Naar men verneemt, zijn, bij beschikking van den minister van oorlog, de chefs der korpsen gemachtigd om aan de miliciens-verlofgangers der lichting van 1865, die daartoe aanzoek mochten doen, de toestemming tot het aangaan van een huwelijk te verleenen. Uit Ravenstein wordt melding gemaakt van een besluit van den gemeenteraad gelijk er voor zeker nog weinige genomen zijn. Door den ge meenteraad is besloten tot het voor eigen reke ning aanleggen van een bijzonderen telegraaf met aansluiting aan den rijks-telegraaf. Na be komen authorisatie, welke naar men van goeder hand verneemt, reeds onderhands is toegezegd, zal de exploitatie van den dienst voor den tijd van 15 jaren aan particulieren worden overgelaten. Voor eenige dagen verschenen alhier de drie eerste afleveringen vanNederlands Geschiedenis en Volksleven in schetsen door Mr. J. Van Lennep, Prof. W. Moll en J. Ter Gouw, met staalgravuren naar de schilderijen der historische galerij van Arti et Amicitiae, door W. Steelink, J. H. Rennefeld, C. L. Van Kesteren en A. Sluyter Dz. "Wij herinneren ons niet, zoo schrijft de Arnh. Courant, in de laatste jaren met grooter be langstelling de verschijning van een werk hier te lande begroet te hebben, dan deze uitgave. Ieder, die niet ten eenenraale vreemd is op het gebied der kunst, die op de hoogte is van hetgeen de nieuwe Nelerlandsche schilderschool voortreffelijk heeft geleverd, weet dat de histo rische galerij der Maatschappij //Arti et Ami citiae te Amsterdam, kunstschatten bevat, waarop ons vaderland roem mag dragen, waarvan de vreemdeling in het buitenland reeds meermalen met lof heeft gewaagd. De beste kunstenaars van onzen tijd hebben, geheel kosteloos, een werk tot stand gebracht dat hun aanspraak geeft op onze dankbaarheid dat algemeen verdiend gekend te worden, omdat de onderwerpen, die de schilders ter behande ling kozen, aan onze geschiedenis ontleend en uit het volksleven gegrepen zijn. Aan den wensch, zoo vaak vruchteloos uit gesproken, dat die voortreffelijke schetsen door de graveernaald vermenigvuldigd mochten wor den, is eindelijk voldaan. Een viertal graveurs, mannen van naam, geheel voor zulk eene moei lijke taak berekend, hebben haar aanvaard. Met groote ingenomenheid zal ons volk onge twijfeld deze onderneming ontvangen. Er zijn enorme onkosten aan verbonden, en de prijs van het werk is van dien aard, dat iedereen het zich kan aanschaffen. De bijzondere belangstelling in onze historie, de hooge waardeering voor de kunst maakt deze onderneming bij ons mogelijk. Wij hebben hier het werk van onze beste graveurs van den nieuweren tijd, die de Neder- landsche graveerschool eer aandoen, wier arbeid met dien van beroemde artisten in het buiten land vergeleken mag worden. Eens stonden Nederlanders in de eerste rij van de uitstekendste beoefenaars dezer kunst. De etsen van Rembrandt, heeft men terecht gezegd, hebben op het gebied der kunst een indruk gemaakt, die geene eeuwen zullen ver mogen uit te wisschen. Met hem te noemen kunnen wij van alle overigen zwijgen. Ook daarna, en nog in de vorige eeuw bloeide onze school. Jan Luyken, Romeyn de Hooge, Jacob Roubraken, handhaafden elk op hunne manier, den roem der vaderen. Sedert het begin dezer eeuw scheen deze kunst bij ons te zijn ingesluimerd. Misschien gaf zij geen teeken van leven, omdat gebrek aan be langstelling in deze kunst weinig tot aanmoe diging strekte. Dat zij niet overleden was heb ben Kaiser, Sluyter en zoovele anderen getoond. En wij hebben hier het bewijs voor ons in de drie pas verschenen afleveringen van //Neder lands geschiedenis". De drie keurige schilderijen uit de galerij //het Valkhof te Nymegen," //Het bezoek van Karei den Groote in de St.-Maar- tenschool te Utrecht" en //De jaarmarkt te Utrecht in het begin der 12de eeuw," zijn met de meeste juistheid, en geheel in het karakter der origineelen weergegeven. Het zijn niet enkel navolgingen van schilderstukken maar kunstpro ducten op zich zelf. De waarde van het werk wordt niet weinig verhoogd door de bijschriften, of laat ons lie ver zeggendoor de historische schetsen en ta- fereelen van zulke bevoegde handen, waarin de wetenschap aan de kunst de hand reikt. Hier door wordt inderdaad deze uitgave een historisch werk, een nationaal monument, zooals wij er nog geen bezitten. De gevierde letterkundige, die voor dit werk zooveel ingenomenheid heeft getoond en veel tot de verwezenlijking van het plan heeft bijgedragen, Mr. J. Van Lennep, heeft voor de 4de afleve ring de //Melis Stoke" beschreven. Uit warme sympathie voor deze onderneming hebben wij er op willen wijzen, in de hoop dat alle voorstanders van wetenschap en kunst er hunne aandacht aan zullen schenken. Zo wordt met kracht voortgezet en de 5de en 6de afleve ring, bevattende //De eerste Evangelieprediking" en //De Toltoren te Utrecht" met schetsen van Prof. Moll en Ter Gouw, moeten reeds gereed liggen. Misschien is het ten slotte niet ondienstig op te merken, dat, volgens de gedrukte aanbe veling van het bestuur der maatschappij Arti et Amic.," aan deze uitgave niet onbelangrijke voordeelen verbonden zijn voor het weduwen- en weezenfonds der maatschappij. De Koning heeft gisteren-middag te half zes ten gehoore ontvangen de commissie van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, belast met de aanbieding van het adres in antwoord op de troonrede. De Thermometer van Fahrenheit teekende al hier Vrijdag des namiddags te 5 uren 58°,Wind, Z. W., des avonds te 8 uren 54°, te 10 uren 52°. Zaterdag 's morgens te 5 uren 52°, te 8 uren 57°, 's namiddags te 12 uren 64°, te 4 uren 64°. BUITENLAND. Oostenrijk. Het bericht aangaande de aftre ding van den minister-president, vorst Carl Auersperg, bevestigt zich. Reeds sedert Juni had hij, om redenen van gezondheid, eene aan vraag om ontslag ingediend, die hij thans slechts vernieuwd heeft. Hiertoe bestaan geen motieven van politieken aard. Het voortbestaan van het ministerie in al zijne overige leden schijnt ver- zekerd, te zijn. Frankrijk. Volgens l'Etendard," zou de heer De la Guéronnière gisterenavond naar Brussel vertrekken. Italië. Het verspreide gerucht van een op roer op Sicilië heeft zich niet bevestigd. Zijn er werkelijk onlusten voorgevallen, aldus wordt door vrienden van Italië gezegd, dan zijn het slechts plaatselijke ongeregeldheden geweest, welke geene andere strekking hadden dan her stelling van de aldaar gehate dynastie der Bour bons. Hongarije. De landdag van Croatië heeft het ontwerp van een vergelijk met Hongarije, met 69 tegen 4 stemmen, in zijn geheel aange nomen. De stad Agram is des avonds feestelijk verlicht geworden. Denemarken. In den nacht tusschen 24 eu 25 September is op de westkust van Jutland gestrand het Russische fregat Alexander Newski, aan boord waarvan 's keizers zoon Alexis zich bevond. Men hoopte de opvarenden te kunnen redden. De keizerin is gisterenavond van Ofen naar Galicië vertrokken. RECHTSZAKEN. In de correctioneele zitting der Rechtbank te Leiden van Vrijdag 25 September 1868, zijn veroordeeld M. De G. te Voorhout, wegens verwonding, tot eene cell. gev. van 4 m., eene geldb. van 8 of subs. gev. van ld. O. Z. te Bodegraven, wegens mishandeling, tot eene geldb. van f 3 of sub3. ld. J. J. G. te Hillegom, wegern beleediging van bed. beambten, tot eene geldb. van 15 of subs. gev. van 3 d. S. B. te Oegstgeest wegens laster, tot eene gev. van 8 d. J. V. te Leiden, wegens hoon, tot eene geldb. van ƒ12 of subs. gev. van 3d. 6 Ir M. te Leiden, wegens mishandeling, tot eene cell. gev. van 1 m., eene geldb. van ƒ8 of subs, gev. van 1 d. ACADEM1EN1EUWS. Utrecht, 25 September. Bevorderd tot doctor in de geneeskunde de heer Willem De Koning Munting, officier van gezondheid 3de klasse voor de Oost-Indiën, geb. te Putten, met een aca demisch proefschrift getiteldOver de histi- ogenese van den kanker." STATEN-GENERAAL. Tweede Kamer. Zitting van heden. Bij de overlegging van de staatsbegrooting voor 1869 deelt de minister van fin. het volgende mede. De min. stelt zich voor in zijne rede zoo weinig cijfers mogelijk te noemen en verwijst de leden naar verschillende bijlagen, o. a. tabelleü met opgaven van de ontvangsten en uitgaven over 18521867 in Moederland en Koloniën. Het overschot van den dienst 1867 is 4 4,367,254.60°. De opbrengst van de middelen in dit jaar bleef tot nu toe beueden die in 1867 toe te schrijven aan geringe opbrengst van het successierecht en van enkele accijnzen. Men mag in de laatste maanden van dit jaar, evenals vroe ger, eenige betere uitkomsten verwachten. Er zijn nog geene schatkistbiljetten uitgege ven, en eene nadere voordracht is onnoodig. In de laatste jaren hield de vermeerdering van uitgaven geen gelijken tred met de ver meerdering der ontvangsten. De grootste stap werd op dien weg gedaan in 1866 door de aanzienlijke uitbreiding der kosten van verdediging. Bijna acht millioen vermeerderde deze van 18661867. Voorts wer den de subsidiën aan de W.-I. koloniën en de Kust van Guinea sinds 1862 belangrijk ver hoogd. In 1867 zijn onze financiën alzoo veel meer afhankelijk van de O.-I. baten, dan voor 10 jaar. Wel zijn de uitgaven voor de spoorwegen er bij gekomen, maar de meerdere uitgaven over treffen de voordeelen die de amortisatie en de vermeerdering der gewone inkomsten ople verden, welke laatste sinds 1856 gemiddeld ƒ750,000 'sjaars bedroeg. De regeering wil trachten dc uitgaven zoo veel mogelijk te verminderen, opdat de fout van de laatste jaren hersteld worde en aaö de inkomsten den tijd kan gelaten worden den gang van de vermeerdering van uitgaven voorbij te streven. De uitgaven voor het krijswezen kunnen ecb ter niet op eenmaal belangrijk verminderd wor den er worden voor verscheidene buitengewone uitgaven gevorderd dit alles belemmert de regeering in hare plannen: toch zijn de uitga ven voor 1869 op ƒ2,288,804.95 lager geraamd dan voor 1868. Voor de staatsspoorwegen is 2 millioen minder noodig dan voor 1868, doch dit is geene besparing. De middelen zijngewone inkomsten 73,333,275; bijdrageu uit de kol geldmiddelen ƒ15,618,358, schadevergoeding van Japan 50,000, overschot staatsrekening van 1S6- (voor amortisatie bestemd, doch niet uitgegeven^ 4,360.000, bijdrage uit het vermoed, batig kol slot 1867 3,475,000. Te zamen 96,836,633.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1868 | | pagina 2