derman, opende haar met eene belangrijke rede. waarin hij wees op de punten van overeenkomst en verschil tusschen het federatief vertegen woordigende stelsel der maatschappij en de oude Nederlandsche federatieve republiek. Hij deed daarbij vooral uitkomen, dat het federatieve stelsel in de republiek verkeerd werkte wegens den geest van particularisme. Bij de maatschappij echter had van den aanvang af het universa- tisme gewerkt, daar men niet het belang van deze of gene afdeeling, maar de eenheid door samenwerking der deelen had beoogd en nage jaagd. Particularisme toch zou zelfmoord der maatschappij zijn, die de eenheid der natie zoo wel in het onderwijs als in andere opzichten tot leuze had. ISfa deze rede, die levendig werd toegejuicht, bracht de algemeene secretaris, de heer Mr. P. M. G. Van Hees, het algemeen verslag uit. Uit dat zeer belangrijk stuk bleek o. a., dat de maatschappij ongeveer 13700 leden telt en 297 departementen bezitvan hare be kroning op de Parijsche wereldtentoontstelling werd natuurlijk melding gemaakt en daarbij ge wezen op de hulde, door vele buitenlanders aan de verdienste der maatschappij gebracht, op de informatiën door den Hongaarschen minister Eötvös daarnaar ingewonnen, enz. Sprekende van de opdracht aan het hoofdbestuur, door de algemeene vergadering, ten vorigen jare met algemeene stemmen verleend, tot het indienen van een adres bij de Tweede Kamer tot onver anderd behoud der wet op het lager onderwijs, betuigde de spreker zijne vreugde, dat door den loop der omstandigheden het indienen van dat adres onnoodig is geweest. Hij maande echter de leden aan, casu quo in denzelfden geest voort te gaan. Want, zeide hij, de maatschappij heeft ook haar SOjarigen krijg achter den rug voor de eenheid der natie in bet onderwijs. Deze woorden werden door een daverend en langdu rig applaudissement begroet. Na dat verslag werden de onderscheidene voorstellen behan deld, door afdeelingen en hoofdbestuur ter tafel gebracht. Bijzonder vermelding verdient daar van het voorstel der afdeeling Dordrecht tot herstel van het recht van amendement van de lOjarige wetsherziening, mits bij tijdige vooraf gaande indiening bij het hoofdbestuur. Dit voor stel werd na belangrijke discussie met eene kleine wijziging van de afdeeling Rotterdam aange nomen. Bij acclamatie zijn aangenomen twee voorstel len van het departement Moordrecht: 1°. om door eene commissie van 5 leden te doen on derzoeken, hoe men op de beste wijze voorbe- reidings-klassen voor de lagere scholen kan in richten; 2°. om door eene dergelijke commissie een onderzoek in te stellen naar hetgeen onder schoolbibliotheken te verstaan is, en hoe men het best tot oprichting en instandhouding daar van kan geraken. Beide voorstellen zijn door het genoemde departement toegelicht en door het hoofdbestuur bij monde van den heer Beeloo op krachtige wijze ondersteund. Langdurige dis- cussien ontstonden over een voorstel van het departement Rotterdam tot commissoriaal on derzoek naar de vraag, welke middelen zijn aan te wenden, om het karakter der kermisvermaken tegen te gaan, die strijdig zijn met den goeden smaak, nadeelig voor de gezondheid en schade lijk voor welvaart en zedelijkheid, en het volk te doordringen van het besef naar iets beter3 te streven. Dit voorstel als onnoodig na een over volksvermaak reeds door de maatsch. uitgebracht rapport, en als niet tot practisch resultaat lei dende door het hoofdbestnur bestreden, is ech ter met 330 tegen 239 stemmen aangenomen. Het werd door de afdeeling Rotterdam op wel sprekende wijze verdedigd en vervolgens o. a. door de afdeeling Dordrecht, Krabbendijke en 's-Hertogenbosch ondersteund. Heden voortzetting der vergadering. Uit Enschedé schrijft men dd. 10 Au gustus het volgende: In de gisteren te Carlshaven bij Delden gehouden algemeene vergadering der Twent- sche yereeniging tot bevordering van nijver heid en handel is besloten, een adres aan de regeering te richten tot adhaesie aan de adressen der kamers van koophandel en fabrie ken te Amsterdam en te Rotterdam, waarbij om trapsgewijze uitbreiding der hoeveelheid in Indië te veilen gouvernements-producten wordt gevraagd. Verder werd besloten, om aan de regeering een uniform briefport van vijf cents voor een gewonen brief hier te lande te vragen. Werd in de vorige vergadering met de meer derheid van eene stem besloten, om aan de re geering de wettelijke regeling van den werktijd in fabrieken en van den arbeid van kinderen daarin te verzoeken, thans werd het te dier zake ter tafel gebrachte concept-adres met groote meerderheid afgestemd, en zulks op grond dat bij velen, die toen voor dat besluit waren, sedert de overtuiging gevestigd is, destijds reeds door nagenoeg de helft der aanwezigen voor gestaan, dat Twente, waar het van het groote nut der regeling overtuigd is, geen hulp van de regeering behoort of behoeft te vragen, om die tot stand te brengen, maar door onderlinge overeenkomst der fabrikanten zelf maatregelen moet nemen, om een te langdurigen dagelijk- schen werktijd in fabrieken en het op te jeug digen leeftijd arbeiden van kinderen daarin tegen te gaan; met andere woorden, dat men alleszins vreemd zou handelen, door te verzoeken, bij de wet gedwongen te worden tot iets, van welks nut, ja, van welks noodzakelijkheid men volko men overtuigd is, en waartoe ieder weldenkend werkgever gevoelt zedelijk verplicht te zijn, terwijl hij het in zijne macht heeft, om het uit te voeren. Er werd dan ook ten slotte bepaald, om in de volgende vergadering, in afwachting van het rapport der voor het tweede punt ingestelde rijks-commissie, een voorstel te behandelen, om zich onderling te verbinden tot het naleven van in den geest als bovengemeld vast te stellen bepalingen. De kapit.-luit. ter zee Jhr. J. B. E. Von Schmidt auf Altenstadt en de luit. ter zee 2de kl. D. J. A. D. Van den Steen, beiden laat stelijk behoord hebbende tot het eskader in Oost-Indië, en van daar in Nederland terugge keerd, eerstgenoemde den 29sten Juli jl. en laatstgemelde den 31sten daaraanvolgende, zijn met die tijdstippen op non-activiteit gebracht. Bij Kon. besluit van 8 Augustus, n°. 38 is benoemd tot ontvanger der directe belastingen eu accijnsen te Sloten (Noord-Holland) de heer B. C. G. Van Eelde, thans adjunct-commies bij het departement van financiën. De Thermometer van Fahrenheit teekende al hier Dinsdag des namiddags te 5 uren 74°, des avonds te 8 uren 65°, WindZ. W., te 10 uren 63°. Woensdag 's morgens te 5 uren 63°, te 8 uren 67°, W., 's namiddags te 12 uren 73°, te 4 uren 70°. BUITENLAND. Duitschland. Volgens voorloopige opgaven aangaande den oogst van granen en aardappe len in het koninkrijk Pruisen, bij de regeering ontvangen en in haar officieel orgaan medege deeld, is de opbrengst zeer verschillend, in eenige oorden gunstig en in andere ongunstig, in sommige opzichten nog onzeker, maar bestaat er alles te samen genomen, geen grond om ge brek aan levensmiddelen te duchten, vooral daar de qualiteit van het graan algemeen wordt geroemd. Het Bremer schip //Lesmona" is op zijn9 reis van Hongkong naar Saigoen, ten zuiden van Hainan, door een bende zeeroovers aange vallen en buitgemaakt. Nadat de roovers de passagiers en de manschappen alles ontnomen hadden wat zij bij zich hadden, werden allen te zamen in het vooronder gesmeten, waar zij zoo dicht opeengepakt werden als haringen in een vatde roovers barricadeerden daarop de luiken met allerlei zware voorwerpen, en toeu de nacht gevallen was, doorboorden zij het schip. Het gelukte den gevangenen, dank zij hunne bijna bovenmenschelijke pogingen, om de luiken open te makendoch, toen zij in de booten wilden stappen, bespeurden zij, dat deze bijna alle vernield waren. Het steeds meer zinkende schip liet hen echter geen keus, en nadat zij zoo goed zij konden een der minst beschadigde booten zooveel mogelijk met dekens enz. hadden in orde gebracht, begaven zij zich daarmede in zee. Een deel roeide, een ander deel was onop houdelijk bezig het indringende water uit te scheppen. Twee dagen en twee nachten duurde de reisde brandende tropische zon maakte den arbeid niet lichter. Eindelijk kwamen zij te Hainan aan land, doch de inwoners ontvingen hen op zulk eene wijze, dat zij zoo spoedig mogelijk zich weder in de booten begaven: in plaats van hen te helpen, ontnamen zij hun nog de kleederen die zij aan het lijf hadden Den 5den dag eerst zagen zij weder land, en in de haven van Kiuchifu werden zij door een Chineeschen kanonneerboot opgenomen. De kom- mandant, een Franschman, verschafte hen wat zij noodig hadden, en bracht de ongelukkigen naar Hongkong. Pruisen. De Staatsanzeiger" zegt, dat uit de verklaringen van dit blad betreffende de be kende dépêche van den heer Yon Usedom aan den generaal La Marmora, door de Italiaanscbe Opinione," welke in die verklaringen een aan La Marmora gegeven voldoening zag, eene onjuiste gevolgtrekking is afgeleid, waarvan de bedoeling ligt vermoed kan worden. De redactie van den Staatsanzeiger" dacht aan niets min der, dan om de handelwijze van La Marmora te billijken. Zijn ondoordachte handelwijze vindt in alle officieele en niet-officieele kringen in Pruisen dezelfde afkeuring, evenzeer als bij de openbare meening van Italië. De verklaring van den n Staatsanzeiger" had alleen ten doel, om de verantwoordelijkheid voor den tekst der dépêche des heeren Yon Usedom van de regeering af te werpen, daar eenige daarin voorkomende zinwendingen, zoowel wat vorm als inhoud aaD- gaat, niet overeen kwamen met de opvattin;, der Pruisische regeering. Het plan van dec veldtocht, in de dépêche des heeren Yon Use dom voorkomende, was reeds van het oogeo blik, dat de uitbarsting des oorlogs waarschijn lijk was geworden, een onderwerp van samen spreking tusschen de Pruisische en Italiaansck militairen, en kon dus op het tijdstip dat dï dépêche werd overgereikt, voor geen der beidt partijen nieuw zijn. Frankrijk. Bij gelegenheid van de tentooD stelling te Havre worden in een der dokken aldaat verscheidene proefnemingen genomen met nieuï uitgevonden toestellen op de zeevaart betrekkelijk Zoo werd voor weinige dagen, in tegenwoordig heid van verscheidene ingenieurs en notabiliteiteL de proef genomen met een instrument van uiten eenvoudige constructie, dat aan de scheepvaa: belangrijke diensten zal kunnen bewijzen. He is een onderzeesche verrekijker, waarmede me: vele ellen onder het water even goed zien kat als in de lucht. De kijker bestaat uit een langet eenigszins wijduitloopenden koker, aan wetè einde een driehoekige kamer is aangebracht. Te: van de zijden van deze kamer, 25—30 duit lang, is van gewoon glasde andere zijde, red tegenover de opening van den koker waardot men kijkt, is met een spiegel voorzien, die mf de zijde van de kamer, waarin het glazen raampj is aangebracht een hoek van 45° maakt. B* raampje wordt nu gekeerd naar die voorwerpt die men wil onderzoeken. Het in het water ve: spreide licht concentreert zich in het raampj en verlicht den spiegel, die alle voorwerpen z&: duidelijk weerkaatst. De hiermede genomen pre* ven gelukten volkomen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1868 | | pagina 2