staatszorg zich met den onderstand van armen belast, daar verdwijnt ook juist datgene, waarop alle onder steuning van armen noodwendig moet steunen: het Christelijke beginsel van liefdadigheid. De wetgeving bij ons heeft dan ook deze zorg zoo- reel mogelijk aan de kerk en aan particulieren opgedragenstaat en gemeente behooren alleen daar te helpen, waar deze in gebreke blijven. Hierdoor worden de burgerlijke gemeenten ran verschillende uitgaven, die zij vroeger daar voor deden, ontheven. Zoo kwamen ook op de Leidsche begrooting in vroegere jaren nog veel meer posten voor armenzorg voor dan thans. En toch zijn het nog belangrijke cijfers, die op onze begrooting voor armwezen uitgetrokken zijn. De toestand onzer gemeente brengt daar veel toe bijzoo komen er verscheidene posten op de begrooting voor, die nog niet voor ver mindering vatbaar zijn. Het zijn diegene, welke door de armenwet speciaal aan de gemeente zijn opgelegd, omdat hier geen twijfel kan bestaan aan de noodzakelijkheid van ondersteuning verzorging van zieken en krank zinnigen; en verder de kosten der bedelaars in de gestichten, ook door de wet aan de gemeente opgelegd. Maar er zijn ook andere posten, die niet langer geduld mogen worden: het zijn de belangrijke sommen voor subsidiën aan gods huizen, voor 1869 op 47.756 begroot. Jaarlijks worden die subsidiën door den raad toegekend het geld der burgers wordt daarvoor gegeven maar het is niet de raad, lie deze gelden be heert, want het zijn bijzondere commissiën, die aan het hoofd dezer godshuizen staan. Hoe dit geld wordt besteed, kan de raad uit de over gelegde begrootingen wel zien, maar ook ver der gaat zijne macht niethoe het beheer is, of werkelijk de noodwendige spaarzaamheid in achtgenome-D wordt, wie in die gestichten op genomen behooren te wordeu daarover heeft de raad geen stem. Een dergelijke uitgave is dan, naar ons inzien, ook nog schadelijker, dan wanneer de gemeente zelve direct die sommen aan armenzorg besteedde, en ook bepaalt de wet terecht, dat niet, dan wanneer de vol strekte noodzakelijkheid gebleken is, door de gemeente, en dan alleen bij een met redenen omkleed besluit, subsidiën aan instellingen van weldadigheid mogen gegeven worden. In het vorige jaar is in onzen gemeenteraad besloten, om eene commissie te benoemen, die zich met de besturen van die instellingen, welke subsidie genoten, in betrekking zou stellen met het oog op eene vermindering dezer subsidiën. Het dagelijksch bestuur had voorgesteld om deze jaarlijks 5 pCt. in te korten zoodat na 20 jaren alle subsidiën waren vervallen. Enkele leden hadden toen eenige bezwaren, en daarom werd er eene commissie benoemd. Nu is het verslag dier commissie, die voor een jaar be noemd werd, nog niet bekend. Maar daarom twijfelen wij er toch niet aan, of de raad zal dit jaar, met of zonder verslag, deze subsidiën niet voor het volle bedrag, dat voor I860 nog 2500 hooger is dan bet vorige jaar, toeken nen bij de discussie, die verleden jaar hierover plaats had, was een ieder het over de noodza kelijkheid eener vermindering eens. Na den post over de subsidiën is de belang rijkste: die voor plaatsing en verplegingskosten in de koloniën der Maatschappij van Weldadig heid en in bedelaarsgestichten a 13,750. Het is bekend, dat velen de bepaling der wet, waarbij die plaatsing, die bij vonnis wordt opgelegd, ten laste komt der gemeenten afkeuren de verdedi ging is, dat zij, die naar de koloniën gestuurd worden omdat zij bedelden, hierdoor het bewijs hebben gegeven, dat zij onderstand noodig had den, en dat de gemeente alzoo toch verplicht zou zijn om dieu onderstand, zij het dan ook op eene andere wijze, te geven. Het is hier de plaats niet, om de fout in deze redeneering aan te toonenwij willen alleen wijzen op de be paling, dat wanneer de gemeentebesturen dit verlangen, de bedelaars in de gemeente zelve kunnen verzorgd worden, en wij vragen alleen of ter besparing van kosten, hier wel eens aan gedacht is. De gemeentebesturen hebben dan direct toezicht; en buitendien schijnt het ver blijf in de bedelaars-koloniën voor velen nog iets aantrekkelijks te hebben. Wij zagen toch nog niet lang geleden, hoe door de gemeente Groningen aan de verschillende gemeentebe sturen verzocht is om de in Groningen arm lastige bedelaars daarheen te zenden, omdat de ondervinding had geleerd, dat velen door schijn bare bedelarij zich den weg naar de Ommerachans trachten te banen, en het genoemde gemeente bestuur zich vleide, dat, zoodra de ervaring van zulke personen zal hebben geleerd, dat zij hun doel op die wijze niet bereiken, zij dat doel zullen opgeven, en daardoor de groote post op de gemeentebegrooting voor verpleegden in de koloniën aanzienlijk zal verminderen. Het geheele hoofdstuk bedraagt ƒ100,906, zijnde een vierde van de geheele begrooting! De drie laatste hoofdstukken behelzen de renten en pensioenen, verschillende kleinere eu eindelijk de onvoorziene uitgaven. De meeste posten zijn uitgaven, opgelegd door wettelijke bepalingen. Ook de toelage aan den schouwburg komt hieronder voor a ƒ1500, een post dien wij gaarne behouden zien, mits de directie zorge, dat er, zooveel mogelijk, goede en degelijke Hol- landsche stukken gegeven worden. Yoor de uitkeering aan het Rijk van het aandeel in de kwade posten wegens directe be lastingen, is slechts 300 uitgetrokken: dit ver wondert ons; wij weten wel niet zeker voor welk jaar die kwade posten hierin het volgende jaar moeten aangezuiverd worden, maar waar schijnlijk is dit voor alle gemeenten hetzelfde; en is dit zoo, dan zullen het volgende jaar hier, evenals in Haarlem, de kwade posten van 1866 aan het rijk vergoed worden daar in dat jaar voor het eerst de 4/5 der peraoneele

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1868 | | pagina 1