N°. 2641. Zaterdag A». 1868. 19 September. BINNENLAND. LEIDSCH PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden, per 3 maandenf 3.00. Franco per post3.85. Afzonderlijke Nommers0.10. ONZE GEMEENTE-BEGROOTING. III. In de tweede afdeeling van Hoofdst. I komen de verschillende onkosten van het dagelljksch be stuur voor. Zij zijn voor 1869 begroot op 10,250 tegen ƒ10,715 in het vorige jaar. In dat jaar was echter eene buitengewone uitgave voor het verven van het stadhuis enz. a 790 in dit Hoofd stuk opgenomen, zoodat voor gewone uitgaven jnog ongeveer f 300 meer gevraagd wordt dan in het vorige. Reeds de eerste postlicht en brandstoften, is 125 hooger dan het vorige jaar, en thans ƒ900. Is dit werkelijk licht en brandstoffen? Men zou denken alleen het laatste, want licht kan de stad zich zelve door hare fabriek ver schaffen. De memorie van toelichting laat dit in het duisterin den Haag wordt uitgegeven 800 aan brandstoffen en 200 aan licht. Zijn het dus alleen brandstoffen, dan betaalt Leiden meer daarvoor dan de residentiestad. Wij laten hier eene vergelijking volgen van eenige der posten dezer afdeeling met die, op de Haarlemsche begrooting voor 1869 uitgetrokken: Leiden. Haarlem. Licht en brandstoffen 900 f 400. Schrijf- en bureaubehoeften 400 tl 250. Druk- en bindwerk 2000 2000. Briefporten, vrachtloonen en andere kleine uitgaven 4-50 u 250. Onderhoud gebouw, voor den Raad, Burg. en weth. enz. 1200 u 350. Onderhoudaankoop meu belen O O u 200. Burgerlijke stand 900 li 575. Kadaster 150 II 100. Bevolkingsregisters (mate rieel) 150 n 100. Kiezerslijsten 350 u 150. Zegels van registers 400 100. ƒ7400 4475. Ons dunkt, nog al een belangrijk verschil tus- schen de uitgaven, noodig voor eene gemeente van 38,605, en eene van 30,755 zielen! Belangrijker echter dan Hoofdstuk I is Hoofd stuk II: Kosten voor werken en in richtingen tot openbaren dienst be stemd. Kan men bij het 1ste Hoofdstuk niet genoeg op spaarzaamheid aandringen, en is alles wat daarop uitgewonnen wordt, winst, dit is niet het geval met de kosten in dit Hoofdstuk ver meld: te groote besparingen in het eene jaar brengen meerdere uitgaven voor het volgende jaar mede: is dit jaar eene straat niet bestraat, die eigenlijk vernieuwing noodig heeft, dan zul len die kosten op de begrooting van het volgende jaar komen. Het bespreken van de cijfers in dit Hoofd- Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagenuitgegeven. stuk eischt dus voorzichtigheid. Zien wij dat voor 1S69 10,207 meer is voorgedragen dan voor 1868 is toegestaan, dan beteekent dat cijfer op zich zelf niets. Ook eene vergelijking met be grootingen van andere gemeenten kan hier vaak tot valsche conclusiën leiden. Maar ook blijkt uit het eindcijfer van dit Hoofdstuk nog niet wat werkelijk voor publieke werken wordt uitgegeven. Dit ligt aan de in richting der begrooting. Een voorname post toch, die in dit Hoofd stuk zou behooren, komt in het volgende Hoofd stuk voor: wij bedoelen de kosten van fabri cage. De eerste post van het Hoofdstuk is aanleg en onderhoud van straten en pleinen, maar eene belangrijke uitgave bij dit onderhoud, de daggelden der werklieden, is hier niet onder begrepen. En die post voor daggelden der werklieden is tocb een van de meest gewichtige van dit Hoofdstuk. Gewichtig om zijn bedrag, gewich tig om zijn aard. Zeer veel werk wordt hier door de stad in eigen beheer gedaan. In ver gelijking met andere gemeenten zijn de daggel den, door Leiden aan zijne werklieden betaald, ontzaglijk hoog. Niet minder dan 46 werklieden zijn in dienst van de stad: en die werklieden genieten te zamen 15,802. Is eene dergelijke wijze van be heer deze vraag komt bij dit hoofdstuk te pas met de regelen eener goede huishouding over een te brengen? Wij gelooven zeer zeker dat het antwoord hierop ontkennend moet zijn: dat alles wat de stad in eigen beheer doet, duurder verricht wordt dan wat wordt aanbesteed. Voordat men aangetoond heeft, dat de gemeente Leiden in een exceptioneelen toestand verkeert, en dat de regelen die overal elders gelden, dat namelijk pu blieke lichamen duurder werken dan bijzondere personen, hier niet gelden voor dien tijd geloo ven wij niet, dat dit systeem van eigen beheer kan verdedigd worden. Alles wat er tegen dit systeem is te zeggen, is het vorige jaar bij de behandeling der begrooting op zoo juiste wijze uiteenge zet, dat wij allen naar die discussicn verwijzen. Éen feit werd tegenover al die argumenten gestelddat bij zekere aanbesteding der be strating van een eind weg, de kosten daarvan grooter geweest waren, dan men beraamd had dat zij in eigen beheer zouden geweest zijn. De vraag werd gedaan of die berekening juist was geweest; maar al ware zij juist geweest, kan men dan uit éen feit de onjuistheid van een sys teem aantoonen En gesteld dat het systeem van eigen beheer daarmede ware gerechtvaardigd, dan geldt dit alleen voor de bestrating. Dit vergaten burgemeester en wethouderser kon AGBLAD. PRIJS DER ADVERTENTIEN. Van 1-6 regels 0.75; iedere regel meer/"O.ISl4. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van 1-4 regels 0.90; iedere regel meer0.15. door dit feit niet aangetooud worden, dat er zooveel werklieden noodig waren, als in dienst der stad zijn; niet eenmaal dat er zooveel straat makers noodig waren, maar alleen dat be strating in eigen beheer moet geschieden. Voor een deel geschiedt dit, naar wij meenen, ook in de meeste andere gemeenten. Zoo geeft den Haag aan vaste straatmakers uit eene som van ƒ4000 en het andere wordt aanbesteed. Maar in Leiden bedragen de loonen der straatma kers ƒ8532. In Haarlem vormen arbeidsloon en gereedschappen, voor het onderhoud der straten, éen post, die ƒ7550 bedraagt. Al gaven wij dan ook toe, dat de stad voor een deel der bestrating de dagelijksche her stellingen eigen werkvolk noodig heeft, dan kunnen wij het groote aantal straatmakers, hier in dienst, niet billijken en dan blijven nog de andere werklieden, ten bedrage van 20, over, die te zamen aan daggelden ontvangen 7270. Toen verleden jaar op vervanging van het eigen beheer door aanbesteding werd aangedron gen, werd in de beantwoording van het sectie- verslag gewezen op de talrijke aanbestedingen, die jaarlijks plaats hadden. En met recht; het jaarlijksch onderhoud van vele zaken wordt hier aanbesteedhet schoonhouden der plantsoenen, het reinigen en onderhouden van de waterloo- zingen enz., de jaarlijksche herstelling der ge metselde wallen, het onderhoud van een groot deel van de gebouwen dat alles wordt aan besteed. Maar met veel recht kon een lid van den Raad, na deze opgaven, verklaren //Nu be grijp ik nog minder, waartoe al die werklieden dienen." "Wie een timmerman in zijn huis heeft, heeft altijd iets te herstellen: zoo gaat het ook in het groot. Waar men dagelijks over 46 werklieden beschikken kan, daar wordt zeker veel verricht, wat niet noodzakelijk is. Reeds in het vorige jaar is de post voor werklie den door den Raad met ƒ1000 verminderd: burge meester en wethouders stellen dit jaar eene ver mindering van 502 voor. Wij hopen dat de gemeenteraad op den goeden ingeslagen weg moge voortgaan LEIDEN, 18 September. Aan de N. R. C. is het volgende ingezonden De belangstellenden in de vervulling der vacature, door bet overlijden van Prof. J. Yan der Hoeven, bij de Leidsche academie ontstaan, zien met eenige spanning de naaste toekomst tegen. Im mers, men fluistert dat er sprake zou zijn, door de benoeming van een buitenlander, den Utrecht- schen hoogleeraar op zijde te stellen en den leerlingen van Van der Hoeven een //brevet d'incapacité" qit te reiken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1868 | | pagina 1