s£! flh 2607. Dinsdag A0. 186&; 11 Augustus. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT. Voor Leidenper 3 maandenf 3.00. Franco per post3.85. Afzonderlijke Nommers0.10. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIEN. Van 1-6 regels 0.75; iedere regel meerƒ0.12*. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van 1-4 regels/0.90; iedere regel meer0.15. Leiden, ÏO Augustus. Het schuttersfeest te Weeuen is afgeloopen. En veel heeft het zeker niet opgeleverd, name lijk uit een politiek oogpunt. Of men er goed schoot, dit was bijzaakde hoofdzaak was de politiek. Al wat vijand van Pruisen was, zou daar bijeenkomenmen wilde een krachtig pro test uitspreken tegen de vele redevoeringen in tolverbond, rijksdag en Pruisische kamer in de laatste tijden gehouden, men wilde toonen, dat er ook nog een Duitschland bestond buiten de grenzen door Pruisen gesteld, en men verwachtte reeds, dat een nieuwe partij zich wellicht zou vormen, die in Oostenrijk haar middenpunt zou zoeken. En gaan wij nu na wat er geschied is, dan is het al zeer weinig. De eene redenaar voor en de andere na heeft het uitgesproken dat Oostenrijk nog Duitsch was, eenvan Oostenrijks dichters heeft dit bezongen, maar dit is ook alle politieke gedachte geweest, die men uitge sproken heeft. Eén redenaar wel is waar na een diner ging zoover in zijne bewering, dat al wat Duitsch was éen was, dat hij tot de uitspraak .kwamwij hebben zoo even een Oosten rij kschen minister gehoord, maar het Is mij even zoo goed als had ik graaf Yon Bis marck hooren spreken." "Wat men moest doen om die eenheid te bevorderen, daarvan werd geen woord gesproken. Het geheel is dan ook een zeer onschuldige manifestatie geweest, en de Oostenrijk8che dagbladen hebben zich zeer weinig met deze groote woorden ingelaten. De regee ring heeft zich ook wijselijk zooveel mogelijk teruggehouden en de ministers hebben zich alle moeite gegeven om de anti-pruisische gezind heid te temperen. De minister Von Beust zeide dat zijn politiek een Oostenrijksche was, die zich niet mengde in de Duitsche aangelegenheden; dat was het afscheid. De Oostenrijksche regee ring die zich alle moeite geeft om met de niet- Duitsche landen op een goeden voet te komen, die nog onlangs aan Croatië een soort van zelfstandig bestuur heeft gegeven, kon thans weinig zich inlaten met die betuigingen van het éene Duitschlandhaar weg ligt niet meer daar heen; naast het Duitsche element in Oosten rijk bestaan vele anderen; en dat Von Beust dit erkend heeft daarin ligt de kracht van zijne politiek. Eene kleine partij heeft van de gelegenheid gebruik gemaakt om een bepaald besluit te for muleeren, waarbij Oostenrijks losscheuring van Duitschland veroordeeld wordt. Dit besluit in eene vergadering genomen, die eigenlijk niet met het schuttersfeest in verband stond, zou weinig belangstelling verdienen, zoo de telegraaf het niet als iets belangrijks had medegedeeld. Daardoor is er meer over geschreven, dan het, neemt men de personen, die deel van die verga dering uitmaakten, in aanmerking, verdiende. Ook in Belgie is voor eenige dagen een feest gevierd ook daar verwachtte men dat de poli tieke hartstochten zouden opgewekt worden, en men was bevreesd voor den afloop. Toch ging ook daar alles rustig. Het gold de onthulling van een standbeeld voor koning Leopold I in Ant werpen. Nu was het juist in de laatste jaren van diens regeering geweest, dat in die stad eene hevige oppositie tegen hem was ontstaan de regeering wilde de vestingwerken van Ant werpen herstellen, en déar wenschte men al gemeen dat zij gesloopt zouden worden. Einde loos was de strijd daarover. De regeering meende niet aan de wenschen van Antwerpen te kun nen toegeven, en de vesting werd belangrijk versterkt. Toen nu een standbeeld voor den overledenen koning te Antwerpen zou opge richt worden, ging de gemeenteraad zoover van zelfs geen stuk grond daarvoor te willen af staan. De Kamer van koophandel en de Gede puteerde staten bemoeiden zich met de zaak, en zoo werd eindelijk het noodige terrein gevon den. Nadat er zulke dingen hadden plaats ge had, werd de spanning, hoe meer de dag der ont hulling naderde, des te grooter. Manifesten en pro- clamatiën, vergaderingen en besluiten van cor- poratiën volgden elkander opmen schold elkan der uit dit kan men in Belgie vrij goed en de gemeenteraad ontzag zich niet, om. openlijk het volk aan te sporen om geen .deel aan het feest te nemen. Maar toen dc feestdag eindelijk daar was, bespeurde men bijna niets meer van oppo sitie, het algemeene enthousiasme zoo meldt men van daar liet niets te wenschen over, en was zoo groot als ware de koning zelf daarbij geweest. Gelukkig voor Antwerpen 1 Nu ten minste zal lichter vergeten worden dat men zich te Antwerpen niet ontzien heeft, om den eerbied voor eenen voortreflelijken edelen, bij zijn leven algemeen beminden koning op te offeren aan eigen wraakzuchtige gevoelens. Even vredelievend als men zich te "Weenen en te Antwerpen getoond heeft, zijn tegenwoor dig de regeeringen in Europa. Wel amuseeren sommige Fransche bladen zich met de noodza kelijkheid te betoogen van eene vereeniging der Rijnprovinciën met Frankrijk, en zijn er hier en daar eenige onweerswolkjes te zien; maar, zoolang men die zoekt, zal men ze wel altijd blijven vinden. Zoo werd onlangs gemeld, dat nadat in Italië door den generaal De la Marmora zulke klach ten tegen het bondgenootschap met Pruisen in 1866 waren aangeheven, de Pruisische regeering van hare zijde dit incident niet stilzwijgend heeft laten voorbijgaanen dat zij haren gezant te Turijn heeft opgedragen om der regeering aldaar aan te toonen, hoe veel wenschelijker voor Italië een bondgenootschap met Pruisen dan met Frank rijk is, en hoe, wanneer de Italiaansche re geering thans zulk een bondgenootschap ver smaadde, het Pruisische gouvernement zou zien of het ook wenschelijk was om de hulp in te roepen van de Italiaansche volkspartij. In de onderstelling dat deze nota werkelijk over handigd is, wordt hieruit de conclusie getrok ken, dat Pruisen een dergelijk bondgenootschap op 't oogenblik noodzakelijk acht, en deze nood zakelijkheid kan alleen dan bestaan, wanneer Pruisen werkelijk met een oorlog bedreigd wordt. Evenwel mag men er wellicht niet an ders in zien dan een groote voorzichtigheids- maatregel zich nog sterker te wapenen is thans voor Pruisen en Frankrijk niet meer mogelijk nu zoeken beiden zoovele bondgenooten moge lijk te wervenen wanneer ook dan nog de kansen gelijk staan, dan eerst zal men in zien, dat het beter is om geen oorlog te beginnen. In Spanje duurt de gisting voort; de berichten van daar ontvangen zijn echter zoo schaarsch, dat het onmogelijk is om een juist inzicht in den toestand aldaar te verkrijgen. Na de verbanning der generaals, en de verwijdering van de her togin de Montpensier, zuster der koningin, met haren gemaal, is wel de rust voorloopig hersteldmaar te Lissabon schijnen zich alle ontevredenen thans te vereenigenen wan neer deze, gesteund door een vrij aanzienlijke partij in Portugal, die de vereeniging der beide rijken van het Iberische schiereiland wenscht, zich den noodigen steun in Spanje zelf kan ver schaffen, gelijk men beweert dat het geval is, dan zou de regeering, die de laatste jaren op de verregaandste wijze van hare macht heeft misbruik gemaakt, voorloopig geen reden tot groote gerustheid hebben. De Italiaansche kamer zal spoedig uiteengaan: is de overeenkomst omtrent het tabaksmonopo lie, dat aan eene maatschappij wordt overgedra gen, in de kamer aangenomen, dan zal deze het voorbeeld van het Noorden wel volgen, en zal er een einde aan de zitting gemaakt worden; de financiën zijn dan voorloopig geregeld. (Zie Buitenland.) Hier en daar wordt weder van re volutionaire bewegingen gewag gemaakt, en de namen van Garibaldi en Mazzini worden weder meer genoemd. De rubriek Servië dreigt uit de dagbladen te verdwijnende nieuwe vorst is verkozen, de moordenaars zijn terechtgesteld en gestraft; al- zoo kan de ruimte, die dit anders zoo weinig bekende land, gedurende de laatste maanden, in de dagbladen innam, thans weder aan ander# landen afgestaan worden. Als karakteristiek voor de soort van beschaving, die aldaar heerscht in het land, waar men beweert, dat de Slaven het meest ontwikkeld zijn kan dienen, dat de be schuldigden tijdens hunne terechtstelling, bij het in- en uitgaan der zaal, op verschillende wijzen mis handeld werden, en dat de verdedigers het niet waagden, om eene ordelijke verdediging ten hunnen gunste voor te dragenDe Servische regeering, dit willen wij er bij voegen, spreekt echter deze feiten tegen. BINNENLAND. LEIDEN, 10 Augustus. De heer Mr. L. W. C. Keuchenius zal met 1*. October aanstaande als redacteur van het Nieuw Bataviaasch Handelsblad, in de plaats van den heer Jhr. Mr. A. Van der Does de Bije, op treden. Men meldt uit de residentie aan de Arnh Courant //Naar aanleiding van het bericht in sommige dagbladen voorkomende omtrent eene op han-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1868 | | pagina 1