N°. 2601. Dinsdag A°. 1868. 4 Augustus. BINNENLAND. EIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT. I Voor Leiden, per 3 maandenf 3.00. I Franco per post3.85. I Afzonderlijke Nommers0.10. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIEN. Van 1-6 regels 0.75; iedere regel meerf 0.12'. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van 1-4 regels 0.90; iedere regel meer0.15. Lelden, 3 Augustus. De Algemeene Synode heeft dezer dagen het jollende adres aan Z. M. den Koning gezonden Sire De Algemeene Synode der Nederlandsche 'ervormde Kerk, diep doordrongen van hare ieping om te waken voor de belangen der Kerk, ie zij de eer heeft te vertegenwoordigen, wendt ich eerbiedig tot Uwe Majesteit met een wensch, ie door Hoogstdezelve met welwillendheid ver- omen worde en, naar wij vertrouwen, ook bij Jwer Majesteits tegenwoordige ministers weer- lank vinden zal. Die wensch betreft het hooger onderwijs, voor ooverre dit betrekking heeft op de vorming an de aanstaande leeraars onzer Kerk aan onze loogescholen. Reeds ten vorigen jare gaf de Synode, voor .et gevaar beducht, dat in het door de toen- nalige regeering aangekondigde ontwerp van wet er regeling van het hooger onderwijs de beoe- tning der Godgeleerde wetenschappen van onze aderlandsche hoogescholen zou verwijderd wor- en, aan de haar vertegenwoordigende Algemeene ynodale Commissie den last, om, u bijaldien bij ene te verwachten regeling van het hooger mderwijs, de theologische faculteit aan 's rijks loogescholen mocht gevaar loopen, te dier zake ;e doen, wat zij, na kennisneming van het ont- sverp, zou meenen te behooren." De Synode dezes jaars met vroegere Synoden, lie over deze aangelegenheid haar gevoelen ïebben uitgesproken, van het hoog belang over- uigd eener academische opleiding van de aan- itaande leeraars der Kerk, verheugt zich, dat loor de intrekking van het sedert ingediende ïvetsontwerp, het der Kerk dreigende gevaar oorshands is afgewend. Wij zouden echter mee- aen aan onzen plicht te kort te doen, wanneer svij, in het vooruitzicht dat vroeger of later een nieuw ontwTerp aan het oordeel der Staten-Ge- neraal zal worden onderworpen, voor Uwe Ma jesteit den wensch verborgen hielden, die ons, als vertegenwoordigers der Nederlandsche Her vormde Kerk, met betrekking tot deze gewichtige aangelegenheid bezielt. Wat wij wenschen, Sire! en met bescheiden- beid uitspreken voor den troon Uwer Majesteit, is het behoud der theologische faculteiten aan 's rijks hoogescholen, althans van leerstoelen, in die vakken van wetenschap, ter wille waarvan Uwer Majesteits groote voorzaat, de grondleg ger onzer staatkundige vrijheid, de stichting der Leidsche academie in de eerste plaats noodig achtte en op wier bezit de Hervormde Kerk, ter vorming barer aanstaande leeraars, van de op richting onzer hoogescholen af tot nu toe getoond heeft den hoogsten prijs te stellen. Wij spreken dien wensch vrijmoedig uit met het oog op hetgeen van de vroegste tijden af in schier alle, roomsch-katholieke zoowel als protestantsche, landen van Europa bestond en nog bestaat, opdat Nederland door de wijsheid van zijnen Koning bewaard blijve voor de recht matige bespotting van het buitenland, wanneer men verneemt, dat aan onze hoogescholen de gelegenheid bestaat tot de beoefening van schier alle vakken van hooger onderwijs, maaralleen niet van die, welke met het karakter eener gods dienstige en christelijke natie in het nauwste verband staan. Wat wij vragen, Sire! is geene ongrondwet tige bevoorrechting der gemeenten, aan onze zor gen toevertrouwd, een denkbeeld, waarvan ook reeds Uw Koninklijke Grootvader zóo ver ver wijderd was, dat, waar, naar oud gebruik en het verlangen der Hervormde Kerk, de theologi sche faculteit, volgens het organiek besluit van 1815, in de eerste plaats bestemd was tot op leiding van predikanten bij het Hervormde kerk genootschap, van staatswege ook aan andere kerkgenootschappen, die aan het onderwijs van eene kerkelijke kweekschool boven de vorming aan eene hoogeschool de voorkeur gaven, sub- sidiën werden toegestaan en de graad van doc tor in de godgeleerdheid, met eerbiediging van èlks bijzondere begrippen, verkrijgbaar gesteld werd voor allen, tot welk kerkgenootschap be- hoorende. Wat wij vragen, verlangen wij met het oog op de voorstanders van elke kerkelijke belijdenis, de gelegenheid namelijk om, des be- geerende, zich aan de hoogeschool te kunnen wijden aan de beoefening der godgeleerde we tenschappen. Zijn er onder hen dezulken, die eene academische opleiding voor de aanstaande leeraars hunner kerk niet wenschelijk achten, wij zullen ons verheugen, dat aan hunne wen schen, langs eiken anderen weg, dien zij wen schelijk zullen achten, zoo ruimschoots mogelijk voldaan worde, maar zien in hunne weigering om van het academisch onderwijs gebruik te maken geen grond, om aan de Hervormde Kerk de gelegenheid ter vorming harer aanstaande leeraars aan de hoogeschool te ontnemen. Wat wij vragen, Sire! is een grondwettig recht, waarop wij niet alleen als leden der Her vormde Kerk prijs stellen, maar tot welks bezit wij meenen ook als staatsburgers gerech tigd te zijn. Brengt toch de aard van het uni versitaire onderwijs, door de grondwet bevolen, mede, dat in den kring der wetenschappen alles worde opgenomen wat de Nederlander voor zijne wetenschappelijke vorming als mensch en staats burger behoeftbestaan er, ten gevolge hiervan, zelfs leerstoelen voor vakken, waaraan slechts enkelen zich wijden, wij meenen in ons recht te zijn, wanneer wij verlangen, dat ten behoeve niet van enkelen, maar van honderden van Uwer Majesteits onderdanen, de gelegenheid blijve bestaan om, ook voor hun doel, te deelen in de zegeningen van het hooger onderwijs. Men heeft ons verwezen naar kerkelijke se minariën en hiervoor zelfs onderstand toegezegd uit 's rijks schatkist. De Hervormde Kerk, Sire begeert zulke seminariën niet. Zij wenscht de vorming van hare aanstaande leeraars niet be perkt te zien binnen de grenzen eener bijzon dere, uitsluitend kerkelijke kweekschool. Zij wenscht voor hare kweekelingen hetzelfde recht, in welks bezit de beoefenaren van andere we tenschappen zich verheugen mogen. Stelt zij voor hare leeraars prijs op ware christelijke rechtzinnigheid, zij wenscht die niet te koopen ten prijze van de vrijheid des onderzoeks en ook niet als het resultaat van een kerkdwang, die bij het oprichten van seminariën niet kan achterblijven. Wij hebben oprecht gesproken, Sire! gelijk het onderdanen jegens hunne vorst betaamt, over eene aangelegenheid, die ons als vertegen woordigers der Nederlandsche Hervormde Kerk ter harte gaat. Wij spraken in het vertrouwen, dat Uwe Majesteit niet zal toelaten, dat het werk, door Uwen doorluchtigen voorzaat, prins Willem van Oranje, gesticht, worde afgebroken, en herhalen onzen eerbiedigen wensch, dat het onderwijs in de godgeleerde wetenschappen aan onze hoogescholen behouden moge blijven, op die wijze en in dien vorm, die Uwe Majesteit, met het oog op onze tegenwoordige staatsin richting, zal noodig achten, 't welk doende, Uwer Majesteits getrouwe onderdanen, De Algemeene Synode der Nederlandsche Hervormde Kerk, 's-Gravenhage, den 22sten Juli 1868. w. g. E. J. J. A. Junius, President. S. F. Van Hasselt, Secretaris. LEIDEN, 3 Augustus. Wij maken alle belastingschuldigen opmerk zaam op de aankondiging van Burgemeester en Wethouders alhier, volgens welke het kohier der plaatselijke directe belasting tot Woensdag a. 8. op het stadhuis ter visie gelegd is. Wij her inneren er aan, dat men alle aanmerkingen tegen zijnen aanslag thans moet maken, eer het te laat is, voordat men zijn biljet van aan slag te huis ontvangt. Hedenmorgen had door de Typographische vereeniging Lourens Janszn. Coster, alhier ge vestigd, de plechtige ter aarde bestelling plaats van haar eerelid Jacs. Van den Berg. Deze op 76jarigen leeftijd overleden kunstbroeder was onafgebroken 60 jaren in dienst geweest in de zaak van den heer E. J. Brill en had zich door vlijt en ijver steeds de achting van zijn patroon verworven. De slippen van het lijkkleed werden gedragen door twee eereleden en twee zijner kameraden van dezelfde drukkerij. Het stof felijk overschot werd gevolgd door eene corpo ratie van ruim twintig leden van genoemde vereeniging; op het kerkhof werd het door de leden gedragen en voor het in de groeve neer daalde, sprak de president der vereeniging eene hartelijke en gepaste reden uit, waarin hij 's mans leven en deugden beschreef. Daarop brachten de tegenwoordig zijnde leden, de laatste eer aan den overledene, en de stoet trok weder naar het sterfhuis. De Gids voor Augustus behelst Landbouw onderwijs door Dr. VV. C. H. StaringModerne Plantenkunde door Dr. J. Costereene Indische Geschiedenis, getiteldEen Schoonheidskuur door Mr. P. A. S. Van Limburg Brouwereene

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1868 | | pagina 1