was in het op 25 Februari 11. bij de Tweede
Kamer der Staten-Generaal ingediende ontwerp
van wet op het hooger onderwijs?
2°. Is het mogelijk en wenschelijk, dat het
gymnasiaal onderwijs bij eene afzonderlijke wet
geregeld worde
3®. De eind-examens volgens art. 57 der wet
up bet middelbaar onderwijs en die volgens art.
12—16 van het ontwerp van wet op het booger
onderwijs.
4®. Is het wenschelijk, dat de kundigheden,
vereischt voor de toelating op de gymnasia,
door het rijk gesticht of gesubsidieerd, bij de
wet worden bepaald, en, zoo ja, dat inen dau
eischt, althans wat de moderne talen en de
wiskunde betreft, hetzelfde wat in den regel
gevorderd wordt op hoogere burgerscholen bij
het overgangs-examen van de 2de tot de 3de
klasse
Eenige leden vonden in de bespreking dezer
punten aanleiding tot het voorstel, om een
adres aan den minister te zenden. De overgroote
meerderheid kon zich echter op verschillende
gronden daarmede niet vereenigen, doch men
kwam tot het besluit om eerlang een resumé
der gevoerde discussiën door middel der dag
bladen publiek te maken.
Hetzelfde werd bepaald omtrent hetgeen er
gesproken werd naar aanleiding der program
ma's voor de verschillende examens, die afgelegd
moeten worden door hen, die wenschen geplaatst
te worden aan eene der militaire inrichtingen,
als leerling-telegraphist, enz., en van de verande
ringen, die wenschelijk kunnen geacht worden
in deze programma's, vooral met het oog op
het onderwijs, zooals dit gegeven wordt aan de
hoogere burgerscholen.
De bespreking van een zesde puntde me
thode, te volgen bij het onderwijs en de staat
huishoudkunde op scholen van middelbaar on
derwijs, moest wegens het vergevorderd uur tot
een volgend jaar blijven rusten.
Tot honoraire leden van het genootschap
werden benoemd Dr. J. J. Kreenen, inspecteur
van het lager onderwijs in de provincie Over-
ijsel, en Mr. S. Vissering, hoogleeraar aan de
hoogeschool te Leiden.
Als plaats voor de 39ste algemeene vergade
ring werd Deventer aangewezen.
Z. M. heeft benoemd M. G. Beijerinck, thans
buitengewoon opzichter, tot rijks werktuigkun
dige; tot plaatsverv. lid van den geneesk. raad
van Gelderland en Utrecht A. H. Van Andel,
med. chir. et art. obst. doctor te Zutfen.
Z. M. heeft Mr. E. Manger Cats op verzoek
eervol ontslagen als burg. der gemeente Smal-
lingerland; Mr. J. L. G. Gregory, 's konings
commissaris in Drenthe, op verzoek, eervol ont
slagen als lid der bij het depart, van binnen 1.
zaken bestaande adviseerende commissie voor de
zaken betreffende de stichtingen van beurzen
voor het onderwijs; en tot lid dier commissie
benoemd Mr. J. W. Römer, adv.-gen. bij den
hoogen raad.
Z. M. heeft aan N. Verkley, te Aarlander-
veen, en G, Verkley, te Oudshoorn, vergunning
verleend tot het dragen van de gouden medaille,
3de grootte, en van het zilveren kruis //Fidei
et Virtuti," en aan J. Niesing, te Nijkerk, tot
het dragen der medaille Fidei et Virtuti," hun
als zouaaf in dienst van Z. H. den paus toe
gekend.
De Thermometer van Fahrenheit teekende al
hier Maandag des namiddags te 5 uren 80°, des
avonds te 8 uren 70°, te 10 uren 64°. Dins
dag 's morgens te 5 uren 61°, Wind: O., te 8
uren 67", 's namiddags te 12 uren 83°, te
2 uren 85°, te 4 uren 84°.
BUITENLAND.
Belgie. Den 2den Augustus, den tweeden
feestdag, werd het standbeeld van koning Leo
pold I te Antwerpen onthuld, onder een on
beschrijfelijk enthousiasme van de menigte. Ge
durende een geheel uur hoorde men schier niets
anders dan den kreet //Leve de koningDe
civiele garde en onderscheidene corporatiën heb
ben voor het standbeeld gedefileerd. De geest
drift steeg ten slotte ten top, toen de menigte
als uit éen mond de Braban^nne" aanhief.
Het succès der manifestatie heeft alle ver
wachtingen overtroffen. Het standbeeld door
den beeldhouwer Geefs vervaardigd maakt een
uitmuntenden indruk.
Duitschland. Een veearts uit Oost-Pruisen
die naar Rusland is gezonden, heeft bevonden
dat aldaar het miltvuur onder het vee zeer
verspreid is en dat ook meermalen personen
dientengevolge zijn aangetast. Aan de grens
districten zijn vijf sterfgevallen geconstateerd.
Eene deputatie van den gemeenteraad te
Frankfort heeft den koning die te Ems is een
adres ter hand gesteld, waarin eerbiedig ver
zocht wordt dat de Pruisische staat, die de
inkomende rechten en belastingen van Frank
fort tot rijksinkomsten heeft verklaard, ook de
stedelijke schuld ten zijnen laste neme. Wij
wenden on8 tot uwer Majesteits wijsheid en
rechtvaardigheid, heet het in dit adres: uw
vaderlijk hart zal niet gedoogen, dat Frankfort,
hetwelk onder den invloed zijner eigen instel
lingen zoo bloeiend is geworden, het verval
zijner welvaart zal moeten dagteekenen van het
oogenblik, waarop het deel is begonnen uit te
maken van den Pruisischen staat.
Frankrijk. De Moniteur" bevat de wet
op de nieuwe leening benevens een besluit,
dat de koers der uitgifte bepaalt op 69.25
met renten van 1 Juli af. Bij de inteekening
wordt het eerste tiende gedeelte gestort, de
volgende in 18 termijnen. De inschrijving is
geopend van 6—13 Augustus.
Over de volgende anekdote vermaakt men
zich thans te ParijsTe Fontainebleau amu
seerde men zich op zekeren avond met gezel
schapsspelen en de vraag werd gedaan Hoe
kan men de waarheid van de leugen onder
scheiden Daardoor," antwoordde de keizer,
dat men ze beide door de deur laat binnen
komen gij kunt er zeker van zijn, dat de leu
gen altijd het eerst binnentreedt." Op dat
oogenblik werd de deur geopend en de minis
ters Rouher en Pinard verschenen. Elk hunner
wilde den ander den voorrang laten, tot Pinard
zich op zijn jeugdiger leeftijd beriep en alzoo
Rouher, als ouder, noopte het eerst binnen te
gaan. Een uitbundig gelach volgde nu, waaraan
de keizer insgelijks deelnam en Rouher lachte
ook mede, zonder dat hij wist waarom.
Engeland. Uit Buenos-Ayres wordt bericht,
dat de val van Humaïta als zeker wordt be
schouwd. Door deserteurs wordt verzekerd, dat
Lopez de vesting zal verlaten en toebereidselen
maakt tot verdediging van de passage der rivier.
In Corrientes nemen de onlusten toe.
Amerika. De senaat heeft met 45 tegen 8
stemmen en het congres met 134 tegen 36 stem-
mën, tegen het veto van den president der Unie,
het wetsontwerp vastgesteld, waarbij de staten,
die onder de reconstructie-acte niet in het con
gres zijn vertegenwoordigd, uitgesloten worden
van de deelneming aan de verkiezingen van een
president der Vereenigde Staten.
Toorts is bij het congres eene boodschap van
den president ingekomen, tot aanbeveling van
een amendement, strekkende om de benoeming
van een president der Unie te doen vaststellen
voor den tijd van zes jaren, en om de leden
van den senaat te doeu verkiezen door eene
volksstemming, in plaats van door de wetge
vende machten der staten.
Ter vervanging van de wet, aangenomen
door den senaat, heeft het Huis van Vertegen
woordigers eene wet aangenomen, waarbij de
minister van financiën wordt gemachtigd tot de
uitgifte van obligation, vrij van belasting, af
losbaar in goud na 40 jaren, ter keuze der re
geering rentende 3,65 pCt. Het bedrag der uit
gifte zal gelijk zijn aan het gezamenlijk bedrag
van alle obligation iu oinloup, welke ter keuze
van den houder tegen deze nieuwe obligatiën
knnnen worden verwisseld. Deze bepalingen
hebben geene betrekking op de 3 pCt. certi
ficaten.
Het congres heeft een besluit genomen, waarbij
wordt verklaard, dat het 14de amendement op
de constitutie moet worden beschouwd als te
zijn bekrachtigd.
INGEZONDEN.
Mijnheer de Redacteur.
In het leading-artikel voorkomende in het laat
ste nummer van uw geacht blad verwijt u de
fransche regeering dat zij bij de afschaffing van
art. 1781 der code civil de bevolking zand in
de oogen heeft gestrooid. Ik ontken dit niet.
Doch gaat ook onze wetgever, in de regeling
van het dienstbodenrecht, niet aan datzelfde
euvel mank? Ik geloof het wel. Ik beweer niet
dat hij zoo iets met boos opzet gedaan heeft,
doch wel dat het er in de gevolgen op neer komt
Zie, mijnheer de redacteur, ik weet niet of uw
blad ook door dienstboden gelezen wordt, maar
ik hoop het in het belang der ontwikkeling van
dat groote deel onzer natie en ik geloof het
ookzij zijn in ieder geval de tusschenpérsonen
tus8chen den courantejongen en den gëabon-
neerden meester en hebben alzoo ruimschoots
de gelegenheid, natuurlijk eerst de gemengde
berichten, daarna de nieuwstijdingen en einde
lijk misschien ook de leading-artikels in te zien.
In dat geloof neem ik de vrijheid u dezen brief
te zenden. Het zou mij spijten indien zij soms
het bedoelde artikel gelezen hebbende, zich be
schouwden als de paria's onzer maatschappij, ala
slachtoffers eener onbillijke wetgeving, als speel
ballen van niet al te goed gezinde meesters.
Wellicht dat zij door het betoog aan het slot
van uw artikel medegesleept, dezen nacht allerlei
emancipatie-plannen hebben bedacht en allerlei
concept-adressen aan de regeering of aan de
Staten-Generaal hebben ontworpen. Wellicht
ook hebben zij reeds voorbereidselen tot uit
gebreide grèves gemaakt. Dat alles zou mij spij
ten, niet voor de dienstboden, die u de slacht
offers onzer wet noemt, maar voor de meesters,
die in mijn oog de werkelijke slachtoffers zijn.
U wenscht van ganscher harte de afschaffing
der //onbillijke" bepaling, waarbij den meester
de bevoegdheid is gegeven zijne dienstboden
zonder wettige redenen weg te zenden, mits bij
hun zes weken loon extra betale. Ik heb niets
tegen de dienstboden en gun hun dat wacht
geld van ganscher harte, terwijl ik het boven
dien zeer zal toejuichen indien u b.v. eens eeD
vrijgeviger bepaling aan de hand doet. Doch
hetgeen ik vooral zou wenschen gehandhaafd te
zien, dat is het recht der meesters.
En zoo kom ik op het zand in de oogen
strooien, dat ik onzen wetgever verweet. Wat
zegt hij Met ijsselijk veel ophef wordt bepaald,
dat de meester, onder de bovenvermelde voor
waarde, de dienstboden ten allen tijde zonder
wettige redenen mag wegzenden, doch dat deze
laatsten den dienst niet zonder wettige redenen
mogen verlaten. Arme dienstbodenEilieve,
laat ons niet vergeten, dat de wetgever aan die
laatste bepaling een zinsnede toevoegt, die de
meesters het zand uit de oogen doet wrijven.
//Indien de dienstboden binnen den bepaaldeD
of gewonen huurtijd den dienst zondere wettige
redenen verlaten, verbeuren zij het verdiende
loon". Ziedaar nu de gansche straf (vergeef mij
die juridisch minder goed gekozen woord) waar
mede zoo menige brutaliteit aan uwe keuken-
of kamermeid geboet wordtMaar het is- dan
toch een straf. M. i. in de meeste gevallen niet-
Wanneer een dienstbode den lsten Juli den
eersten halfjarigen termijn van haar loon ont
vangen heeft en zij u den 2den Juli zonder
wettige redenen, omdat zij eens veranderen