Men schrijft aan de Arnh. Courant uit de
Kaapstad dd. 2 Aug.
Er is weinig verandering in den staat van
zaken gekomen dagelijks worden Nederlandsche
onderdanen door de Fantijnen gevangen geno
men en velen onthoofd. Het vredes-tractaat is
geheel mislukt en na den regentijd zal de oorlog
weder met volle kracht losbreken. Niemand be
grijpt zich de lauwheid van het bestuur, dat niets
doet om uit dien toestand te geraken. Het laat
de negers geheel aan hun lot over.
Naar ik verneem, zullen de inlandsche hoof
den een verzoek aan den koning zenden om hulp,
waarop zij, naar zij zeggen, volgens de bestaande
overeenkomsten aanspraak hebben; zij hebben
dat zoo geheim behandeld dat er niets van is
uitgelekt men zegt dat de gouverneur een
afschrift heeft ontvangen, doch niet conform
aan het origineel.
Naar ik hoor, heeft de gouverneur eene be
langrijke som gelds aan de Elmina's verstrekt,
sommigen zeggen ƒ4000. Dit heeft een goeden
indruk gemaakt. Het verbod om kruit en an
dere oorlogsbehoeften te verkoopen is ingetrok
ken, zoodat te Cape Coast en elders zeer veel
omgaat.
Ik zie, en velen met mij, de zaken duister in
want zonder een krachtigen greep van het Ne-
derlandsch gouvernement, zullen de zaken nooit
tot een goed einde worden gebracht.
Ik schrijf u dezen aan boord van de //Linda
Flor", waarmede ik naar Lagos vertrek.
De volgende brief, geschreven aan boord van
een schip der Duitsche expeditie in den golf
van Suez, geeft eenige nadere berichten over
de zonsverduistering van den lSden Augustus:
Tot mijn spijt ben ik nog niet in staat, om
u reeds nu een nauwkeurig bericht over den
uitslag der zoneclips-expeditie te zenden, daar
ik bijna gedurende de gansche reis door de Eoode
Zee, ten gevolge van hooge zeeën, in een toe
stand tusschen zeeziekte en n iet-zeeziekte ge
weest ben, hetgeen, gevoegd bij den afmattenden
invloed, dien het tropische klimaat op mij uit
oefent, mij verhinderd heeft om een breedvoe
rig ordelijk rapport op te stellen. Yóor de ver
duistering was het weder zeer wisselvallig, en
wij vreesden reeds dat de gansche reis vergeefs
was geweest. Gelukkig is het in het allerlaatste
oogenblik nog wat gebeterd, en zoo kan dan de
waarneming der zonsverduistering, van de zijde
der Noord-Duitsche en der Oostenrijksche expe
ditie in Aden, gunstig geslaagd genoemd wor
den. "Wel was de zon slechts in eene kleine
opening tusschen de wolken zichtbaar, doch in
de 3 minuten der verduistering werden nog
5 photographieën gemaakt; een zesde mis
lukte door dat er wolken voor de zon kwamen.
Tusschen deze photographieon en de gelijktijdig
door directe astronomische waarneming verkre
gen resultaten, is eene zeer groote overeenstem
ming, wat betreft den stand en de grootte van
die merkwaardige gestalten die zich als vlammen
vertoonen, en onder den naam van Protuberan-
tia bekend zijnbij eene totale zonsverduistering
omzoomen zij als 't ware den rand der maan,
en steken hier en daar als vlammen uit.
Buitendien werd de maan omgeven door een
lichte witte aureool, die met het bloote oog ge
makkelijk zichtbaar was, de zoogenaamde Co
rona, waarvan enkele stralen zich ver naar bui
ten uitstrekten, evenals men bij andere totale
zonsverduisteringen gezien heeft. Het is te ho
pen, dat latere discussiën over deze waarnemin
gen en ook de vergelijking er van met de resul
taten op andere plaatsen verkregen, er toe mogen
bijdragen, om licht over deze nog zoo raadsel
achtige verschijnselen te verbreiden.
Woensdag had te Arnhe m dejaarlijksche
algemeene vergadering plaats van de leden der
maatschappij//tot Nut van den Javaan."
Het getal der opgekomenen bedroeg 33.
De vergadering werd door den voorzitter van
het hoofdbestuur, den heer Dr. W. Bosch, ge
opend met eene korte toespraak, waarin hij den
leden herinnerde, dat het koloniale vraagstuk de
//question bruiante" van den dag was, en dit
zou blijven, zoolang de beginselen van recht
vaardigheid door Nederland niet ten volle op
Java werden in toepassing gebracht. Ten slotte
drukte spreker de hoop uit, dat de bedoelingen
der maatschappij, ondanks den tegenstand, dien
zij ondervond, eindelijk zouden triomfeeren over
den eigenbaat van hare bestrijders.
Het getal der afdeelingen was gedurende het
afgeloopen jaar met onderscheidene vermeerderd,
en dat der leden van ruim 700 tot 4: 1500
gestegen.
Achtereenvolgens werden de verschillende pun
ten, in den beschrijvingsbrief vermeld, in dis
cussie gebracht. Ten aanzien van de wijze, waarop
de maatschappij het welzijn van Java's inboor
lingen zou kunnen bevorderen, werd door den
hoogleeraar Yeth opgemerkt, dat zij zich niet
alleen moest ten taak stellen, hare bedoelingen
ter meerdere kennis van het Nederlandsche volk
te brengen, maar dat zij ook handelende op Java
moest optreden. Spreker stelde voor, eene com
missie te benoemen, die de algemeene vergade
ring in het volgende jaar zou voorlichten over
de uitvoerbaarheid van de oprichting, vanwege
de maatschappij, eener kweekschool van inland
sche onderwijzers op Java. Ofschoon enkele le
den van oordeel waren, dat de Javaan eerst in
het volle genot van zijn arbeid behoorde ge
steld te worden, alvorens hij de voorrechten
van degelijk onderwijs naar waarde zal schatten,
werd het voorstel aangenomen, en tot leden der
bedoelde commissie, behalve de voorsteller, wer
den benoemd de HH.J. C. Yan Lier, Th. Schill,
Dr. Bleeker, te 's-Hage en Dr. S. A. Naber,
te Zwolle.
Een voorstel door den heer Yan Lier, namens
het afwezige lid S. W. T. Eoorda van Eysinga
gedaan, ter viering in het aanstaande jaar van
het herinneringsfeest der stichting van Batavia
voor 250 jaren, werd noch door het hoofdbestuur,
noch door andere leden ondersteund.
Daarna werd eene langdurige discussie gevoerd
over een voorstel van het hoofdbestuur, strek
kende tot de uitgave van een blad, dat twee
malen 's maands zou verschijnen en de onder
werpen bevatten, in den beschrijvingsbrief me
degedeeld. Naar het oordeel van enkele leden,
zou het verspreiden van geschriften als die, welke
de maatschappij tot heden had uitgegeven, de
voorkeur verdienen boven de uitgave van een
beknopt periodiek blad. Nadat het hoofdbestuur
had verklaard, dat de uitgave der bedoelde ge
schriften te gelijker tijd zou worden voortgezet,
indien de geldmiddelen het toelieten, werd het
voorstel aangenomen.
De aftredende leden van het hoofdbestuur,
Ds. J. P. De Keyser en Dr. Selleger, werden
herkozen. In plaats van den heer D. A. Thieme,
die niet weder in aanmerking wenschte te ko
men, en den heer J. C. Yethake, die zijn ont
slag had genomen, werden benoemd de heeren
Faber Boissevain, te Arnhem, en E. C. Enklaar,
te Zwolle.
De rekening en verantwoording over het jaar
XS6768 werd, na onderzoek, goedgekeurd en
de begrooting over het loopende jaar aangenomen.
Te 5 uren des namiddags vereenigden zich
een 20tal leden, onder welke de oud-minister
van koloniën Fransen van de Putte, aan een
gemeenschappelijken maaltijd in het hotel Bel-
levue. {Arnh. Cour.)
Dat de dag van jl. Maandag niet geluk
kig was voor de paarden van ons leger, blijkt
uit het volgende voorval, dat geschiedde op den
zelfden dag als de brand te Amersfoort plaats
had
De te 's-Bosch in garnizoen liggende bezetting
huzaren, veld-artillerie en infanterie, was laatst
leden Maandag uitgetrokken om op de Crom-
voirtsche heide groote manoeuvres te maken;
bij het doen van een charge raakte een pelo
ton huzaren in een met hoog gras begroeide
greppel, waardoor een paard struikelde en de
andere er over heen vielen. Een huzaar raakte
onder een gevallen paard, en na daar eenigen
tijd gelegen te hebben werd hij er ernstig ge
kwetst onder uit gehaald; een paard had een
voorbeen gebroken en is onmiddellijk afgemaakt;
een tweede is mede zoo zwaar gewond, dat het
waarschijnlijk niet meer als cavaleriepaard
dienst zal kunnen doen.
Eergisterennacht omstreeks óen uur heeft te
\Y aalwijk een hevige brand gewoed, die oot
staan moet zijn bij C. Wagenmakers, tegenover
de kerk van Besoyen. Ten gevolge daarvan zijn
vijf huizen en dertien woningen afgebrand, zijnde
de voornaamste daarvan bewoond door Eub-
bens-Kievits, leerhandelaar; Wassen, magazijn
van klokken en horloges, enz. Bij het afzen
den van dit bericht was men het vuur nog niet
geheel meester. Gepasseerde jaar heeft op dezelfde
hoogte ook een hevige brand gewoed.
Dinsdag is in het huis van arrest en jus
titie te Assen gevankelijk binnengebracht de
heer De Y., boekhouder bij de Maatschappij van
Weldadigheid te Frederiksoord, beschuldigd van
handelingen zeer ten nadeele van gemelde maat
schappij.
Hit Mep pel meldt men: De in de vorige
week op N° 7473 gevallen prijs van ƒ20,000
der staats-loterij heeft tot een zonderling in
cident aanleiding gegeven. De heer W. Somer
te Assen, collecteurgaf bij ontvangst vau
het telegram dienaangaande onmiddellijk ken
nis aan den debitant J. Yan der Horst to Hooge-
veendie nog in 't bezit van vier twintigsten
was; doch daar ook reeds bij den debitant te
dezer stede, die een vijfde lot had gedebiteerd,
een telegram vau gelukwensching uit 's-Gra-
venhage was ontvangen en enkelen hiervan
kennis droegen, bracht de toevallige inzage
van 't opschrift der kennisgeving aan Yan der
Horst, laatstbedoelden op den inval, dat ook
deze tot de gelukkigen behoorde. In allerijl
begaf zich een tweetal hunner per extra-rijtuig
naar Hoogeveendoch daar de debitant, die
tevens als marskramer in petten handelt, zich
te Demensvaart bevond, reed men verder en
zag zich bij de uitgestrektheid dier plaats
en 't invallen van den avond, in de onmoge
lijkheid, hem op te sporen. Goede raad was
duur. Men trok een derden persoon aldaar in
't geheim; deze zou alle moeite doen om hem
te ontdekken en alsdan zou de winst onderling
worden gedeeld. Deze persoon slaagde naar
wensch; de vier twintigsten werden door hem
of zijne handlangers aangekocht en slechts
twintig minuten later werd den debitant het
nagezonden bericht van den heer Somer over
handigd; waarop hij tot zijn schrik ontwaarde,
op welk eene ontzettende wijze men hem had
beet gehad.
Toch verneemt men thans, dat de eerste be
werkers dezer daad alle onkosten en pogingen
om in 't bezit van den gedeeltelijken prijs,
3400, te geraken, te vergeefs hebben aange
wend, daar de deelgenoot te Dedemsvaart ner
gens van wil weten en zich houdt alsof er
niets gebeurd is.
Hit Groningen wordt de dood geschre
ven van iemand, die de Nestor van het school
wezen aldaar genoemd werd. De heer B. Brugsma,
die van 1815 tot 1861 aan het hoofd stond van
de kweekschool voor onderwijzers te Groningen,
opgericht door de maatschappij //Tot Nut van
't Algemeen," is Dinsdag aldaar in bijna 71jari-
gen leeftijd gestorven. In 1861 werd hij als di
recteur der Eijks-kweekschool te Groningen
benoemd. Ook was hij schoolopziener van het
5de district der provincie. Algemeen geacht en
als een hoogst bekwaam inensch door allen ge-
eerd, wijdde hij zijn leven bijna geheel aan op
voeding en onderwijs; verscheidene schoolboe
ken en werken tot opleiding van onderwijzers
zijn van zijne hand verschenen.